Het contrast kon eind maart 2020 niet groter zijn toen de beurshallen van de Feria de Madrid, waar Fespa had moeten plaatsvinden, in gebruik werden genomen als het 'grootste noodhospitaal van Spanje' voor de opvang van coronapatiënten. De Fespa-organisatoren hadden tot eind februari nog volgehouden dat het evenement, ondanks de corona-uitbraak, volgens planning zou plaatsvinden. Wel werd voor alle zekerheid aan exposanten, standbemanning en bezoekers die recent nog in China waren geweest, gevraagd om niet naar de beurs te komen. Maar begin maart was de epidemie ook in Europa een feit en volgde uitstel van de beurs naar oktober 2020. Later werd dat maart 2021 en uiteindelijk oktober 2021, met als nieuwe locatie Amsterdam.
...

Het contrast kon eind maart 2020 niet groter zijn toen de beurshallen van de Feria de Madrid, waar Fespa had moeten plaatsvinden, in gebruik werden genomen als het 'grootste noodhospitaal van Spanje' voor de opvang van coronapatiënten. De Fespa-organisatoren hadden tot eind februari nog volgehouden dat het evenement, ondanks de corona-uitbraak, volgens planning zou plaatsvinden. Wel werd voor alle zekerheid aan exposanten, standbemanning en bezoekers die recent nog in China waren geweest, gevraagd om niet naar de beurs te komen. Maar begin maart was de epidemie ook in Europa een feit en volgde uitstel van de beurs naar oktober 2020. Later werd dat maart 2021 en uiteindelijk oktober 2021, met als nieuwe locatie Amsterdam. Ook in Amsterdam - waar de beurs nu dan toch eindelijk kon doorgaan - was het effect van de coronapandemie nog altijd goed merkbaar. Met zo'n 300 exposanten was de 'Fespa Global Print Expo' aanzienlijk kleiner dan normaal: vorige afleveringen konden regelmatig op het dubbele aantal rekenen. Veel bedrijven wilden of konden vanwege de coronasituatie niet aanwezig zijn. Op de deelnemerslijst ontbraken daardoor ook belangrijke namen in de signwereld, zoals HP, Screen en Fujifilm. Dat zorgde voor nog eens aanzienlijk minder vierkante meters (zeker in deze grootformaat-branche), die slecht gedeeltelijk werden gecompenseerd door de extra brede gangpaden (mede bedoeld als coronamaatregel). Tegelijkertijd waren grote spelers als Agfa, Brother, Canon, Durst, Kongsberg, Mimaki, Roland DG en Zünd wel degelijk aanwezig, met indrukwekkende stands en een arsenaal aan apparatuur. De Nederlandse coronarestricties voor bezoekers uit het buitenland, zoals een verplichte quarantaine voor bijvoorbeeld reizigers uit het Verenigd Koninkrijk, werden pas op een voor Fespa vrij laat moment versoepeld. Uiteindelijk werd van de Fespa-bezoeker nu alleen nog een geldige 'coronapas' verwacht: na controle kreeg hij of zij een polsbandje en daarmee toegang tot de beursvloer. Daar was het voor nogal wat mensen even wennen elkaar zonder mondmasker te kunnen begroeten. En er was vorige maand, ondanks alles, toch zeker wel wat te zien in Amsterdam. Primeurs die bestemd waren voor de Fespa-editie van begin 2020 werden daarna veelal online alsnog gepresenteerd via virtuele evenementen of webinars, maar konden nu dan eindelijk 'live' aan het publiek getoond worden. En de productontwikkelingen stonden de afgelopen anderhalf jaar natuurlijk ook bepaald niet stil: fabrikanten werden, net als de markt, gedwongen in te spelen op de nieuwe omstandigheden en de (versnelde) trends. De resultaten daarvan kregen in Amsterdam nu weer een podium - zowel de hardware als de steeds belangrijkere software voor ontwerp en workflow. Een mooi voorbeeld daarvan was onder andere Zünd, dat boven haar naar Fespa meegebrachte snijsystemen prominent de hashtag #LetsTalkWorkflow voerde. 'New beginnings. New opportunities '. De slogan die Agfa voerde, vatte de stemming op de beursvloer goed samen. Met de stand direct naast de ingang van de beurs onthaalde Agfa de bezoeker meteen op een imposant (want 3,3 meter breed) showdebuut: de in maart onthulde Jeti Tauro H3300 UHS LED - door de fabrikant voorzien van de veelzeggende bijnaam The Beast. Met de mogelijkheid om zowel plaatmateriaal als flexibele materialen van de rol te bedrukken aan een topsnelheid van 600 vierkante meter per uur, is dit 'beest' een 'allesvreter', gemaakt om 24/7 sign, displays en bijvoorbeeld golfkartonnen verpakkingsmaterialen te produceren. Agfa pakte bovendien uit met de in juni onthulde Avinci CX3200, een 3,2 meter breed sublimatiesysteem dat zowel rechtstreeks als indirect, via transferpapier, op polyester-gebaseerd textiel print. Ook was er nog plek voor de Oberon RTR3300, de 3,3 meter brede rol-naar-rol printer die eigenlijk al in maart 2020 in Madrid had moeten schitteren met zijn UV-LED uithardende inkten. Die op vrijwel elk (ook warmtegevoelig) materiaal kunnen worden geprint. De veelzijdigheid van het getoonde portfolio resulteert ook in een breed scala aan toepassingen en Agfa ruimde dan ook een flink deel van de stand in als expositieruimte. Ook printvoorbeelden van bedrukt leer en laminaat konden daar op belangstelling rekenen: dit soort industriële inkjetapplicaties bieden signbedrijven allerlei mogelijkheden nieuwe markten aan te boren. Meer inspiratie viel bovendien nog te halen in de 'Printeriors'-expositie, die inmiddels voor de vijfde maal op de Fespa-beursvloer werd georganiseerd. Printeriors brengt het beste samen wat fabrikanten aan materialen, inkten en techniek in huis hebben op het gebied van interieur- en decoratietoepassingen. Van behang tot textiel, vloeren en tapijten, akoestische elementen en kunstvoorwerpen - het motto luidde niet voor niets: "Geen oppervlak is veilig voor digitale disruptie". Er viel op dit gebied dan ook nog meer te beleven tijdens Fespa. Durst demonstreerde bijvoorbeeld, onder de naam Durst Relief, de mogelijkheid om reliëf aan te brengen op prints door meerdere lagen inkt op elkaar aan te brengen. Mimaki liet iets soortgelijks zien, onder de noemer '2.5D', waarbij met maximaal 17 printlagen reliëf-effecten kunnen worden aangebracht. Ook Canon kon in Amsterdam voor het eerst zijn al in september 2020 onthulde Touchstone-software laten zien, bestemd om het printen van texturen op allerlei substraten eenvoudig mogelijk te maken. Kazuaki Ikeda, de ceo van Mimaki, heette iedereen van harte welkom op Fespa ("Eindelijk kan iedereen elkaar weer ontmoeten") maar moest dat vanwege nog altijd geldende reisbeperkingen doen in een videoboodschap. Op een grote stand maakte Mimaki, dat samen met Brother als hoofdsponsor van de Fespa-beurs geldt, ruimte voor vijf machines die nu hun beursdebuut maakten. Daaronder ook de al in april aangekondigde JFX600-2513, een vlakbedmachine voor zowel sign als verpakkingen en POS-toepassingen. De machine maakt gebruik van UV-LED - een technologie waar Mimaki veel vertrouwen in heeft: "De acceptatie van UV-LED als alternatief voor solventinkten gaat snel. Inmiddels is een op drie van onze machines voorzien van UV-LED." Canon toonde zich eveneens tevreden op Fespa 'terug naar normaal' te kunnen. De aanwezigheid op de beursvloer was bovendien ook bedoeld om klanten een hart onder de riem te steken: "Zij hebben een moeilijke en uitdagende periode achter de rug." De fabrikant is vast van plan die klanten te helpen aan een gezonde toekomst te bouwen en zat de afgelopen anderhalf jaar bepaald niet stil. Op de stand stonden onder andere de eerder dit jaar geïntroduceerde Colorado 1630 (rol-naar-rol) en de nieuwe Arizona 135 GT vlakbedprinter. Veel interesse was er voor de 'UVgel Wallpaper Factory' - een combinatie van een Colorado 1650 rol-naar-rol printer met aan de voorzijde een Jumbo Roll Loader JRL 170 van Fotoba en aan de achterzijde een Cutter XLD 170WP en een Rewinder REW 162. Deze volledige 'behangfabriek', die on demand complete behangrollen aflevert, werd 18 maanden geleden geïntroduceerd en is een groot succes: "Tijdens de pandemie groeide de vraag naar behang enorm, omdat iedereen thuis aan de slag ging met zijn interieur." Volgens Canon zijn er inmiddels 'tientallen' machines geïnstalleerd en werden er al 'miljoenen' vierkante meters behang geproduceerd. Ook bij Durst was de opluchting groot over het doorgaan van Fespa - en vooral de mogelijkheid om vanuit de Verenigde Staten weer naar Europa te kunnen reizen. Dat bood namelijk de gelegenheid om ook het Amerikaanse Vanguard, dat vorig jaar werd overgenomen, een voorname plek op de beursstand te geven. Bezoekers konden daardoor niet alleen de nieuwe leden van Durst's 'P5'-familie in actie zien - de P5 Tex iSub sublimatieprinter en de hybride P5 350 HS - maar werden bovendien onthaald op de beursprimeur van Vanguard: de VR6D-HS vlakbedmachine. Die machine, uitgerust met Ricoh inkjetkoppen, haalt een snelheid van 90 vierkante meter per uur en moet het gat vullen tussen het bestaande 'instapmodel' en de highspeed VK300D-HS-machine (die ook op Fespa werd gedemonstreerd). Vanguard blijft als zelfstandig onderdeel van Durst opereren en opende kortgeleden een Europees hoofdkantoor in Italië. De Amerikaanse machines zullen worden verkocht door zowel Durst als door een eigen verkooporganisatie. Software en workflow waren nooit topprioriteit op de beursvloer van Fespa. Ook in de Amsterdamse RAI was het nu wederom even zoeken naar softwareleveranciers. Maar de interesse voor het onderwerp neemt toe, want groeiende bedrijven hebben steeds meer behoefte aan beheersbaarheid. Software is daarbij een cruciaal onderdeel. Sinds leveranciers van digitale grootformaat-systemen het leeuwendeel van de beursvloer bezetten, groeit het besef dat goede software toch op zijn minst een noodzaak is om een bedrijf fatsoenlijk te laten draaien. Veel bedrijven in binnen- en buitenland maakten in korte tijd een enorme groei door. Het beheer van veel meer opdrachten, apparatuur en mensen, maakt investeringen in software (workflow, kleurbeheer, management informatiesysteem/MIS/ERP, RIP, prepress) onontbeerlijk. Dat betekent overigens niet dat de Fespa-bezoeker over de softwareaanbieders struikelde. Dataline - voor de vierde keer deelnemer - was weliswaar niet de enige stand met een MIS (Durst had ook een systeem, zie verderop in dit artikel), maar wel de enige zelfstandige MIS-leverancier. Robert Hartman van Dataline: "Veel bedrijven gebruiken nog steeds losse systemen en hebben niets geïntegreerd. Ze werken met Excel-sheets en een agenda. Ze missen het overzicht en ze zoeken naar een oplossing. Er wordt nog gerekend met een vierkante meterprijs en niet met een integrale kostprijs. Dan heb je nooit een zuivere calculatie." Dataline biedt met MultiPress niet alleen een oplossing voor de grafische industrie, maar ook voor de signsector, aldus Hartman. Voor de signbedrijven zijn er aparte modules en apps ontwikkeld. Zo is er een aparte app voor monteurs die ze op hun smartphone kunnen bedienen. Ze zien in de app de opdrachten voor die dag, inclusief montage-instructies en afbeelding. Ze kunnen er bovendien hun reis- en werktijden en opmerkingen mee vastleggen, bijvoorbeeld over extra werkzaamheden. De informatie wordt beschikbaar gesteld door MultiPress en weer teruggezonden naar het MIS. Volgens Hartman heeft Dataline de calculatiemodule voor de signwereld in MultiPress apart ontwikkeld. Het is geen aangepaste versie van het bestaande systeem voor het grafisch bedrijf. Hartman: "Dat was nodig, want het is een heel andere techniek. Denk bijvoorbeeld maar aan de afwerking." De beursprimeur van Dataline was een nieuwe manier om de contourlijnen van een uit te snijden vorm te berekenen. De contourlijn staat in een aparte laag in de PDF en wordt door MultiPress omgezet naar een vectortekening. Het systeem kijkt vervolgens hoe vaak de vorm op het formaat kan worden geplaatst. Daarbij is het mogelijk om de plaatsing en de oriëntatie aan te passen. Christoph Krohn, product director bij Dataline: "De parameteropbouw van de machine is verder uitgebreid, waardoor we juister kunnen rekenen. De stoptijden van het opleggen en afhalen van panelen worden bijvoorbeeld meegerekend. Dat is tijd die vaak wordt vergeten; in plaats daarvan werkt men met gemiddelden. Maar dat is niet toereikend, we moeten precies weten hoeveel tijd er in een order is gestopt. We kunnen de tijden vergelijken met de reële productie. Als er verschillen zijn met de nacalculatie, kunnen de parameters worden aangepast." Wanneer MultiPress heeft vastgesteld in welke laag de contourlijn staat, wordt er automatisch een snijlijn uitgerekend. Via voorinstellingen kan er een extra marge worden ingegeven, waarna het systeem automatisch uitrekent hoeveel extra tijd hiervoor nodig is. Bij combinatieorders wordt alle afwerkingstijd van alle vormen op het paneel opgeteld. Krohn: "Dit is echt een blinde vlek in veel organisaties. Ze rekenen het printwerk helemaal uit en vervolgens raken ze de winst kwijt in de afwerking. Daarom is het belangrijk om beter te gaan rekenen." De functionaliteit is standaard beschikbaar in MultiPress voor large format. De groeiende behoefte aan geïntegreerde managementinformatie bracht printerproducent Durst er toe om een bestaand ERP (de termen MIS en ERP worden in de grafische- en signindustrie vaak door elkaar gebruikt) van een van zijn klanten over te nemen en dat onder de naam Lift op de markt te brengen. De signspecialist ontwikkelde het ERP-systeem in eigen huis. De medewerkers op de stand wilden overigens niet vertellen om welke klant het ging, maar wel dat het "een van de beste klanten" van Durst is. Durst verkoopt het systeem in de VS en paste het aan voor de Europese markt. In Europa zijn de oplagen kleiner, aldus business developer Frederik von Ehrenstein van Durst. Lift is cloud-gebaseerde software en werkt vanuit de browser. Het ERP biedt vooral functionaliteit die verwacht mag worden in een systeem dat is ontwikkeld door een signbedrijf. Net als op de stand van Dataline benadrukt Durst het belang van een correcte kostenberekening van vierkante meters. Lift geeft statusupdates vanuit de productie, verzamelt data en levert rapportages. In JDF-gebaseerde koppelingen met productieapparatuur wordt niet voorzien. Volgens von Ehrenstein is het systeem bedoeld voor bedrijven met een omzet van boven de twee miljoen euro, maar "een bedrijf met drie man personeel heeft Lift niet nodig." In Duitsland is er inmiddels een Durst-gebruiker die het systeem heeft aangeschaft. Lift is tevens beschikbaar voor klanten die niet met machines van Durst werken. Tijdens de beurs kwam het nieuws naar buiten dat Global Graphics werd omgedoopt naar Hybrid Software. Het is een logisch gevolg van de overname van Hybrid Software door Global Graphics. Topondernemer Guido Van der Schueren vervulde een leidende rol in beide bedrijven, waardoor het niet voor iedereen duidelijk was wie er nu precies wie overnam. Aan die onduidelijkheid komt met de naamsverandering nu een einde. Waarschijnlijk voor het laatst was er nu dus een aparte stand met de naam Global Graphics, waar Eric Worrall, hoofd van de afdeling producten en diensten, de bezoekers te woord stond over de serveroplossingen van het bedrijf in het algemeen en de Harlequin RIP in het bijzonder. Global Graphics heeft van oudsher een goede naam als vooruitstrevende ontwikkelaar van serverproducten. Technisch directeur Martin Bailey promootte tijdens eerdere edities van de grafische vakbeurs Drupa op onvermoeibare wijze de zegeningen van de industriestandaard JDF, stond vooraan in de rij om de PDF Print Engine te integreren in zijn producten en kwam als eerste met ondersteuning voor XPS - het Microsoft-alternatief voor PDF. Het zijn allemaal onderwerpen waar de gemiddelde signspecialist niet direct warm voor loopt, al is het belang voor de sector nauwelijks te overschatten. Worrall zag zijn aanwezigheid op Fespa als een goede gelegenheid om te netwerken met zowel bezoekers als andere standhouders. Maar nu we er toch naar vragen, maakt hij graag van de gelegenheid gebruik om te vertellen welke producten Global Graphics/Hybrid Software op de beurs promoot. Worrall: "De Harlequin RIP is de snelste die er is. Verschillende bedrijven hier op de beursvloer hebben de RIP in hun systeem ingebouwd. In het geval er variabel afgedrukt moet worden, verwerkt de RIP de informatie zo snel dat de pers op volle snelheid kan draaien - 300 meter per minuut, 50 cm breed bij resolutie 1200x600. In plaats van het wegschrijven van enorme hoeveelheden informatie naar de harde schijf, stuurt de software de elektronica direct aan. Dat betekent dat je in plaats van een oplage van tienduizend van dezelfde afdrukken, tienduizend unieke afdrukken kunt maken in dezelfde tijd." Het tweede speerpunt van Global Graphics op Fespa is de rastertechnologie PrintFlat. Dat is weliswaar geen nieuw product, maar het lost wel een paar actuele problemen in het digitaal grootformaat op. Worrall: "Je moet de unieke afdrukken allemaal kunnen inspecteren en je moet kwaliteitscorrecties kunnen uitvoeren. Daarvoor gebruik je inspectiesystemen en als er een nozzle van de inkjetkop verstopt is, of als er banding optreedt, dan moet je het snel opnieuw kunnen afdrukken. We hebben rastertechnologie waarmee je dit soort problemen verbergt. Het puntenpatroon wordt gewijzigd zodra een verstopte nozzle is gedetecteerd. De kwaliteit van de afdruk blijft daardoor optisch in orde." De toepassing is extra belangrijk voor single pass printers, vindt Worrall. "Er kunnen variaties ontstaan in de printkoppen die over het af te drukken oppervlak verspreid staan. Wanneer je het voltage per kop aanpast, kun je compenseren voor de verschillen en krijg je een volledig gelijkmatige afdruk. De software kan op alle beschikbare printkoppen worden toegepast. Het uitgangspunt is de afdruk. Op basis daarvan wordt het beeld aangepast." De RIP-ontwikkelaar is van plan bij te blijven op het gebied van industriestandaarden. Er wordt gewerkt aan ondersteuning van OPC UA. Deze standaard voorziet onder meer in de aansturing van robots en cobots. In het geval van Global Graphics wordt OPC UA gebruikt om het inspectiesysteem en de RIP met elkaar te laten praten. "JDF en JMF komen voort uit een visie op het grafische proces. OPC UA gaat niet over print, maar over productie in het algemeen." De Franse RIP-ontwikkelaar Caldera toonde op Fespa de nieuwe, vijftiende versie van CalderaRIP. De versie was zelfs zo nieuw dat de standmedewerker de toegevoegde functies moest opzoeken in de eigen brochure. De vijftiende uitgave bevat een uitbreiding van de kleurenbibliotheek, onder meer met Pantone FHI, bestemd voor de textiel-, mode- en interieurindustrie. De functionaliteit voor "tiling" (het afdrukken van aansluitende stukken, waardoor een totaalbeeld ontstaat) is verbeterd. Een grootformaat-toepassing om bijvoorbeeld de renovatie van een gebouw te verbergen, kan uit complexe vormen bestaan. Het gebouw kan vreemde vormen en ramen hebben, die het afdrukken ingewikkeld maken. De software van Caldera moet hierbij ondersteuning bieden. CalderaRIP 15 biedt ondersteuning voor de snijplotters van Fotoba. De RIP voegt registratietekens toe, een optische sensor detecteert automatisch de tekens en activeert de snijplotter. Caldera sluit hiermee aan bij een trend die vaker werd gesignaleerd op Fespa: automatisch snijden op basis van optische detectiesystemen. Voor het snijden van vinyl en textiel is er een uitbreiding op de snijsoftware. De software houdt rekening met vervorming of krimpen van het materiaal. De tweede reden voor aanwezigheid op de beursvloer was het prepress automatiseringssysteem PrimeCenter. Het systeem berekent de meest efficiënte productiewijze vanaf binnenkomst van de bestanden en houdt daarbij rekening met onder meer nesting, materiaalkeuze en beschikbare afdrukapparatuur. PrimeCenter verzamelt bestanden en zorgt voor preflighting en voert - indien mogelijk - automatische correcties uit. Caldera gebruikt hiervoor de pdfToolbox van Callas software. Fespa is weliswaar voornamelijk een hardwarebeurs, toch ziet Tim Bernaerdt van Enfocus dat de belangstelling voor software groeit. "In België en Nederland zijn er signbedrijven die volop inzetten op automatisatie. Een bedrijf als 3Motion is een mooi voorbeeld. Maar over het algemeen gaat de ontwikkeling traag. We zien daarnaast traditionele grafische bedrijven die sign erbij nemen. Die zijn het gewoon om te automatiseren." Enfocus, dochterbedrijf van Esko, werd groot in de grafische industrie dankzij PitStop. Enfocus paste het PDF controlesysteem aan voor de signmarkt. Bernaerdt: "In PitStop kunnen we nu onregelmatige vormen verwerken en er een bleed voor maken. Er wordt steeds meer mogelijk. PitStop is een mooi begin voor automatisatie. Automatische correcties uitvoeren en action lists doorlopen zijn de eerste stappen. Als dat eenmaal draait gaat een gebruiker al snel bestanden automatisch doorsturen vanuit de webshop naar PitStop en koppelingen maken met het MIS." Naast PitStop tonen de beursbezoekers belangstelling voor de workflowsoftware Switch, aldus Bernaerdt. "Dan gaat het wel om de grotere bedrijven, die al meer met workflow bezig zijn. Wij zijn ervan overtuigd dat ook de kleinere spelers enorm veel voordeel halen uit automatisering. Wanneer je PitStop-server aanschaft, krijg je de core engine van Switch erbij. De basisstappen kun je al doen en dus al veel manuele taken overbodig maken. Dat proberen we hier te vertellen. Het is nog een beetje evangeliseren. Maar dat blijft onze rol." Dat er onder de nog altijd lastige omstandigheden in vier dagen tijd 7.850 unieke beursbezoekers (in totaal 11.130) naar Amsterdam kwamen, is misschien toch een hele prestatie. Dat zij voor 49 procent afkomstig waren uit de Benelux en Duitsland laat zich ook eenvoudig verklaren. Volgens de Fespa-organisatie was er daarnaast nog sprake van een 'sterke aanwezigheid' uit Italië, het VK, Spanje en Polen. Maar het steekt wel wat schril af tegen de bijna 21.000 bezoekers die in 2019 van over de hele wereld naar de laatste editie van Fespa in München kwamen. Desalniettemin noemt de beursorganisatie de afgelopen editie een 'belangrijke mijlpaal' op weg naar de volgende aflevering in Berlijn, van 31 mei tot en met 3 juni 2022. Het valt te hopen dat de aanloop daarnaartoe ditmaal minder hindernissen kent, zodat er tegen die tijd weer werkelijk sprake kan zijn van een 'Fespa Global Print Expo'.