Mijn eerste gesprek met Dirk Wens vond plaats in de beginjaren van het nieuwe millennium. De verpakkingsindustrie stond op een belangrijk keerpunt. Door het inzicht dat oliebronnen eindig zijn, geraakte het onderzoek naar 'biopackaging' in een stroomversnelling. En niet zonder succes, want verschillende producenten slaagden erin om valabele alternatieven te ontwikkelen. Veel werd verwacht van de 'plastics' die van de bamboe- en suikerrietvezels werden gemaakt. Ook PLA, een bioplastic met maïszetmeel als grondstof, leek veelbelovend voor tal van toepassingen. Verder waren er nog de mater-bi dat eveneens van (thermoplastisch) zetmeel werd gefabriceerd en de cellulose op basis van het hout van eucalyptusbomen. De grote doorbraak liet toen nog op zich wachten, vooral omdat de barrière-eigenschappen nog lang niet voldeden aan de verwachtingen van de grootste vragende partij, de voedingsindustrie. Bovendien speelde het verhaal van het kip en het ei: door de geringe afzet moesten hoge prijzen worden gehanteerd, wat de groei van de verkoop sterk belemmerde.
...

Mijn eerste gesprek met Dirk Wens vond plaats in de beginjaren van het nieuwe millennium. De verpakkingsindustrie stond op een belangrijk keerpunt. Door het inzicht dat oliebronnen eindig zijn, geraakte het onderzoek naar 'biopackaging' in een stroomversnelling. En niet zonder succes, want verschillende producenten slaagden erin om valabele alternatieven te ontwikkelen. Veel werd verwacht van de 'plastics' die van de bamboe- en suikerrietvezels werden gemaakt. Ook PLA, een bioplastic met maïszetmeel als grondstof, leek veelbelovend voor tal van toepassingen. Verder waren er nog de mater-bi dat eveneens van (thermoplastisch) zetmeel werd gefabriceerd en de cellulose op basis van het hout van eucalyptusbomen. De grote doorbraak liet toen nog op zich wachten, vooral omdat de barrière-eigenschappen nog lang niet voldeden aan de verwachtingen van de grootste vragende partij, de voedingsindustrie. Bovendien speelde het verhaal van het kip en het ei: door de geringe afzet moesten hoge prijzen worden gehanteerd, wat de groei van de verkoop sterk belemmerde. Een kleine vijftien jaar later is er nog niet veel veranderd. In België bestaat een schamele 5% van de verpakkingsmaterialen uit bioplastics. Op wereldvlak spreken we over minder dan 2%. "Dit terwijl vanuit alle mogelijke hoeken de roep naar alternatieven voor conventionele plastiek in luidkeels schreeuwen is overgegaan", aldus Dirk Wens. "Iedereen wil zijn steentje bijdragen om de vervuiling van de planeet tegen te gaan. Tenminste... als ze hiervoor niet te diep in hun zak moeten tasten. En daar wringt het schoentje. Aan biopackaging blijft een zwaar prijskaartje hangen: je betaalt al snel drie tot vier keer meer in vergelijking met de gekende kunststoffen materialen. Producenten die bewust voor het groene alternatief kiezen, blijven grote uitzonderingen. Over het algemeen zijn het fabrikanten van bioproducten die de ecologische lijn maximaal willen doortrekken. Niettemin hebben bioplastics vandaag een veel breder toepassingsgebied. Op technisch vlak zijn quasi alle problemen van de baan. Dankzij natuurlijke laminaten en coatings halen flexibele bioverpakkingen ongeveer dezelfde barrière-eigenschappen als conventionele plastics. Enkel voor vacuüm- en kookzakken is er nog geen volwaardig natuurlijk alternatief beschikbaar. Omschakelen kan trouwens één op één zonder aanpassingen aan het machinepark. Wanneer iets meer dan 30% van de verpakkingsmaterialen door biologische alternatieven zou kunnen worden vervangen, hebben we voldoende schaalgrootte om beide oplossingen competitief te maken." De hamvraag is waarom de maakindustrie de stap niet durft of wilt zetten. Volgens Dirk Wens is het antwoord erg eenvoudig: wanbeleid van overheidswege. "Zolang de EU geen duidelijkheid over de composteerbaarheid schept, is er geen enkele reden om op composteerbare verpakkingen over te schakelen", legt hij uit. "De verpakkingsmaterialen komen immers toch in de verbrandingsoven terecht, waarmee hun belangrijkste ecologische voordeel verdwijnt. Terwijl we in België over twaalf composteersites beschikken. Het is dus perfect mogelijk om dit type van bioplastics te behandelen. Het excuus? De burger zou te dom zijn om deze verpakkingen correct te sorteren. Que? Iedereen weet intussen toch ook wat er wel en niet in de PMD-zak mag? Hiermee komen we naadloos op een ander voorbeeld van ondoordacht wanbeleid. Sinds dit jaar mogen alle plastics in de 'blauwe' zak. Mooi, ware het niet dat de recyclagemogelijkheden beperkt zijn. We kunnen geen tuinmeubilair blijven produceren. Wat zullen we uiteindelijk met dat plastiek doen? Want PET is het enige gerecycleerde materiaal dat in de voedingsindustrie mag worden gebruikt. Hoe mooi zou het niet zijn als ook andere gerecycleerde kunststoffen een tweede leven in deze sector krijgen? Maar over deze en andere toepassingsmogelijkheden is blijkbaar nog niet echt nagedacht." Dirk Wens is een man die geen blad voor zijn mond neemt. Gelukkig wil hij nog met mij praten, want hij is niet de grootste fan van de media. "Onder invloed van meisjes die nog schoolplichtig zijn, wordt plastiek als het vergif van deze planeet beschouwd", vertelt hij. "De media spuien met veel enthousiasme berichtgeving rond die wal noch kant raakt. Met verregaande gevolgen: de consument verafschuwt verpakkingen zonder te beseffen dat deze vele essentiële en noodzakelijke functies hebben. De fabrikanten en grootwarenhuizen 'sussen' de klant met 'fake'-oplossingen in papier. Eerst en vooral weet de gewone burger zelden dat gerecycleerd papier en karton in de voedingsindustrie niet gewenst zijn indien ze in direct contact met levensmiddelen komen. Daarom kan enkel 'virgin' materiaal worden ingezet en moeten er dus bomen sneuvelen om verpakkingen te maken. Omdat papier en karton niet doorzichtig zijn, worden plastiek vensters in het karton voorzien. Het verkoopsysteem van de Belgische retail is immers op transparantie geënt. Bovendien moeten er coatings, laminaat of co-extrusie worden toegepast om de verpakkingen de nodige barrière-eigenschappen te geven. Allemaal creatieve oplossingen, ware het niet dat er een regelgeving is voor recyclage. Die stelt een verhouding van 85% papier/karton en 15% andere voorop. Met andere woorden: er is 15% ruimte voor inkten, coatings, laminaten, plastics, ... Wat zien we nu gebeuren? Het grammage van het papier/karton wordt zwaar opgetrokken om toch aan die 85/15 regel te voldoen. Er zijn meerdere voorbeelden te vinden waar de papieren verpakking hierdoor zeven keer zwaarder is geworden. Met als gevolg meer gekapte bomen, gewichten die een impact op het transport hebben en grote problemen bij de recyclage. Want alle toevoegingen moeten tijdens dit proces worden verwijderd, wat niet altijd gemakkelijk is. Conclusie? De producenten en retail doen aan boerenbedrog. Niet altijd even flagrant. Zo zien we ook plastiek verpakkingen met een kartonnen sleeve of plastieken flessen die in kraftpapier-imitatie zijn bedrukt. Maar het blijven allemaal ingrepen om de consument op slinkse wijze de perceptie van milieuvriendelijkheid te geven." Ook de overheden moeten hun kiezers tegemoetkomen. Met als gevolg een resem nieuwe reglementeringen die volgens Dirk Wens ondoordacht en ronduit belachelijk zijn. "Het mooiste voorbeeld is de single-used plastics regelgeving die sinds vorig jaar van kracht is", staaft hij zijn redenering. "Deze maakt geen onderscheid tussen conventionele en bio-plastics. Waarmee de wet loodrecht tegenover de filosofie van circulaire economie komt te staan. Terwijl dit nu precies de manier is om het afvalprobleem op te lossen: reduce, re-use en recycle. Belangrijk hierbij is dat composteren met recycleren gelijk wordt gesteld. Want dat is het ook, aangezien de bio-plastics zich tot plantaardige stoffen transformeren. Zolang deze barrière niet wordt weggewerkt, wordt de invulling van nieuwe reglementeringen een moeilijke en zelfs onhaalbare evenwichtsoefening. Denk maar het gescheiden ophalen van organische afvalstromen, een verplichting die Europa vanaf 2023 aan alle lidstaten oplegt. Volgens ons zijn draagtasjes uit bioplastics daartoe de perfecte oplossing. Alleen... volgens de Belgische invulling van de Single-Use Plastics Directive moeten alle plastiek draagtasjes verdwijnen, zelfs al zijn ze uit recycleer- of composteerbare materialen vervaardigd. In Wallonië en Brussel is er al een verbod. We vragen ons af hoe deze gewesten een kostenefficiënte oplossing zullen vinden om het GFT gescheiden op te halen. Helaas nogmaals iets waarover niet wordt nagedacht." Bij de producenten (en een toenemend aantal gebruikers) van plastics (zowel conventionele als bio-gebaseerde) groeit het ongenoegen. In die mate zelfs dat ze zich internationaal verenigden in de European Plastics Pact. "Bedoeling is te brainstormen over mogelijkheden om de drie R's van de circulaire economie te maximaliseren", legt Dirk Wens uit. "Hierbij wordt de nadruk gelegd op recyclage die drie vormen kan aannemen. Ten eerste een mechanisch proces, zoals het hergebruik van PET en polypropyleen (PP). Ten tweede een chemisch proces, waaronder eventueel ook PLA kan vallen, omdat het chemisch naar 'melkzuur' kan worden teruggebracht om daarna opnieuw in industriële toepassingen te worden ingezet. En tenslotte een natuurlijk proces, zoals het composteren van biopolymeren. Intussen geniet het initiatief de steun van een honderdtal actoren, waaronder ook enkele lokale overheden. Gelukkig, want het is echt wel tijd dat de reglementering van verpakkingen doordacht wordt opgesteld en uitgevoerd. Het zal iedereen ten goede komen, van consument en de maakindustrie, over de verpakkingsfabrikanten, tot de planeet."