Van gerecycleerde dragers over ecologisch verantwoorde energieproductie tot milieuvriendelijke inkten: anno 2024 kunnen printproductiebedrijven niet langer doof zijn voor de roep om meer ecologisch te werken. We wilden graag weten hoe de leveranciers van de grootformaatsector via producten en diensten de printbedrijven helpen om hun ecologische voetafdruk te verminderen. Vast staat wel dat machines hoe langer hoe meer ontworpen worden om energiezuinig te werken en om milieuvriendelijke inkten te gebruiken. En om die inkten uit het aanbod te halen, is de Greenguard-certificatie een referentie in de sector - een certificatie die zowel voor inkten op waterbasis (latex) als voor UV- en ecosolventinkten geldt. Binnen de LFP-branche worden de inkten op waterbasis als het milieuvriendelijkste aanbod beschouwd. Sommige toepassingen vergen echter andere inkttechnieken. De Greenguard-certificatie voor inkten garandeert dat die aan de industriële normen voldoen die de chemische emissies tot een minimum moeten beperken. Dat maakt het mogelijk om de vervuiling van het binnenklimaat en het risico van blootstelling aan chemische producten te verminderen zodat een gezonde arbeidsomgeving in stand gehouden kan worden. Bovendien stijgt de vraag naar duurzame en gerecycleerde drukdragers, vooral vanuit de retailsector en de grote merken. Vinyl 'zonder PVC' bijvoorbeeld is een ecologisch alternatief dat bij de klanten aanslaat. Maar is dat wel voldoende? In welke mate zijn de alternatieven echt milieuvriendelijker als we weten dat die vaak ook een fossiele oorsprong hebben, zoals polypropyleen (PP) of polyethyleen (PE)? Zijn er andere en betere oplossingen?
...

Van gerecycleerde dragers over ecologisch verantwoorde energieproductie tot milieuvriendelijke inkten: anno 2024 kunnen printproductiebedrijven niet langer doof zijn voor de roep om meer ecologisch te werken. We wilden graag weten hoe de leveranciers van de grootformaatsector via producten en diensten de printbedrijven helpen om hun ecologische voetafdruk te verminderen. Vast staat wel dat machines hoe langer hoe meer ontworpen worden om energiezuinig te werken en om milieuvriendelijke inkten te gebruiken. En om die inkten uit het aanbod te halen, is de Greenguard-certificatie een referentie in de sector - een certificatie die zowel voor inkten op waterbasis (latex) als voor UV- en ecosolventinkten geldt. Binnen de LFP-branche worden de inkten op waterbasis als het milieuvriendelijkste aanbod beschouwd. Sommige toepassingen vergen echter andere inkttechnieken. De Greenguard-certificatie voor inkten garandeert dat die aan de industriële normen voldoen die de chemische emissies tot een minimum moeten beperken. Dat maakt het mogelijk om de vervuiling van het binnenklimaat en het risico van blootstelling aan chemische producten te verminderen zodat een gezonde arbeidsomgeving in stand gehouden kan worden. Bovendien stijgt de vraag naar duurzame en gerecycleerde drukdragers, vooral vanuit de retailsector en de grote merken. Vinyl 'zonder PVC' bijvoorbeeld is een ecologisch alternatief dat bij de klanten aanslaat. Maar is dat wel voldoende? In welke mate zijn de alternatieven echt milieuvriendelijker als we weten dat die vaak ook een fossiele oorsprong hebben, zoals polypropyleen (PP) of polyethyleen (PE)? Zijn er andere en betere oplossingen? Duurzame ontwikkeling betreft de hele levenscyclus van een product. Daarom moeten we ons de vraag stellen hoe het daarmee in de verschillende fases staat: bij de productie van de uitrusting, bij het transport ervan en bij het levenseinde van het product. Passen de fabrikanten de duurzaamste productiewijzen toe? Bieden de leveranciers oplossingen aan voor de recyclage van dragers die buiten het gewone vallen? Tot waar gaat het aanbod van de leveranciers? Hoe kun je een efficiëntere en duurzamere printproductie verkrijgen die aan de vraag van de eindklant naar een betere bescherming van het milieu voldoet? Dat zijn de vragen die we in dit artikel willen beantwoorden. U maakt hier kennis met een reeks van initiatieven en oplossingen die de leveranciers invoeren om de milieuprestaties van de grootformaatdrukkerijen te verbeteren. Spreken over ecologische oplossingen voor de LFP-sector kan echter al snel een netelig onderwerp worden. Er loopt immers een dunne lijn tussen geverifieerde milieubeweringen en greenwashing. De Europese Unie heeft overigens regelgeving opgesteld om praktijken zoals greenwashing tegen te gaan. Zo wil de EU algemene milieubeweringen zonder bewijs verbieden. Beweren dat een product een neutrale, beperkte of positieve impact op het milieu heeft omdat de producent zijn emissies compenseert, zal ook verboden worden. Net als het gebruik van duurzaamheidslabels die niet door de overheid erkend zijn. Momenteel zijn milieucertificaties zoals ISO 14001, EMAS, FSC/PEFC en de publicatie van een via een onafhankelijke audit gecontroleerd milieurapport de geijkte wegen voor een printproductiebedrijf om de geleverde inspanningen op het vlak van milieu kenbaar te maken. De perfecte oplossing bestaat echter niet. Visuele communicatie zal altijd een impact op het milieu hebben. Essentieel is dat men doordachte en bewuste keuzes maakt om de ecologische voetafdruk zo klein mogelijk te houden, rekening houdend met specifieke toepassingen en de economische leefbaarheid. HP. Het technologiebedrijf HP volgt sinds lang een politiek van duurzame ontwikkeling waarin zowel de pc's als de verschillende printsystemen opgenomen zijn. De constructeur heeft trouwens een twintigtal milieuerkenningen verworven, waaronder Ecovadis, CDP, Dow Jones Sustainability Indices, enzovoort. Elk jaar publiceert het bedrijf ook een rapport over zijn milieu-impact. In dat rapport komen drie strategische aspecten aan bod: de maatregelen ten gunste van het klimaat, het respect voor de mensenrechten en de strijd tegen digitale ongelijkheid. De maatregelen voor het klimaat omvatten de reductie van koolstofemissies, de bescherming van bosgebieden, het circulaire karakter van de producten (hergebruik, recyclage) en de beperking van het drinkwaterverbruik. Voor de LFP-sector pakt HP uit met zijn nieuwste reeks van Z Pro-printers, die deels met gerecycleerde kunststof (20-30%) vervaardigd zijn. Die machines hebben de EPEAT-registratie (een instrument om de milieu-impact van elektronische producten te evalueren) alsook het van oorsprong Amerikaanse Energy Star-certificaat voor energie-efficiëntie. De HP Latex inkten op waterbasis zijn op hun beurt als een ecologisch verantwoorde printoplossing erkend omdat ze geurloos zijn en weinig vluchtige organische componenten (VOC's) bevatten. Tegen 2040 wil HP zijn hele waardeketen koolstofneutraal hebben. Op vandaag heeft het bedrijf zijn uitstoot van broeikasgassen sinds 2019 met 59 procent teruggedrongen, wat betekent dat 2,93 miljoen ton CO2 minder uitgestoten wordt. Om de levensduur van zijn producten en materialen te verlengen, heeft HP de dienst HP Device Recovery uitgewerkt die de terugkeer van gebruikte toestellen wil bevorderen. HP zegt ook meer dan 110 miljoen plastic flessen uit het milieu gehaald te hebben om ze in zijn producten te hergebruiken. Zo bevatten 85 procent van de inktpatronen van HP tussen 4 en 75 procent gerecycleerd materiaal dat eerder al eens gebruikt werd. "Elke dag gebruiken we het equivalent van een miljoen plastic flessen in de nieuwe inktpatronen van HP", stelt de fabrikant. De bedrijven die met een HP Latex printer werken, kunnen de patronen en de gebruikte printkoppen via het programma HP Retour & Recycling laten ophalen. Agfa. Ook bij Agfa is duurzame ontwikkeling in de productie geïntegreerd. De fabrikant beschikt voor bepaalde fabrieken (14) over het ISO 14001 milieucertificaat, meer bepaald voor de fabrieken in België, Duitsland, de VS en China. Agfa heeft ook zes van de 17 duurzame ontwikkelingsdoelstellingen (SDG's) van de Verenigde Naties geïntegreerd, zoals duurzame productiewijzen invoeren, tegen de klimaatverandering strijden, een duurzame industrialisering bevorderen, enzovoort. In zijn laatste milieurapport lezen we dat Agfa zich inspant om het afval en de CO2-emissies terug te dringen, belangrijk daarbij zijn de initiatieven op het vlak van energie (scope 1 en 2) en het hergebruik van grondstoffen van fossiele oorsprong. Een concrete stap zijn de 2.866 zonnepanelen die het bedrijf in 2021 op het dak van de site in Mortsel geïnstalleerd heeft. Daardoor kan jaarlijks de emissie van 158 ton CO2 vermeden worden, aldus Jan Pollaris, de CEO van Insaver (Luminus). De hybride UV-inkjetpers Jet Tauro, een van de blikvangers van Agfa, is uitgerust met verscheidene voorzieningen om haar milieu-impact tot een minimum te beperken. Bijvoorbeeld het gebruik van energiezuinige LED-UV-lampen voor de hechting van de inkt, alsook het gebruik van UV-inkten die aan de REACH-normen voldoen (de Europese normen voor chemische producten). Die inkten hebben bovendien de certificatie Greenguard Gold. Epson. Sinds 2019 heeft Epson elk jaar weer het certificaat EcoVadis (Platinum in 2022) toegewezen gekregen. Die certificatie heeft oog voor vier thema's: milieu, mensenrechten en de rechten van de werknemers, ethiek en verantwoorde aankoop. Epson staat ook op de 'A-lijst' van het CDP (Carbon Disclosure Project), dat bedrijven onderscheidt voor hun leiderschap in de strijd tegen de klimaatverandering en voor hun waterbeheer. Het Spaanse filiaal van Epson heeft overigens de Europese EMAS-registratie (Eco-Management and Audit Scheme / milieubeheer- en milieuauditsysteem). In zijn duurzame-ontwikkelingsrapport wijst Epson op enkele verwezenlijkingen: de reductie van de uitstoot van broeikasgassen door de Europese kantoren, de optimalisatie van de transportpallets om de CO2-emissies te verminderen of nog het gebruik van elektriciteit die voor 100 propcent van hernieuwbare energiebronnen afkomstig is. Net als HP heeft ook Epson een recyclageprogramma uitgewerkt waarin inktpatronen en gebruikte accessoires opgehaald worden om volledig gerecycleerd en hergebruikt te worden, aldus distributeur Nautasign. Bedrijven die een Epson SureColor printer hebben, kunnen de gebruikte inktpatronen via het programma Epson Collect & Recycle laten ophalen. Roland DG. Op zijn website getuigt de Japanse fabrikant van een zeker milieu-engagement. Roland DG heeft een productiesite in Thailand met ISO 9001 en ISO 14001 certificaties, maar publiceert geen milieurapport. Bij Roland DG bestaat duurzame ontwikkeling erin het verbruik van grondstoffen tijdens de hele levenscyclus van een product (ontwerp, productie, transport, gebruik, eliminatie) te beperken. Om zuinig met grondstoffen om te springen, heeft het bedrijf bijvoorbeeld het gewicht en het aantal onderdelen van de nieuwe generaties van printers verminderd. Roland DG let er ook op om de hoeveelheid inkt die de inkjetprinters verbruiken, te beperken en om minder inktafval te genereren bij het schoonmaken van de printer. Een ander voorbeeld: de fabrikant past de omvang van de productverpakkingen aan zodat de scheepscontainers zo optimaal mogelijk geladen kunnen worden en de CO2-emissies tijdens het transport verminderen. Voor de sector van de textieldruk heeft Roland DG milieuvriendelijkere printoplossingen uitgewerkt, zoals de industriële printer ZT-1900 en de printers XT-640S-DTG en XT-640S-F. Het eigen RIP-programma van Roland DG beperkt het verbruik van inkt, energie en water. De onderdelen van de machines en de inktverpakkingen kunnen ook beter gerecycleerd worden. Voor de inkten zelf heeft Roland DG nieuwe samenstellingen met minder chemische producten uitgewerkt. swissQprint. De Zwitserse fabrikant meldt dat hij bijzondere aandacht besteedt aan de ecologische voetafdruk van zijn printoplossingen, zijn inkten, zijn productieketen en zijn ontwerpproces. swissQprint kan verscheidene milieucertificaten voorleggen: ISO 20690 voor het stroomverbruik van de klein- en grootformaatprinters, en Greenguard Gold en EN 79-3 voor zijn UV-inkten (geen emissies van ozon, geen COV's, geen toxisch afval). "Dankzij onze LED-droogsystemen en ons systeem voor de regeling van de aanzuigkracht, Tip Switch, verbruiken onze UV-printers duidelijk minder energie dan andere vergelijkbare printers", claimt swissQprint. Volgens de fabrikant verbruikt de Nyala 3 kWh om 200 m2 te bedrukken, evenveel als twee elektrische waterkokers. "De ecologische afdruk bij de productie van onze machines is extreem laag. En het feit dat onze machines een levensduur van 10 à 15 jaar hebben, zonder veel bijkomende kosten en tegelijk hun printkwaliteit behouden, garandeert dat die voetafdruk laag blijft", stelt Wim Vandendriessche, general manager Benelux van swissQprint. "swissQprint heeft de voorbije jaren veel in duurzaamheid geïnvesteerd. We zijn wellicht een van de meest ecologische printerbouwers op de markt, maar daar hebben we nooit veel heisa rond gemaakt", gaat hij voort. De fabrikant wijst er ook op dat zijn transportcircuits erg kort zijn: "80 procent van onze leveranciers die meer dan 90 procent van de onderdelen van onze machines bouwen, zijn Zwitserse bedrijven uit de buurt. De volledige ontwikkeling en productie van de printers zijn in de zetel van swissQprint geconcentreerd. Onze machines vergen haast geen onderhoud waardoor de verplaatsingen van technici en de slijtage van onderdelen tot een minimum beperkt worden." Vorige maand nog werden op het dak van de grote productiehal van swissQprint, dat in de industriezone 'Schützenwiese' in het Zwitserse Kriessern gevestigd is, 1.276 zonnepanelen geïnstalleerd. Die installatie dekt ongeveer 50 procent van de energiebehoeften van de industriezone. Volgens de Zwitserse fabrikant zijn de bouwnormen in Zwitserland ook strenger dan in de rest van de wereld. "De zone 'Schützenwiese' gaat zelfs verder dan de normen voor industriële gebouwen, onder andere voor de isolatie-coëfficiënt en het automatische schaduwsysteem. Alles is uitgedokterd om een optimale temperatuur in stand te houden", aldus swissQprint. Mutoh. De Japanse fabrikant Mutoh geeft op zijn website weinig informatie over duurzaamheid. Toch hebben de recentste generaties van de ecosolventinkten van Mutoh sinds 2019 het certificaat Greenguard Gold. Spandex, een van de Belgische distributeurs van Mutoh, raadt overigens de nieuwste generatie van de ecosolventinkt aan, Mutoh MS51 die voor de serie XpertJet Pro ontwikkeld werd. "Die inkten zijn ecologisch, veilig en bevatten geen gBL (gamma-butyrolactone, een chemisch product dat als solvent/bijtmiddel gebruikt wordt, nvdr). Ze maken een levendig drukbeeld mogelijk, zijn uitstekend tegen uv-straling bestand, geven weinig geurtjes af en zijn geschikt voor uiteenlopende dragers. Bovendien kunnen die inkten in gevoelige omgevingen gebruikt worden, zoals ziekenhuizen en kinderdagverblijven", legt Estelle Poelmans uit, marketingcoördinatrice bij Spandex Benelux. Zünd. De Zwitserse fabrikant van digitale snijmachines heeft het ISO 14001-certificaat. Volgens Zünd werden zijn digitale snijmachines ontwikkeld om de afvalhoeveelheid te beperken dankzij efficiënte uitrustingen en een modern integratieprogramma. Spandex. Het is niet altijd gemakkelijk om te achterhalen welke dragers zowel aan de gebruikscriteria voldoen als ecologisch verantwoord zijn. Omdat Spandex vastgesteld heeft dat er een groeiende vraag is naar informatie over de koolstofafdruk van dragers, geeft de klantendienst van het bedrijf nu ook milieu-informatie. De distributeur beschikt daarnaast over als duurzaam omschreven materialen van het eigen merk. Het gaat om het gamma ImagePerfect (IP) dat de PVC-vrije, zelfklevende folies IP EverGreen omvat. "De lijm op basis van water bevat helemaal geen solventen. Het beschermvel van de folie is een voor 100 procent gerecycleerd papier", zegt Estelle Poelmans van Spandex Benelux. Het merk ImagePerfect wordt geproduceerd door Eikon Materials, een dochteronderneming van Spandex. Om de klanten te helpen duurzame keuzes te maken, werkt Eikon samen met CarbonQuota, een adviesbureau dat zich in koolstofmetingen en in de grafische industrie gespecialiseerd heeft. Dankzij die samenwerking kan Spandex zijn klanten een analyse van de levenscyclus van de printproducten bezorgen, onder andere voor het gamma ImagePerfect EverGreen. De resultaten maken duidelijk dat die zelfklevende folies een 15 à 22 procent kleinere koolstofafdruk hebben dan vergelijkbare standaardalternatieven. Bij de analyse van de levenscyclus worden de verschillende fases in het leven van een product onderzocht om de koolstofemissies ervan te beoordelen: het winnen van de grondstoffen, het transport van de bestanddelen naar de productiesite, het productieproces, het transport tot bij de eindgebruiker, het gebruik van het product en de eliminatie na het levenseinde van het product. "Spandex zet zich voor duurzame ontwikkeling in en biedt zijn klanten waardevolle informatie over de CO2-emissies van de verkochte materialen. In samenwerking met de merken en de partners voert Spandex koolstofmetingen uit op zijn producten zodat klanten met kennis van zaken keuzes kunnen maken die goed zijn voor hun onderneming en voor het milieu", geeft Estelle Poelmans nog mee. Door de samenwerking met CarbonQuota "krijgen de klanten een beter zicht op de milieu-impact. Ze krijgen duidelijke informatie over de koolstofafdruk van zowel de conventionele en PVC-producten uit het ImagePerfect gamma als van de populairste producten." Spandex biedt een gediversifieerd gamma dragers zonder PVC voor allerlei toepassingen aan. "Die folies vormen een alternatief voor de professionals van de visuele communicatie die PVC willen vermijden en tegelijk toch duurzame en gebruiksvriendelijke alternatieven met een getrouwe kleurweergave zoeken", aldus Poelmans. Naast de producten zonder PVC uit het gamma ImagePerfect distribueert Spandex ook de equivalenten van 3M en Avery Dennison. Antalis. Eind 2023 stelde de distributeur het instrument 'Switch Green Box' voor om merken en printproductiebedrijven in hun ecologische transitie te begeleiden. Dat instrument moet de verkoop van alternatieve en ecologisch verantwoorde producten voor de visuele communicatie in de distributiesector stimuleren. De Switch Green Box bundelt een veertigtal ecologisch verantwoorde drukdragers voor de realisatie van POS-materiaal. De dragers zijn in vier categorieën ondergebracht: panelen, zeilen en textiel, zelfklevend materiaal, en stijf synthetisch materiaal. Elk bedrukt staal vermeldt de kenmerken van de alternatieve drager en zijn plaats in het 'Green Star System' van Antalis waarmee de milieuprestaties van de verschillende producten vergeleken kunnen worden. Vink. De distributeur uit Heist-op-den-Berg heeft onlangs ophaalcircuits ingevoerd om een maximaal hergebruik van producten die hun levenseinde bereikt hebben, mogelijk te maken. Dat nieuwe systeem - Vink Eco Shift - is bestemd voor klanten uit de bouwsector, de signsector en de industrie. In een eerste fase kunnen via Vink Eco Shift panelen gerecupereerd worden (PVC, aluminiumcomposiet, acrylaat, PE, PP, geëxpandeerd polystyreen, industriële kunststoffen...). Zowel snij- en restafval als bedrukte of met een zelfklevende folie beklede platen kunnen opgehaald worden. Om die materialen een tweede leven te bezorgen, heeft Vink een logistieke keten voor de verschillende materiaalstromen opgezet en geschikte partners gezocht voor de verwerking ervan. "Vink verwacht dat de druk van de wetgever, de merken en de consumenten tot een grotere verantwoordelijkheid van de producent en tot een terugnameplicht zal leiden", zegt Karl Verbist, market manager Signs & Graphics van Vink België. Igepa. Sinds enkele jaren is duurzame ontwikkeling een van de pijlers in de strategie van de distributeur Igepa, naast diversificatie en digitalisering. Igepa Belux beschikt overigens over het duurzaamheidscertificaat van Voka, de bronzen medaille Ecovadis en schaart zich achter de SDG's van de Verenigde Naties. Het bedrijf publiceert ook elk jaar een duurzaamheidsrapport. Een doelstelling voor 2025 van Igepa is dat het alleen papier met FSC-/PEFC-certificaat verkoopt en dat het 55 procent van zijn omzet uit gerecycleerde of duurzame producten haalt. De distributeur wil ook, telkens als een klant een niet-ecologische product bestelt, ecologische alternatieven voorstellen. "Voor 80 procent van onze Viscom-producten hebben we een ecologisch alternatief in huis, zowel voor toepassingen buitenshuis als binnenshuis. Daarmee mikken we op de retailmerken waar we een vraag naar ecologisch verantwoorde materialen zien ontstaan. Ook in de banksector is daar vraag naar", zegt Frederik Van Mol, sales manager Viscom bij Igepa Belux. Het aanbod van ecologisch verantwoorde producten van Igepa slaat op materialen in karton voor toepassingen met een korte levensduur. De distributeur biedt ook PVC-vrij materiaal aan (polypropyleen bijvoorbeeld), aluminiumcomposiet of nog gerecycleerd PVC zoals het voor 100 procent gerecycleerde schuimpaneel Palight Revive. Het afval van dat materiaal wordt gerecupereerd door Palram, de internationale producent van platen in polycarbonaat en PVC, en wordt vervolgens tot korrels verwerkt om er nieuwe printplaten van te maken. "Het is nog altijd PVC, maar wel gerecycleerd. Dat voorkomt dat het PVC op stortplaatsen belandt. Met die productie in gesloten circuit kunnen we de afvalhoeveelheid verminderen", zegt Van Mol. Palram recycleert meer dan 13.000 ton polycarbonaat en PVC per jaar - dat zijn 3000 vrachtwagens met kunststof die niet naar stortplaatsen gaan. Bovendien onderzoekt Igepa de technische en economische haalbaarheid van (flexibele) zonnefilms die elektriciteit kunnen opwekken", zegt Dirk Salens, de CEO van Igepa Belux. Tegen 2030 wil Igepa ook koolstofneutraal zijn. Met het oog daarop heeft het bedrijf zonnepanelen geïnstalleerd die momenteel 55 procent van het energieverbruik dekken. Vorig jaar werd een eerste hybride vrachtwagen in gebruik genomen om in de stadscentra goederen te leveren. Dat vermindert de CO2-uitstoot, terwijl ook het transport geoptimaliseerd werd met een routeplanner om het totale aantal gereden kilometers te verminderen. Binnen het project 'Ecobuddy' recupereert Igepa bij nieuwe leveringen ook het oude papier bij zijn klanten. In de sector van de visuele communicatie verzamelt Igepa de polypropyleenplaten en onderzoekt het bedrijf momenteel een proefproject om PVC-afval in de vorm van platen op te halen. Daarvoor werkt Igepa samen met Vanheede Environnement Group die in afvalbeheer gespecialiseerd is. Dat bedrijf zet meer dan 2400 verschillende afvalstromen om in nieuwe grondstoffen of energie.