In april publiceerde Drupa zijn laatste jaarlijkse 'Global Trends Report'. De enquête voor dat rapport werd al in november 2019 gehouden, dus voordat de corona-pandemie losbarstte. Het rapport geeft daardoor, op het moment dat Drupa al is uitgesteld naar 2021, een beeld van het 'oude normaal'. Het vertrouwen in de grafische industrie was eind 2019 nog positief, blijkt uit de cijfers, al waren er wel zorgen over mogelijke handelsoorlogen en politieke onrust.
...

In april publiceerde Drupa zijn laatste jaarlijkse 'Global Trends Report'. De enquête voor dat rapport werd al in november 2019 gehouden, dus voordat de corona-pandemie losbarstte. Het rapport geeft daardoor, op het moment dat Drupa al is uitgesteld naar 2021, een beeld van het 'oude normaal'. Het vertrouwen in de grafische industrie was eind 2019 nog positief, blijkt uit de cijfers, al waren er wel zorgen over mogelijke handelsoorlogen en politieke onrust. "De verpakkingensector blijft een groeimarkt, al betekent de milieudiscussie rond plastic problemen voor de een en kansen voor de ander", schrijven de onderzoekers. "Zeker de productiebedrijven die actief zijn in de uitgeverijsector, en in enige mate ook de handelsdrukkerijen, kijken met jaloezie naar de groeikansen in de markten voor verpakkingen en voor functioneel drukwerk." Op de vraag waar de beste kansen voor 2020 liggen, blijkt bij de respondenten dan ook dat het 'diversifiëren richting verpakkingen en functioneel drukwerk' hoog op de lijst staat. Dat drukkerijen in de krimpende markt van handeldrukwerk overwegen op te schuiven richting de groeiende verpakkingsmarkt is bekend. Het lijkt ook een voor de hand liggende keuze, gezien de vaak al wel aanwezige overlap in het productenfolio (menig drukkerij produceert immers ook wel etiketten en doosjes) en het klantenpakket - al blijkt de overstap van de ene naar de andere sector in de praktijk lang niet altijd zo eenvoudig als gedacht. Maar de koers verleggen richting 'functioneel drukwerk'? Volgens de definitie van de Drupa-onderzoekers gaat het daarbij dan om zowel industriële als decoratieve en textiel-toepassingen, waaronder ook gedrukte electronica, 3D-producten, keramiek en behang. De raakvlakken met door offset gedomineerde handelsdrukkerijwereld lijken dus niet heel groot. Volgens het rapport is zeefdruk nog altijd de meest gebruikte druktechniek in dit marktsegment, al wordt inkjet ook steeds vaker ingezet: bij de investeringsplannen voor 2020 stond bij producenten van 'functioneel drukwerk' de aankoop van grootformaat inkjetsystemen op nummer één (38%), gevolgd door zeefdrukmachines (31%). De cijfers en trends in dit Drupa-rapport zijn natuurlijk allemaal 'pre-corona'. Inmiddels dwingt de door de pandemie veroorzaakte crisissituatie iedereen, en zeker ook elk grafisch bedrijf, opnieuw over zijn toekomst na te denken. En daarom kan het geen kwaad nog eens nader naar de eventuele mogelijkheden en kansen van industrieel (of 'functioneel') drukwerk te kijken. Een goed startpunt daarbij vormt de eerste editie, in 2014, van 'InPrint' - een vakbeurs volledig in het teken van industrial print. Ter gelegenheid van InPrint publiceerde de organisatie een whitepaper om het vakgebied af te bakenen en in kaart te brengen. Hét kenmerk van industrial print, schrijven de onderzoekers van IT Strategies daarin, is dat het drukken een (geïntegreerd) deelproces is van een groter industrieel productieproces: het drukken is "min of meer een component van het product". Waar bij handelsdrukkerijen met inkt op papier het eindproduct ('drukwerk') ontstaat, daar is het industriële drukproces vooral bedoeld om functionaliteit aan een product toe te voegen: bijvoorbeeld een logo op een wasmachine of informatie op een verpakking. "Maar het kan ook een puur decoratieve functie hebben, bijvoorbeeld op bouwmaterialen. En met speciale materialen kunnen ook elektronische circuits op of in producten worden gedrukt." Het brede scala aan toepassingen maakt het moeilijk de omvang van de markt te schatten, maar IT Strategies deed toch een poging en rekende voor dat er wereldwijd zo'n 100 miljard dollar aan industrieel drukwerk werd uitgegeven. Het grootste deel daarvan (45 miljard) ging naar verpakkingen, gevolgd door textiel (15 miljard), glas (9 miljard) en vloerbedekkende materialen (8 miljard). En volgens het laatste Drupa-rapport zijn deze markten sindsdien dus alleen maar groter geworden. De première van het InPrint evenement vond in 2014 gelijktijdig met de jaarlijkse Messe Hannover plaats: de grootste beurs ter wereld op het gebied van industrie en automatisering. In een eigen hal op het enorme beurscomplex verzamelden zich zo'n 100 exposanten, waaronder bekende namen zoals Agfa, Mimaki, Durst, Xaar, Ricoh, Fujifilm en Canon. Zij zien goede kansen voor inktjet-technologie in dit marktsegment. Een goed voorbeeld daarvan is de markt van gedecoreerde keramische tegels, waar op dat moment al zo'n 70 procent van het totaal wordt geproduceerd op industriële inkjet-installaties. En er zijn hoge verwachtingen van 'direct to shape' toepassingen, waarbij blikverpakkingen en flessen direct op de verpakkingslijnen worden bedrukt met inkjet. "Door direct op flessen te printen kun je miljoenen besparen op etiketten", stelde koppenproducent Xaar ter plekke. Ook IT Strategies voorzag goed toekomstkansen in industrial print voor de inkjetproducenten, met een groei in de omzet van hardware en inkten van bijna 3,8 miljard dollar in 2012 naar, in potentie, zo'n 21,6 miljard in 2022. Om te zien wat er van de verwachtingen van destijds is waargemaakt, loont het misschien om alvast - en uiteraard onder voorbehoud - de vijfde editie van de InPrint-beurs in de agenda te zetten: van 9 tot en met 11 maart 2021 in München. De machinefabrikanten hebben ondertussen in ieder geval niet stil gezeten en hebben de afgelopen jaren verschillende ontwikkelingen getoond in industrial print. Agfa stelt in haar laatste jaarverslag: "Voortbouwend op het succes van het high-end grootformaatgamma van inkjetmachines en vertrouwend op zijn knowhow in inkten, streeft de divisie Digital Print & Chemicals naar een aanzienlijke groei in industriële toepassingen, zoals het bedrukken van vloerbedekking en leder." Om dat te bereiken werkte Agfa bijvoorbeeld samen met Unilin, fabrikant van laminaat voor vloeren en meubels. Ze ontwikkelden een combinatie van een specifieke primer en inkt, waardoor de inkjetechnologie nu ook in hoge volumes de concurrentie aankan met de tot nu toe toegepaste diepdruktechniek. En voor de lucratieve markt van lederen schoenen, tassen, kleding en meubilair ontwikkelde Agfa het Alussa-portfolio, met onder andere speciale UV-inkten en coating, om ook daar een plek tussen de traditionele productiemethodes te veroveren. De textielmarkt biedt eveneens volop mogelijkheden. In het magazine VIGC Today vertelde Joost Verpoort (Durst DGSS) vorige maand bijvoorbeeld over nieuw ontwikkelde pigmentinkjetinkten die zich aan een breed scala van textielvezels hechten. Die pigmenten doen dat ook beter dan veel bestaande inkten, waardoor er minder processtappen nodig zijn: "Met deze nieuwe inkten kun je op vrijwel alle weefsels en breisels printen, zoals polyester, nylon, linnen, zijde en katoen, maar bijvoorbeeld ook wol. Een groot deel van de markt komt zo binnen bereik. Maar voor sommige applicaties, zoals vlaggen, zal je toch speciale inkten nodig blijven hebben." Verpoort ziet met name kansen in de markt van 'home textiles': "Consumenten besteden nu meer aan de aankleding van hun huis, en ook winkels en hotels zoeken naar maatwerk in bijvoorbeeld behang, gordijnen en bedlinnen. Daar moet je als lokale printspecialist toch van kunnen profiteren." En dat het niet altijd inkjet hoeft te zijn om nieuwe markten te betreden, laat Xeikon zien: de toner-specialist biedt met zijn 'Wallpaper Suite' een complete oplossing voor de productie van kleine oplages en maatwerk in behangpapier. Ook Heidelberg ziet toekomst in inkjet en industrieel drukken. In 2016 baarde de persenfabrikant opzien met de lancering van de 'Jetmaster Dimension' (later omgedoopt tot de 'Omnifire'): een full colour inkjetprinter die rechtstreeks op driedimensionale voorwerpen kan printen, zoals een voetbal, een muesli-kokerverpakking of een helm. De Omnifire wordt ook al ingezet in de automotive industrie, waar interieuronderdelen zoals het dashboard worden geprint voor bijvoorbeeld speciale edities van de Mini Cooper. Heidelberg heeft hoge verwachtingen van de industriële schaalbaarheid van de techniek en voorziet bijvoorbeeld dat er in de toekomst complete vrachtwagens en zelfs vliegtuigen mee kunnen worden bedrukt. Na een aantal proefinstallaties werd het stiller rond de Omnifire en bij de laatste Drupa-aankondigingen leek de machine zelfs afwezig. Grafisch Nieuws vroeg daarom naar de stand van zaken. Thomas Fichtl (Heidelberg) legt uit: "We werken met klanten op projectbasis aan Omnifire. Dat betekent dat we in opdracht van een klant de mogelijkheden inventariseren om een object te bedrukken, zowel vormtechnisch als druktechnisch, en vervolgens een complete oplossing (inclusief de machine) leveren." Dit jaar werden bijvoorbeeld nog twee machines, een Omnifire 250 en een Omnifire 1000, toegevoegd aan het bestaande machinepark van het in Lichtenstein gevestigde 'Balleristo' (onderdeel van drukkerij BVD) dat via een webshop naar wens bedrukte voetballen aan consumenten verkoopt. Als er een segment in 'industrial printing' is waar veel ogen op gericht zijn, dan is dat 'printed electronics' - zeker nu ook steeds meer objecten en producten een connectie met de cloud zullen moeten aangaan om in de '4.0'-wereld te kunnen functioneren. Gedrukte elektronica gelden als een goedkoop en flexibel toepasbaar alternatief voor klassieke chips. Door met (semi-)geleidende inkten op folie te drukken kunnen relatief eenvoudig grote hoeveelheden sensoren, circuits of transistors worden geproduceerd. Ook toepassingen als energieopslag, verlichting, zonnecellen en aanraakschermen behoren tot de (toekomstige) mogelijkheden. Dat kan met verschillende technieken, zoals diepdruk en flexo maar ook zeefdruk en inkjet. En op allerlei materialen: naast kunststof en glas ook papier en karton. Praktische voorbeelden zijn bijvoorbeeld het in druk aanbrengen van RFID- of NFC functionaliteit op toegangskaarten, verpakkingen en tijdschriften. Volgens analisten van het Britse IDTechEx, gespecialiseerd in opkomende technologie, is de markt van printed electronics in 2020 zo'n 35,3 miljard euro groot. Meer dan 80 procent daarvan komt voor rekening van displays en een kleine 10 procent bestaat uit gedrukte sensoren. Naar verwachting van de marktonderzoekers groeit de markt naar ruim 62 miljard euro in 2030. Een van de spelers die voorsorteren op het miljardenpotentieel van gedrukte elektronica is opnieuw Heidelberg. In juli kondigde de Duitse persenbouwer een uitgebreid kostenbesparingsprogramma aan, maar maakte ook bekend juist flink te investeren in de productie van gedrukte sensoren. Het bedrijf zette een aparte business unit op voor het ontwikkelen, produceren en verkopen van deze sensoren - en is daarmee ook daadwerkelijk al van start gegaan. In een hal op het eigen fabrieksterrein van Wiesloch-Walldorf werd 5 miljoen euro geïnvesteerd in een complete productielijn (nadere details over de machines ontbreken nog, maar op foto's is een Gallus RCS 430 pers te zien, in de basis een labelpers die modulair kan worden uitgerust met zowel offset- als diepdruk-, flexo-, zeefdruk-, folie- en lak-units). De gedrukte sensoren zijn ontwikkeld door InnovationLab (iL), een samenwerkingsverband waarin sinds 2008 naast Heidelberg ook partijen als BASF en SAP participeren. De eerste sensoren die nu van de pers rollen zijn bestemd voor gebruik in de orthodontische diagnostiek en behandeling: door het digitaal registreren van de druk tussen de boven- en onderkaak kunnen afwijkingen met grote precisie worden gecorrigeerd. Heidelberg verwacht in de toekomst ook sensoren te produceren voor de gezondheidszorg, de logisitieke sector, de retail en de automaotive industrie. Volgens Rainer Hundsdörfer, ceo van Heidelberg, opent deze nieuwe activiteit nieuwe toekomstperspectieven voor het bedrijf, met het potentieel om uit te groeien richting een omzet van tientallen tot honderden miljoenen euro's. Voor de grafische ondernemer die het helemaal over een andere boeg wil - of misschien zelfs: moet - gooien, biedt 'industrial printing' ogenschijnlijk een zee aan opportuniteiten. Een flink deel van die markt lijkt echter niet zozeer voor drukkerijen bestemd, omdat de druktechniek juist vaak volledig zal worden geïntegreerd in het productieproces van de klant zelf. Die ontwikkeling is dan ook vooral interessant voor de fabrikanten die deze druk- of printsystemen leveren en integreren bij de betreffende industriële gebruikers. Toch zou het, met de al beschikbare en nog toekomstige printtechnologie, ook voor de handelsdrukkerij van nu mogelijk moeten zijn een eigen positie te creëren en een industriële (niche)markt te veroveren.