Proost heeft bewogen jaren achter de rug. De drukkerij die gespecialiseerd is in de productie van strips en boeken, was oorspronkelijk een familiebedrijf. In 1999 verloor het bedrijf haar familiaal karakter door de acquisitie door een Engelse groep. Na een reeks van vele overnames in deze industrie eindigde Proost in de grote Franse groep Qualibiris. Nadat de zusterbedrijven Splichal (eind 2007) en Fleurus BD (eind 2008) gesloten werden, was het bedrijf nog de enige Belgische dochteronderneming. In 2009 werd Proost opnieuw een zelfstandige Belgische onderneming met de steun van de Belgische aandeelhouder Axxess Partners. De drukkerij is er echter nooit in geslaagd om de achteruitgang van haar omzet tegen te houden en stapelde de verliezen op.

In september 2010 zocht Proost bescherming onder de wet op de bedrijfscontinuïteit. Een periode die twaalf maanden zou duren, tot september 2011. Maar half februari 2012 diende Proost opnieuw al een beroep op die wet te doen.

Het plan waar de handelsrechtbank akkoord mee gaat, voorziet in de overdracht van 141 werknemers (109 arbeiders en 32 bedienden) en van de meeste activa naar het oude Splichal, dat een slapende vennootschap was geworden. Om deze overname te realiseren volgt eerst een kapitaalsverhoging van € 1.100.000. Deze wordt onderschreven voor 45% door Proost Industries N.V. (Axxess Partners via Proost Industries), 45% door Sica Invest, een beursgenoteerde investeringsmaatschappij en 10% door de CEO, Hans Sanders. Verder is er voor de noodzakelijke aanvullende financiële leningen gezorgd alsook de overname van de lopende leasingcontracten.

Verder wordt de naam Proost NV overgenomen en heeft de naamswijziging van Splichal NV naar Proost NV plaatsgevonden

De 50 overige werknemers verliezen hun baan met het failliet van het oude Proost - een failliet dat deze week uitgesproken zou moeten worden.

"Proost had vooral een historische schuld bij de RSZ," legt Rudy Molenberghs (ABVV) uit. "De doorstart maakt het mogelijk om van een nieuwe basis te vertrekken, volgens een compleet ander schema."

Die doorstart stelt echter wel het nut van een wet in vraag die bedrijven in moeilijkheden de kans geeft om aan de gevolgen van het beheer in het verleden te ontsnappen. "De wet op de bedrijfscontinuïteit is in een moeilijke context tot stand gekomen," erkent Piet Danneels (ACV). "Ze heeft haar voor- en tegenstanders, zowel bij de bedrijven als bij de vakbonden. Uiteraard zullen anderen ook overwegen om zich van hun schulden te ontdoen door een transfer te organiseren. Wat we hier moeten onthouden, is dat men erin geslaagd is om 141 banen te behouden."

De moeilijkheid voor het nieuwe bedrijf bestaat erin om met een machinepark waarin de voorbije jaren niet meer geïnvesteerd is, rendabel te zijn op een grafische markt die het nog altijd erg moeilijk heeft. "Het machinepark moet gemoderniseerd worden. Dat moet een van de prioriteiten van de directie worden," meent Piet Danneels. Het persbedricht dat door Proost werd uitgestuurd, maakt inderdaad gewag van de rationalisatie en optimalisatie van het bestaande productieapparaat en nieuwe investeringen in functie van de behoeften van de klanten. Het maakt ook melding van een nieuwe benadering van de markt, met focus op snelle en geautomatiseerde productie van grote en kleine kleine oplagen. Proost had nog vijf vellenoffsetpersen in dienst.

Proost heeft bewogen jaren achter de rug. De drukkerij die gespecialiseerd is in de productie van strips en boeken, was oorspronkelijk een familiebedrijf. In 1999 verloor het bedrijf haar familiaal karakter door de acquisitie door een Engelse groep. Na een reeks van vele overnames in deze industrie eindigde Proost in de grote Franse groep Qualibiris. Nadat de zusterbedrijven Splichal (eind 2007) en Fleurus BD (eind 2008) gesloten werden, was het bedrijf nog de enige Belgische dochteronderneming. In 2009 werd Proost opnieuw een zelfstandige Belgische onderneming met de steun van de Belgische aandeelhouder Axxess Partners. De drukkerij is er echter nooit in geslaagd om de achteruitgang van haar omzet tegen te houden en stapelde de verliezen op.In september 2010 zocht Proost bescherming onder de wet op de bedrijfscontinuïteit. Een periode die twaalf maanden zou duren, tot september 2011. Maar half februari 2012 diende Proost opnieuw al een beroep op die wet te doen. Het plan waar de handelsrechtbank akkoord mee gaat, voorziet in de overdracht van 141 werknemers (109 arbeiders en 32 bedienden) en van de meeste activa naar het oude Splichal, dat een slapende vennootschap was geworden. Om deze overname te realiseren volgt eerst een kapitaalsverhoging van € 1.100.000. Deze wordt onderschreven voor 45% door Proost Industries N.V. (Axxess Partners via Proost Industries), 45% door Sica Invest, een beursgenoteerde investeringsmaatschappij en 10% door de CEO, Hans Sanders. Verder is er voor de noodzakelijke aanvullende financiële leningen gezorgd alsook de overname van de lopende leasingcontracten.Verder wordt de naam Proost NV overgenomen en heeft de naamswijziging van Splichal NV naar Proost NV plaatsgevonden De 50 overige werknemers verliezen hun baan met het failliet van het oude Proost - een failliet dat deze week uitgesproken zou moeten worden. "Proost had vooral een historische schuld bij de RSZ," legt Rudy Molenberghs (ABVV) uit. "De doorstart maakt het mogelijk om van een nieuwe basis te vertrekken, volgens een compleet ander schema."Die doorstart stelt echter wel het nut van een wet in vraag die bedrijven in moeilijkheden de kans geeft om aan de gevolgen van het beheer in het verleden te ontsnappen. "De wet op de bedrijfscontinuïteit is in een moeilijke context tot stand gekomen," erkent Piet Danneels (ACV). "Ze heeft haar voor- en tegenstanders, zowel bij de bedrijven als bij de vakbonden. Uiteraard zullen anderen ook overwegen om zich van hun schulden te ontdoen door een transfer te organiseren. Wat we hier moeten onthouden, is dat men erin geslaagd is om 141 banen te behouden."De moeilijkheid voor het nieuwe bedrijf bestaat erin om met een machinepark waarin de voorbije jaren niet meer geïnvesteerd is, rendabel te zijn op een grafische markt die het nog altijd erg moeilijk heeft. "Het machinepark moet gemoderniseerd worden. Dat moet een van de prioriteiten van de directie worden," meent Piet Danneels. Het persbedricht dat door Proost werd uitgestuurd, maakt inderdaad gewag van de rationalisatie en optimalisatie van het bestaande productieapparaat en nieuwe investeringen in functie van de behoeften van de klanten. Het maakt ook melding van een nieuwe benadering van de markt, met focus op snelle en geautomatiseerde productie van grote en kleine kleine oplagen. Proost had nog vijf vellenoffsetpersen in dienst.