Enkele grote namen, zoals Canon, HP, Durst en Fujifilm, lieten verstek gaan tijdens Fespa. Daarentegen besloot Agfa, dat in 2022 zijn offsetplaten-divisie afstootte om zich op grootformaat en industriële inkjettoepassingen te concentreren, juist alle kaarten op Fespa te zetten en niet naar Drupa te gaan.
...

Enkele grote namen, zoals Canon, HP, Durst en Fujifilm, lieten verstek gaan tijdens Fespa. Daarentegen besloot Agfa, dat in 2022 zijn offsetplaten-divisie afstootte om zich op grootformaat en industriële inkjettoepassingen te concentreren, juist alle kaarten op Fespa te zetten en niet naar Drupa te gaan. Voor een exposant als Vanguard, present op de stand van de Benelux-distributiepartner Pixia, vormde de Amsterdamse beursvloer een goede plek voor de lancering van een nieuwe machine. Vanguard liet er de 3,2 meter brede VKR3200-HS rol-naar-rolprinter voor het eerst aan het publiek zien. De UV LED productieprinter is in staat om een rol van 3,2 meter te verwerken of een configuratie van twee rollen van maximaal 1,6 meter. De VKR3200-HS is ontworpen in de Verenigde Staten en wordt geassembleerd in het Europese hoofdkantoor naast de zetel van Durst Group in Brixen (Italië). Ook de Vanguard VK3220T-HS vlakbedprinter, die wereldwijd gelanceerd werd op Fespa München in 2023, was te zien in Amsterdam. De eerste installatie in België is gepland bij Rhizome printing solutions in Anderlecht. Een delegatie van het Brusselse printbedrijf was te gast op stand in Amsterdam. Roland DG toonde zijn laatste toevoegingen aan de VersaObject-serie van UV-printers die op driedimensionale objecten printen. En bijvoorbeeld Ricoh greep Fespa aan om nu, na (ogenschijnlijke) afwezigheid op eerdere edities, in Amsterdam de schijnwerpers op het grootformaat-portfolio te zetten. Dat portfolio omvatte al een rollenprinter met latex-inkten en een UV-vlakbedprinter, en kreeg nu uitbreiding met een nieuwe hybride (voor flexibele en plaatmaterialen) machine met UV-inkten. Deze 'Flora X20'-printer is gebaseerd op de machine van producent Flora, maar voorzien van eigen Ricoh-software, printkoppen en inkten. Ricoh had zelfs nog een tweede eigen stand op de vloer om ook de activiteiten op textielgebied te tonen. De printerproducent heeft in die wereld al volop ervaring met zijn inkjetkoppentechnologie die ook door spelers als Agfa, EFI en Durst wordt gebruikt. Straks in Düsseldorf concentreert Ricoh zich vooral op het production print-segment. Ook andere partijen kiezen ervoor op beide evenementen aanwezig te zijn met een gedifferentieerde aanpak, zoals EFI: "Het zijn verschillende markten, met een verschillend publiek." Minstens zo belangrijk was natuurlijk de reactie van de internationale beursbezoeker op de drukke beursagenda. In vier dagen tijd wist Fespa in Amsterdam iets meer dan 12.400 unieke bezoekers te trekken uit 120 landen uit vooral Europa (met Nederland, Duitsland, het VK, Italië en België onder de voornaamste landen van herkomst). Daarmee viel het bezoek zo'n 16 procent lager uit dan een jaar eerder in München, dat met ruim 14.700 bezoekers uit 134 landen juist aanmerkelijk beter scoorde (+27%) dan de Fespa-editie in Berlijn van 2022. Het profiel van de Fespa-bezoeker blijft op niveau: 76 procent is eigenaar, directeur of manager van een bedrijf, en 85 procent is mede verantwoordelijk voor (investerings)beslissingen. Investeringen staan bovendien hoog op de agenda: 92 procent is van plan binnen 12 maanden nieuwe apparatuur aan te schaffen (in 2023 gaf maar 50 procent aan te willen investeren). Opgeteld bedraagt het voorziene investeringsbudget onder deze ondernemers nu ruim 2,7 miljard euro (dat was in 2023 zo'n 2 miljard euro). Wie op de eerste dag van Fespa om 10 uur de grote Hal 1 van het Amsterdamse RAI beursgebouw binnenliep, zag op de omvangrijke stand van Agfa maar liefst drie nieuwe machines onder doeken verscholen gaan, klaar voor onthulling. In lijn met de nieuwe slogan 'Powerful by nature' bouwt Agfa aan een portfolio dat zo breed geschakeerd is als het dierenrijk - met bijpassende naamgeving. Achtereenvolgens werden zo dus de Jeti Condor (vogel met enorme spanwijdte), de Jeti Bronco (ongetemd paard) en de Anapurna Ciervo (edelhert) voor het eerst aan het beurspubliek getoond. Met name de Jeti Condor trok de aandacht. Niet alleen vanwege zijn inderdaad indrukwekkende breedte van liefst 5,2 meter en capaciteit om 672 vierkante meter per uur te printen, maar ook door de mogelijkheid om die breedte te gebruiken om simultaan drie verschillende rollen tegelijkertijd naast elkaar van bedrukking te voorzien. De Condor is ook het eerste resultaat van het pas aangekondigde partnerschap tussen Agfa en EFI: de machine op de stand is in feite een EFI Vutek Q5r in een Agfa-jasje, voorzien van een Agfa workflow en verkrijgbaar met Agfa-service. De inkten komen, naar verluidt, wel van EFI. De nieuwe machines, samen met een verbeterde versie van de Jeti Tauro en de gerobotiseerde vlakbedprinter Grizzly, moeten bijdragen aan het groeiende succes van Agfa in de digitale printwereld, vertelde Vincent Wille. In de drie jaar dat hij nu president is van Agfa's Digital Print & Chemicals (DPC) divisie, onderging het bedrijf een grote transformatie. "In 2024 zal digital print het grootste onderdeel van Agfa vormen, terwijl we in 2023 nog op de tweede plek kwamen." Ook Arnaud Calleja, vicepresident van Agfa DPC, spreekt van "dubbelcijferige groei" in bepaalde focussegmenten. Hij benadrukte dat de samenwerking met EFI niet meer is dan dat: geen fusie of overname. De Jet Condor is daarbij "een eerste stap" en mogelijk volgen er later meer, maar: "EFI is een goede concurrent, en we zullen blijven concurreren." Datzelfde is EFI ook van plan, zeker nu het onder de naam Vutek Q3 h X een eigen versie van Agfa's Tauro 3300 S kon presenteren. "Daarmee hebben we een gat in ons portfolio van hybride printers gevuld. Nu zijn daar geen gaten meer." Een belangrijke markt voor EFI is die van golfkartonnen verpakkingen. Met wereldwijd meer dan 55 geïnstalleerde Nozomi-printers (waaronder 12 exemplaren van het vorig jaar tijdens Fespa in München gelanceerde topmodel Nozomi 14000 SD) claimt EFI de nummer-één-positie. Om spelers in deze markt te overtuigen van de nieuwe mogelijkheden, ontwikkelde EFI een LCA-tool waarmee de milieu-impact van de productie van verpakkingen op de Nozomi kan worden vergeleken met andere (conventionele) druktechnieken. Op de vraag of wellicht ook de markt voor vouwkarton al op de radar staat, antwoordde EFI "daar nu nog geen machine voor te hebben", maar: "Het is zeker een interessante en grote markt." Mimaki Europe vierde tijdens Fespa dat het twintig jaar geleden, in 2004, werd opgericht. Twee jaar later deed het voor het eerst mee aan Fespa in Amsterdam. Al die jaren heeft Mimaki zich laten voorstaan op innovatie en het pionieren met nieuwe technieken - zoals bijvoorbeeld het gebruik van UV en UV-ledtechnologie. Het bedrijf pakte opnieuw uit met een reeks nieuwe en vernieuwde machines, waaronder de snellere versie van het Kebab-systeem. Hiermee kan een UJF vlakbed UV-printer worden gebruikt om cilindervormige voorwerpen (zoals flessen of bekers) rondom te bedrukken. Daarnaast introduceerde Mimaki met Trapis (kort voor Transfer Pigment System) een alternatief voor het conventionele dye sublimatie. Door met een speciale textiel (pigment) inkt op speciaal transferpapier te printen, kan de print zonder water worden overgebracht op het substraat, dat zich bovendien niet langer hoeft te beperken tot polyester. Dankzij het vereenvoudigde transferproces kan het Trapis-systeem op veel meer plekken, ook dichter bij de eindgebruiker, worden ingezet voor textielbedrukking, aldus Mimaki. Op de stand van Zünd waren de bekende machines S3 L-1600 en G3 XL-1600 te zien. Nieuw waren de toegevoegde Robot PortaTable 130 en UNDERCAM. De producent van digitale snij-oplossingen demonstreerde met de robot manieren om efficiënter en sneller voor te sorteren tijdens het stapelen bij de uitleg. De robot bespaart de operator bovendien veel tijdrovend en geestdodend werk. De UNDERCAM is een camera die de onderzijde van het bedrukte materiaal scant. Met deze data kan het rillen aan de andere zijde direct starten na de invoer, wat tijd bespaart. De stand was ook een opmaat naar Drupa. In een vitrine was een schaalmodel te zien van de Q-Line. Deze machine beleeft zijn primeur voor het grote publiek op de beursvloer in Düsseldorf, waar Zünd ook alle andere actuele machines en innovaties toont. Ook veel aandacht voor automatisatie en productie-efficiëntie op de stand van Summa. Zo was er onder meer de nieuwe Caron Cradle-feeder te zien in combinatie met de L1810 lasercutter. De nieuwe feeder maakt het laden en wisselen van media op de lasercutter eenvoudig en snel. Bij het laden zakt en kantelt de cradle in de richting van de operator. Het is ook niet nodig om een staaf door de kern van de mediarol te steken, de rol kan gewoon in de cradle geplaatst worden. De feeder kan rollen tot een gewicht van 100 kg hanteren. De maximale roldiameter is 80 cm, de mediabreedte kan tot 180 cm. Het apparaat is uitgerust met speciale riemen om elastische materialen te verwerken. De feeder zorgt voor een automatische en spanningsloze toevoer van de media naar de snijmachine. Het systeem detecteert de randen van het materiaal en lijnt de stof automatisch uit voor een constante mediatoevoer. Een tweede workflow automation-opstelling was er met de F1612 flatbed cutter. "We hebben de tafel verlengd met een conveyorextensie en demonstreren een automatisch proces van het snijden van verpakkingen", duidt Elice Van Es, de marketing communication manager van Summa. De nieuwe feeder vervangt de vorige IMC-feeder en heeft een grotere stapelcapaciteit (van 305 mm tot 450 mm) en kan meer gewicht aan (van 295 kg tot 500 kg). De oplossing is geschikt voor het verwerken van karton, vellen en andere grafische materialen. "Aan de uitvoerkant tonen we hoe een cobot de gesneden stukken oppakt en sorteert", zegt Van Es. Er was veel aandacht voor textiel en kleding in Amsterdam. Het is een interessante markt, maar het onderwerp werd vooral groots opgepakt door de toevoeging van de Sportswear Pro-beurs in hal 11. Verwarrend genoeg werd daar in de uitingen vooral het onderdeel Personalise Make Wear duidelijk gepositioneerd. Personalisatie was de grote gemene deler, maar op de beursvloer ging het standpersoneel ook met naaimachines aan de slag. Het piepkleine kledingfabriekje diende vooral ter inspiratie. Een goed idee om de bezoeker kennis te laten maken met een wereld waarvan hij doorgaans alleen het eindproduct krijgt aangereikt om het daarna te bedrukken. Textiel bedrukken gebeurt onder meer op machines van Kornit. Voor deze textiel-specialist is Fespa de uitgelezen plek om innovaties te tonen. Met bijvoorbeeld Max Transfer belooft Kornit een revolutie op de DTF (direct to film) markt, omdat bij de transfer voortaan geen poeder meer nodig is. Ook de Apollo T-shirtprinter (in Amsterdam alleen virtueel te bezichtigen) is veelbelovend: het volledig geautomatiseerde systeem, van de invoer tot het printen en de uitleg, kan door één persoon worden bediend en haalt een snelheid tot maar liefst 400 T-shirts per uur. Tegelijkertijd maakte Fespa een belangrijke trend zichtbaar die zich straks op Drupa opnieuw laat gelden: het aantal exposanten uit China neemt steeds grotere vormen aan. De opkomst van Aziatische - en met name Chinese - leveranciers van materialen is inmiddels een bekend fenomeen op vakbeurzen in het algemeen. In tijden van roerige geopolitiek is de presentatie van het aanbod vanuit China extra interessant. Drie jaar geleden, tijdens de vorige editie van Fespa in Amsterdam, waren er weliswaar veel Chinese standhouders, maar de presentatie was bescheiden. Het ging meestal om kleine stands met één vertegenwoordiger, die geduldig afwachtte of iemand een vraag ging stellen. Vervolgens bleek de taal een vrijwel onoverkomelijke barrière, waardoor de communicatie vastliep. Dit jaar werd opnieuw duidelijk dat Chinese leveranciers gaan voor de lange termijn, met hier en daar wat grotere stands. De vertegenwoordiger van Unisign in hal 12 blaakte van zelfvertrouwen en maakte in zeer verstaanbaar Engels duidelijk dat Europa voor hen een belangrijke groeimarkt is. Zo ontwikkelt het bedrijf, onder meer voor backlit-toepassingen, pvc-vrije materialen "speciaal voor de Europese markt" tegen "concurrerende prijzen." Het is iets om over na te denken. Een positief neveneffect van de Europese groene ambities was dat er in Europa een nieuwe markt voor minder milieubelastende materialen en productiemethoden zou ontstaan. Naar nu blijkt zijn ook landen buiten de EU geïnteresseerd in de kansen van onze groene ambities. De potentie van producenten in landen als China om de productie van pvc-vrije materialen op te schalen is enorm. Daarbij is het wel de vraag hoe groen de producten uit het Verre Oosten uiteindelijk zijn wanneer ze eerst hier naartoe moeten worden getransporteerd. En hoe wenselijk is het als de economische kansen die de Europese duurzame markt biedt vooral worden benut door landen buiten Europa?