Er staan genoeg bedrijven te koop, maar we zeggen vaker neen dan ja," legt Marco De Ridder uit, de bedrijfsleider van VD Drukkerij. Dat bedrijf had in 2017 al drukkerij Oranje uit Wielsbeke overgenomen, alsook Eticolor uit Sint-Niklaas dat gespecialiseerd is in vouwdozen en bijsluiters voor de farmaceutische en cosmetische sector. "Over tien jaar," en hier waagt Marco De Ridder zich aan een voorspelling, "zijn er in België nog maar 50 à 60 drukkerijen van enig belang." Via M & M Invest controleert Marco De Ridder een tiental bedrijven en boekt hij een geconsolideerde omzet van ongeveer 20 miljoen euro.
...

Er staan genoeg bedrijven te koop, maar we zeggen vaker neen dan ja," legt Marco De Ridder uit, de bedrijfsleider van VD Drukkerij. Dat bedrijf had in 2017 al drukkerij Oranje uit Wielsbeke overgenomen, alsook Eticolor uit Sint-Niklaas dat gespecialiseerd is in vouwdozen en bijsluiters voor de farmaceutische en cosmetische sector. "Over tien jaar," en hier waagt Marco De Ridder zich aan een voorspelling, "zijn er in België nog maar 50 à 60 drukkerijen van enig belang." Via M & M Invest controleert Marco De Ridder een tiental bedrijven en boekt hij een geconsolideerde omzet van ongeveer 20 miljoen euro. Overal ontstaan er door overnames en fusies grotere spelers en daarbij spelen landsgrenzen nauwelijks nog een rol. St-Luc bijvoorbeeld, dat sinds twee decennia op de verpakkingsmarkt actief is, heeft onlangs Pharmalabel overgenomen, een Nederlands bedrijf dat in etiketten gespecialiseerd is. En vorig jaar had St-Luc ook al het Nederlandse Altrif Label overgenomen, een van de weinige Europese drukkerijen die 'meerlaagse' etiketten produceert en in die periode met opvolgingsproblemen kampte. Voeg daar nog het Franse Microbox bij, dat St-Luc al in 2006 overgenomen had, en de groep is nu goed voor een personeelsbestand van ongeveer 280 medewerkers en een omzet van 53 miljoen euro. Artoos dat onlangs een kantoor in Parijs geopend heeft om zijn Franse klanten beter van dienst te zijn, nam in 2017 de bedrijven Hayez en IPM over. Daardoor loopt de geconsolideerde omzet nu op tot 28 miljoen euro. Ook De Bie Printing, dat ondertussen tot Antilope De Bie omgedoopt is, laat zich niet onbetuigd. Het bedrijf fuseerde in 2018 met de drukkerij Van Goethem uit Mortsel, die het jaar voordien overgenomen was. Dat jaar werden ook de drukkerijen Favorit en Antilope overgenomen. Al die bedrijven zijn nu in een nieuwe vestiging in Duffel ondergebracht. De omzet van het geheel bedraagt nu een twintig miljoen euro. Dereume Printing is naar de vestiging van Boone-Roosens in Beersel verhuisd. Die vestiging werd niet alleen uitgebreid, maar herbergt nu ook een nieuwe 10-kleurenpers Heidelberg XL 106. Die twee stappen stellen het voortbestaan van de Brusselse vestiging van de Gentse groep Graphius veilig. Die groep werd in 2017 uitgebreid met Schaubroek en in 2018 met de bedrijven Roprint en PPO Graphics. Graphius, waarvan de CEO Denis Geers de nieuwe voorzitter van Febelgra is, boekt daardoor een geconsolideerde omzet van 76 miljoen euro. Door de overname van het Franse PPO is de groep overigens de grootste stripdrukker van Europa geworden. PPO dat in Palaiseau gevestigd is, ten zuidwesten van Parijs, kan afhankelijk van het aantal pagina's tussen 40.000 en 80.000 boeken per dag drukken. Reynders dat sinds de jaren negentig gespecialiseerd is in het drukken van etiketten voor de farmaceutische sector, en dat ook al in India, Frankrijk en Polen actief is, heeft sinds kort ook een Spaanse tak. De onderneming heeft de groep Albeniz uit Pamplona overgenomen. Reynesco, de overkoepelende organisatie van de groep, boekt een omzet van 94 miljoen euro. En er zijn nog tal van voorbeelden van fusies en hergroeperingen te vinden. Daar tegenover staat dat ook enkele bedrijven uit onze klassementen verdwenen zijn. In de eerste plaats Helio Charleroi, een dochter van de Circle Media Group, die al sinds verscheidene jaren permanent in moeilijkheden zat. Toch had die Europese groep, die ontstaan is uit de fusie van Roto Smeets met Circle Printers, in 2018 haar positie in de Benelux nog versterkt door de overname van Corelio Printing. De groep Corelio wou haar activiteiten als drukker afstoten om zich sterker toe te leggen op haar rol als hoofdaandeelhouder in de groep Mediahuis. De groep Koramic van haar kant wou haar afdeling visuele communicatie, waarvan Wollux en Hecht al deel uitmaakten, versterken door in 2017 53% van GSI Printing over te nemen. Dat laatste bedrijf was gespecialiseerd in de grootformaatdruk, maar heeft al snel de boeken moeten neerleggen. Het failliet van GSI leidde dan weer tot het failliet van NRD Display, een bedrijf dat zich in de POS-reclame gespecialiseerd had en waarvan Koramic ook de hoofdaandeelhouder geworden was. Andere namen die ook uit onze lijsten zijn verdwenen: de drukkerij Lannoo (Tielt) die al verscheidene jaren in het rood stond; het Brusselse Oze + dat door OTM Zénoth overgenomen is (dat zelf gespecialiseerd is in het drukken van zelfklevers en van onze nummerplaten); en het Nijvelse BEA Printing dat door zijn Italiaanse aandeelhouder (Colossanto) in vereffening gesteld is nadat het contract om de Europese editie van de New York Times te drukken, niet vernieuwd werd. Ons klassement volgens de omzet wordt eens te meer aangevoerd door Amcor Flexible Transpac. Deze Australische reus, die in soepele verpakkingen gespecialiseerd is, boekt een wereldwijde omzet van 9 miljard dollar en zou na de overname van het Amerikaanse Bemis zijn positie nog moeten verstevigen. Bemis is in ons land actief via Bemis Monceau, waarvan zowel de omzet als het exploitatieresultaat sinds enkele jaren een dalende trend vertonen. De nieuwe groep die 160 fabrieken telt, zal goed zijn voor een omzet van 13 miljard dollar. Wel moet Bemis nog zijn activiteiten op het vlak van 'medische verpakkingen' in Europa afstoten. De sterkste omzetgroei zien we bij Verstraete IML waar niets verloren gaat. De in-mould productie van etiketten leidt onvermijdelijk tot afval, hoofdzakelijk polipropyleen. Dat afval wordt nu tot pallets gerecycled die even stevig zijn als de klassieke houten pallets. Plastic Recycling Verstraete (PRV), een spin-off van Verstraete IML, vervaardigt 15.000 stuks van zulke gerecyclede pallets per jaar. De sterkste omzetdalingen zien we bij Amcor Flexible Transpac (12,6 miljoen, te wijten aan de sluiting van de site in Halen) en bij Groupe Vlan (17 miljoen). Dat laatste is een gevolg van de reorganisatie van de activiteiten van de groep Rossel in één eenheid, waardoor de transacties binnen de groep weggevallen zijn. Zoals altijd moet dit klassement met het gebruikelijke voorbehoud benaderd worden. Hoewel er op het moment verscheidene groepen gevormd worden, blijft dit toch een KMO-sector en KMO's mogen hun jaarrekeningen volgens een vereenvoudigd schema publiceren waarin de omzetvermelding facultatief is. Wanneer we niet over de omzetgegevens beschikken, nemen we in ons klassement de brutomarge op. Dat maken we duidelijk met een asterisk rechts van het bedrag. De hoogste brutomarge in dit klassement (6,7 miljoen) staat op naam van Van De Velde Packaging, een onderneming uit de discrete groep P. Van de Velde. Die groep heeft op de komst van de derde generatie moeten wachten om echt te groeien: in 2017 nam het bedrijf de Nederlandse ondernemingen Koninklijke Schut (Eerbeek) en Wesley Printing & Packaging (Maastricht) over, alsook de Bergische Kartonagefabrik uit het Duitse Bergen. Van de Velde had er duidelijk nog niet genoeg van en nam in 2018 nog de ondernemingen Vekopack en Pack Alim over. Vekopack dat in Tilburg (Nederland) gevestigd is, heeft zich in luxeverpakkingen gespecialiseerd. Het tweede bedrijf, Pack Alim, ligt in het Franse departement Maine et Loire en is een specialist in ecologische voedselverpakkingen, waaronder hamburgerdoosjes die in de microgolfoven kunnen. Die versnelde externe groei zou de groepsomzet boven de 100 miljoen euro moeten doen uitkomen. Op het vlak van de winst voeren Verstraete IML en Amcor Flexible Transpac opnieuw het peloton aan. Ze worden gevolgd door Mondi Poperinge dat weer in goeden doen is. Hoewel de site in Ghislenghien pas in 2017 gesloten werd, waren de kosten daarvan al in de rekeningen van het boekjaar 2016 opgenomen. Poperinge is maar een van de 100 productiesites van de groep Mondi die in 2017 een omzet van 7,1 miljard euro boekte. Ghislenghien produceerde hoofdzakelijk zakken voor de cementindustrie. In Poperinge werd een heroriëntering van de productie doorgevoerd - er worden nu zakken met open klep en PE-film vervaardigd. Die zakken zijn bestemd voor de voedingssector, voor droog voeder en voor de chemische industrie. De winst van Brady (8,9 miljoen) werd opgekrikt door een dividend van 4,8 miljoen dat door een Slovaakse dochteronderneming van het bedrijf uitbetaald werd. Brady dat gespecialiseerd is in de industriële identificatie en in de veiligheidssignalisatie, boekt een geconsolideerde omzet van 1,7 miljard dollar. Ook op het vlak van de toegevoegde waarde neemt het trio Verstraete IML, Amcor Flexible Transpac en Brady de leiding. Samen hebben de 200 bedrijven in ons klassement een toegevoegde waarde van 966 miljoen euro gecreëerd, een stijging van 3% in vergelijking met 2017. Het belangrijkste bestanddeel van die toegevoegde waarde zijn uiteraard de loonkosten. Wanneer die echter hoger worden dan de toegevoegde waarde, is het de hoogste tijd om in te grijpen. Dat is bijvoorbeeld het geval bij Bemis Monceau (103%), een specialist in de productie van soepele verpakkingen (hoofdzakelijk voor de vlees- en kaassector). Ook bij Aurora Productions (104%) en Goldprint overstijgen de loonkosten de toegevoegde waarde. Aurora Productions is een bedrijf uit Beerse dat sinds acht decennia actief is in de productie van school- en kantoormateriaal. Goldprint is een dochteronderneming van de Franse groep LGR Emballages dat de productie van etuis voor farmaceutische of verzorgingsproducten wil afstoten. Die productie is verlieslatend geworden en het bedrijf wil zich toeleggen op de productie van bijsluiters. Veeleer dan zoals in de vorige edities de loonkosten in absolute cijfers te geven hebben we ze in een eerste kolom opgenomen als een percentage van de toegevoegde waarde (waarbij we alleen rekening hielden met de loonkosten van de vaste medewerkers). In een tweede kolom hebben we dezelfde oefening gemaakt en daarbij ook rekening gehouden met de interim medewerkers. Het verschil tussen die twee kolommen bedraagt 16% bij Aurora Productions en 19% bij Goldprint. Op het vlak van het rendement kunnen zes bedrijven, met een eigen vermogen van meer dan tien miljoen euro, een return on equity van meer dan 30% voorleggen. In onze vorige editie ging het nog om drie bedrijven, waaronder twee bedrijven van de groep Reynders. De gemiddelde ROE van de sector (10,7%) is onveranderd gebleven. De schuldgraad daarentegen is lichtjes afgenomen met 2,5 punten: van 60,4% in 2016 tot 57,9% in 2017. Bij de bedrijven met een eigen vermogen van meer dan tien miljoen euro is Carta Mundi Turnhout het bedrijf met de hoogste schuldgraad (81,5%) en EUV Rmqc dat met de laagste schuldgraad (7%). Die percentages moeten echter gerelativeerd worden. Het eerstgenoemde bedrijf maakt immers deel uit van de groep Brepols (189 miljoen geconsolideerde omzet) en het tweede van de Japanse groep JSR Micro die, in een joint-venture met het onderzoekscentrum IMEC, lichtgevoelige harsen produceert. De grootste investeerder van het voorbije jaar is Remy Roto dat sinds 2000 deel uitmaakt van de groep Rossel en dat in Beauraing onlangs een tweede heatset rotatiepers Manroland Lithoman IV van 72 paginas's geïnstalleerd heeft. Bij Printing Partners Paal werd de productiecapaciteit van vier naar vijf lijnen opgevoerd. De directie van Mediahuis heeft immers besloten om de site in Groot-Bijgaarden (Printing Partners Brussel) tegen 2021 te sluiten en de Brusselse activiteiten geleidelijk naar Paal over te brengen. De onderneming Desmedt, een specialist in de productie van etiketten, hoesjes en andere verpakkingsoplossingen, heeft in de loop van 2017 haast het dubbele van zijn brutomarge geïnvesteerd. Nadat het bedrijf vanuit Anderlecht naar Hingene (bij Bornem) verhuisd was, keek het al heel snel tegen een te kleine productiecapaciteit aan. Henri Köhler, een vertegenwoordiger van de vijfde generatie, zocht eerst naar een nieuwe machine, maar heeft uiteindelijk zijn hele uitrusting vernieuwd. Daarmee heeft hij naar eigen zeggen 1.200 productie-uren per jaar gewonnen. Ons laatste klassement ten slotte neemt de exploitatieresultaten onder de loep. Voor de hele sector gaan die er lichtjes op achteruit: 32% negatieve resultaten tegenover 30,6% in 2016. De schade die deze negatieve resultaten veroorzaakt hebben, is dan weer minder groot. In het boekjaar 2016 moesten zeven bedrijven een exploitatieverlies van meer dan een miljoen euro slikken. Het jaar nadien waren dat er nog maar vier.