Dat was althans de conclusie van het netwerkevent dat onlangs werd georganiseerd door Green Deal Anders Verpakt en Fevia, de federatie van de Belgische voedingsindustrie. Coca-Cola, Ecover en Expanscience Laboratoires getuigden er op eerlijke en transparante manier over de uitdagingen van dit concept.
...

Dat was althans de conclusie van het netwerkevent dat onlangs werd georganiseerd door Green Deal Anders Verpakt en Fevia, de federatie van de Belgische voedingsindustrie. Coca-Cola, Ecover en Expanscience Laboratoires getuigden er op eerlijke en transparante manier over de uitdagingen van dit concept. Sinds februari 2022 zoekt Ovam met talrijke partners naar oplossingen om hergebruik en preventie van verpakkingen binnen de distributie te stimuleren. Dit gebeurt via een zogenaamde 'Green Deal' waarbij bedrijven, organisaties en de overheid een ambitieuze overeenkomst sluiten om samen tegen uiterlijk eind 2024 verschillende duurzame acties te realiseren. Vandaag hebben al een tachtigtal partijen ingetekend, waaronder ook de drie bedrijven die op het netwerkevent 'Refill' van 16 oktober kwamen getuigen. Ecover is qua refill een koploper in België. Bij deze pionier van ecologische schoonmaakmiddelen heeft duurzaamheid altijd met stip op nummer één gestaan. Eerst lag het accent (logischerwijze) op het product, maar al snel wilde Ecover op alle vlakken de beste leerling van de ecologische klas zijn. Ook in het domein van verpakkingen waar al enkele jaren geleden de stap naar refill werd gezet. Tom Domen, global ghead of long term innovation, vertelde dat single use verpakkingen - eenmalig te gebruiken verpakkingen - niet in het ecologische DNA van Ecover passen omdat ze na gebruik waardeloos zijn en sterk bijdragen aan de milieuproblematiek van onze planeet. Hij gaf aan dat we met zijn allen moeten trachten om ze opnieuw een waarde te geven zodat de afvalberg vermindert. Volgens hem ligt het hervullen van verpakkingen gewoonweg voor de hand. Net als de andere sprekers gebruikt ook Ecover het Macarthur-model voor herbruikbare verpakkingen (vier kwadranten: refill at home/refill on the go/return from home/return on the go). Volgens Domen zit het succes van een 'refill'-oplossing in het volledig beheersen van de vier kwadranten zodat er gemakkelijk tussen de ene en de andere kan worden geswitcht. Zelf heeft Ecover het meeste ervaring met het hervullen in de winkel, iets waarmee het bedrijf al in 2019 startte. Het verhaal van deze 'refill-stations' is zonder twijfel interessant voor andere bedrijven die deze stap zouden willen zetten. De praktijk blijkt immers veel complexer dan de theorie te zijn. Domen legde uit dat bedrijven eerst en vooral moeten beseffen dat refill geen algemeen toepasbaar alternatief voor de single use verpakkingen is. Ecover vindt bovendien dat de flessen of flacons voor 100 procent uit gerecycleerde grondstoffen moeten bestaan, iets wat voor bepaalde producten - zoals voeding - niet altijd voor de hand ligt. Daarnaast zou een optimale gebruikservaring erg belangrijk zijn. Domen durfde zelfs te stellen dat het initiatief daarmee valt of staat. Zo kampten de eerste apparaten van Ecover met flink wat problemen tijdens het afvullen, wat een aanzienlijke rem op het succes was. Last but not least: de stap van single use naar re-use verpakkingen heeft enorme consequenties op het productieapparaat, de infrastructuur, de logistiek... Domen stelde dan ook dat je moet vechten tegen een bestaand systeem en dat dit de belangrijkste barrière is. Laat ons nog even teruggrijpen naar het verhaal van de refill in de winkel. In 2019 introduceerde Ecover in Delhaize machines van twee bij één meter die volledig automatisch functioneerden. Alles wat kon mislopen, is daar misgelopen. Een belangrijke les dat Ecover leerde, is dat je het winkelpersoneel moet meekrijgen in het vervangen van de bulk. Als dat langer duurt dan het alternatief van bijvoorbeeld dertig flesjes in de schappen te zetten, dan mag je het vergeten. Uiteindelijk werd met vijf machineleveranciers samengewerkt om dit werkje sterk te vereenvoudigen. Tweede pijnpunt dat werd aangepakt, was het morsen bij het afvullen. Daarom introduceert Ecover nu een machine met 'closed cap filling'. De consument moet de fles niet meer openen en sluiten, dat doet het apparaat zelf. Daarnaast is deze afvulautomaat ook veel kleiner: ze past letterlijk in een schap. Volgens Domen is dat ontzettend belangrijk voor een verdere doorbraak van refill in het algemeen omdat winkels gewoonweg geen plaats hebben om meerdere machines van 2 x 1 meter te plaatsen. Hiermee komen we trouwens op een ander belangrijke punt: het afvulverhaal in winkels zal enkel doorbreken als bedrijven concurrerende units tolereren. Domen gelooft sterk dat de handen in elkaar moeten worden geslagen voor de ontwikkeling van een gestandaardiseerd gamma afvulverpakkingen. Dat kunnen flessen zijn, maar ook pouches die de klant thuis in een stevig omhulsel van gerecycleerd materiaal plaatst. Zo worden twee vliegen in één klap geslagen: de verpakkingen zijn gemakkelijker om te transporteren, en ze geven de consument ook thuis een beleving. In de UK werkt Ecover momenteel samen met heel wat andere merken aan de ontwikkeling van een gestandaardiseerde eenvoudige, cilindervormige fles van 250, 500, 750 en 1000 milliliter. Weliswaar is de ambitie van dit project voornamelijk een refill in de fabrieken. Daarom ligt het accent ook op het opzetten van een gezamenlijk concept voor de ophaling en reiniging van deze flessen. Ook Expanscience Laboratoires trekt de kaart van refill, met name voor het merk Mustela (verzorgingsproducten voor baby's). "Zorg voor moeder planeet zit bij ons eveneens in het DNA", aldus key accountmanager Julie Vercamer. "Zo is 97 procent van onze ingrediënten van natuurlijke oorsprong. Tegen 2040 willen we bovendien volledig CO?-neutraal werken. In dit kader bestuderen we onder meer de mogelijke pistes om singe use-verpakkingen door meer ecologische alternatieven te vervangen. Wij willen bewust een stap verder gaan dan een pure overschakeling naar recycleerbare verpakkingen. 'Re-use' lijkt ons dé oplossing bij uitstek. Net als Ecover hebben we gekozen voor afvulpunten; in ons geval weliswaar in de apotheek in plaats van de supermarkt. In 2021 plaatsten we onze eerste afvul-unit in Frankrijk, in mei 2022 volgde België met drie exemplaren (afvullen van bio en geparfumeerde wasgel, red.). Intussen staat de apparatuur al in dertien Belgische apotheken." De eerste testen waren met glazen flessen, maar de apothekers wezen op het potentieel risico van dergelijke verpakkingen in de badkamer. Vandaar dat relatief snel werd overgeschakeld op flacons in gerecycleerde kunststof. Per bigbag worden negentien single use-verpakkingen uitgespaard. In tegenstelling tot Ecover maakt Expanscience Laboratoires wel gebruik van flessen die de consument zelf moet openen en sluiten. Blijkbaar is het probleem van morsen er minder manifest dan bij Ecover. Volgens Vercamer is vooral de gebruiksvriendelijkheid van het apparaat belangrijk. Wel benadrukt ook zij de noodzaak van samenwerken, zelfs met concurrenten. "Enerzijds is de fysieke plaats in een apotheek erg beperkt, anderzijds is het een ideale manier om de kosten te drukken en het concept zelfs voor B-merken haalbaar te maken." Dat is trouwens iets waaraan Expancscience Laboratoires nu mee bezig is. Ondanks het feit dat de vereisten op het vlak van hygiëne of voedselveiligheid er zeer hoog liggen, is het concept van refill misschien wel uitgevonden door de drankenindustrie. Denk maar aan de tapkranen in cafés en het massale gebruik van (hervulbare) glazen flessen in de horeca sinds vele jaren... voor bier althans. "Waar consumenten er voor thuisconsumptie totaal geen probleem van maken om een krat bierflesjes naar huis te sleuren, blijven ze voor de frisdranken en waters bij plastic flessen van 100 procent gerecycleerd plastic en - in mindere mate - blikjes zweren." Dat is althans de conclusie van Coca-Cola, dat testen onderneemt om de glazen flesjes (gemaakt om wel 25 keer te kunnen hergebruiken) bij de consumenten doorgang te laten vinden. Een andere vorm van refill scoort wel goed: de dispensers of tapinstallaties in fast foodrestaurants, pretparken en bioscopen. Daarom heeft de R&D-afdeling op dit concept verder gewerkt, dit vanuit twee invalshoeken; twee doelgroepen met andere behoeften. Enerzijds wilde Coca-Cola een apparaat ontwikkelen dat de koelkasten in tal van toepassingen, zoals bedrijven, cafetaria's, luchthavens of universiteiten kan vervangen. Anderzijds zocht ze naar een manier om ook op festivals en andere grote evenementen met een soort van dispensers te werken. "Dé belangrijkste voorwaarde om beide oplossingen te laten doorbreken, is een smaak die de versies in fles of blik evenaart", aldus Matthieu Willems, verantwoordelijke voor de commercial equipment strategy binnen Coca-Cola Europacific Partners. Uit een rondleiding die we nadien in het R&D-centrum van The Coca-Cola Company kregen, bleek dit moeilijker dan gedacht door de complexiteit van de noden voor toestellen in de verschillende omgevingen en toepassingen. We hoorden dat het controleren van de juiste carbonisatie een van de grootste uitdagingen voor de getapte (dispensed) dranken van Coca-Cola is. Die bruis heeft ook een grote invloed op de verfrissende smaak en kwaliteitservaring van de dranken. Ze wordt bovendien beïvloed door het type fles of beker waarin de dranken worden getapt. Dit effect wordt trouwens nog belangrijker wanneer consumenten de drank niet onmiddellijk opdrinken, maar meenemen voor 'on-the-go' consumptie. Een andere uitdaging lag in de nozzle van het apparaat. Bedoeling was immers een dispenser of tapinstallatie te ontwikkelen waarmee de consument meerdere frisdranken én water vanuit eenzelfde tap kan nemen en er zelfs smaakjes kan aan toevoegen (bijvoorbeeld Cherry bij Coca-Cola). Logischerwijze is smaakcontaminatie dan een reëel risico. Bij het water speelt dan weer de kans op bacteriële ontwikkeling een belangrijke rol. Verder moest de frisdrankenproducent een betrouwbare betaaloplossing zien te koppelen aan een uiterst hoge gebruiksvriendelijkheid. De mogelijkheid voor een uiterst exceptionele 'première' zorgde ervoor dat de R&D-afdeling in Anderlecht - die wereldwijd trouwens de tweede grootste van The Coca-Cola Company is - alles uit de kast haalde om de ambities te realiseren. Met succes, want de frisdrankenproducent plant om volgend jaar op de Olympische Spelen in Parijs uit te pakken met taptoestellen die mee in Anderlecht werden ontwikkeld. Dit toestel staat intussen op punt en de smaak is heel erg ok. Dat mochten de aanwezigen zelf uittesten). Toch blijkt dat geen garantie op succes te zijn. Willems legt uit: "De stap naar dispensers in wat wij 'at work & institutions' noemen, lijkt de logica zelve. De bedrijven en organisaties winnen enorm aan opslagruimte en er is 90 procent minder transport nodig omdat we het liquide deel van de frisdrank - het water - ter plaatse kunnen afnemen. Bovendien verbruikt onze nieuwe installatie de helft van de energie van een deurkoelkast. Uit een pilootproject in een onderwijsinstelling hebben we echter gemerkt dat er bij de omschakeling naar dergelijke refill veel komt te kijken. Het is een concept dat strategisch moet worden aangepakt. Zo hadden we als test een apparaat geïnstalleerd 'on the go' in de omgeving van een sandwichbar. Deze locatie bleek totaal niet aan te slaan, in tegenstelling tot een geïntegreerde plaatsing in de kantine. Sowieso was er op beide locaties een afname van de verkoop, voornamelijk omdat de studenten de rest van hun consumptie op een later tijdstip willen kunnen nuttigen. Daarom hebben we sterk ingezet op de ontwikkeling van een hervulbare fles die we voor een erg lage prijs - 1 euro - bij de machine aanbieden. Deze heeft een volume van 500 cl waardoor ze studenten eigenlijk ineens een portie voor de hele namiddag kunnen meenemen." Coca-Cola leerde ook dat extra communicatie onontbeerlijk is. Willems legt uit: "Wanneer het duurzaamheidsvoordeel in de spotlights wordt gezet, blijken veel mensen - en zeker de jongeren - sneller geneigd te zijn om voor de dispenser te kiezen. Natuurlijk is een juiste prijssetting eveneens cruciaal: de frisdrank dient aan een competitieve prijs te worden verkocht. In eerste instantie om de consument te lokken, want algemeen wordt aangenomen dat de kwaliteit en smaak minder goed zullen zijn. Wanneer de mensen dan ontdekken dat er op deze vlakken quasi geen verschil met de flesjes of blikjes is, zullen ze het nieuwe concept eens zo positief benaderen. Intussen zijn onze refill-apparaten aan die onderwijsinstelling al zo sterk ingeburgerd dat we van plan zijn om er alle koelkasten door deze oplossing te vervangen." Het tweede proefproject was minder succesvol: het vervangen van single use-verpakkingen door 're-usable cups' op festivals en een mobiele tapinstallatie. Willems verduidelijkt: "Herbruikbare bekers gaan met nogal wat uitdagingen gepaard. Er is een complexe en dure logistiek van aanleveren, gebruiken, collecteren, afwassen... vereist. Wanneer je te veel bekers gevuld klaarzet, verdwijnt de bruis en dus ook de smaak. Daarnaast botsten we op een andere barrière: de aanlevering van grote hoeveelheden water bleek op festivalweides geen evidentie te zijn. Nog uitdagender was de strijd tegen contaminatie. Verder hadden we het erg moeilijk om de juiste waterdruk te krijgen en te behouden, wat absoluut noodzakelijk is voor de carbonisatie en de smaak van de frisdranken." Dat refill niet altijd een succesverhaal is, bleek ook uit het afsluitende panelgesprek waaraan, naast de drie sprekers van de dag, ook Lotte Krekels, packaging manager van Carrefour participeerde. Zij vertelde dat het grootwarenhuis enkele jaren geleden in een 300-tal winkels meerdere bulkdispensers had geïntroduceerd. Dit was echter geen groot succes, waardoor het initiatief intussen stelselmatig wordt afgebouwd. Een belangrijke conclusie van het hele panel was dat veel afhangt van hoeverre de consument in het verhaal wil stappen. Uit testen 'on the field' bleek bijvoorbeeld dat mensen vaak voor 'convenience' kiezen, ondanks het feit dat ze pretenderen erg met het milieu begaan te zijn. Voor anderen is prijs dan weer doorslaggevend, wat wel perspectieven voor refill kan bieden. Er werd aangegeven dat de hervulbare oplossingen best aan een goedkopere prijs worden aangeboden dan het alternatief in de schappen. De uitdaging is daarbij om hervulbare oplossingen aan een gelijke - en liefst goedkopere - prijs als de single-use oplossingen aan te bieden. Verder pleitte iedereen voor een verdere ontwikkeling van machines die het gebruiksgemak en de ervaring verhogen. We evolueren richting slimme apparaten die detecteren welk product er in de hervulbare verpakking heeft gezeten, en misschien ook wel hoeveel restant er nog aanwezig is. Dit bijvoorbeeld om te vermijden dat de klant een refill van wasverzachter doet in een fles die voordien voor wasmiddel werd gebruikt. Natuurlijk kwam de combinatie met 'slimme' verpakkingen eveneens aan bod. Zo dachten de panelleden aan eventuele kortingen na X aantal vulbeurten. Consumenten die voor refill kiezen, moeten immers voor hun loyaliteit worden beloond. De geregistreerde data kunnen trouwens voor tal van andere zaken worden gebruikt. Je kan nagaan welk type consument voor deze optie kiest, welk product het beste verkoopt... Tom Domen vatte de algemene conclusie mooi samen. Hij stelde dat refill moet concurreren tegen het systeem van single use-verpakkingen dat al honderd jaar zijn efficiëntie bewijst. Het is een strijd die je als bedrijf enkel kan aangaan als je de meerwaarde van de geregistreerde data optimaal benut... en voor standaardisatie en samenwerking met de concullega's kiest.