Alain Vermeire - Emmanuel Robert

Toen in 2007 de Nobelprijs van de Vrede aan Al Gore en aan de internationale klimaatexperts toegekend werd, raakten de publieke opinie en heel wat bedrijven er echt van overtuigd dat de milieuproblemen heel dringend aangepakt moesten worden.

Uiteraard hadden de bedrijven voor 2007 ook al oog voor het milieu, maar dat had toen nog niet dezelfde status als vandaag. Voor de meeste bedrijven kwam het milieuprobleem vooral neer op wettelijke beperkingen, eventuele investeringssubsidies en soms een verkoopargument. Vandaag is alles anders. Het doembeeld van klimaatveranderingen, de noodzaak om onze CO2-emissies terug te dringen, het besef dat het tijdperk van de goedkope energie voorgoed voorbij is en dat de strijd om de grondstoffen een internationaal karakter gekregen heeft en dat alles tegen de achtergrond van een economische crisis die maar blijft duren, hebben van het milieu een element van de industriële strategie gemaakt. Geen bedrijf dat daar nog omheen zal kunnen. De ambitieuze Europese energiepolitiek is trouwens gericht op een lage-energie-economie Consumenten hebben intussen een leercurve doorlopen en hun kennis bijgewerkt. Green washing, een term die duidt op het opschroeven door een bedrijf van weinig terzake doende milieuprestaties, wordt doorprikt of als negatief beoordeeld.

De ecologische voetafdruk wordt een referentiewaarde. In de grafische sector, een sector die een beetje familie is van de printsign-sector, is het al begonnen. Grafische leveranciers hebben hun aanbod grondig gewijzigd en nemen vandaag almaar energiezuiniger oplossingen in hun gamma op. Het signaal werd gegeven op de Drupa 2008 waar de belangrijkste persenbouwers rivaliseerden om hun groene initiatieven in de verf te zetten. Energiebeheer en de CO2-emissies die daarmee verband houden, eisen veel aandacht op. Daarbij werd duidelijk dat ecologie ook kan samengaan met economie, een bijkomend voordeel in een tijdperk met lage marges.

Het aandeel van het substraat

Wanneer men de voetafdruk van een gedrukt product analyseert, wordt duidelijk dat men een ecologische foto moet maken van alle elementen van druk- en printwerk en zijn productie. De paar studies die over dit onderwerp bestaan, komen voor de grafische sector tot dezelfde besluiten: papier neemt het leeuwendeel van de CO2-emissies (tussen 60 en 90 %) van een drukwerkproductie voor zijn rekening. Drukplaten en energie kampen om plaats 2. Veeleer dan het bosbeheer of de chemische vervuiling is het energieverbruik bij de productie het grootste milieuprobleem van het papier. De papierindustrie heeft al heel wat inspanningen geleverd om het energieverbruik terug te dringen. In absolute termen is de ecologische voetafdruk van de Europese papierindustrie 8 % kleiner geworden (dat cijfer dateert echter van voor de economische recessie). Voor een maximale CO2-reductie kan dus in het geval van de drukker, het best ingezet worden op papier: duurzaam beheerde bossen (FSC en PEFC), papier dat werd gefabriceerd met een lage koolstofvoetafdruk, recycleerbaarheid van papier/druktechniek, technologie die de papierinschiet terugdringt, enz.

Voor de printsign-sector zal het niet anders zijn. De mediakeuze heeft een grote invloed op de CO2-voetafdruk van een productiebedrijf. Voor printbedrijven die duurzaam willen produceren gelden dezelfde overwegingen als voor grafische bedrijven. Wie de CO2-uitstoot van zijn bedrijf naar beneden wil halen, zal bewust moeten kiezen voor milieuvriendelijke media die met een zo laag mogelijke ecologische voetafdruk zijn geproduceerd en zijn afvalstromen moeten beheersen. In de praktijk blijkt echter dat de vaak hogere prijs van deze media het gebruik ervan in de weg staat, vooral bij grote producties met kleine marges. Het gebruik van deze media zou kunnen worden afgedwongen door reclamebedrijven, wanneer die zich bereid tonen er een hogere prijs voor te betalen.

Electronicacomponenten milieubelastender dan tonnen staal

Een ingenieurstudente aan de Technische Universiteit van Darmstadt berekende de CO2-voetafdruk voor de fabricatie van een Heidelberg-offsetpers van het type Speedmaster XL 105. Heidelberg publiceerde de resultaten van dit Herculuswerk in zijn duurzaamheidsrapport 2009/2010. Een verrassende vaststelling is dat wat betreft de materialen die voor het bouwen van de pers worden gebruikt, de elektronische componenten verantwoordelijk zijn voor 51 % van de totale CO2-emissies. En nochtans maken die componenten slechts 1 % uit van het gewicht van de drukpers. Staal dat 92 % van het gewicht van de pers uitmaakt, levert 33 % van de CO2-uitstoot. Die paradox valt te verklaren doordat electronicacomponenten zeer zuivere componenten zoals silicon en selenium bevatten, die worden verkregen via intensieve en energierijke zuiveringsprocessen. De respectievelijke CO2-emissies van materialen en energie zijn bijna net even groot.

Ik vertel u over deze voorbeelden uit de verwante grafische sector, omdat ze de verschillende aspecten van een productieproces met betrekking tot de CO2-voetafdruk in hun juiste perspectief plaatsen. Het wordt ook duidelijk dat een milieuvriendelijke en CO2-arme productie de som van de onderscheiden delen is, waarbij sommige (en soms onverwachte) delen veel zwaarder doorwegen dan andere.

De eco-strategie voor grafische en printbedrijven zou moeten gebaseerd zijn op drie pijlers: reductie en voorkomen van respectievelijk CO2, emissies en afval. Dat kan met technologie, diensten en materialen die ingrijpen op deze drie pijlers: regelmatig onderhoud en service van printsystemen en machines voor minder afval en reductie van CO2-emissies; kleurenmanagement, gestandaardiseerd printen en geïntegreerde workflows voor een betere bezetting van de printsystemen en minder inschiet; werken met milieuvriendelijkere media, inkten, enz.

Voorrang aan de doeltreffendheid

Drie jaar na het rapport van het IPCC (Intergovernmental Panel on Climat Change) en de film "An inconvenient truth" -twee documenten die de ogen van het publiek openden- is de periode van "green marketing" voorbij. De zogenaamde "greenwashing" is gedaan. Er moet nu ecologisch doeltreffend opgetreden worden, op basis van pertinente en objectieve indicatoren. Dat is wat de bedrijfsleiders willen die op de "groene" enquête van Trends-Tendances geantwoord hebben, en hun investeringspolitiek baseren ze op groene oplossingen waarmee ze ook geld kunnen besparen.

De klanten van hun kant nemen almaar meer het milieu in hun aankoopcriteria op. Dat is vooral het geval bij de grote bedrijven: ze verwachten van hun leveranciers producten en diensten, waarmee ze hun eigen milieubalans kunnen verbeteren.

De meest veeleisende klanten stellen zich niet meer tevreden met een ISO-certificaat maar interesseren zich voor de totale aanpak van hun leverancier en ze willen stevige argumenten.

Duurzaamheid staat op de ecologische en economische agenda. Voor de grafische industrie biedt de juiste papierkeuze de grootste opportuniteit om de koolstofvoetafdruk van drukwerk te verkleinen. Maar ook andere directe en indirecte factoren dragen bij tot de totale CO2-emisssies van de activiteiten van een onderneming zoals een printsign-bedrijf zoals woon-werk verkeer van de medewerkers; verlichting, verwarming en afkoeling van de gebouwen, enz. In Europa zijn gebouwen verantwoordelijk voor 40 % van de energieconsumptie en 36 % van de CO2-emissies. Het verbeteren van de milieuprestaties van gebouwen is een belangrijke sleutel tot het behalen van de Europese klimaat- en energiedoelstellingen, namelijk de reductie met 20 % van de CO2-emissies en 20 % van de energie tegen 2020. Los van deze aanzienlijke reductie van energiekosten, krijg het bedrijf er een extra bonus bij: een kleinere CO2-voetafdruk. Dit feit kan dan weer gebruikt worden als marketingtool bij klanten van printproducten, zegt Paul Machin, milieuspecialist bij Fespa, in een blog over energie. Het printbedrijf en de klant kunnen er alleen maar beter van worden.

Alain Vermeire - Emmanuel RobertToen in 2007 de Nobelprijs van de Vrede aan Al Gore en aan de internationale klimaatexperts toegekend werd, raakten de publieke opinie en heel wat bedrijven er echt van overtuigd dat de milieuproblemen heel dringend aangepakt moesten worden. Uiteraard hadden de bedrijven voor 2007 ook al oog voor het milieu, maar dat had toen nog niet dezelfde status als vandaag. Voor de meeste bedrijven kwam het milieuprobleem vooral neer op wettelijke beperkingen, eventuele investeringssubsidies en soms een verkoopargument. Vandaag is alles anders. Het doembeeld van klimaatveranderingen, de noodzaak om onze CO2-emissies terug te dringen, het besef dat het tijdperk van de goedkope energie voorgoed voorbij is en dat de strijd om de grondstoffen een internationaal karakter gekregen heeft en dat alles tegen de achtergrond van een economische crisis die maar blijft duren, hebben van het milieu een element van de industriële strategie gemaakt. Geen bedrijf dat daar nog omheen zal kunnen. De ambitieuze Europese energiepolitiek is trouwens gericht op een lage-energie-economie Consumenten hebben intussen een leercurve doorlopen en hun kennis bijgewerkt. Green washing, een term die duidt op het opschroeven door een bedrijf van weinig terzake doende milieuprestaties, wordt doorprikt of als negatief beoordeeld. De ecologische voetafdruk wordt een referentiewaarde. In de grafische sector, een sector die een beetje familie is van de printsign-sector, is het al begonnen. Grafische leveranciers hebben hun aanbod grondig gewijzigd en nemen vandaag almaar energiezuiniger oplossingen in hun gamma op. Het signaal werd gegeven op de Drupa 2008 waar de belangrijkste persenbouwers rivaliseerden om hun groene initiatieven in de verf te zetten. Energiebeheer en de CO2-emissies die daarmee verband houden, eisen veel aandacht op. Daarbij werd duidelijk dat ecologie ook kan samengaan met economie, een bijkomend voordeel in een tijdperk met lage marges. Het aandeel van het substraatWanneer men de voetafdruk van een gedrukt product analyseert, wordt duidelijk dat men een ecologische foto moet maken van alle elementen van druk- en printwerk en zijn productie. De paar studies die over dit onderwerp bestaan, komen voor de grafische sector tot dezelfde besluiten: papier neemt het leeuwendeel van de CO2-emissies (tussen 60 en 90 %) van een drukwerkproductie voor zijn rekening. Drukplaten en energie kampen om plaats 2. Veeleer dan het bosbeheer of de chemische vervuiling is het energieverbruik bij de productie het grootste milieuprobleem van het papier. De papierindustrie heeft al heel wat inspanningen geleverd om het energieverbruik terug te dringen. In absolute termen is de ecologische voetafdruk van de Europese papierindustrie 8 % kleiner geworden (dat cijfer dateert echter van voor de economische recessie). Voor een maximale CO2-reductie kan dus in het geval van de drukker, het best ingezet worden op papier: duurzaam beheerde bossen (FSC en PEFC), papier dat werd gefabriceerd met een lage koolstofvoetafdruk, recycleerbaarheid van papier/druktechniek, technologie die de papierinschiet terugdringt, enz. Voor de printsign-sector zal het niet anders zijn. De mediakeuze heeft een grote invloed op de CO2-voetafdruk van een productiebedrijf. Voor printbedrijven die duurzaam willen produceren gelden dezelfde overwegingen als voor grafische bedrijven. Wie de CO2-uitstoot van zijn bedrijf naar beneden wil halen, zal bewust moeten kiezen voor milieuvriendelijke media die met een zo laag mogelijke ecologische voetafdruk zijn geproduceerd en zijn afvalstromen moeten beheersen. In de praktijk blijkt echter dat de vaak hogere prijs van deze media het gebruik ervan in de weg staat, vooral bij grote producties met kleine marges. Het gebruik van deze media zou kunnen worden afgedwongen door reclamebedrijven, wanneer die zich bereid tonen er een hogere prijs voor te betalen. Electronicacomponenten milieubelastender dan tonnen staalEen ingenieurstudente aan de Technische Universiteit van Darmstadt berekende de CO2-voetafdruk voor de fabricatie van een Heidelberg-offsetpers van het type Speedmaster XL 105. Heidelberg publiceerde de resultaten van dit Herculuswerk in zijn duurzaamheidsrapport 2009/2010. Een verrassende vaststelling is dat wat betreft de materialen die voor het bouwen van de pers worden gebruikt, de elektronische componenten verantwoordelijk zijn voor 51 % van de totale CO2-emissies. En nochtans maken die componenten slechts 1 % uit van het gewicht van de drukpers. Staal dat 92 % van het gewicht van de pers uitmaakt, levert 33 % van de CO2-uitstoot. Die paradox valt te verklaren doordat electronicacomponenten zeer zuivere componenten zoals silicon en selenium bevatten, die worden verkregen via intensieve en energierijke zuiveringsprocessen. De respectievelijke CO2-emissies van materialen en energie zijn bijna net even groot. Ik vertel u over deze voorbeelden uit de verwante grafische sector, omdat ze de verschillende aspecten van een productieproces met betrekking tot de CO2-voetafdruk in hun juiste perspectief plaatsen. Het wordt ook duidelijk dat een milieuvriendelijke en CO2-arme productie de som van de onderscheiden delen is, waarbij sommige (en soms onverwachte) delen veel zwaarder doorwegen dan andere. De eco-strategie voor grafische en printbedrijven zou moeten gebaseerd zijn op drie pijlers: reductie en voorkomen van respectievelijk CO2, emissies en afval. Dat kan met technologie, diensten en materialen die ingrijpen op deze drie pijlers: regelmatig onderhoud en service van printsystemen en machines voor minder afval en reductie van CO2-emissies; kleurenmanagement, gestandaardiseerd printen en geïntegreerde workflows voor een betere bezetting van de printsystemen en minder inschiet; werken met milieuvriendelijkere media, inkten, enz.Voorrang aan de doeltreffendheid Drie jaar na het rapport van het IPCC (Intergovernmental Panel on Climat Change) en de film "An inconvenient truth" -twee documenten die de ogen van het publiek openden- is de periode van "green marketing" voorbij. De zogenaamde "greenwashing" is gedaan. Er moet nu ecologisch doeltreffend opgetreden worden, op basis van pertinente en objectieve indicatoren. Dat is wat de bedrijfsleiders willen die op de "groene" enquête van Trends-Tendances geantwoord hebben, en hun investeringspolitiek baseren ze op groene oplossingen waarmee ze ook geld kunnen besparen. De klanten van hun kant nemen almaar meer het milieu in hun aankoopcriteria op. Dat is vooral het geval bij de grote bedrijven: ze verwachten van hun leveranciers producten en diensten, waarmee ze hun eigen milieubalans kunnen verbeteren. De meest veeleisende klanten stellen zich niet meer tevreden met een ISO-certificaat maar interesseren zich voor de totale aanpak van hun leverancier en ze willen stevige argumenten. Duurzaamheid staat op de ecologische en economische agenda. Voor de grafische industrie biedt de juiste papierkeuze de grootste opportuniteit om de koolstofvoetafdruk van drukwerk te verkleinen. Maar ook andere directe en indirecte factoren dragen bij tot de totale CO2-emisssies van de activiteiten van een onderneming zoals een printsign-bedrijf zoals woon-werk verkeer van de medewerkers; verlichting, verwarming en afkoeling van de gebouwen, enz. In Europa zijn gebouwen verantwoordelijk voor 40 % van de energieconsumptie en 36 % van de CO2-emissies. Het verbeteren van de milieuprestaties van gebouwen is een belangrijke sleutel tot het behalen van de Europese klimaat- en energiedoelstellingen, namelijk de reductie met 20 % van de CO2-emissies en 20 % van de energie tegen 2020. Los van deze aanzienlijke reductie van energiekosten, krijg het bedrijf er een extra bonus bij: een kleinere CO2-voetafdruk. Dit feit kan dan weer gebruikt worden als marketingtool bij klanten van printproducten, zegt Paul Machin, milieuspecialist bij Fespa, in een blog over energie. Het printbedrijf en de klant kunnen er alleen maar beter van worden.