Eerst toch nog maar even over dat ongebruikelijk lange hiaat van acht jaar sinds de laatste editie: zelfs Drupa ontkwam in 2020 niet aan de coronacrisis. Het had heel anders kunnen lopen, als de organisatie in 2016 had vastgehouden aan haar plan om voortaan een driejaarlijks ritme te volgen en dus het late voorjaar van 2019 in de beursagenda had gestaan. Dat voornemen sneuvelde echter vanwege weerstand onder de exposanten - en het is ook maar de vraag of er dan, weer drie jaar later, in 2022 een geslaagde editie had kunnen plaatsvinden.
...

Eerst toch nog maar even over dat ongebruikelijk lange hiaat van acht jaar sinds de laatste editie: zelfs Drupa ontkwam in 2020 niet aan de coronacrisis. Het had heel anders kunnen lopen, als de organisatie in 2016 had vastgehouden aan haar plan om voortaan een driejaarlijks ritme te volgen en dus het late voorjaar van 2019 in de beursagenda had gestaan. Dat voornemen sneuvelde echter vanwege weerstand onder de exposanten - en het is ook maar de vraag of er dan, weer drie jaar later, in 2022 een geslaagde editie had kunnen plaatsvinden. Drupa 2020 werd aanvankelijk uitgesteld naar 2021 en uiteindelijk vervangen door een vierdaags virtueel evenement waar exposanten en bezoekers elkaar tijdens online presentaties ontmoetten. Sabine Geldermann, directeur van Drupa, verklaarde destijds dat de toekomst van vakbeurzen een combinatie van virtuele en fysieke contacten zou zijn. Daar is anno 2024 niet veel meer van te merken: in de aanloop naar Drupa vinden al op allerlei plekken weer pre-Drupa bijeenkomsten plaats om een select publiek voorproefjes te geven van wat het grote publiek straks te wachten staat. En ook tijdens Drupa staat er weinig virtueels meer op het programma. Ernaar gevraagd constateerde Geldermann eind maart, tijdens een driedaagse bijeenkomst in Düsseldorf met vakjournalisten van over de hele wereld, eenvoudig: "Exposanten lijken daar niet langer in geïnteresseerd." Ook de Messe constateert dat beurzen weer helemaal terug zijn. Erhard Wienkamp, de directeur van Messe Düsseldorf, blikt terug: "In 2016, vlak na Drupa, begonnen we met de sloop van de oude hallen 1 en 2 om plaats te maken voor een compleet nieuwe hal 1. Die moest voor Drupa 2020 klaar zijn. Dat lukte, maar toen brak de pandemie uit en hebben we in de jaren 2020 en 2021 eigenlijk maar een grote beurs kunnen organiseren, namelijk 'Caravan Salon'. Pas in 2022 schreven we weer voorzichtig zwarte cijfers. En in 2023 was het, met de 'K' (voor de kunststof- en rubberindustrie, red.) en 'Interpack', bijna weer een normaal beursjaar met gezonde cijfers. We zijn dus back in business." Back to business, maar is het ook business as usual? De wereld is sinds 2016 natuurlijk wel degelijk veranderd, constateert Andreas Plesske, voorzitter van het Drupa-committee (en in het dagelijks leven ook ceo van Koenig & Bauer). Hij zette eind maart de belangrijkste trends van dit moment op een rij. "Op nummer één - natuurlijk - duurzaamheid", aldus Plesske. "En dat is goed voor onze sector. Want in de grafische industrie geldt, anders dan in de meeste sectoren, dat duurzaamheid zich ook direct terugverdient dankzij minder energieverbruik, minder materiaalverbruik en minder afval - kortom: minder kosten. Daarbij is duurzaamheid gewoon noodzaak. Er is immers steeds meer regulering en wetgeving op dat gebied. Klanten en merken stellen het als voorwaarde. En jongeren zetten het onderwerp voortdurend, bijvoorbeeld via social media, op de kaart." Verder noemt Plesske 'digitalisering' als nog altijd actuele trend ("Hoe gaan we zo efficiënt mogelijk van pdf naar gedrukt product"), die nog urgenter is geworden door een nieuwe trend: het gebrek aan vakmensen en vakkennis. Verder ziet hij wereldwijd verschillen ontstaan. "In bijvoorbeeld India en China neemt de middenklasse in omvang sterk toe en dat zorgt voor enorm groeipotentieel voor drukwerk", bijvoorbeeld in de verpakkingsmarkt. Tegelijkertijd is het voor grafische bedrijven in Europa "vooral zoeken naar de juiste niche waar nog groei mogelijk is." Geldermann herkent die trends: "Als je de productcategorieën op de beursvloer van 2016 vergelijkt met die van 2024, dan zie je dat er nu veel meer op het gebied van verpakkingen te vinden is." Ook de groeiende behoefte en belangstelling in Azië zal zichtbaar zijn: het aantal exposanten uit bijvoorbeeld China neemt opnieuw toe en samen vormen ze, in aantal en in oppervlakte, de grootste buitenlandse deelnemer. Duurzaamheid neemt een belangrijke plek in op de beursvloer, met ook een eigen thema-paviljoen 'Touchpoint Sustainability'. En, benadrukte Erhard Wienkamp, ook de Messe zelf is aan het verduurzamen. Sinds 2016 werd de CO2-voetafdruk al met 40 procent teruggebracht, vooral door meer groene energie te gebruiken. (Dat gaat om grote getallen: in 2012 berekende Drupa bijvoorbeeld al eens dat voor de toen veertiendaagse beurs in totaal zo'n 65 Megawatt nodig was om deze "grootste drukkerij ter wereld" draaiende te houden - vergelijkbaar met een stad van 160.000 inwoners.) Ook onder exposanten zijn sinds 2016 diverse bakens verzet. Neem bijvoorbeeld Xerox, dat acht jaar geleden claimde over 'het breedste inkjet-portfolio van de hele markt' te beschikken, maar nu volledig zal ontbreken op de beursvloer. En zie Kodak, dat in 2016 juist aankondigde zijn inkjetbusiness te willen afstoten en tegelijkertijd een nieuwe generatie van de tonergebaseerde Nexpress onthulde - te verschijnen in 2017. Die 'Nexfinity' kwam er inderdaad - maar alles liep anders: inmiddels is Kodak gestopt met de productie van tonermachines en ligt de focus terug op hoogvolume continuous inkjet. Begin 2023 was tijdens de Hunkeler Innovationdays al even de met Ultrastream inkjetkoppen uitgeruste Prosper Ultra 520 rotatiepers te zien. Dan was er nog de Trillium-pers van Xeikon, dat in 2016 in full colour wilde bewijzen dat liquid toner een prima alternatief naast droge toner en inkjet kon zijn. Een jaar later spatte die droom uit elkaar en werd voor specifieke toepassingen - in labels, maar ook voor golfkarton - toch de toevlucht genomen tot inkjet-technologie. Op de aanstaande Drupa zal Xeikon, dat de afgelopen periode een reorganisatie onderging, zich met nieuw elan presenteren. En wat te denken van Heidelberg. Tijdens Drupa 2016 leek de persenbouwer de sprong voorwaarts te wagen met een digitale inkjetpers op B1-formaat voor de verpakkingsmarkt. Dat bleek een misser, geeft ceo Ludwin Monz nu toe: de prijs per drukvel lag in de praktijk veel te hoog. De Primefire-machine werd uit het portfolio geschrapt en Heidelberg legt voor Drupa 2024 de focus terug op offset. Met als absolute blikvanger de wereldpremière van de vooral ook voor verpakkingsdrukkers bestemde 'peak performance'-editie van de Speedmaster XL 106 - met een snelheid van liefst 21.000 vel per uur. Drupa 2016 was ook de beurs waar Landa zijn nanografische beloften van 2012 kwam waarmaken. De marktintroductie van zijn revolutionaire inkjetpersen werd herhaaldelijk uitgesteld, van 2013 naar 2014 en daarna 2016, maar in 2017 zou het dan echt zover zijn. Van de aanvankelijk honderden getekende intentieverklaringen en bijvoorbeeld de toezegging dat Cimpress wel 20 Landa-persen ging installeren, blijft anno 2024 een wat ander beeld over: volgens Landa zijn er tot heden 55 machines verkocht - waarvan de helft in het afgelopen jaar. Die klanten lijken over het algemeen tevreden: een op elke vijf gebruikers neemt er een tweede of zelfs derde machine bij, aldus de fabrikant. Op Drupa 2024 is het nu tijd voor een volgende generatie van de nanopersen: de eenzijdige S11 en tweezijdige S11P vellenpersen op B1-formaat kunnen (optioneel) een snelheid halen van 11.200 vel per uur. Dat is aanzienlijk sneller dan de 6.500 vel per uur van de huidige persen, maar nog niet de ooit beloofde 13.000 vel per uur - al is dat volgens Benny Landa slechts een kwestie van tijd: "Dat gaat ons lukken." Niet alleen Landa perfectioneerde zijn inkjet-capaciteiten verder: dat deden vrijwel alle grote spelers in de markt. Canon neemt bijvoorbeeld vrijwel de halve Hal 8A in beslag om zijn vloot aan digitale persen te tonen. Daaronder een aantal interessante primeurs: de nieuwe VarioPrint iX1700 velleninkjetpers op B3-formaat maakt zijn Europese debuut, net als de nieuwe LabelStream LS2000 inkjet labelpers. Beide machines komen in 2025 beschikbaar. Voor Ricoh vormt Drupa het officiële introductiemoment voor zijn B2 inkjetvellenpers, de Z75. De machine is inmiddels al bij een drietal bedrijven in gebruik en de fabrikant heeft hoge verwachtingen van de B2-markt. De potentie van die markt is ook andere fabrikanten niet ontgaan: ook Canon belooft op Drupa met 'meer informatie' te komen over zijn plannen. Konica Minolta laat op Drupa dertig machines live in actie komen, en belooft twintig Europese beursprimeurs. Daaronder ook de AccurioJet 60000, een B2-formaat inkjetvellenpers met een snelheid van 6.000 vel per uur. Die machine werd, anders dan de bestaande KM-1 inkjetpers op B2-formaat, niet in samenwerking met persenbouwer Komori ontwikkeld. Komori kondigt op zijn beurt ook alvast een eigen B2-inkjetpers aan: de J-throne 29, die eveneens 6.000 vel per uur haalt. Ook Fujifilm is actief in het B2-formaat (en heeft naar eigen zeggen inmiddels ruim 300 van zijn Jet Press 750S B2-formaat digitale vellenpersen verkocht), maar verrast deze Drupa met de demonstratie van "'s werelds eerste B2 fullcolourprinter met droge toner": de Revoria Press GC1250. HP bouwt eveneens voort op het succes in het B2-formaat. Op Drupa komt het met nieuwe en verbeterde machines: de HP Indigo 120K en HP Indigo 18K. Bij deze stortvloed aan nieuwe digitale druksystemen die tijdens Drupa debuteren, lijkt het misschien alsof er straks maar weinig conventionele persen op de beursvloer staan. Maar de persenfabrikanten hebben de afgelopen acht jaar natuurlijk ook niet stil gezeten. We noemden eerder al de nieuwe 'peak performance'-editie van de Speedmaster XL 106, die in twee uitvoeringen te zien zal zijn op Drupa. Ook bij Komori staat de nog weer doorontwikkelde offsettechnologie in de schijnwerpers. Tijdens het Open House-event op 17 april in Utrecht (NL) werd duidelijk dat er veel aandacht zal worden besteed aan bijvoorbeeld het zo efficiënt mogelijk produceren van verpakkingen. In Utrecht werd daarom alvast de nieuwe Lithrone GX740+CC Advance onthuld, een 25 meter lange machine met een topsnelheid van 18.000 vel per uur. Koenig & Bauer is er eveneens van overtuigd dat het verpakkingssegment de grootste groeimarkt is. Het heeft voor die markt dan ook alles in huis: offsetpersen tot een formaat van liefst 1.205 x 1.640 mm, flexopersen met een baanbreedte van 800 tot 1.800 mm, en ook een scala aan apparatuur voor nabewerking en afwerking. En Koenig & Bauer voegt daar tijdens deze Drupa een nieuwe ontwikkeling aan toe: de VariJet 106. De machine integreert de inkjet-technologie van Durst in het modulaire platform van de Rapida 106 offsetpers van Koenig & Bauer. Deze hybride offset/inkjet-pers op B1-formaat, uitgerust met zeven kleuren inkjet en naar wens uit te breiden met offset-units, is speciaal bestemd voor de vouwkarton-markt. De VariJet 106 werd tijdens Drupa 2016 aangekondigd (toen overigens nog in samenwerking met Xerox) en inmiddels draaien al twee drukkerijen met de machine; in april volgt nog een derde locatie en daarmee is de pers officieel klaar voor de markt. Andreas Plesske, de ceo van Koenig & Bauer, is ervan overtuigd dat de digitale druktechniek de toekomst heeft, op termijn ook in hoge volumes. Met een steek naar zijn Duitse concurrent laat hij weten: "Daar bestaat bij ons in ieder geval geen twijfel over".