Aanvankelijk vooral ontwikkeld voor de automotive-industrie, is de verpakkingsindustrie een van de belangrijkste markten geworden voor de afzet van cobots. Aldus Jürgen von Hollen. Von Hollen is directeur van Universal Robots dat via Gibas Automation en Industrial Cobotics cobots verkoopt in de Benelux.
...

Aanvankelijk vooral ontwikkeld voor de automotive-industrie, is de verpakkingsindustrie een van de belangrijkste markten geworden voor de afzet van cobots. Aldus Jürgen von Hollen. Von Hollen is directeur van Universal Robots dat via Gibas Automation en Industrial Cobotics cobots verkoopt in de Benelux. Volgens Von Hollen is er een groot potentieel voor de verkoop van cobots voor end-of-line taken in de verpakkingssector. "Ze worden bijvoorbeeld ingezet bij het palletiseren bij van omdozen. Dit behoort tot het meeste saaie en ergonomische zware werk wat er is. Het is een taak die heel veel bedrijven tot nu nog niet geautomatiseerd hadden en die ze wel graag willen automatiseren. Het gaat daarbij vaak om verpakkingen van verschillende gewichten en formaten, oftewel een zeer gevarieerde productmix. Daar kan met UR cobots, met een maximaal draagvermogen van 16 kg., prima op worden ingespeeld. Daarbij komt nog eens dat veel bedrijven worden geconfronteerd met een gebrek aan arbeidskrachten." De inzet van in de verpakkingsindustrie neemt alleen maar toe, signaleert ook Christian Janse, salesmanager van Universal Robots Benelux. "Alleen aan de 'natte kant' of in de productie van bijvoorbeeld food zijn er beperkingen. Hier zijn wel speciale hoezen voor en end- of-line kunnen ze sowieso voor verschillende taken gebruikt worden. Ook in de food." Janse ziet daarbij naast het palletiseren van dozen nog diverse andere mogelijkheden, waarbij verschillende cobots zelfs met elkaar kunnen samenwerken. "Zo kunnen ze bijvoorbeeld producten in dozen plaatsen en kartonnen vellen aanvoeren om die dozen op te zetten en die dozen vervolgens te sluiten. Ook kunnen ze kartonnen vellen tussen de verschillende lagen op een pallet leggen of op trays zonder deksel, die diverse producten bevatten. Daarnaast kunnen cobots ingezet worden bij het sorteren van producten door bijvoorbeeld de goedgekeurde exemplaren links te plaatsen en de afgekeurde rechts." Voor labelling worden cobots nauwelijks gebruikt, constateert Janse. "Dit is het eindpunt van het proces, waar alleen maar één standaardhandeling hoeft te worden uitgevoerd. Dat kun je prima door een labelaar laten doen die maar één functie heeft." Janse vertelt dat er in de Benelux inmiddels meer dan 1000 installaties zijn geplaatst. Omdat Universal Robotics beursgenoteerd is, mag hij dat niet nader specificeren. Wel mag hij verklappen, dat het aantal in België nog wat lager ligt dan in Nederland. "In België is het iets later op gang gekomen. Dat heeft een aantal oorzaken. In eerste plaats om de Benelux eerst alleen vanuit Nederland - via Gibas, red - werd bediend. Sinds anderhalf jaar is daar Industrial Cobotics in Haaldert bij gekomen. Beide verkopen Universal Robotics overigens in de gehele Benelux. Maar vooral in Wallonië is dat voor een Nederlands bedrijf veel moeilijker." Daarnaast is België een echt een KMO-land, verklaart Janse. "Cobots werden in het begin vooral gekocht door grotere bedrijven, terwijl ze in eerste instantie toch voor kleine en middelgrote bedrijven waren ontwikkeld, vanwege aan het gebrek aan mensen waar deze mee kampen. Ze nemen namelijk veel minder ruimte in beslag dan klassieke robots." Wat ook meespeelt bij de huidige groei is dat cobots en ook andere tools in eerste instantie alleen los door distributeurs werden verkocht. "Er zijn nu veel meer systemintegrators gekomen die in de gehele lijn die ze aanbieden ook cobots meenemen." Janse heeft wel een verklaring waarom cobots zich in een toenemende belangstelling mogen verheugen in KMO-bedrijven. "In KMO-bedrijven is het heel moeilijk om voldoende mensen te vinden. Vooral in technische bedrijven. Je ziet er relatief veel mensen van de oudere generatie omdat jongeren beroepen in de maakindustrie niet zo aantrekkelijk vinden. Door die vergrijzing en mensen die op een gegeven moment met pensioen gaan, zie je uiteindelijk een tekort aan vakkrachten ontstaan. Dat kun je met de inzet van cobots heel makkelijk opvangen. Eerder zagen oudere werknemers de cobot als mogelijke concurrent die hen het werk zou kunnen afpakken. Inmiddels zien ook zij dat je heel goed kunt samenwerken met een cobot. Je geeft hem bepaalde taken, waarna je je zelf op interessantere taken kunt richten. Je kunt een cobot ook heel makkelijk instellen en programmeren voor bepaalde taken." Aan de andere kant wordt de opkomst van de cobot ook heel erg gestimuleerd door de marktkant, signaleert Janse. "Er ontstaat steeds meer een schema van high mix, low volume. Daar kun je met een cobot heel makkelijk op inspelen, want die kun je heel makkelijk programmeren om veel verschillende producten door elkaar heen te verwerken. Qua toekomst vindt Janse het lastig om op dit moment voorspellingen te doen over de verdere toename van het aantal cobots in de verpakkingsindustrie in België. "Maar in het slechtste scenario kunnen we nog een enorme groei verwachten van het aantal cobots. Aan het begin van de coronatijd, de lockdown, hield iedereen zijn geld op zak. Maar bedrijven ervoeren al snel dat er toch gewoon door geproduceerd kon worden. Bovendien hebben ze enorme voordelen voor een minder kwetsbare supply chain. We hebben nu gezien dat het voor de leveringsbetrouwbaarheid enorme voordelen heeft om producten in eigen land te produceren. En het maakt ook voor de kosten niet uit of je dat hier of elders doet met cobots, want die zijn, in tegenstelling tot loonkosten, overal even duur. Overigens zijn de lonen in lagelonenlanden ook al niet meer zo laag zoals ze eerst waren."