Markus Weiss voorziet grote kansen voor HP, dat opnieuw een volledige hal van de Messe vult. "Offset zal nog heel lang blijven bestaan en niet volledig verdwijnen. Maar ik denk wel dat in de toekomst in handelsdrukkerijen naast elke offsetpers een HP Indigo pers zal staan", denkt hij. In de labelindustrie gaat het harder: "Die markt zal over twintig jaar nog voornamelijk met digitale persen drukken."
...

Markus Weiss voorziet grote kansen voor HP, dat opnieuw een volledige hal van de Messe vult. "Offset zal nog heel lang blijven bestaan en niet volledig verdwijnen. Maar ik denk wel dat in de toekomst in handelsdrukkerijen naast elke offsetpers een HP Indigo pers zal staan", denkt hij. In de labelindustrie gaat het harder: "Die markt zal over twintig jaar nog voornamelijk met digitale persen drukken." In Hal 17 komen maar liefst acht complete productielijnen in actie, rondom een reeks nieuwe en verder verbeterde machines. Dat gaat dan onder andere om de HP Indigo 120K, die maar liefst 30 procent meer productiviteit biedt dan zijn voorganger, de HP Indigo 18K, en de HP Indigo 7K Secure Digital Press voor beveiligd drukwerk. Bovendien toont HP twee nieuwe platforms die als basis dienen voor toekomstige machines. Allereerst is dat de HP Indigo V12 smalbaan labelpers. Die is uitgerust met de LEPx-technologie, waarbij het meest in het oog springende verschil met de huidige generatie persen van HP Indigo zit in de toepassing van een lange 'blanket belt' (in plaats van een centrale cilinder) die het drukbeeld overdraagt op het substraat. Deze technologie zal op termijn ook in volgende generaties worden toegepast in HP Indigo-persen voor flexibele verpakkingen, en later ook voor handelsdrukwerk. Ook in inkjet zet HP al de volgende stap met de vernieuwende machineconfiguratie van de PageWide Advantage 2200: de print-unit bestaat uit nog een halve boog aan het begin van de pers, gevolgd door een of meerdere droogunits - dat aantal is afhankelijk van de papiersoort en de bedrukking. De 22 inch (558 mm) brede papierbaan wordt in deze printunit aan de voorzijde bedrukt en passeert daarna de droogunit(s). Het papier wordt dan direct (via keerstangen) teruggeleid naar dezelfde printunit om aan de achterzijde te worden bedrukt, waarna het opnieuw langs de drogers gaat. Zelfs in de hoogste 'quality modus' is de nieuwe pers met ruim 100 meter per minuut zo'n 40 procent sneller dan de HP PageWide Web Press T250 HD. Deze configuratie gaat, bij bewezen effectiviteit, ongetwijfeld vaker opduiken in het inkjet-portfolio van HP. Ricoh heeft sinds zijn debuut op Drupa in 2008 voortvarend aan het portfolio voor de grafische industrie gewerkt. De nadruk ligt daarbij op het handelsdrukwerk, en er wordt ook gewerkt aan een pakket in het grootformaat segment en textielbedrukking - maar bijvoorbeeld machines voor de labelmarkt zijn bij Ricoh vooralsnog niet aan de orde. Hoewel Ricoh zijn sporen verdiende met tonertechnologie, zet Eef de Ridder (Ricoh Europe) nu zijn kaarten toch vooral op inkjet: "Toner zal blijven bestaan, en wij blijven er ook in investeren. Maar de belangrijkste groei komt voor rekening van inkjet. Dat is te danken aan de combinatie van productiviteit, kwaliteit en kosten - die gaat ervoor zorgen dat inkjet in de toekomst de dominante technologie wordt." De stap richting inkjet is voor Ricoh bepaald geen onbekend terrein: het ontwikkelt en produceert al ruim veertig jaar eigen printkoppen - inmiddels is de zesde generatie in gebruik - en het levert die koppen ook aan andere spelers in de markt. In het hoogvolume segment van rotatieve inkjetpersen draait Ricoh al wat jaren mee met de eigen Pro VC-serie. Op Drupa beleeft de nieuwe full colour Pro VC80000, met een snelheid van 150 meter per minuut, zijn debuut. Die machine zal in Hal 8A de schijnwerpers moeten delen met een andere Drupa-primeur: de Ricoh Pro Z75 inkjetvellenpers op B2-formaat. Ricoh zet daarmee een 50x70 inkjetpers in de markt - naast bestaande B2-machines van bijvoorbeeld Konica Minolta en Fujifilm - die als eerste met watergebaseerde inkten én automatische tweezijdige bedrukking werkt. Of ook Canon zich in het B2-formaat gaat begeven blijft nog even onduidelijk. Ernaar gevraagd wijst de fabrikant erop dat er in 2016 al sprake was van een B2 'technologie-concept' maar dat op basis van de feedback toen is besloten terug naar de tekentafel te gaan: "Op Drupa zullen we nadere details bekend maken over onze plannen met betrekking tot het B2-formaat." Nu heeft Canon inmiddels ruime ervaring met inkjetvellenpersen: van de Varioprint iX-serie op B3-formaat zijn wereldwijd al meer dan 600 exemplaren geïnstalleerd. Op de 4.600 vierkante meter tellende stand van Canon in Hal 8A maakt nu de iX1700 zijn Europese debuut. Deze machine, die in 2025 beschikbaar komt, produceert 73 A3 afdrukken per minuut. De enorme stand van Canon biedt ook ruimte aan een vloot aan machines, waaronder de laatste hoogvolume rotatiemachines: de ProStream 2000 en de ColorStream 8200. Canon ontbrak eerder dit jaar op Fespa in Amsterdam en eind vorig jaar op Labelexpo in Brussel, maar maakt dat op Drupa goed met bijvoorbeeld de nieuwe grootformaat flatbedprinter Arizona 2300 FLXflow en - nog een primeur - voor het eerst wordt ook de nieuwe LabelStream LS2000 buiten Japan getoond, een labelpers met watergebaseerde inkten. Behalve labels ziet Canon nog meer mogelijkheden in de verpakkingsmarkt van bijvoorbeeld vouwkarton en golfkarton. Voor die laatste markt zal tijdens Drupa alvast een concept worden getoond, dat in 2026 werkelijkheid zou moeten worden. Het gaat om een 1,7 meter brede velleninkjet-machine, die aan een capaciteit van 8.000 vierkante meter per uur golfkarton bedrukt met watergebaseerde inkten in 4 tot 7 kleuren. Canon belooft in ieder geval drukvellen te laten zien. Fujifilm maakt een nieuwe start op Drupa. De organisatie onderging de afgelopen jaren de nodige veranderingen: na de breuk met Xerox (dat overigens besloot voor het eerst sinds 1995 niet deel te nemen aan Drupa) werd de voormalige Fuji-Xerox joint venture omgedoopt tot Fujifilm Business Innovation. In april werd vervolgens het volledige grafische portfolio van Fujifilm (inclusief offset- en flexoplaten, workflowsoftware, en inkjet- en tonertechnologie) geïntegreerd. Drupa 2024 is dan ook het podium om zich opnieuw aan de grafische wereld te presenteren en tegelijkertijd het 90-jarig bestaan te vieren. Dat doet Fujifilm in Hal 8B met onder meer de lancering van - "voor het eerst sinds tien jaar" - een nieuwe Dimatrix printkop. En uiteraard staan er inkjetpersen op de stand, waaronder de vierde generatie van de JetPress 750 op B2-formaat: van die serie zijn sinds de introductie in 2011 inmiddels zo'n 300 exemplaren geïnstalleerd. Ook zal de JetPress FP790 een prominente plek innemen: van deze rotatieve inkjetpers voor flexibele verpakkingen zijn er in Europa al vijf verkocht en er zullen op Drupa live demonstraties worden gegeven. Verder is er uiteraard plek voor de Revoria tonergebaseerde printers. En ook op dat gebied zorgt Fujifilm voor een wereldprimeur: de fabrikant is erin geslaagd een toner vellenpers op B2-formaat te ontwikkelen, de Revoria Press GC1250, geschikt voor tweezijdige bedrukking in full colour op 64 - 450 grams papier en karton. Al dan niet toevallig staat vlakbij Fujifilm ook Konica Minolta in Hal 8B. De twee partijen maakten kortgeleden bekend een samenwerking aan te gaan op het gebied van bijvoorbeeld de inkoop van materialen en de productie van toner. Ook andere gezamenlijk projecten worden niet uitgesloten. Op Drupa zal daar nog niet direct veel van te merken zijn en Konica Minolta pakt dan ook flink uit met 2.400 vierkante meter standruimte (goed voor een zevende plek op de ranglijst van grootste exposanten) waar niet minder dan twintig Europese premières plaatsvinden. Tot die primeurs behoren onder andere de AccurioPress C84hc, die gebruik maakt van 'high croma' toner voor een extra groot kleurbereik. Publiekstrekker zal zeker ook de AccurioJet 60000 zijn, een nieuwe B2-formaat inkjetvellenpers met een snelheid van 6.000 vel per uur. Deze machine werd, anders dan de bestaande KM-1 inkjetpers op B2-formaat, niet in samenwerking met persenbouwer Komori ontwikkeld. Komori kondigt op zijn beurt in Hal 15 ook alvast een eigen B2-inkjetpers aan: de J-throne 29, die eveneens 6.000 vel per uur haalt (zie ook artikel blz. 8). Ook niet te missen: MGI demonstreert, als onderdeel van Konica Minolta, in Hal 8B de langverwachte AlphaJet. Deze uitzonderlijke alles-in-één machine, al regelmatig op eerdere beurzen getoond als concept, voert de B1-formaat drukvellen (tot 2 mm dikte) met een soort wagon-systeem langs verschillende modules. Elk vel passeert daarbij de inkjet-module en vervolgens - naar keuze - bijvoorbeeld een UV-coatingunit, een digitale folie-unit (al dan niet gepreegd), en een lamineermodule. Nog veel meer inkjet-ontwikkelingen zijn te verwachten op Drupa. Kyocera maakt dit jaar in Hal 8A zijn debuut op de beursvloer, nadat het in 2021 wel al deelnam aan de Virtual Drupa. Met de in 2019 gelanceerde TASKalfa Pro 15000c velleninkjetpers mikt Kyocera op de markt van transactionele en trans-promo markt. Die machine krijgt op de Drupa-stand gezelschap van de TASKalfa Pro 55000c waarmee ook handelsdrukwerk op gestreken offsetpapier binnen bereik moet komen. In Hal 5 laat Epson zijn expertise op het gebied van koppentechnologie zien met de eigen PrecisionCore-lijn, die ook door andere spelers in de markt worden toegepast. Epson zelf legt de nadruk tijdens Drupa op het drukken van labels met de nieuw ontwikkelde rotatieve SurePress, het rechtstreeks bedrukken van textiel met de Monna Lisa 13000, en het printen op kledingstukken (direct-to-garment). Screen maakt in Hal 8A duidelijk in verschillende markten thuis te zijn. Drukkerijen die voor uitgevers werken en ook handelsdrukkerijen zullen met belangstelling kijken naar de onthulling van de rotatieve Truepress JET 560HDX die gebruik maakt van de nieuwe Truepress inkt SC2 die op elke papiersoort kan worden toegepast. Op de stand beleven ook de zwart/wit Truepress Jet 520HD en de JET S320 hun debuut. Voor de labelindustrie is er dan nog de Truepress Label 350UV SAI S; voor papieren verpakkingen de Truepress PAC 520P; en voor flexibele verpakkingen de Truepress PAC 830F (van deze enorme machine zullen in Düsseldorf alleen componenten worden getoond). Xeikon verhuist van de vertrouwde Hal 8A naar Hal 11. In die beurshal ligt de focus vooral op verpakkingen. Xeikon kondigt, naast de Sirius-tonertechnologie voor handelsdrukwerk, demonstraties aan van Titon (toner) voor flexibele verpakkingen, Idera (inkjet) voor golfkarton, en Panther (inkjet) en Lion (toner) voor labels. Daarmee lijkt de keuze voor Hal 11 een logische: traditioneel ligt daar de focus op de verpakkingsmarkt. Het theater van Landa in Hal 9 zal vast weer volle zalen trekken. De nanografische inkjet-technologie, die in 2012 op Drupa werd onthuld, spreekt sindsdien tot de verbeelding. Tot nu toe werden, naar opgave van Landa, daadwerkelijk 55 persen verkocht, en de helft daarvan pas in het afgelopen jaar. Inmiddels zijn die machines - de enkelzijdige S10 en de tweezijdige S10P, beiden op B1-formaat - toe aan een nieuwe generatie: de snellere S11 en S11P kunnen (optioneel) een snelheid halen van 11.200 vel per uur. Dat is aanzienlijk sneller dan de 6.500 vel per uur van de huidige persen, maar nog niet de ooit beloofde 13.000 vel per uur. Of er ook nog andere Landa-persen op de stand te zien zullen zijn, is nog onduidelijk. Weliswaar is er nog altijd sprake van een rotatieve W10-machine voor flexibele verpakkingen, die nu ook een upgrade krijgt als W11, maar van installaties van de pers lijkt vooralsnog geen sprake. Deze machine zal bovendien ook niet op Drupa worden getoond. Mogelijk volgt er wel meer informatie over de kennelijke plannen om een machine te ontwikkelen voor het nanografisch bedrukken van cilindervormige objecten (bijvoorbeeld bekers): Landa vertelde daar enkele jaren geleden over in een interview met vakblad Print Business en verkreeg eerder dit jaar nog weer patenten op dit concept. Maar: eind mei gaan de gordijnen natuurlijk pas werkelijk open.