Hij ontwierp meer dan 300 logo's waarvan er heel wat in het collectieve geheugen van België gegrift staan. Zoals het Tiercé logo met de gestileerde paardenhoofden of de gestileerde 'b' van de Biënnale Middelheim.
...

Hij ontwierp meer dan 300 logo's waarvan er heel wat in het collectieve geheugen van België gegrift staan. Zoals het Tiercé logo met de gestileerde paardenhoofden of de gestileerde 'b' van de Biënnale Middelheim.De angst om compleet vergeten te worden motiveerde de 79-jarige Paul Ibou tot de verkoop van heel wat van zijn ontwerpen en kunstobjecten aan publieke instellingen. Zijn kunstboeken vertrouwde hij bij voorkeur toe aan de mediatheek van de opleiding Grafische en digitale media van de Arteveldehogeschool. De mediatheek besloot de recente aankopen en schenkingen te exposeren samen met enkele ontwerpen die sinds jaar en dag deel uitmaken van de vaste collectie.De eerste grote tafelvitrines die de toeschouwer te zien krijgt, meteen bij het binnenkomen van de bibliotheek, tonen niet minder dan 45 logo's. Wat al bij al een kleine greep is uit de meer dan 300 ontwerpen die Ibou maakte gedurende zijn 65-jarige carrière.Het idee van een universele beeldtaal die de communicatie wereldwijd zou vereenvoudigen, hield Paul Ibou erg bezig. Hij reisde de wereld rond om gelijkgestemde collega's grafisch ontwerpers te ontmoeten. Het resulteerde onder andere in een aantal 'Logobooks', stevige kleppers van boeken waarin logo's van ontwerpers over de hele westerse wereld verzameld worden.Het pronkstuk van de tentoonstelling is het grote kleurige vierkante boek 'Metamorphosis' (1968), een kijkboek met geometrische stansvormen afgewisseld met transparante gekleurde bladen. De '12 Owl Variations' (1970) hanteert dezelfde ontwerpmethode, met dit verschil dat de bladzijden niet zuiver abstract zijn maar met enkele geometrische vormen het beeld van een uil oproepen. Het zijn mooie voorbeelden van wat men een 'kunstenaarsboek' noemt: geen boek over kunst, maar een kunstwerk uitgevoerd in de vorm van een boek.Paul Ibou ontwierp zijn 'uitkapboeken' destijds geheel op eigen initiatief. Met hun hoge productiekost en relatief lage oplage, was het niet bepaald de meest lucratieve onderneming. Ze drukten zijn overtuiging uit dat grafisch ontwerpen en uitgeven ook artistieke activiteiten kunnen zijn. Het was een statement. Hij offerde er zelfs zijn geboortenaam voor. Ibou is immers een artiestennaam; hij staat voor Inventief Boek Ontwerper en Uitgever.Uitgeven en ontwerpen deed Paul Ibou onder de vlag van 'Iboubooks'. In totaal verschenen er 10 publicaties, 10 kunstenaarsboeken dus. Twee daarvan hebben een nogal surrealistische inhoud en worden hier tentoongesteld, vandaar dat enige uitleg wel nodig is. Het eerste boek heet 'Typographical errors?' en bestaat uit een verzameling van enveloppes en kaarten aan het postadres van Ibou die desondanks de vele spelfouten blijkbaar toch in de juiste brievenbus waren terecht gekomen. Een tweede is getiteld 'Het alternatief staaldossier', van opzet misschien nog eenvoudiger, maar minstens zo ludiek. Het boekje bundelt immers verschillende krantenknipsels waarin telkens het woordje 'staal' in voorkomt. Ibou vond dat erg geestig aangezien zijn vrouw Liliane Staal heette.Zo eenvoudig het idee is achter deze publicaties, zo eenvoudig is ook de productiewijze: de bladzijden zijn gereproduceerd met een kopieermachine en ingebonden met ringen. In die tijd bestonden er weinig andere betaalbare manieren om een boek uit te geven in een kleine oplage (de oplage varieerde van 33 tot 333). De boekjes wekken daardoor een DIY indruk. Een beetje zoals de punkzines uit die tijd, maar dan veel soberderEn zo zijn we beland bij de laatste vitrinekasten waarin de boeken staan die Ibou ontwierp in opdracht. Ze belichten het commerciële aspect van zijn loopbaan. Hier zien we de typograaf aan het werk, de ambachtsman. Veel van deze boeken zijn in grote oplages gedrukt en verspreid. Deze ontwerpen bereikten dus de hele samenleving.