Ricoh ontwikkelt momenteel een B2-sheetfed inkjetvellenpers voor de commerciële printmarkt, bevestigt Erwin Busselot, verantwoordelijk voor Business Innovations & Solutions bij Ricoh Europe, als Grafisch Nieuws hem daar naar vraagt. "De pers - een vernieuwend en innovatief ontwerp - is een gloednieuw productieplatform dat door Ricoh zal worden geproduceerd, inclusief onze eigen printkoppen en inkttechnologie." Nu Drupa is uitgesteld, zullen we nog even op verdere details moeten wachten: "We zijn van plan om voor het eerst de mogelijkheden ervan op Drupa 2021 te onthullen en te demonstreren."
...

Ricoh ontwikkelt momenteel een B2-sheetfed inkjetvellenpers voor de commerciële printmarkt, bevestigt Erwin Busselot, verantwoordelijk voor Business Innovations & Solutions bij Ricoh Europe, als Grafisch Nieuws hem daar naar vraagt. "De pers - een vernieuwend en innovatief ontwerp - is een gloednieuw productieplatform dat door Ricoh zal worden geproduceerd, inclusief onze eigen printkoppen en inkttechnologie." Nu Drupa is uitgesteld, zullen we nog even op verdere details moeten wachten: "We zijn van plan om voor het eerst de mogelijkheden ervan op Drupa 2021 te onthullen en te demonstreren." Met deze inkjetvellenpers breidt Ricoh haar portfolio verder uit in een poging de digitale transformatie van een nieuwe impuls te voorzien. "Over het algemeen is er een toenemende opportuniteit voor digitaal drukken", meent Erwin Busselot. En de huidige coronacrisis zal digitaal drukken waarschijnlijk nog vooruitduwen in vergelijking met conventioneel, voorspelt hij: "Er is bijvoorbeeld minder arbeid voor nodig dan voor conventioneel drukken. Ook zullen kleinere oplagen en de druk om inhoud relevanter te maken, de achteruitgang van het conventionele drukwerk versnellen." In drukvolume, geeft Busselot toe, is digitaal drukken in vergelijking met conventioneel nog maar "een 'single digit' cijfer" - oftewel nog altijd minder dan 10 procent. Maar: "Qua verkoopwaarde is het wel anders, omdat digitaal daar al een double digit cijfer is." Hij weet ook wel waar de overstap van offset naar digitaal door geremd wordt: "Er zijn geen belangrijke beperkingen in kwaliteit of productiviteit. De beperking ligt in de kosten per pagina, wat technisch gezien een probleem is voor digitaal drukken op basis van elektrofotografie (toner). Inkjet heeft daarentegen de mogelijkheid, wanneer de scale of economies ten gunste van digitaal drukwerk doorslaat, om ook in prijs te wedijveren, of op zijn minst heel dichtbij te komen." Ricoh levert al een snelle (rotatieve) inkjetpers met offsetkwaliteit, stelt Busselot: "Met een cutter/stapelaar kan deze machine 12.000 B2 prints per uur produceren." Toch blijkt er behoefte aan een alternatief, merkt hij ook: "Wat men echt wilt, is een kosteneffectieve, hoogwaardige inkjetvellenpers, die productief kan afdrukken zonder primer op normaal in de handel verkrijgbaar papier dat je, om zo te zeggen, naar believen in de invoerlade kan stoppen." Hij verwacht dan ook dat inkjetvellenpersen zeker een belangrijke rol zullen spelen bij de transitie van conventioneel naar digitaal drukwerk: "Vooral wanneer je een breed scala aan taken op verschillende substraten moet afdrukken. Wanneer je sterk geautomatiseerde workflowtools toevoegt die elk blad van elke taak kunnen volgen, kan je een echt geautomatiseerde workflow creëren voor zowel web-to-print drukwerk, als traditionele productie." Met de aankondiging van haar B2 inkjetvellenpers sluit Ricoh aan op een trend die drie Drupa's geleden, in 2008, al vorm begon te krijgen. Daar werden de eerste professionele inkjetvellenpersen voor de grafische industrie aangekondigd. Tot dan toe werd er met de inkjettechnologie vooral gemikt op hoge printvolumes die buiten het bereik van toner-gebaseerde systemen liggen: de HP Webpress en de Kodak Prosper zetten daarin als rotatieve inkjetpersen de trend. Maar zowel Fujifilm als Screen zagen reeds andere mogelijkheden en lieten in Düsseldorf de eerste technologiedemonstraties zien van de vellenmachines die ze twee jaar later, tijdens Ipex in Birmingham, daadwerkelijk zouden laten debuteren. 'Gutenberg zou trots zijn geweest' sloeg Fujifilm zich in 2010 op de borst bij de onthulling van haar Jet Press 720 op B2-formaat: de enkelzijdig drukkende machine is, met een snelheid van 2.700 vel per uur, bestemd voor 'het gat in de markt van kleine oplages van 500 tot 2.000 drukvellen'. Ook Screen koos voor haar Truepress JetSX hetzelfde B2-formaat. De machine haalt een snelheid van 1.620 vel per uur. Screen voorziet de JetSX echter ook van een ingenieus keersysteem waardoor de vellen tweezijdig bedrukt kunnen worden, zonder tussendoor de pers te moeten verlaten. De pioniers behaalden wisselend succes. Na enkele installaties in 2012 en 2013 viel voor de JetSX toch het doek en legde Screen zich toe op rotatieve inkjetpersen. Het verging de Jet Press 720 van Fujifilm beter: in 2014 werd een volgende versie van de machine geïntroduceerd, de 720S, en tijdens Drupa 2020 had de derde generatie centraal moeten staan: de Jet Press 750S. Bij de aankondiging van die machine, een jaar geleden, maakte Fujifilm bekend dat er van de JetPress-serie inmiddels wereldwijd meer dan 150 machines zijn geïnstalleerd. Meer fabrikanten maken op de Drupa's die volgen duidelijk dat ze kansen zien in wat de analisten van InfoTrends 'De Disruptie Zone' noemen: het gebied tussen toner-gebaseerde vellenpersen en rotatieve inkjetpersen. Al langer wordt in talloze grafieken aangetoond dat het met inkjet mogelijk moet zijn het omslagpunt tussen 'digitaal drukken' en 'conventioneel drukken' verder te verschuiven. Dat punt ligt voor toner-machines bij een oplage van zo'n 1.000: daarna wordt offset per drukvel goedkoper. De kosten per digitale afdruk kunnen met inkjet echter verder omlaag, zodat ook hogere oplages binnen het bereik moeten komen. Volgens InfoTrends is er in de potentieel lucratieve 'Disruptie Zone' ruimte voor machines die een investering van minder dan 1 miljoen dollar vergen (ongeveer het startpunt voor de meeste rotatieve inkjetpersen) en die bovendien sneller zijn dan toner-gebaseerde vellenmachines. De nieuwe categorie machines moet verder lage operationele kosten hebben en hoogwaardige kwaliteit bieden op een breed scala aan papiersoorten. Het antwoord lijkt dan ook voor de hand te liggen: inkjetvellenpersen zouden aan dit wensenlijstje ogenschijnlijk moeiteloos moeten kunnen voldoen. De eerste pogingen werden tijdens Drupa 2012 reeds zichtbaar, al blijft de investeringsdrempel aanvankelijk nog altijd hoog. Konica Minolta en Komori blijken er hun krachten te hebben gebundeld in een concept-machine op B2-formaat, uitgerust met UV inkjet. Ze demonstreren eigen versies van dezelfde machine op beide beursstands, respectievelijk als de KM-1 en de Impremia IS29. Bovendien is Komori ook betrokken bij de ontwikkeling van de met veel beursspektakel omgeven nanografische persen van Landa - waaronder ook vellenpersen op B3-, B2- en B1-formaat. Landa past de inkjettechnologie in zijn machines op een bijzondere wijze toe: de inkjetkoppen spuiten niet rechtstreeks op het papier, maar brengen de inkt aan op een verwarmde transportband die het beeld vervolgens overdraagt op het papier. Persenfabrikanten als Heidelberg en Manroland haastten zich nog tijdens de beurs partnerschappen met Landa te sluiten om op termijn gebruik te mogen maken van de nanografische druktechniek op hun offsetpersen. Van die samenwerkingen komt niets terecht: alleen Komori - dat de chassis bouwt voor de Landa-machines - blijft uiteindelijk over en heeft in 2016 ook een eigen versie van de nanografische B1-inkjetvellenpers op de stand staan, de Impremia NS40. In 2013 laat Canon voor het eerst haar concept voor een inkjetvellenpers op B3-formaat zien. Ze wacht niet op de volgende Drupa, maar lanceert deze 'VarioPrint i300' in 2015. In haar segment krijgt de i300 tijdens Drupa 2016 gezelschap van bijvoorbeeld de 'Brenva' van Xerox. Het zijn deze machines die er dan in slagen ook te voldoen aan het door InfoTrends voorgeschreven investeringsniveau van minder dan 1 miljoen dollar. Dat was toch zeker nog altijd niet het geval voor de verder doorontwikkelde nanografische persen die Landa in 2016 toont, waaronder twee vellenpersen: de enkelzijde S10 en de dubbelzijdige S10P, beiden op B1-formaat, met een topsnelheid van 13.000 vel per uur. En ook voor de nieuwe 'Primefire 106' van Heidelberg moest nog flink gespaard gaan worden: de persenfabrikant blijkt in slechts enkele jaren tijd samen met Fujifilm een 7-kleuren inkjetvellenpers op B1-formaat te hebben ontwikkeld, bestemd voor verpakkingsdrukkerijen. Hoewel de discussie over productiviteit, kwaliteit en bedrijfseconomische haalbaarheid ook in 2016 nog volop woedt, lijken inkjetvellenpersen - met Drupa 2020 in het vizier - dan toch definitief op weg een vaste plek te veroveren in de grafische industrie. Ook nu Drupa 2020 niet doorgaat, is het interessant de stand van zaken in kaart te brengen. Immers: Landa installeerde wereldwijd inmiddels zo'n 10 nanografische persen en begin dit jaar werden daar nog twee aanstaande plaatsingen van de tweezijdige S10P in Nederland aan toegevoegd, bij Simian en bij Em. de Jong. Ook Heidelberg slaagde erin 10 exemplaren van de Primefire 106 te plaatsen - maar kondigde enkele maanden geleden onverwacht aan de productie van de machine te staken omdat de markt zich niet ontwikkelde zoals verwacht en het project daardoor nog te lang verlieslatend zou blijven. Xerox lanceerde vorig jaar in vervolg op de Brenva een nieuwe inkjetvellenpers: de Baltoro. Gevraagd naar het aantal installaties laat Xerox weten hier geen informatie over te verstrekken. Ook over eventuele plannen voor Drupa 2020 doet ze geen mededelingen: "Zodra we echt iets nieuws te melden hebben, laat we het meteen weten." Inmiddels heeft Xerox laten weten niet naar Drupa 2021 te komen. Ook bij Konica Minolta zijn de actuele cijfers rond de KM-1 pers niet bekend. In januari 2018 werd nog de mijlpaal van 30 installaties wereldwijd bekend gemaakt en ook daarna werden nog aankondigingen genoteerd. Navraag naar de tijdens Drupa 2016 getoonde concept-presentatie van de KM-C inkjetvellenpers op B1-formaat voor verpakkingsdrukkerijen, laat Konica Minolta aan Grafisch Nieuws weten: "De ontwikkeling van die machine is stopgezet. Op basis van verder marktonderzoek en de feedback van klanten hebben we besloten het concept te veranderen. We waren van plan dit nieuwe concept op Drupa 2020 te tonen, maar doen er op dit moment geen nadere mededelingen over." Ondertussen stond Canon in de startblokken om met de nieuwe VarioPrint iX-serie inkjet-vellenpersen in Düsseldorf "een belangrijke verbetering van het productportfolio voor de grafische markt" te presenteren. Die machine in het B3-formaat bouwt voort op de in 2015 geïntroduceerde i300 inkjetpers (zie ook het artikel in editie 4 van Grafisch Nieuws). Van de i300 en ook de latere i200 zijn volgens Canon wereldwijd meer dan 250 machines geïnstalleerd. Frank Huigen, directeur Production Printing bij Canon voor de Benelux, laat weten het introductieprogramma en bijbehorende campagne rond de nieuwe machine uit te stellen vanwege de huidige corona-situatie. Toch kan hij al wel de eerste installatie van een VarioPrint iX 3200 bekendmaken, bij het Nederlandse Kampert Nauta. Komori Europe installeerde sinds de introductie in 2016 nu 12 exemplaren van de Impremia IS29, waarvan de helft in Italië. Volgens Robert Holscher (Sales Director Digital & finishing) en Peter Minis (Marketing Manager) staan deze machines bij onder andere verpakkingsdrukkers, POS-specialisten en offsetdrukkerijen: "Een grote variëteit aan toepassingen en markten." Komori voert de UV inkjetpers op B2-formaat naast haar offsetpersen die veelal met H-UV-inkten zijn uitgerust. De mogelijkheden in bijvoorbeeld kwaliteit, substraatkeuze en verwerkingssnelheid komen grotendeels met elkaar overeen, stelt Minis: "De klant moet vooral op basis van het kostenplaatje bepalen voor welke machine hij kiest, en niet vanwege beperkingen van de ene of de andere technologie." De ervaringen met de IS29 heeft binnen de Komori-organisatie ook de weg gebaand voor de komst van de nanografische NS40 inkjetvellenpers op B1 formaat, legt Holscher uit. De Impremia NS40, inmiddels geïnstalleerd bij een eerste Japanse drukkerij, had het paradepaardje op Drupa 2020 moeten zijn. Holscher licht toe waarom Komori pas anderhalf jaar later met deze pers op de markt komt dan Landa met zijn oorspronkelijke S10-versie: "Zowel in hardware als software hebben we de machine verder verbeterd en eigenlijk is onze pers niet meer te vergelijken met de Landa-machine." Wat de positionering van de NS40 betreft, mikt Komori met name op verpakkingen: in Düsseldorf zou de 7-kleuren machine dan ook zijn voorzien van een coater en een dubbele uitleg. Het blijft ook in die markt vooral om de rekensom draaien - oplages, formaten en substraten spelen een rol, maar bijvoorbeeld ook de besparingen op platen of in de afwerking: "Je moet sturen op getallen. Voor elke drukkerij ziet de spreadsheet er anders uit." Holscher en Minis hopen de machine later dit jaar alsnog ook in Europe groots te introduceren. Natuurlijk had de grafische industrie ook graag in Düsseldorf gezien hoe het stond met de plannen van bijvoorbeeld Kyocera, van Riso en van Memjet op het gebied van velleninkjetpersen. Ook de VariJet 106, een B1 inkjetpers voor de verpakkingsmarkt, van de joint venture tussen Koenig & Bauer en Durst (na een mislukt partnerschap van Koenig & Bauer met Xerox) was waarschijnlijk zeker de moeite waard geweest. Mogelijk gebeurt dat allemaal volgend jaar, eind april, tijdens Drupa 2021 alsnog. Tot die tijd kunnen drukkerijen zich daar alvast op voorbereiden. Een goede leidraad daarbij vormen wellicht de afwegingen van Wouter Haan, oprichter en directeur van de Nederlandse internetdrukkerij Simian, bij zijn keuze voor Landa's S10P-pers: "Ik ben gek op data. Op basis daarvan hadden we al gezien waar we nog aan efficiency konden winnen. Maar we zagen ook dat we marge verloren op drukorders die zich op het snijpunt bevonden tussen onze digitale persen en onze offsetpersen. Daardoor wisten we dat als we een technologie konden vinden die beter geschikt zou zijn voor die oplages, dat we dan meer geld zouden kunnen verdienen."