Begin oktober hadden vijftien gemeentes, waaronder Aalter, een opmerkelijke primeur. BE-Alert, het waarschuwingsplatform van de overheid, toonde een test op verschillende beeldschermen in de gemeentes. Het systeem werd in het Oost-Vlaamse Aalter getoond aan de verzamelde pers. Tot dan toe werden alarmmeldingen en de maandelijkse test alleen getoond via SMS, telefoonoproep of e-mail aan geregistreerde inwoners. Het systeem zorgt voor alarmprocedures bij noodsituaties, zoals bommeldingen, zware branden en chemische rampen. Door de meldingen op schermen te tonen, bereikt het systeem ook mensen die geen gsm bij zich hebben.
...

Begin oktober hadden vijftien gemeentes, waaronder Aalter, een opmerkelijke primeur. BE-Alert, het waarschuwingsplatform van de overheid, toonde een test op verschillende beeldschermen in de gemeentes. Het systeem werd in het Oost-Vlaamse Aalter getoond aan de verzamelde pers. Tot dan toe werden alarmmeldingen en de maandelijkse test alleen getoond via SMS, telefoonoproep of e-mail aan geregistreerde inwoners. Het systeem zorgt voor alarmprocedures bij noodsituaties, zoals bommeldingen, zware branden en chemische rampen. Door de meldingen op schermen te tonen, bereikt het systeem ook mensen die geen gsm bij zich hebben. Extra effectief aan de ontwikkeling is de mogelijkheid om in de toekomst ook noodmeldingen via schermen in privébedrijven te verspreiden. Dit maakt de reikwijdte van de meldingen groter. Handig voor werknemers die tijdens het werk geen gsm bij zich hebben. De gedachte om belangrijke meldingen in bedrijven en de openbare ruimte te tonen is interessant, want beeldschermen rukken snel op in het bedrijfs- en openbare leven. Niemand kijkt er meer van op als een jeansbroekenreclame op een perron of in een winkelcentrum ineens tot leven komt. Iedereen die vijftien jaar geleden een bezoekje bracht aan een grote stad in de Verenigde Staten had de ontwikkeling aan kunnen zien komen. Enorme beeldschermen overheersten daar toen al het straatbeeld en vervingen grotendeels de aloude billboards. Het was een logische toevoeging voor een samenleving die al veel langer gewend was aan een overvloed aan schermen in liften, wachtruimtes en horeca. Zoals zo vaak was de ontwikkeling een voorbode voor wat komen ging in Europa. Zo gek als ze het in de VS maken, maken ze het hier nog niet. Maar dat beeldschermen de openbare ruimte veroveren is duidelijk. Voor de reclamemakers zijn de voordelen van digital signage boven conventionele displays talrijk. Uitdagingen zijn er ook. Het voorbeeld van BE-Alert laat zien wat er mogelijk is, maar ook wat de beperkingen zijn. In dit geval wordt het project gerealiseerd door Connectify. De alarmmeldingen kunnen in principe alleen worden getoond op schermen die door dit een ict-bedrijf in Beernem zijn geïnstalleerd, of waar op de een of andere manier een koppeling mee is gemaakt. Connectify heeft klanten in onder meer de zorgsector, retail en vastgoed. Afhankelijk van het aantal klanten in die sectoren, kan het systeem zijn meldingen op een groot aantal schermen tegelijk projecteren - mits al die klanten daarvoor open staan en mits de overheid of een andere organisatie bereid is om daarvoor te betalen. Digitale koppelingen maken is een kostbare aangelegenheid. Bovendien, als een klant overstapt op een andere leverancier is de koppeling verdwenen en werkt het systeem niet meer. Daarmee is meteen de kloof duidelijk gemaakt tussen de traditionele signmaker en zijn digitale evenknie. De signmaker levert oplossingen per klant op lokaal, regionaal, landelijk of internationaal niveau. Het is een systeem van "u vraagt wij draaien." Elke opdracht kan op maat worden geproduceerd en geleverd. En als de productiemiddelen tekort schieten, dan is er altijd nog de mogelijkheid om uit te besteden. Het is zelden nodig om een nieuwe toepassing te ontwikkelen. De sterke kant van de signmaker is vaak zijn vermogen om creatieve oplossingen te bedenken, de klant te ontzorgen en kwaliteit te leveren. Ontevreden klanten kunnen eenvoudig overstappen naar een andere leverancier. Als die leverancier goed zijn werk doet, zijn er voor de klant nauwelijks negatieve consequenties. Met digital signage echter, betreden we een andere wereld, vooral vanwege de ict-component. In de ict-wereld luidt een bekende grap: Wat is de overeenkomst tussen een handelaar in software en een drugsdealer? Antwoord: beiden spreken niet van klanten, maar van gebruikers. Met andere woorden: wie eenmaal zaken doet met een aanbieder van digital signage-oplossingen, spreekt al snel van een relatie voor de lange termijn. Om schermen van beeld (en soms geluid) te voorzien is namelijk software nodig. Die software zorgt voor distributie van content over meerdere schermen. De content moet op het juiste moment op het juiste scherm verschijnen. Het principe is bekend geworden met de term narrowcasting. Er zijn verschillende systemen beschikbaar waarmee een narrowcasting-campagne tot in detail is in te stellen. Wanneer een klant zijn keuze eenmaal heeft gemaakt voor een leverancier van digital signage-oplossingen, is dat het begin van een proces met lange adem. Contencreatie, bestandsaanlevering en beschikbaarheid van schermen worden op elkaar afgestemd. De klant, die meestal geen ict-kennis heeft, leert om met een specifiek systeem te werken. Voor andere bedrijven is het moeilijk om zo'n klant nog voor zich te winnen. Niet alleen moet hij alle bestanden migreren naar een andere aanbieder, hij moet ook de schermen vervangen en een nieuw systeem leren bedienen. Op die manier is er weinig ruimte voor de concurrent. Waar de concurrentie klein is, gaan de ontwikkelingen doorgaans traag. Het meest in het oog springende voordeel van het gebruik van beeldschermen is de mogelijkheid om oneindig veel advertenties en boodschappen achter elkaar te tonen. Daar komt nog de mogelijkheid bij om bewegende beelden te tonen. Het is zelfs mogelijk de schermen interactief te maken, bijvoorbeeld met een aanraakscherm. Er zit bovendien nauwelijks tijd tussen creatie en publicatie van content. Wanneer de boodschap eenmaal klaar is, is het een kwestie van uploaden in het systeem en onmiddellijk verschijnt het resultaat op het scherm. De stelling dat narrowcasting minder milieubelastend is dan conventionele signing is verdedigbaar. Voor een advertentie is geen nieuw materiaal nodig en het hoeft niet te worden vervoerd. Daar staat tegenover dat er voor de productie van een beeldscherm juist veel materiaal en energie nodig is. Voor het versturen en tonen van content is elektriciteit nodig. Bovendien gaat zo'n scherm na verloop van tijd stuk en kunnen de onderdelen hooguit deels hergebruikt worden. Een van de zeer grote, maar minder populaire, voordelen van digital signage is de mogelijkheid om met uitingen in te springen op de actualiteit - zoals in het voorbeeld van BE-Alert. Deze mogelijkheid wordt weinig benut. Een bakker die zijn gebak in de aanbieding doet, kan dat in theorie snel tonen op beeldschermen in het winkelcentrum waar hij is gevestigd. Zo'n toepassing heeft veel potentie. Het winkelende publiek is precies de juiste doelgroep - ze bevinden zich immers in de buurt van de bakker en ze hebben geld op zak. Narrowcasting biedt op die manier de voordelen die social media ook biedt: de advertentie wordt getoond aan potentiële klanten. De praktijk is echter weerbarstig. Meestal is het voor de lokale bakker eenvoudiger en sneller om posters te laten afdrukken en die vervolgens overal op te plakken. Winkeliers hebben doorgaans geen toegang tot de inhoud van de schermen. Narrowcasting in retail is in de praktijk vaak een vorm van broadcasting op zeer kleine schaal. Winkelcentra hebben meestal een lucratieve overeenkomst gesloten met de leverancier van digital signage-oplossingen. Die vertonen op de schermen beelden van grote adverteerders, die op locaties verspreid over het land worden getoond. Het zorgt voor extra inkomsten, maar het beperkt de mogelijkheden om lokaal te adverteren. Een hybride vorm, lokale en landelijke advertenties zou de ideale oplossing zijn. Het vereist wat denkwerk, strategie en vooral veel samenwerking, maar het is zeker mogelijk. Voor de lokale traditionele signmaker, die openstaat voor vernieuwing, ligt daar een kans. Hij weet immers hoe de boodschap van de lokale klant verbeeld moet worden. Hij heeft de contacten en de creatieve middelen. De bakker, de slager en de visboer hebben geen tijd of kennis om een advertentie in elkaar te zetten, laat staan om deze in een contentmanagementsysteem te plaatsen. De signmaker kan deze klus op zich nemen. Maar eerst moet er een samenwerking tot stand komen tussen de narrowcasting-leverancier en de signmakers. Laatstgenoemde fungeert dan niet alleen als content-creator, maar ook als tussenpersoon. Beiden kunnen profijt hebben van deze samenwerking en beiden verbreden hun dienstverlening. Wanneer de signmaker toegang krijgt tot het systeem dat de distributie doet van de advertenties in het winkelcentrum, kan hij waarde toevoegen voor de winkeliers. Al is het lastige materie, voor de signmaker is digital signage te belangrijk om links te laten liggen. Zeker met het oog op de toekomst waarin beeldschermen een nog veel spectaculairder rol gaan vervullen. Contentcreatie en -distributie worden over het algemeen als de grootste bottleneck gezien bij digital signage. Beeldschermen zijn relatief eenvoudig verkrijgbaar en de producenten bedienen zich van standaardmaten. De montage is nauwelijks een uitdaging. De schermen vertonen weliswaar voortdurend wisselende content, maar eenheidsworst ligt op de loer. Het gevaar bestaat dat de adverteerder zich niet meer kan onderscheiden van zijn concurrenten. Maar ook hier is de sky the limit. Begin oktober werd in de Amerikaanse gokstad Las Vegas het grootste ledscherm ter wereld aangezet. Sphere is een enorm, bolvormig complex met 18.600 zitplaatsen dat zowel binnen als buiten enorme projecties laat zien in een resolutie van 16k. De wereldberoemde rockband U2 mocht de spectaculaire opening verzorgen. De band, die toch al bekend stond om groot spektakel tijdens optredens, benut in Las Vegas de mogelijkheid om de overtreffende trap van het stadionconcert waar te maken. Las Vegas, met zijn miljardeninkomsten, is uiteraard de uitgelezen plek voor zo'n enorme investering. Toch valt niet uit te sluiten dat er op andere plekken in de wereld vergelijkbare projecten verschijnen - wellicht op kleinere schaal. Er zijn ook andere manieren om creatief te zijn met schermen. Inspiratie daarvoor is op te doen in de wereld van de moderne kunst. Zo is er de "digitale waterval" van Maarten Baas, op dit moment te zien in Museum Voorlinden in het Nederlandse Wassenaar. Met een grote hoeveelheid, schijnbaar lukraak gepositioneerde beeldschermen met daarop videobeelden van omlaag stromend water, creëerde de Nederlandse kunstenaar een digitale waterval. Wie onlangs een bezoek bracht aan de stand van Sun Chemical tijdens de beurs Labelexpo in Brussel, zag daar een installatie die door het werk van Maarten Baas geïnspireerd leek. Ook hier schots en scheef gepositioneerde beeldschermen, die samen een uiting lieten zien. Dergelijke innovatieve toepassingen vragen niet alleen om nieuwe software-oplossingen, maar ook om content en bovenal creativiteit. De mogelijkheden van interactieve schermen maakt die vraag zelfs nog complexer. Het is de vraag of er voldoende bedrijven en mensen zijn om aan die vraag - op een betaalbare manier - te kunnen voldoen. Artificiële intelligentie (AI) kan hier een uitkomst bieden. Waar de ontwikkeling van AI door velen als een bedreiging van de werkgelegenheid wordt gezien, biedt het juist kansen waar het aan arbeidskrachten ontbreekt. Creatieven kunnen met behulp van AI veel meer content op maat creëren, dan ze tot nu toe gewend waren. Een entertainmentbolwerk als Sphere vraagt zoveel creatieve input, dat automatisch gegenereerde content eerder noodzaak dan wens is. Genoemde voorbeelden zijn voor de meeste signmakers ver van hun bed. Toch zullen de mogelijkheden ook voor hen dichter bij komen. Veelal in bescheidener formaat, misschien iets minder spectaculair, maar toch zeker interessant.