In ideale marktomstandigheden kan de uitvoer een goede groeimotor zijn voor de volumes en de winstmarges. Maar in de huidige economische situatie krijgen bedrijven te maken met verscheidene moeilijkheden zoals tekorten op het vlak van energie, grondstoffen en transportmogelijkheden. Met daar bovenop ook nog eens een energiecrisis die gepaard gaat met torenhoge prijzen. Toch is er ook goed nieuws: voor het eerst in tien jaar stijgt de uitvoer van de Belgische grafische industrie weer, in 2021 werd een groei van 2,30 procent gerealiseerd. In de ogen van Febelgra een cijfer dat beloftes inhoudt, nadat de uitvoer in de periode 2011-2020 voortdurend afkalfde. Het invoervolume is echter met 18 procent gestegen, wat tot een negatieve handelsbalans van 102 miljoen euro geleid heeft. Dat betekent dat de Belgische grafische sector meer invoert dan uitvoert. Dat was de voorbije tien jaar omgekeerd. En volgens Febelgra moeten we de schuld niet bij de pandemie of de grondstofprijzen zoeken, maar bij de loonkosten. "De loonkosten in België zijn te hoog in verhouding tot onze buurlanden, die ook onze grootste concurrenten zijn", stelt Marc Vandenbroucke, algemeen directeur van de federatie. "En er is geen verbetering te zien. Door de automatische indexering zijn de lonen dit jaar al met tien procent gestegen en dat is twee keer meer dan in Duitsland, Frankrijk, Nederland. Voor de Belgische grafische nijverheid is dat geen goede uitgangspositie om te exporteren." In deze tijden van inflatie blijkt de automatische loonindexering die België toepast, een ernstige handicap voor ...

In ideale marktomstandigheden kan de uitvoer een goede groeimotor zijn voor de volumes en de winstmarges. Maar in de huidige economische situatie krijgen bedrijven te maken met verscheidene moeilijkheden zoals tekorten op het vlak van energie, grondstoffen en transportmogelijkheden. Met daar bovenop ook nog eens een energiecrisis die gepaard gaat met torenhoge prijzen. Toch is er ook goed nieuws: voor het eerst in tien jaar stijgt de uitvoer van de Belgische grafische industrie weer, in 2021 werd een groei van 2,30 procent gerealiseerd. In de ogen van Febelgra een cijfer dat beloftes inhoudt, nadat de uitvoer in de periode 2011-2020 voortdurend afkalfde. Het invoervolume is echter met 18 procent gestegen, wat tot een negatieve handelsbalans van 102 miljoen euro geleid heeft. Dat betekent dat de Belgische grafische sector meer invoert dan uitvoert. Dat was de voorbije tien jaar omgekeerd. En volgens Febelgra moeten we de schuld niet bij de pandemie of de grondstofprijzen zoeken, maar bij de loonkosten. "De loonkosten in België zijn te hoog in verhouding tot onze buurlanden, die ook onze grootste concurrenten zijn", stelt Marc Vandenbroucke, algemeen directeur van de federatie. "En er is geen verbetering te zien. Door de automatische indexering zijn de lonen dit jaar al met tien procent gestegen en dat is twee keer meer dan in Duitsland, Frankrijk, Nederland. Voor de Belgische grafische nijverheid is dat geen goede uitgangspositie om te exporteren." In deze tijden van inflatie blijkt de automatische loonindexering die België toepast, een ernstige handicap voor de buitenlandse handel, meer bepaald die met de buurlanden. Algemeen gesproken is het feit dat België vlakbij grote internationale markten ligt, altijd een troef voor de export geweest. Frankrijk, Nederland, Duitsland en zelfs het Verenigd Koninkrijk zijn overigens de belangrijkste handelspartners van de Belgische grafische industrie. Maar wat als verder gelegen bestemmingen, zoals het Verenigd Koninkrijk of de Verenigde Staten, in deze dagen van inflatie gunstiger afzetmarkten voor de Belgische grafische producten zouden zijn? Het is overigens boeiend om vast te stellen dat het Verenigd Koninkrijk (goed voor 9% van onze uitvoer) op twee na onze grootste afzetmarkt is, nog voor Duitsland (8,5%). Op de vijfde plaats van de landen waar we naar uitvoeren, komen de Verenigde Staten (3,6%). Frankrijk en Nederland nemen respectievelijk 28,1 procent en 24,6 procent van onze uitvoer voor hun rekening. Vermeldenswaard is dat het Verenigd Koninkrijk ook het derde land geworden is waaruit België het meest invoert, voor Duitsland en China. Volgens Marc Vandenbroucke zijn boeken en brochures de belangrijkste grafische productgroepen die uitgevoerd worden, maar in de praktijk blijken ook nicheproducten mooie commerciële mogelijkheden in te houden. De producten van de Antwerpse drukkerij Albe De Coker oefenen behoorlijk wat aantrekkingskracht op Britse klanten uit zodat het bedrijf een afzetmarkt in het VK heeft. Xavier De Coker, directeur van Albe De Coker, geeft meer toelichting: "De Britse klanten komen bij ons voor de drukkwaliteit, maar ook omdat de prijs voor hen voordeliger is doordat het pond sterling sterker staat dan de euro." Het Brexit-effect buiten beschouwing gelaten, staat het wel vast dat de wisselkoers tussen het pond sterling en de euro gunstiger is voor de Britten. En met de huidige koersdaling van de euro wordt die trend nog sterker. De euro is zelfs zozeer in waarde gezakt dat op 12 juli 2022 de euro en de dollar evenveel waard waren. En dat was voor het eerst sinds 2002. Sinds deze zomer is de euro onder de dollar gezakt. De reden? De economische situatie in Europa is complexer dan in de VS (risico op recessie, energiecrisis) en dat verzwakt de Europese munt. Ook voor de Amerikanen is het momenteel aantrekkelijker om goederen en diensten in de eurozone aan te kopen. De verzwakking van de euro is dus goed nieuws voor de bedrijven die buiten de eurozone exporteren. De hoofdeconoom van ING, Peter Vanden Houte, waarschuwt echter voor een te groot optimisme: "De Europese economie is veel opener dan die van de Verenigde Staten en ze hangt meer af van de internationale bevoorrading. Een deel van ons concurrentievoordeel zal dus teniet gedaan worden door de prijsstijging van de ingevoerde goederen. Bovendien zullen heel wat industriële bedrijven geconfronteerd blijven worden met bevoorradingsproblemen. En dat betekent dat ze niet volop van dit concurrentievoordeel zullen kunnen profiteren." Albe De Coker, Graphius of nog Grafische Groep Matthys behoren tot het groepje Belgische drukkerijen die het meest uitvoeren. Elk bedrijf heeft zijn specialiteit: kunstboeken voor Albe De Coker en Graphius, koudfoliedruk voor Matthys. Frankrijk en Nederland zijn de belangrijkste exportbestemmingen. Deze zomer heeft Graphius, dat een bedrijfsstrategie volgt waarin de lokale productie centraal staat, in het VK voet aan de grond gekregen door de Londense drukkerij Park Communications over te nemen. De familiale drukkerijgroep die in kunstboeken gespecialiseerd is, heeft ook enkele klanten in de VS, zoals het MoMa in New York. Waarmee bewezen is dat Belgische grafische producten van hoge kwaliteit een afzetmarkt aan de andere kant van de Atlantische oceaan kunnen vinden. Bijzonder interessant is de internationale ervaring van de Antwerpse familiedrukkerij Albe De Coker (Hoboken). In die digitale en offsetdrukkerij die door de zesde generatie geleid wordt, vertegenwoordigt de export vijftig procent van de omzet: veertig procent gaat naar Nederland, ongeveer zeven procent naar Frankrijk en drie procent naar het Verenigd Koninkrijk. De drukkerij heeft een gediversifieerd machinepark en werkt behalve voor de handelsdruk ook voor uiteenlopende nichemarkten. De belangrijkste exportproducten van Albe De Coker zijn verpakkingen voor verkooppunten, kunstboeken, direct mailing en behangpapier. De drukkerij beschikt ook over een tweede productievestiging in Melle die zich gespecialiseerd heeft in direct mailing en labelboekjes voor de farmaceutische sector. Volgens directeur Xavier De Coker brengt het POS-materiaal het meeste op en zorgt dat ook voor de grootste volumes. "Naar het Verenigd Koninkrijk voeren we hoofdzakelijk kunstboeken uit", zegt Xavier De Coker. Met de producten voor muurdecoratie (behangpapier), een activiteit die voortkomt uit de overname van de digitale drukkerij Ypsilon in 2014, bereikt Albe De Coker Frankrijk, Duitsland, Nederland en Italië, en soms ook verder afgelegen markten zoals Mexico en Australië. Elk jaar wordt er ongeveer 420.000 vierkante meter behangpapier op een digitale pers van Xeikon gedrukt. "Dat is een nichemarkt waar je moeilijk voet aan de grond krijgt, maar door de overname van Ypsilon kregen we inzicht in die markt, de klanten en de machines", legt Xavier De Coker uit. Alle bestellingen van behangpapier komen via doorverkopers bij particulieren terecht. Om de verkoop in het buitenland aan te zwengelen, werkt Albe De Coker in Nederland en het Verenigd Koninkrijk met lokale commerciële vertegenwoordigers. Voor de Franse markt doet de drukkerij een beroep op een Waalse agent. Op het vlak van de uitvoer neemt Albe De Coker ongetwijfeld een voorbeeldpositie in. En als we uit de aanpak van de drukkerij een succesformule om zich internationaal te ontwikkelen, moeten distilleren, dan is het wellicht dat men meer oog voor nicheproducten moet hebben dan voor de klassieke commerciële druk. Uitvoeren kan echter niet zonder transport en logistiek. En dat is een punt waar men in de huidige situatie bijzonder veel aandacht voor moet hebben. Een tip van Xavier De Coker: "Sluit goede akkoorden met de transporteurs en informeer je terdege over de prijzen. Je moet opletten dat je met het logistieke systeem geen geld verliest. Sinds de covidcrisis worden er supplementen voor de brandstof en de gereden kilometers aangerekend."