PEFC publiceert zijn nieuwe FM- en CoC-normen

Zowel bij PEFC als bij FSC kunnen we twee normen onderscheiden: de normen voor het bosbeheer (FM - Forest Management) en de CoC-norm (Chain of Custody - controleketen). De eerste norm is van belang voor de boseigenaars, de tweede voor de bedrijven. PEFC International telt 55 lidstaten, 320 miljoen hectare gecertificeerd bos, 750.000 boseigenaars en 20.000 gecertificeerde bedrijven. De kracht van PEFC in België bestaat erin om lokaal en gecertificeerd hout aan te bieden. Daardoor kunnen de plaatselijke bosbouw en de korte keten bevorderd worden. Gemiddeld 90 procent van de bossen die in België en in de buurlanden gecertificeerd zijn, hebben immers het PEFC-label. Op 17 januari 2020 keurde de Algemene Vergadering van PEFC International de nieuwe normen voor de 'Chain of Custody' en het gebruik van het merk PEFC goed. Die werden van kracht op 14 februari met een overgangsperiode tot 14 augustus 2023 voor de bedrijven die al gecertificeerd waren. Dit jaar worden de PEFC-bosbouwnormen in België herzien. Over die stap wordt het publiek in de winter geraadpleegd. De herziening heeft tot doel om de bossen op de klimaatverandering voor te bereiden en om de wijzigingen in de internationale normen naar het lokale niveau te vertalen. In 2018 waren de internationale bosbouwnormen van PEFC al gewijzigd om een referentie te vormen "die de verwachtingen van alle betrokkenen en van de burgermaatschappij in de hele wereld weerspiegelt. Dat omvat onder andere inspanningen om de klimaatverandering te beperken, om de bossen te vernieuwen, en om arbeidsvoorwaarden in het bos en het welzijn en de toegang tot werk van de lokale bevolking te verbeteren." Zo vat Samuel Oldenhove, algemeen secretaris van PEFC Belgium, de wijzigingen samen. Dit nieuwe referentiekader komt ook tegemoet aan alle vereisten voor een duurzame houtbevoorrading zoals die door Nederland gedefinieerd is. In 2020 heeft PEFC International dan ook de maximumscore van het Timber Procurement Assessment Committee (TPAC) gekregen. Dat comité beoordeelt of de certificatiesystemen in overeenstemming zijn met de duurzame bevoorradingspolitiek van de Nederlandse regering. "Volgens die beoordeling worden PEFC en FSC dus als volkomen gelijkwaardig beoordeeld", zegt Samuel Oldenhove. Het nieuwe referentiekader van de PEFC-certificatie omvat niet alleen het duurzame bosbeheer, maar ook de 'Duurzame Ontwikkelingsdoelen van de VN' die de maatschappelijke vereisten extra kracht verlenen (minimumloon, geen discriminatie op het werk, enzovoort). Het is nu aan PEFC Belgium en aan alle andere nationale organisaties om die normen in een voor het land specifiek referentiekader te vertalen.
...

Zowel bij PEFC als bij FSC kunnen we twee normen onderscheiden: de normen voor het bosbeheer (FM - Forest Management) en de CoC-norm (Chain of Custody - controleketen). De eerste norm is van belang voor de boseigenaars, de tweede voor de bedrijven. PEFC International telt 55 lidstaten, 320 miljoen hectare gecertificeerd bos, 750.000 boseigenaars en 20.000 gecertificeerde bedrijven. De kracht van PEFC in België bestaat erin om lokaal en gecertificeerd hout aan te bieden. Daardoor kunnen de plaatselijke bosbouw en de korte keten bevorderd worden. Gemiddeld 90 procent van de bossen die in België en in de buurlanden gecertificeerd zijn, hebben immers het PEFC-label. Op 17 januari 2020 keurde de Algemene Vergadering van PEFC International de nieuwe normen voor de 'Chain of Custody' en het gebruik van het merk PEFC goed. Die werden van kracht op 14 februari met een overgangsperiode tot 14 augustus 2023 voor de bedrijven die al gecertificeerd waren. Dit jaar worden de PEFC-bosbouwnormen in België herzien. Over die stap wordt het publiek in de winter geraadpleegd. De herziening heeft tot doel om de bossen op de klimaatverandering voor te bereiden en om de wijzigingen in de internationale normen naar het lokale niveau te vertalen. In 2018 waren de internationale bosbouwnormen van PEFC al gewijzigd om een referentie te vormen "die de verwachtingen van alle betrokkenen en van de burgermaatschappij in de hele wereld weerspiegelt. Dat omvat onder andere inspanningen om de klimaatverandering te beperken, om de bossen te vernieuwen, en om arbeidsvoorwaarden in het bos en het welzijn en de toegang tot werk van de lokale bevolking te verbeteren." Zo vat Samuel Oldenhove, algemeen secretaris van PEFC Belgium, de wijzigingen samen. Dit nieuwe referentiekader komt ook tegemoet aan alle vereisten voor een duurzame houtbevoorrading zoals die door Nederland gedefinieerd is. In 2020 heeft PEFC International dan ook de maximumscore van het Timber Procurement Assessment Committee (TPAC) gekregen. Dat comité beoordeelt of de certificatiesystemen in overeenstemming zijn met de duurzame bevoorradingspolitiek van de Nederlandse regering. "Volgens die beoordeling worden PEFC en FSC dus als volkomen gelijkwaardig beoordeeld", zegt Samuel Oldenhove. Het nieuwe referentiekader van de PEFC-certificatie omvat niet alleen het duurzame bosbeheer, maar ook de 'Duurzame Ontwikkelingsdoelen van de VN' die de maatschappelijke vereisten extra kracht verlenen (minimumloon, geen discriminatie op het werk, enzovoort). Het is nu aan PEFC Belgium en aan alle andere nationale organisaties om die normen in een voor het land specifiek referentiekader te vertalen. De CoC-normen van PEFC hebben betrekking op alle bedrijven met een PEFC-certificaat, vanaf de bosbouwer tot de laatste schakel in de verwerkingsketen. "De normen verstrengen hoofdzakelijk de vereisten die gesteld worden aan de bronnen die het hout leveren, en bieden de bedrijven meer duidelijkheid bij het beheer van hun productstromen", onderstreept men bij PEFC Belgium. Een van de ontwikkelingen van de CoC-normen tussen 2002 en 2020 slaat op de uitbreiding van de definitie van 'controversiële bronnen', terwijl tegelijk nieuwe vereisten op het vlak van de risicoanalyse gesteld worden. "De doelstelling hier is om bijkomende kwesties aan te pakken die verder gaan dan het wettelijke kader en die verband houden met een duurzame productie en oogst, met de biodiversiteit, met bosgebieden die ecologisch belangrijk zijn, met de fundamentele arbeidsprincipes en -rechten, en met de rechten van de lokale bevolking", preciseert Bernard Buntinx, account manager van PEFC Belgium. De nieuwe normen geven ook meer duidelijkheid over de methoden om de houtstromen te beheren. Naast de methodes om de stromen die het bedrijf binnen- en buitengaan, te traceren en te controleren, wordt de kredietmethode nu ook als een bijkomende methode voor de controleketen gezien. Een extra methode dus bovenop de methodes die de fysieke scheiding en de percentages garanderen. "De bedrijven die de methode toepassen om de grondstoffen met het PEFC-certificaat fysiek van andere grondstoffen te scheiden, kunnen nu uitdrukkelijk de melding '100% PEFC-gecertificeerd' gebruiken wanneer ze zich uitsluitend met gecertificeerde grondstoffen bevoorraden", legt Bernard Buntinx uit. Een nieuw en iets beknopter label kan dan aangebracht worden op de producten die aan de nieuwe normen voldoen. Dat label hoeft niet langer meer de kleine initialen TM (TradeMark) te dragen. In februari 2021 publiceerde FSC International een nieuwe versie (V3-1) van zijn norm voor de certificatie van de 'Chain of Custody'. Een grote nieuwigheid is de integratie van basisvereisten op het vlak van arbeid. Die vernieuwing omvat ook de elementen die sinds de vorige versie V3-0, die van januari 2017 dateert, via richtlijnen ingevoerd werden. De aanpassing is gebaseerd op de basisafspraken van de ILO (International Labour Organisation) die al deel uitmaakt van de FSC-norm voor bosbouw. De nieuwe versie van de FSC-certificatie voor de 'Chain of Custody' vergt nu ook dat aan de vereisten op maatschappelijk en ethisch vlak voldaan moet zijn. Dat betekent dat de vereisten op het vlak van de arbeidsomstandigheden nu voor de hele keten gelden en aan audits onderworpen zijn, van het bos waar het hout vandaan komt, tot het eindproduct. De bedrijven wordt bijvoorbeeld gevraagd om geen minderjarige werknemers in dienst te nemen, om geen werknemers te discrimineren en om de vrijheid van vereniging en het recht op collectieve actie te respecteren. Daarnaast werden in de nieuwe tekst ook enkele interpretatieproblemen opgelost. De term 'factuur' bijvoorbeeld werd vervangen door 'verkoopsdocument'. Dat maakt een einde aan de vraag op welk document het CoC-nummer en de verkoopsverklaring van het gecertificeerde product vermeld moeten worden. Voordien was absoluut de factuur nodig, maar die wordt niet altijd geleverd op het moment waarop het product geleverd wordt. De nieuwe FSC-norm V3-1 voor de 'Chain of Custody' is op 1 september 2021 van kracht geworden en is verplicht voor alle nieuwe certificaten. Alle bestaande houders van een FSC-certificaat voor de CoC krijgen een verlengde overgangsperiode van 15 maanden (in plaats van 12). Die overgangsperiode eindigt dus op 31 december 2022. Net als PEFC Belgium verwacht FSC Belgium niet dat de nieuwe elementen een groot probleem vormen voor de Belgische certificaathouders. De inspanningen om de arbeidsomstandigheden te verbeteren, zullen vooral in de ontwikkelingslanden geleverd moeten worden. In juli 2021 keurde FSC International daarnaast nog het ontwerp voor de FSC-bosbouwnorm voor België goed. Voor FSC Belgium was dat een belangrijke stap, want voordien bestond er geen geharmoniseerd FSC-kader op Belgisch niveau. Tot nu toe werden er twee, ondertussen verouderde, referentiekaders toegepast: een voor Vlaanderen, het andere voor de rest van het land. De boseigenaars en -beheerders beschikken nu over één enkel FSC-kader dat op Belgisch niveau vernieuwd werd, in het Frans en in het Nederlands. Die nieuwe norm hecht bijvoorbeeld een bijzondere aandacht aan de diversificatie van de gebruikte boomsoorten en aan de variatie in de bosstructuur. De nieuwe norm streeft ook naar een grotere biodiversiteit. Ook is vastgelegd welke concrete maatregelen genomen kunnen worden bij een overbevolking van bepaalde wildsoorten. De FSC-norm voert tevens voor het eerst de mogelijkheid in om naast de bosbouwproducten zelf, ook het ecologische belang van het bos te valoriseren. De nieuwe norm voor bosbeheer van FSC Belgium wordt in oktober 2021 van kracht. Vanaf die datum hebben de huidige certificaathouders 12 maanden tijd om aan de nieuwe norm tegemoet te komen. FSC heeft daarnaast nog de tekst van het label 'FSC Mix' gewijzigd en uitgebreid met de boodschap 'Supporting responsible forestry'. Het nieuwe label 'FSC Mix' wordt vanaf januari 2022 ingevoerd met een overgangsperiode van dertig maanden waarin het nieuwe en het oude label naast elkaar bestaan. Met die lange overgangsperiode wil FSC de certificaathouders de mogelijkheid geven om het nieuwe label te integreren wanneer ze hun grafische imago aanpassen. Voor de bedrijven uit de grafische sector, zowel gecertificeerde bedrijven als bedrijven die zich willen certificeren, organiseert FSC Belgium opleidingen waar in detail ingegaan wordt op de CoC-certificatienorm van FSC, op het grafische charter van FSC en op de punten waarvoor men bij de voorbereiding van een FSC-audit aandacht moet hebben. FSC International vertegenwoordigt meer dan 228 miljoen hectare gecertificeerd bos, ongeveer 170.000 boseigenaars, 48.158 CoC-certificaties (voor de bedrijven). De organisatie telt 1.165 internationale leden in 89 landen. Het Europese Ecolabel dat de Europese Commissie in 1992 in het leven heeft geroepen, stelt de consument in staat om de producten te identificeren die over hun hele levenscyclus het meest milieuvriendelijk zijn. Het label is herkenbaar aan zijn logo in de vorm van een bloem. Het is bedoeld om de duurzame productie en consumptie van producten, alsook de levering en het gebruik van duurzame diensten in de hand te werken. Oorspronkelijk was het Ecolabel het antwoord op de plannen van de overheden om de informatie die op de producten aangebracht werd, aan strengere richtlijnen te onderwerpen en betrouwbaarder te maken. Bijna dertig jaar later vindt het label nog altijd een plaats in het beleid van de EU en de lidstaten op het vlak van duurzame consumptie en productie. Daarbij is het de bedoeling om de impact van de consumptie en productie op het milieu, de gezondheid, het klimaat en de natuurlijke hulpbronnen te beperken. Sinds 1 januari 2020 is de nieuwe herziening van het Europese Ecolabel van kracht en daarbij werden de normen voor papier verstrengd. Papier moet nu minstens 70 procent vezels bevatten uit duurzaam beheerde bossen om voor het Europese Ecolabel in aanmerking te komen - voordien was dat 50 procent. Het toepassingsgebied van het Europese Ecolabel voor bedrukt papier werd uitgebreid tot omslagen, papierwaren (bijv. mappen), papieren zakken en verpakkingen, en cadeaupapier. Verpakkingen, etiketten en materialen die bedoeld zijn om in contact te komen met voedingsmiddelen, zijn van het label uitgesloten. Net als papieren zakdoeken, producten op basis van textiel en de producten en zakken in geparfumeerd papier. De Europese vakorganisatie Intergraf dat tot het nieuwe evaluatieproces heeft bijgedragen, heeft ervoor geijverd dat wie het label aanvraagt, het label voor een hele groep producten kan verkrijgen. Als algemene regel wordt het Europese Ecolabel aan een specifiek product toegekend waarbij men ervan uitgaat dat de kenmerken in de loop van de tijd niet veranderen. Drukwerk daarentegen wordt door de klanten ontworpen en de ene productie is niet met de andere te vergelijken. Het nieuwe Europese Ecolabel erkent die bijzonderheid en geeft bedrijven de mogelijkheid om een aanvraag voor een productgroep in te dienen. De nieuwe groep omvat de producten in bedrukt papier die voor minstens 90 procent uit papier, karton of dragers op basis van papier bestaan. Met uitzondering van boeken, catalogi en formulieren die voor minstens 80 procent uit papier moeten bestaan. Het nieuwe Europese Ecolabel geldt tot 31 december 2028, waarop de volgende herziening van kracht moet worden. Intergraf heeft een gids uitgebracht voor drukkerijen die voor hun gedrukte producten het Europese Ecolabel willen aanvragen. In september 2020 had de Europese Commissie 24 product- en dienstencategorieën die voor het label in aanmerking komen, vastgelegd. Op dat moment hadden 1.757 Europese bedrijven het Ecolabel verworven en waren er in Europa 76.000 productreferenties. De categorie 'papierwaren' omvat grafisch papier, bedrukt papier, papierwaren en papieren zakken. Het Europese Ecolabel, Blauer Engel, Nordic Swan... Er zijn tientallen milieulabels in omloop, die zowel door overheden als particuliere organisaties in het leven geroepen zijn. Hieronder een kort overzicht van de labels die vaak in de grafische industrie opduiken. ECF - Elementary Chlorine Free. De papierpulp wordt gebleekt met ecologische procedés die ervoor borg staan dat de maximale hoeveelheid afgeleide organische chloor onder de 0,8 kg per ton blijft. Om de houtpulp te bleken, wordt chloordioxide gebruikt in plaats van het schadelijke chloorgas. Dat voorkomt de vorming van dioxines en kankerverwekkende elementen. TCF - Total Chlorine Free. De papierpulp wordt gebleekt met ecologische procedés die het gebruik van producten op basis van chloor uitsluiten en die garanderen dat de maximale hoeveelheid afgeleide organische chloor minder dan 0,2 kg per ton bedraagt. De chloorhoudende stoffen worden vervangen door bijvoorbeeld zuurstofwater of ozon. 'BLAUER ENGEL'. Het Duitse label 'Blauer Engel' is het oudste milieulabel en wordt als het strengste beschouwd. Het gaat om een consumentenlabel dat toegekend wordt aan producten met de meest milieuvriendelijke kenmerken. Om dat label te verkrijgen, moeten de producten en/of diensten niet alleen de gezondheid beschermen, maar ook de natuur, het klimaat en de grondstoffen. Alleen gerecycleerde papiersoorten kunnen voor het label 'Blauer Engel' in aanmerking komen. NORDIC SWAN. Het Scandinavische label signaleert producten en diensten die ecologisch verantwoord zijn. Het label hanteert ecologische criteria, maar houdt ook rekening met de kwaliteit, met de impact op de gezondheid en met de informatie die aan de consument gegeven wordt. Zo werden er voor een 60-tal productcategorieën criteria vastgelegd. De rode draad van het label: er wordt rekening gehouden met de volledige levenscyclus van een product of dienst. ISO 14001 - SYSTEEM VOOR MILIEUBEHEER. Dit systeem voor milieubescherming is voor de industrie bedoeld, niet voor de consument. De papierproducenten worden sterk gemotiveerd door het idee om hun productieprocessen te beheersen en te verbeteren. ISO 14001 schrijft heel precies voor welke emissies gemeten moeten worden, welke methode gebruikt moet worden, en wat de belangrijke punten en richtlijnen zijn die een permanente verbetering mogelijk maken. EMAS - SYSTEEM VOOR MILIEUBEHEER. EMAS is een ander systeem voor milieuvriendelijke productie. Het is eveneens voor de industrie bestemd en stelt zich tot doel om het productieproces vanuit een ecologisch en economisch standpunt te optimaliseren. EMAS verplicht een monitoringproces en een permanente verbetering. NEUTRALE CO2-BALANS of klimaatneutraal. Verscheidene organisaties certificeren papieren op basis van de CO2-uitstoot die tijdens de productie- en gebruiksprocessen vrijkomen. In België worden zulke certificaties verleend door organisaties zoals CO2Logic in samenwerking met Vinçotte, en Climate Partner. Er bestaan echter misbruiken en het gebrek aan een internationale standaardisering maakt vergelijken moeilijk. C2C - CRADLE-TO-CRADLE. De internationale certificatie 'Cradle to Cradle' (van wieg tot wieg) certificeert dat met een product dat het einde van zijn levenscyclus bereikt, opnieuw hetzelfde product vervaardigd kan worden zonder dat nieuwe energie nodig is. De certificatie werd in 2002 in het leven geroepen door de Duitse chemicus Michel Braungart, directeur van het bureau voor de bevordering van de milieubescherming, en William McDonough, een Amerikaanse industrieel. De certificatie wordt verkregen via de bureaus 'McDonough Braungart Design Chemistry' (MBDC) en 'Environmental Protection Encouragement Agency (EPEA)'. De criteria voor de certificatie dekken vijf domeinen: toxiciteit van de gebruikte materialen, hergebruik van materialen, energie, water, maatschappelijke verantwoordelijkheid. De producten moeten ofwel biologisch afbreekbaar ofwel recycleerbaar zijn en moeten zoveel mogelijk op hernieuwbare energiebronnen steunen. Er zijn vier certificatieniveaus, afhankelijk van de prestaties: brons (basis), zilver, goud en platina. Een laboratorium in het Duitse Hamburg voert de C2C-beoordelingen uit. De uiteindelijke beslissing om het certificaat te verlenen, wordt genomen door MBDC in de VS. In de papierindustrie hebben tot nu toe twee bekende fabrikanten een C2C-certificaat verkregen: Lessebo Paper (goud) en Arctic Paper Munkedals (brons).