De pandemie en de papier- en grondstoffencrisis hebben de boekensector door elkaar geschud. Uitgevers, drukkers en boekhandelaars ervaren dat meer dan ooit. Vandaag moet op de productiekosten bespaard worden en houdt men het voorraadbeheer en het probleem van de onverkochte exemplaren nauwlettend in het oog. In die situatie krijgen drukkers een belangrijke rol toebedeeld - ze moeten een modern en gediversifieerd productieapparaat aanbieden om op elke vraag in te spelen. En wie de markt in België en Frankrijk nader onderzoekt, merkt al snel dat de behoeften en capaciteiten van industriële uitgevers heel anders zijn dan die van onafhankelijke uitgeverijen. Vandaag zijn er zo veel boeken in tal van genres en met telkens uiteenlopende oplages en formaten op de markt dat digitale drukkerijen - zowel vellen als rotatie - even goed hun plaats op de boekenmarkt hebben als grote offsetdrukkerijen.
...

De pandemie en de papier- en grondstoffencrisis hebben de boekensector door elkaar geschud. Uitgevers, drukkers en boekhandelaars ervaren dat meer dan ooit. Vandaag moet op de productiekosten bespaard worden en houdt men het voorraadbeheer en het probleem van de onverkochte exemplaren nauwlettend in het oog. In die situatie krijgen drukkers een belangrijke rol toebedeeld - ze moeten een modern en gediversifieerd productieapparaat aanbieden om op elke vraag in te spelen. En wie de markt in België en Frankrijk nader onderzoekt, merkt al snel dat de behoeften en capaciteiten van industriële uitgevers heel anders zijn dan die van onafhankelijke uitgeverijen. Vandaag zijn er zo veel boeken in tal van genres en met telkens uiteenlopende oplages en formaten op de markt dat digitale drukkerijen - zowel vellen als rotatie - even goed hun plaats op de boekenmarkt hebben als grote offsetdrukkerijen. Hoe gaat het met de boekenmarkt in Europa? En op de nationale markten? De algemene trend is dat de volumes dalen, terwijl het aantal nieuwe titels sinds 2004 wel een constante groei kent. Dat is wat de Federatie van Europese uitgevers te kennen geeft. Het aantal nieuwe titels op de Europese boekenmarkt is van 455.000 in 2004 gestegen tot 575.000 in 2021. In 2019 telde men echter nog wel 605.000 nieuwe titels. "Het aantal nieuwe uitgaven in Europa vertraagt sinds enkele jaren. De uitgevers beseffen dat er andere problemen zijn, zoals de overproductie", legt Pascal Lenoir uit, hij is technisch directeur bij de Franse uitgeverij Gallimard. De omzet van de boekenmarkt is de voorbije jaren wel relatief stabiel gebleven en draait sinds 2004 rond 22 miljard euro. In 2021 was er omwille van de coronapandemie een groeipiek van plus 6,5 procent, maar die lijkt zich in 2022 gestabiliseerd te hebben. Nog in 2022 tonen de omzetcijfers van de uitgevers per land een duidelijke groei in vergelijking met 2019: 44 procent in IJsland, 25 procent in Noorwegen, 9 procent in Groot-Brittannië, 18 procent in Nederland, 11 procent in Frankrijk en Spanje en 13,9 procent in Italië. Eén land staat in het rood: Duitsland met een daling van 0,9 procent. Verschillende landen zoals België, Zwitserland en de Oost-Europese landen zijn niet in dit klassement opgenomen. Die Europese cijfers liggen aan de basis van de optimistische kijk van Pascal Lenoir op de boekenmarkt: "De Europese uitgeverswereld stelt het goed, of dat nu op papier of digitaal is. Overal voel je een sterke dynamiek, op uitzondering van Duitsland na." Ander positief nieuws: ondanks de komst van het digitale boek geven de lezers nog altijd de voorkeur aan papieren exemplaren, die goed zijn voor 85 procent van de boekenomzet. Daarnaast doet ook nog een nieuw formaat zijn intrede: het audioboek (2,5% van de omzet). Die markt is echter nog niet rendabel. Het is duidelijk: het papieren boek verdwijnt nog niet meteen. Pascal Lenoir ziet het boek zelfs als de reddingsboei van de grafische sector. "Boeken creëren banen en vergen medewerkers en machines waarin flink geïnvesteerd moet worden." In ons complexe land moeten we rekening houden met de specifieke kenmerken van Vlaanderen en van de Federatie Wallonië-Brussel. "Er worden nog altijd enorm veel boeken geproduceerd, maar de volumes dalen omdat de markt op dit moment sterk onder druk staat", stelt Vé Bobelyn, de voorzitter van de Groep Algemene Uitgevers (GAU) en directeur van de uitgeversgroep VBK. "Er worden minder boeken verkocht en de oplages zijn kleiner. De boekenmarkt gaat door een crisis terwijl ook het duurzaamheidsthema speelt", gaat ze voort. De Association des éditeurs belges (ADEB) legt op haar beurt, in samenwerking met het enquêtebureau GfK, duidelijke cijfers over de productie van de Franstalige Belgische boekenmarkt op tafel. In 2022 was de boekenmarkt in de Federatie Wallonië-Brussel goed voor 265,6 miljoen euro, of 3,7 procent minder dan in 2021. De totale uitgeversproductie (papier, digitaal en verkoop van rechten) in 2021 bedroeg 315 miljoen euro, een groei van 10,9 procent in vergelijking met 2020. In 2022 werd slechts een minieme daling van 0,6 procent vastgesteld. ADEB legt die groei uit door de opkomst van de digitale uitgaven, die nu goed zijn voor 24 procent van de totale activiteit (tegen 12,6% in heel Europa). Vé Bobelyn geeft mee dat e-books in Vlaanderen drie procent van de verkoop vertegenwoordigen en in Nederland zeven procent. Volgens ADEB dragen de wetenschappelijke werken en de schoolboeken in het Nederlands bij tot de groei van het digitale boekenformaat. "Franstalige uitgaven op papier gaan met 3,5 procent achteruit. Dat wordt verklaard doordat minder strips worden uitgevoerd", zegt ADEB nog. Vier genres vertegenwoordigen 96 procent van de totale uitgeversactiviteit in de Federatie Wallonië-Brussel: strips, wetenschappen, schoolboeken en jeugdboeken. Vermeldenswaard is dat het Belgische Franstalige boek veel uitgevoerd wordt, vooral de strips en de jeugdboeken. Minstens 86 procent van de productie van die laatste genres verlaat het land. Volgens ADEB was de uitvoer van het papieren boek goed voor 35 procent van de totale omzet in 2022 en voor 54 procent van de activiteit op papier. In Vlaanderen wordt de boekenmarkt veeleer gedomineerd door de literatuur. In Frankrijk domineren dan weer de literatuur, de strips en manga's en de jeugdboeken, zowel op het vlak van volume als omzet (bron: SNE - Syndicat national de l'édition). Papier, elektriciteit, gas, lijm, inkt... de prijsstijgingen van de grondstoffen hebben de uitgevers gedwongen om de boekenprijs te verhogen. In Frankrijk heeft de onvermijdelijke stijging van de boekenprijs overigens heel wat inkt doen vloeien. En dat was al in geen twintig jaar meer gebeurd, aldus Isabelle Polouchine, algemeen directeur van Média Livre Services van de groep Média Participations. Dat was verwonderlijk omdat "de boekenprijs zelfs twee keer minder snel dan de algemene prijsindex steeg." De uitgevers proberen om de prijsstijging te beperken door slechts een deel van de gestegen kosten in de boekenprijs door te rekenen, dit om de lezers niet te zwaar te treffen. "De kosten zijn enorm gestegen en het is echt moeilijk om een evenwicht te vinden", zegt Vé Bobelyn. "We kunnen niet de prijs van alle boeken verhogen. Sommigen zeggen dat we met twee of drie procent moeten verhogen, maar je moet ook rekening houden met de elasticiteit van de boekenprijs. Bij sommige genres is een prijsverhoging mogelijk, zoals bij literatuur, een genre dat op meer bemiddelde consumenten mikt; maar bij jeugdboeken ligt een prijsverhoging moeilijker." Isabelle Polouchine is het daarmee eens: "Uitgevers stellen zich bijzonder terughoudend op om de boekenprijs te verhogen. We hebben verantwoordelijk gehandeld." Bij Gallimard een gelijkluidende mening: "In 2022 hebben we de prijs van de grondstoffen op een extreem bruuske manier zien stijgen en hebben mensen zich irrationeel gedragen door grote voorraden aan te leggen. We staan nu op een kantelpunt waar de omvang van de papierbestellingen enorm gedaald is en de kosten hoog blijven. Alle spelers zouden zich rationeler moeten gedragen en ideaal zou zijn dat de prijs van de grondstoffen niet te snel en niet te bruusk evolueert om een boekenprijs in stand te kunnen houden waarmee we alle betrokkenen in de productiestroom op een stabiele manier kunnen vergoeden." Kleine uitgevers - waarvan er op de Franstalige Belgische markt veel te vinden zijn - staan onder een nog grotere druk. Ze zouden de prijs van hun werken heel wat meer moeten verhogen om hun financiële positie veilig te stellen, om een minimale winstmarge te behouden en om hun auteurs en partners behoorlijk te vergoeden. Volgens Pascal Lenoir en Isabelle Polouchine moet die situatie uitgevers ertoe aanzetten om meer rationele beslissingen te nemen wanneer oplages vastgelegd moeten worden. Dit om de voorraad- en vernietigingskosten te verminderen. Het voorraadbeheer en de overproductie zijn overigens uitdagingen die de sector dwingen om de productiemethoden te herzien. Ook het papier is een belangrijk element nu de papierfabrikanten de productie van grafisch papier terugschroeven. Na de verschillende crisissen die elkaar opvolgden, moeten de uitgevers antwoorden op strategische kwesties zoeken zoals de beschikbaarheid van grondstoffen. "We staan op een breukpunt. We moeten ons beraden over de afhankelijkheid van energie en grondstoffen", zegt Pascal Lenoir. "In Frankrijk gaat de papierproductie sterk achteruit en is het papierverbruik gehalveerd. Het is dus logisch dat de fabrikanten zich herstructureren. De aankoop van papier door uitgevers is relatief stabiel gebleven, maar we moeten met de Europese producenten wel contracten kunnen afsluiten om minstens onze behoeften te dekken en om ons op een goede manier te kunnen bevoorraden terwijl tegelijk met de logistieke en milieuproblemen rekening wordt gehouden." Isabelle Polouchine: "Onze gesprekspartners uit de papiersector mogen ook niet vergeten dat we een stabiele afnemer zijn. Om de vijf jaar voorspelt men wel een crisis in de uitgeverssector, maar we stellen vast dat we er als sector nog altijd staan. Er zou een haast politieke wil moeten bestaan om de uitgeversniche in het geheel van de grafische papiersector veilig te stellen." De Belgische groep VBK, die jaarlijks ongeveer 1800 titels produceert, heeft een netwerk van drukkers uitgebouwd dat zich van België en Nederland tot Oost-Europa uitstrekt - dit om zeker te zijn dat de groep over papier en machines kan beschikken. "We diversifiëren onze leveranciers op Europees niveau zodat ze al onze volumes aankunnen. Die zekerheid stelt ons ook in staat om over de beste prijs te onderhandelen, of dat nu in België of het buitenland is", zegt Vé Bobelyn. "Bij Vlaamse uitgevers is het een trend om zowel in België als het buitenland te drukken. Het is een kwestie van planning en capaciteit. Heel wat drukkerijen zijn op kartondruk overgeschakeld en produceren geen boeken meer. We kopen dus bij onze drukkers productie op voorhand om er zeker van te zijn dat alle boeken die moeten uitkomen, op tijd gedrukt worden. Op die manier kunnen we ook de beste tarieven krijgen, dat is belangrijk nu alle productiekosten en zeker de papierprijs gestegen zijn." Bij de boekenproductie is de analoge technologie, voornamelijk offset, nog het overheersende drukprocedé. Ook al dalen de oplages per titel, het totale jaarlijkse volume van een industriële uitgever blijft aanzienlijk. In Frankrijk wordt voor hele grote oplages zelfs flexotechnologie ingezet. Op dat vlak figureert de Franse drukkerij Floch, die door Laballery overgenomen is, als referentie. In Frankrijk is Laballery een bekende naam in de digitale productie van boeken (zie kader blz. 21). Op de markt zijn vandaag overigens ook drukkers actief die de digitale technologie promoten, niet alleen voor het drukken van boeken op aanvraag, maar ook voor herdrukken en voor web-to-print-toepassingen. "We moeten ons telkens weer soepel opstellen - of we nu een bestseller produceren, een eerste voorzichtige oplage drukken of herdrukken bestellen", aldus Pascal Lenoir. "De digitale technologie wint geleidelijk aan terrein en kan al heel snel de fakkel overnemen, of het nu om één of om 3000 exemplaren gaat. Om een bestseller te produceren, is die technologie echter nog niet snel genoeg. Je zou meerdere digitale persen nodig hebben om met één offsetpers te concurreren en dat is niet rendabel. Dus ja, vandaag zijn er grote, middelgrote en kleine machines nodig om aan efficiëntie te winnen." Bij VBK wordt 60 à 70 procent van de boeken digitaal gedrukt (afhankelijk van het genre) en ongeveer 30 procent analoog. "De oplage hangt af van de titel en het genre, maar bij de digitale druk starten we ongeveer met 700 exemplaren. Als het een bestseller wordt, gaan we naar 5000 exemplaren die we in offset drukken", legt Vé Bobelyn uit. "Omdat de startoplages laag zijn, opteren we hoe langer hoe meer voor digitale druk. Dat is niet alleen bij VBK zo, ook andere Vlaamse uitgevers drukken almaar meer digitaal. De kleine oplages en de snellere levertijden rechtvaardigen die keuze. Dankzij de digitale techniek kunnen we heel snel op aanvraag drukken en leveren, bijvoorbeeld wanneer een boekhandel plots enkele honderden exemplaren nodig heeft. De digitale technologie is veel verbeterd en verfijnd. Een verschil met offsetdruk zie je niet meer." Volgens Bobelyn hebben auteurs vaak nog een negatief beeld van digitale druktechnologie. "Maar vandaag moeten ze zich geen zorgen meer maken als hun werk digitaal gedrukt wordt. Als ze de vergelijking maken, stellen ze vast dat de technologie verbeterd is en dat de drukkerijen in betere machines investeren. Je moet heel wat uitleg geven om de mentaliteit geleidelijk aan te veranderen. Bovendien is digitale druk een toekomsttechnologie die het ook mogelijk maakt om duurzamer te produceren. Bepaalde boeken met een grote oplage en met vierkleurenillustraties drukken we uiteraard in offset, bijvoorbeeld natuurboeken, kookboeken, modeboeken... Wanneer drukkerijen hun digitale technologie nog meer moderniseren, zullen we ongetwijfeld nog meer werk digitaal produceren. En ik vermoed dat de technologie in de toekomst ook voldragen genoeg wordt om strips te drukken." In Franstalig België, waar strips en geïllustreerde albums de boekenmarkt domineren, is de werkwijze net omgekeerd. Hoewel de uitgevers kleiner zijn en kleinere volumes produceren, geven ze de voorkeur aan offset en wantrouwen ze de digitale printtechnologie. Dat zien we bij Alice Editions (Braine-l'Alleud) dat zich in jeugdboeken gespecialiseerd heeft, en de stripuitgever Anspach (Lasne-Chapelle-Saint-Lambert). Om hun werken te drukken, doen de twee bedrijven een beroep op Delabie, die in 2018 drukkerij Lesaffre overnam. De oplagen in offset gaan van 1500 tot verschillende duizenden exemplaren. "De romans in zwart en wit en in heel kleine oplagen worden digitaal gedrukt bij Laballery, in Frankrijk", zegt Mélanie Roland, algemeen directeur van Alice Editions. "Maar voor onze albums blijven we bij de offset omdat het om een ander product gaat. In digitale druk is de kleurweergave anders en is de papierkeuze beperkter. Wegens de kosten is het voor ons niet mogelijk om meer dan 500 exemplaren digitaal te drukken." Uitgever Nicolas Anspach zweert uitsluitend bij offset: "De afwerking van onze strips is van hoge kwaliteit en we kunnen het ons niet veroorloven om een mindere kwaliteit te leveren. Ik heb ook de indruk dat digitaal drukken te duur is." In 2019 echter was drukkerij Snel uit Vottem er al in geslaagd om Philippe Geluck te overtuigen van de kwaliteit van digitale druk voor de albums van 'De Kat' - de drukkerij zette daarvoor de inkjetrotatieprinter Prostream 1000 van Canon Océ in. Dat jaar kwam een eerste gepersonaliseerd album van De Kat op de markt. "Ik daag u uit om een verschil in kwaliteit te vinden tussen de originele en de gepersonaliseerde versie", zei Philippe Geluck tijdens de presentatie van het nieuwe album in de lokalen van Snel. "De vaste kosten bij offset werden zo hoog dat we onze productie-instrumenten in vraag moesten stellen en aanpassen," gaf Roland Soubras, directeur van Snel, mee. In zijn drukkerij is de productie (boeken en reclamedrukwerk) in offset goed voor 75 procent, terwijl digitale druk 25 procent vertegenwoordigt. De uitgevers die bij Snel aankloppen, komen hoofdzakelijk uit Frankrijk. "Ik denk dat de kwaliteit van de digitale druk nu perfect aanvaardbaar is en dat het de beschikbaarheid van papier is die bepaalt of we al dan niet digitaal drukken. Met onze digitale persen kunnen we boeken in verschillende formaten en diktes vervaardigen dankzij de automatische regelingen op basis van QR-codes", legt Soubras uit. De drukker geeft ook wel toe dat de kwaliteit en de stabiliteit van de druk in offset hoger zijn. En ook al kunnen digitale machines nu een groter kleurenspectrum aan, Pantonekleuren kunnen ze niet weergeven. Bij Snel heeft de inkjetrotatieprinter echter wel een nieuw bedrijfsmodel mogelijk gemaakt waarmee kleine oplagen, drukwerk op aanvraag, het printen van variabele gegevens (gepersonaliseerde content) en op de reële behoefte afgestemde oplagen rendabel vervaardigd kunnen worden. In het laatste geval zijn de bestellingen kleiner, maar wel frequenter en steunen ze op een geautomatiseerd systeem om de voorraden aan te vullen (die bij Snel opgeslagen liggen). De klant wordt geregeld en automatisch op de hoogte gebracht van het voorraadniveau en hij beslist wanneer er hoeveel exemplaren bijgedrukt moeten worden. Dat systeem maakt het mogelijk om de administratieve inventaris- en opslagkosten te verminderen en tegelijk de beschikbaarheid van de titels te verbeteren. Bovendien is het ook mogelijk om de inhoud voor elke herdruk te actualiseren. De digitale druktechnologie dient zich dus aan als een oplossing voor het voorraadbeheer. "Wanneer het boek goed verkoopt, drukken we meer dan 1500 exemplaren. Anders gaan we niet hoger dan 500 exemplaren omdat de opslag erg duur is", zegt Mélanie Roland van Alice Editions. "We kunnen het ons niet veroorloven om boeken gedurende twee jaar in voorraad te houden, dat kost meer dan een herdruk. Daarom drukken we op aanvraag via onze distributeur", legt ze uit. "Dat werkt goed voor boeken zonder veel franje, maar niet voor albums. De distributeur legt immers één enkel formaat op. Het papier en de omslag kunnen we evenmin kiezen. Onze catalogus bevat echter wel boeken in uiteenlopende formaten." Roland Soubras van drukkerij Snel is ervan overtuigd: met digitale druk zijn besparingen mogelijk als men de globale kostenstructuur van een boek, met inbegrip van de opslag en de vernietiging, in rekening brengt. "Zelfs als digitaal drukken per eenheid meer kost dan offset, bespaar je uiteindelijk op je structuur en je voorraad. Een van onze klanten in Azië zegt ons dat hij dankzij digitale druk 25 procent heeft kunnen besparen. Als je alle milieuoverwegingen, MVO en de bedrijfsverplichtingen in de weegschaal legt, kun je voor digitale druk opteren om niet meer te produceren dan je nodig hebt. Op die manier verminder je de kosten en het transport waarmee onverkochte exemplaren opgehaald worden om vernietigd te worden." Vé Bobelyn is het daarmee eens: "We moeten onze voorraden beter beheren om de kosten te verminderen. Op dat punt is digitale druk een hulp. Onverkochte exemplaren kosten ons veel geld." Ook bij PPO Graphic (een onderdeel van Graphius), dat gespecialiseerd is in de productie van strips en kwaliteitsboeken, stelt algemeen directeur Stéphane Robert een vergelijkbare ontwikkeling vast: "De uitgevers worden zich bewust van de kosten die het aanhouden van een voorraad vertegenwoordigt. De startoplages in offset zijn gedaald en de uitgevers verkiezen herdrukken te produceren." Het Franse Corlet Imprimeur 360° drukt boeken in zowel offset (40%) als met de digitale technologie (60%), hoofdzakelijk voor onafhankelijke uitgevers. "Je ziet dat digitale druk een almaar hogere vlucht neemt omdat de technologie uitgevers in staat stelt om te werken zonder een voorraad aan te houden. Het is nu niet meer nodig om grote oplagen te bestellen om een lage prijs per stuk te krijgen. Drukken op aanvraag, waarmee boekhandels het hele jaar door geregeld bevoorraad kunnen worden, zit ook in de lift", zegt Anthony Asselot, die bij Corlet Imprimeur 360° de grote accounts opvolgt. De koolstofafdruk van de uitgeverswereld is vooral van het papier en het transport afkomstig. Volgens Pascal Lenoir van Gallimard is het aandeel van die twee elementen respectievelijk 70 en 15 procent. En die cijfers zouden gehalveerd moeten worden. "Er is ook het probleem van de boeken die vernietigd worden." Lenoir licht toe: "21 procent van de boeken in de boekhandel worden teruggestuurd. Dat leidt tot een voorraad die tot 17 procent teruggedrongen kan worden. Van de retourzendingen wordt 13 procent vernietigd. Daarnaast hebben we ook nog te maken met afval die bij de productie ontstaat (inschiet, snijafval...): het opstellen en instellen van de persen is verantwoordelijk voor 25 procent van onze papierconsumptie." Pascal Lenoir gaat voort: "Dat is een belangrijk aspect dat op Europees niveau behandeld moet worden". De economie van het boek moet ook ecologisch zijn. "De industrie heeft de voorbije 20 jaar al veel inspanningen geleverd. Maar we moeten nog verder gaan, vooral met reglementeringen die ons verplichten om voor onze werkwijze rekenschap af te leggen. We moeten onze koolstofafdruk en onze afvalhoeveelheid verminderen", zegt Isabelle Polouchine van Média Livre Services.