"Name and shame". Dat was -en is nog steeds- de tactiek van de milieuverenigingen: bedrijven met naam en toenaam in de openbaarheid brengen, om zo te bekomen dat zij hun werkmethodes zouden aanpassen. Het Paper Chain Forum heeft die les goed onthouden. Het hanteert nu precies dezelfde tactiek om zijn ongenoegen te uiten over wat het zelf "de desinformatie over e-communicatie" noemt. Voorbeelden? Makro: 600.000 elektronische folders, dat komt overeen met een uitgespaarde "5.000 ton papier en 41.600 bomen" in twee weken tijd. Centea: "Met Zoomit behoren papieren documenten in enveloppen tot het verleden (...) In Europa kunnen bedrijven 15 miljoen bomen besparen door over te stappen op elektronische facturatie." Belgacom: "Elk jaar worden 6.275 bomen opgeofferd voor de productie van papieren facturen." Chrysler: "Door zijn papieren handleidingen te vervangen door een dvd kan Chrysler ongeveer 930 ton papier of 20.000 bomen per jaar uitsparen."

"De papierketen heeft er schoon genoeg van om altijd als de grote schuldige te worden aanzien", werpt Firmin François op. Een week nadat het Paper Chain Forum een Europese triomf scoorde in het Europees Parlement, waar de organisatie werd uitgeroepen tot laureaat van de Paper Recycling Award, riep zijn voorzitter de pers samen in de Jeux d'Hiver, een feestzaal in hartje Terkameren Bos. Niet om deze overwinning te vieren, maar om zijn verontwaardiging te tonen: "Wij zijn niet tegen vooruitgang. Wij hebben niets tegen elektronische communicatie, een fenomeen dat deel uitmaakt van de maatschappelijke evolutie. Maar als bedrijven beginnen met valse ideeën te verspreiden over papier en het bos, gaat dat voor ons een brug te ver. Dat Delhaize beslist om zo weinig mogelijk kartonnen verpakkingen te gebruiken, daar heb ik geen moeite mee. Dat is hun beslissing. Maar dat ze karton, een product dat voornamelijk wordt gemaakt van gerecycleerde vezels, gaan associëren met houtkap, dat is erover! Het is onaanvaardbaar dat economische keuzes of beslissingen van de marketingafdeling worden gemotiveerd met valse argumenten, door de mensen te laten geloven dat men het bos gaat redden terwijl men in werkelijkheid vooral de kosten wil reduceren." De voorzitter gaat zelfs nog verder: "Minder papier redt geen bomen!"

Natuurlijk is papier gemaakt van houtvezels. "Maar in feite is het slechts een bijproduct van de bosontginning", legt Firmin François uit. En hij verklaart zich nader: "Papierpulp wordt gemaakt uit vijf types van grondstof: uitgedunde bomen, boomkruinen en takken, afval uit de houtzagerij, hout uit daartoe aangelegde plantages en oud papier. Het afval uit de houtzagerij bestaat in de praktijk uit hetgeen overblijft van een boomstam nadat men deze heeft verzaagd tot planken of schrijnwerkonderdelen. Men kan met dit materiaal niets anders doen dan het te verwerken tot papierpulp, vezelplaat of houtpellets. Zelfs als de maatschappij die bijproducten van het bos niet zou gebruiken, dan nog zouden de bomen in kwestie worden gekapt. Op de ad hoc aangelegde plantages tref je snelgroeiende boomsoorten aan zoals eucalyptus, acacia of den. Ook die bomen worden voor nog andere toepassingen aangewend, zoals houtpellets. Met andere woorden: zelfs in een wereld zonder papier zouden die plantages nodig blijven. Bovendien gebruikt de Europese papierindustrie al voor meer dan 50% gerecycleerde papierpulp als basisgrondstof. Conclusie: minder papier verbruiken redt geen bomen en redt evenmin het bos!"

Maar vanwaar komen dan al die briljante berekeningen waarmee bedrijven hun overstap op elektronische communicatie motiveren? "Heel simpel", vervolgt Firmin François, "Men kent de hoeveelheid papier, men weet ongeveer hoeveel hout nodig is om een ton papier te fabriceren, men schat hoeveel bomen dat betekent en ziedaar het antwoord. Dat is zonder meer een simplistische berekening die de waarheid geweld aandoet!"

Ja, maar wat met CO{-2}?

Een ander populair marketingargument bij de tegenstanders van papier zijn de CO-2-emissies. Volgens de eigen berekeningen van Cobelpa, de Belgische federatie van papierfabrikanten, wordt bij de productie van één ton papier zo'n 500 kg CO-2 uitgestoten, voornamelijk te wijten aan de opwekking van de bij de papierproductie vereiste energie. Ook daar is enige relativering op zijn plaats. Men mag niet vergeten dat papier, als houtproduct, een vrucht is van een duurzaam bosbeheer waarmee enorme hoeveelheden koolstof op een duurzame manier uit de atmosfeer worden gehouden. Al betreedt men daar gevoelig terrein: CEPI zelf raadt aan niet mee te doen met discussies over uitgespaarde CO-2-emissies of over emissies die worden gecompenseerd door specifieke productkarakteristieken. Te discutabel, meent de organisatie.

Anderzijds is het een grote misvatting om te denken dat elektronische communicatie 'klimaatneutraal' zou zijn. Alex Wissner-Gross, een onderzoeker van de Harvard-universiteit, is de auteur van een studie waarin staat dat elke seconde die iemand op internet doorbrengt, een gemiddelde CO-2-uitstoot van 20 mg met zich meebrengt. Het tijdschrift Time vertaalde dat als volgt: "Een zoekcommando via Google kost 7 g CO-2- !" Een Zweedse studie die in papierkringen vaak wordt aangehaald, komt tot het besluit dat de krant lezen op het scherm meer CO-2-uitstoot veroorzaakt dan een papieren krant lezen, en dit vanaf de 30ste minuut dat men online is. Een waarheid die klaarblijkelijk moeilijk blijft om toe te geven.

Vooroordelen over papier en milieu ontkrachten is een gezegend werk. Het kost enorm veel moeite om bedrijven wakker te schudden, maar toch kan het Paper Chain Forum al enkele mooie resultaten voorleggen: het VBO heeft de boodschap goed ontvangen en een aantal grote bedrijven beginnen hun kritieken bij te sturen. KBC Bank & Verzekeringen bijvoorbeeld heeft al de boodschap bij haar elektronische handtekeningen in e-mails aangepast. In plaats van "Achter ieder blad schuilt een boom" staat er nu te lezen: "Print deze mail niet nodeloos af". Voor het Paper Chain Forum zijn zulke vaststellingen een opsteker die de organisatie ertoe stimuleren om haar inspanningen vol te houden.

"Name and shame". Dat was -en is nog steeds- de tactiek van de milieuverenigingen: bedrijven met naam en toenaam in de openbaarheid brengen, om zo te bekomen dat zij hun werkmethodes zouden aanpassen. Het Paper Chain Forum heeft die les goed onthouden. Het hanteert nu precies dezelfde tactiek om zijn ongenoegen te uiten over wat het zelf "de desinformatie over e-communicatie" noemt. Voorbeelden? Makro: 600.000 elektronische folders, dat komt overeen met een uitgespaarde "5.000 ton papier en 41.600 bomen" in twee weken tijd. Centea: "Met Zoomit behoren papieren documenten in enveloppen tot het verleden (...) In Europa kunnen bedrijven 15 miljoen bomen besparen door over te stappen op elektronische facturatie." Belgacom: "Elk jaar worden 6.275 bomen opgeofferd voor de productie van papieren facturen." Chrysler: "Door zijn papieren handleidingen te vervangen door een dvd kan Chrysler ongeveer 930 ton papier of 20.000 bomen per jaar uitsparen.""De papierketen heeft er schoon genoeg van om altijd als de grote schuldige te worden aanzien", werpt Firmin François op. Een week nadat het Paper Chain Forum een Europese triomf scoorde in het Europees Parlement, waar de organisatie werd uitgeroepen tot laureaat van de Paper Recycling Award, riep zijn voorzitter de pers samen in de Jeux d'Hiver, een feestzaal in hartje Terkameren Bos. Niet om deze overwinning te vieren, maar om zijn verontwaardiging te tonen: "Wij zijn niet tegen vooruitgang. Wij hebben niets tegen elektronische communicatie, een fenomeen dat deel uitmaakt van de maatschappelijke evolutie. Maar als bedrijven beginnen met valse ideeën te verspreiden over papier en het bos, gaat dat voor ons een brug te ver. Dat Delhaize beslist om zo weinig mogelijk kartonnen verpakkingen te gebruiken, daar heb ik geen moeite mee. Dat is hun beslissing. Maar dat ze karton, een product dat voornamelijk wordt gemaakt van gerecycleerde vezels, gaan associëren met houtkap, dat is erover! Het is onaanvaardbaar dat economische keuzes of beslissingen van de marketingafdeling worden gemotiveerd met valse argumenten, door de mensen te laten geloven dat men het bos gaat redden terwijl men in werkelijkheid vooral de kosten wil reduceren." De voorzitter gaat zelfs nog verder: "Minder papier redt geen bomen!"Natuurlijk is papier gemaakt van houtvezels. "Maar in feite is het slechts een bijproduct van de bosontginning", legt Firmin François uit. En hij verklaart zich nader: "Papierpulp wordt gemaakt uit vijf types van grondstof: uitgedunde bomen, boomkruinen en takken, afval uit de houtzagerij, hout uit daartoe aangelegde plantages en oud papier. Het afval uit de houtzagerij bestaat in de praktijk uit hetgeen overblijft van een boomstam nadat men deze heeft verzaagd tot planken of schrijnwerkonderdelen. Men kan met dit materiaal niets anders doen dan het te verwerken tot papierpulp, vezelplaat of houtpellets. Zelfs als de maatschappij die bijproducten van het bos niet zou gebruiken, dan nog zouden de bomen in kwestie worden gekapt. Op de ad hoc aangelegde plantages tref je snelgroeiende boomsoorten aan zoals eucalyptus, acacia of den. Ook die bomen worden voor nog andere toepassingen aangewend, zoals houtpellets. Met andere woorden: zelfs in een wereld zonder papier zouden die plantages nodig blijven. Bovendien gebruikt de Europese papierindustrie al voor meer dan 50% gerecycleerde papierpulp als basisgrondstof. Conclusie: minder papier verbruiken redt geen bomen en redt evenmin het bos!"Maar vanwaar komen dan al die briljante berekeningen waarmee bedrijven hun overstap op elektronische communicatie motiveren? "Heel simpel", vervolgt Firmin François, "Men kent de hoeveelheid papier, men weet ongeveer hoeveel hout nodig is om een ton papier te fabriceren, men schat hoeveel bomen dat betekent en ziedaar het antwoord. Dat is zonder meer een simplistische berekening die de waarheid geweld aandoet!" Ja, maar wat met CO{-2}?Een ander populair marketingargument bij de tegenstanders van papier zijn de CO-2-emissies. Volgens de eigen berekeningen van Cobelpa, de Belgische federatie van papierfabrikanten, wordt bij de productie van één ton papier zo'n 500 kg CO-2 uitgestoten, voornamelijk te wijten aan de opwekking van de bij de papierproductie vereiste energie. Ook daar is enige relativering op zijn plaats. Men mag niet vergeten dat papier, als houtproduct, een vrucht is van een duurzaam bosbeheer waarmee enorme hoeveelheden koolstof op een duurzame manier uit de atmosfeer worden gehouden. Al betreedt men daar gevoelig terrein: CEPI zelf raadt aan niet mee te doen met discussies over uitgespaarde CO-2-emissies of over emissies die worden gecompenseerd door specifieke productkarakteristieken. Te discutabel, meent de organisatie.Anderzijds is het een grote misvatting om te denken dat elektronische communicatie 'klimaatneutraal' zou zijn. Alex Wissner-Gross, een onderzoeker van de Harvard-universiteit, is de auteur van een studie waarin staat dat elke seconde die iemand op internet doorbrengt, een gemiddelde CO-2-uitstoot van 20 mg met zich meebrengt. Het tijdschrift Time vertaalde dat als volgt: "Een zoekcommando via Google kost 7 g CO-2- !" Een Zweedse studie die in papierkringen vaak wordt aangehaald, komt tot het besluit dat de krant lezen op het scherm meer CO-2-uitstoot veroorzaakt dan een papieren krant lezen, en dit vanaf de 30ste minuut dat men online is. Een waarheid die klaarblijkelijk moeilijk blijft om toe te geven.Vooroordelen over papier en milieu ontkrachten is een gezegend werk. Het kost enorm veel moeite om bedrijven wakker te schudden, maar toch kan het Paper Chain Forum al enkele mooie resultaten voorleggen: het VBO heeft de boodschap goed ontvangen en een aantal grote bedrijven beginnen hun kritieken bij te sturen. KBC Bank & Verzekeringen bijvoorbeeld heeft al de boodschap bij haar elektronische handtekeningen in e-mails aangepast. In plaats van "Achter ieder blad schuilt een boom" staat er nu te lezen: "Print deze mail niet nodeloos af". Voor het Paper Chain Forum zijn zulke vaststellingen een opsteker die de organisatie ertoe stimuleren om haar inspanningen vol te houden.