De voorbije jaren, en recent nog met de komst van ChatGPT, heeft artificiële intelligentie hoe langer hoe meer een plaats in ons professioneel en persoonlijk leven ingenomen. Dat doet echter niets af aan het feit dat er een duidelijk tekort aan personeel is om grafische bedrijven goed te laten werken. Een reden daarvoor is dat grafische beroepen niet langer meer de interesse van jonge mensen opwekken, ook al hebben digitalisering en automatisering de sector grondig veranderd. De grafische industrie kampt dus met aanzienlijke uitdagingen.
...

De voorbije jaren, en recent nog met de komst van ChatGPT, heeft artificiële intelligentie hoe langer hoe meer een plaats in ons professioneel en persoonlijk leven ingenomen. Dat doet echter niets af aan het feit dat er een duidelijk tekort aan personeel is om grafische bedrijven goed te laten werken. Een reden daarvoor is dat grafische beroepen niet langer meer de interesse van jonge mensen opwekken, ook al hebben digitalisering en automatisering de sector grondig veranderd. De grafische industrie kampt dus met aanzienlijke uitdagingen. Zoals we al op talloze edities van Drupa vastgesteld hebben, evolueren de machines, de processen en de elektronica constant zodat productietaken almaar toegankelijker worden - met andere woorden: gelijk wie kan drukken. Vandaag hoef je geen hercules meer te zijn om een offsetpers te bedienen. Mensen blijven echter wel onmisbaar om productieprocessen in te voeren en aan te sturen. Gelukkig maar. Daar bestaat geen twijfel over en dat blijkt ook overduidelijk uit de trainingen die leveranciers aanbieden bij de aankoop van nieuwe productieapparatuur: de tool in handen hebben, is niet genoeg - men moet ook de nodige menselijke vaardigheden hebben om die correct te gebruiken. Bovendien vergt de kwalificatie van operatoren en managers die deze tools bedienen (die overigens almaar meer automatiseringsfuncties, robotica en assistentiesystemen bevatten), een hoge mate van die vaardigheden. Artificiële intelligentie kan (nog) niet werken zonder de menselijke input die de goede werking ervan mogelijk maakt. Artificiële intelligente maakt het wel al in grote mate mogelijk om syntheses van grote hoeveelheden data (van het management, de productie, enz.) te maken en die te gebruiken zodat de productieprocessen en -kwaliteit verbeterd kunnen worden. En we moeten er niet aan twijfelen: dat zal op Drupa 2024 in de verf gezet worden. Daarom is het belangrijk dat medewerkers, ongeacht hun verantwoordelijkheden binnen het bedrijf, leren hoe ze op de juiste manier met die intelligente tools kunnen omgaan - ze moeten weten wat ze eraan kunnen vragen en hoe ze dat moeten vragen, en ze moeten de verzamelde en verwerkte gegeven kunnen analyseren om tot concrete aanbevelingen te komen. Want uiteindelijk moeten er beslissingen genomen worden. Daar kan niemand onderuit, maar beslissingen nemen is niet altijd eenvoudig. De vraag stelt zich immers of mensen met de vaardigheden die nodig zijn om geconnecteerde AI-tools te gebruiken, wel te vinden zijn. Bij opleidingen en trainingen stelt men vast dat jongeren alsmaar minder interesse hebben voor een carrière in de maakindustrie in het algemeen - en daar horen de grafische sector en de gedrukte communicatie bij. (1) Op bedrijfsniveau heeft de voorbije twintig jaar een aanzienlijke verandering in de geesten plaats gevonden: voordien opteerde de meerderheid van de kinderen van drukkers voor studies waarmee ze in de voetsporen van hun ouders konden treden. Ze waren gemotiveerd en hadden een uitgesproken interesse voor die activiteiten. Ze bezochten scholen en opleidingsinstituten waar ze de noodzakelijke technische en bijkomende vaardigheden leerden. De zaken gingen goed en de hoge winstmarges hielden de belofte in van een mooie toekomst in het familiebedrijf. Vandaag heeft een steeds groter aantal bedrijfsleiders meer ervaring in handel, management en productiebeheer dan in de druktechnieken. Vroeger waren het vaak technici die met hun kennis van het drukkersvak een bedrijf opstartten en daarbij op hun knowhow en passie steunden. Vandaag echter, zoals we eerder al aangaven, moet men ook een ervaren manager zijn om een bedrijf rendabel te maken en winst te boeken. Drukkers hemelen nu niet langer meer de mooie kanten van hun beroep op bij hun gezinsleden. Sinds de jaren 2000 zijn de winstmarges zwaar onder druk komen te staan waardoor het moeilijk is om winst te maken. Bovendien is er een duidelijke trend naar consolidatie van grafische bedrijven onder de controle van grote groepen. Dat verklaart waarom het andere jongeren dan drukkerstelgen zijn die vandaag in de grafische sector aan de slag gaan. En voor velen onder hen is de grafische sector vaak volledig onbekend. (2) De toekomstige werknemers - de generatie Z, de jongeren van vandaag - hebben een andere visie op de wereld en het werk. Heel wat bedrijven houden nog geen rekening met die veranderde houding. Om banen aantrekkelijk te maken, moeten bedrijven hun managementstijl, hun integratietrajecten en hun procedures om nieuwe medewerkers aan te trekken, herzien. Die aspecten moeten aan de nieuwe vereisten aangepast worden. Voor de jongeren van vandaag is een wereld met schermen de normaalste zaak. Bovendien zien ze werk niet langer meer als een prioriteit en hechten ze meer belang aan factoren zoals arbeidsomstandigheden, welzijn en gezin. Diverse onderzoeken in verschillende landen zijn tot vergelijkbare besluiten gekomen. (3) Wat met het niveau van de opleidingsprogramma's? Zijn de programma's die een opleiding in de grafische industrie aanbieden, nog wel aangepast? Volgen ze de snelle evolutie in de sector? Zijn ze klaar om de jobs van morgen aan te leren (de opleiding van leraars en docenten in scholen, instituten en universiteiten)? Houden ze rekening met het andere gedrag van de nieuwe generaties (gebruik van digitale tools, tijdsbeheer, schema's, enz.)? En dan is er nog de vraag waar we niet omheen kunnen: hoe zit het met de integratie van de nieuwe AI-tools die voor het ruime publiek beschikbaar zijn om de noodzakelijke kennis en vaardigheden te verwerven? De uitdaging is duidelijk. Er moet jong talent aangetrokken worden zodat bedrijven kunnen blijven bloeien. Via het 'Print Your Future'-project wil Intergraf al gedurende verscheidene jaren dit probleem deels oplossen, in samenwerking met federaties, instellingen en beroepsverenigingen. Daarbij werd de situatie ontleed en werden initiatieven genomen om de aantrekkingskracht te verhogen. In Frankrijk wil de beroepsvereniging CCFI belanghebbenden uit de sector samenbrengen (werkgeversverenigingen, vakbonden, leveranciers, opleidingsinstituten, pers, enz.) om een gezamenlijk actieplan uit te werken dat de aanwervingstechnieken verbetert en dat aan de personeelsbehoeften in de sector tegemoet komt. Het aanwervingsprobleem en de aantrekkelijkheid van de sector houden nauw verband met het imago van de grafische beroepen. Het grote publiek is nauwelijks of helemaal niet vertrouwd met de sector. Wanneer je mensen die geen professionele of familiale band met de grafische sector hebben, over die sector zou ondervragen, komt een verouderd beeld van een bedrijfstak zonder carrièremogelijkheden naar voren - soms lijkt het alsof er sinds Gutenberg nauwelijks iets veranderd is. Bovendien wordt de bedrijfstak, die het al niet onder de markt heeft, vaak geassocieerd met de achteruitgang van de geschreven pers en de gedrukte media in het algemeen - wat dan weer in tegenstelling staat tot de groei van de digitale platforms. Daar komt nog eens bij dat de grafische sector als vervuilend gepercipieerd wordt. Omdat er in 2020 geen Drupa-beurs was, werden de schijnwerpers ook niet op de technische en technologische innovaties gericht die nieuw personeel zouden kunnen aantrekken. In dat opzicht is Drupa 2024 cruciaal voor alle aspecten die met personeelsbeleid te maken hebben. Voor drukkers is de internationale vakbeurs een uitzonderlijke kans om de transformatie van de sector duidelijk te maken en om nieuwe trends te demonstreren waaruit blijkt dat de sector het tijdperk van Gutenberg volledig ontgroeid is. Ik heb al verscheidene edities van Drupa bijgewoond, als bezoeker en als exposant. Ik weet dus uit ervaring dat een reisje naar Düsseldorf voor jongeren in opleiding en voor medewerkers een uitgelezen kans is om uit eerste hand inzicht te krijgen in de actuele status van de grafische industrie. Zo'n bezoek is een prima manier om ideeën op te doen over toekomstige carrières in de sector en bijgevolg om na te denken over het invoeren van opleidingsmogelijkheden die bij de behoeften van de gedrukte en multimediale communicatie-industrie aansluiten. Sectorevenementen zouden een aanleiding moeten zijn om het publiek via de media, de pers, de sociale media, enzovoort beter vertrouwd te maken met de sector, om het technologische niveau te tonen dat vereist is om wereldwijd gedrukte producten te vervaardigen. Het is belangrijk om te onderstrepen dat die beroepen vaardigheden en kennis vereisen, en dat ze ook in de toekomst zullen blijven bestaan, met een automatiseringsniveau dat niet moet onder doen voor dat van andere bedrijfstakken. Het is aan ons - iedereen die bij de grafische sector betrokken is - om te onderstrepen dat grafische beroepen geassocieerd worden met innovatie in al haar vormen, met inbegrip van de integratie van AI-tools in het productieproces. We moeten internationale evenementen zoals Drupa promoten en wanneer dat doeltreffend gebeurt, zullen we toekomstige generaties van getalenteerde individuen aantrekken.