Met die insteek nodigden we Peter Ragaert en Rob Verhagen uit voor een duo-interview om openheid van zaken te krijgen. We kozen er bewust voor om dit vanuit twee invalshoeken aan te vliegen. Ragaert is wetenschapper - professor aan de UGent - en directeur van Pack4Food. Verhagen is directeur duurzaamheid van OPACKGROUP, een van de bedrijven die serieus werk maakt van mono-PE folie. In het Nederlandse Giessen investeerde het voor 20 miljoen in een nieuwe lijn hiervoor. Groot voordeel van deze folie: zij is door haar monostructuur mechanisch te recycleren in tegenstelling tot mixed kunststof-laminaten.
...

Met die insteek nodigden we Peter Ragaert en Rob Verhagen uit voor een duo-interview om openheid van zaken te krijgen. We kozen er bewust voor om dit vanuit twee invalshoeken aan te vliegen. Ragaert is wetenschapper - professor aan de UGent - en directeur van Pack4Food. Verhagen is directeur duurzaamheid van OPACKGROUP, een van de bedrijven die serieus werk maakt van mono-PE folie. In het Nederlandse Giessen investeerde het voor 20 miljoen in een nieuwe lijn hiervoor. Groot voordeel van deze folie: zij is door haar monostructuur mechanisch te recycleren in tegenstelling tot mixed kunststof-laminaten. Wat zijn de toekomstige milieueisen voor voedselverpakkingen?Peter Ragaert: "Tegen 2030 moeten 100 procent van alle verpakkingen recycleerbaar zijn. Dit wordt gekoppeld aan de nieuwe Packaging and Packaging Waste Regulation (PPWR). Deze is nog niet officieel, want men is er nog volop mee bezig. Het is een grondige herziening van de Packaging and Packaging Waste Directive (PPWD). Het grote verschil is dat de PPWR een verordening is, wat voor meer harmonisatie zal zorgen binnen Europa. Eén van de zaken waarin de PPWR duidelijkheid schept, is waaraan een verpakking moet voldoen om als recycleerbaar beschouwd te worden. Deze wordt gekoppeld aan 'design-for-recycling'-guidelines, waarmee momenteel reeds meerdere organisatie aan de slag zijn waaronder Recyclass en Ceflex. Een andere belangrijke eis die aan recycleerbaarheid gekoppeld zal worden is het feit dat de verpakking inzamelbaar, sorteerbaar en recycleerbaar moet zijn. En het recyclaat moet een nieuwe toepassing krijgen." Rob Verhagen: "Het voordeel van de PPWR ten opzichte van de PPWD is dat het in heel Europa verplicht wordt. Dit voorkomt dat elke land zijn eigen uitvoering aan de wetgeving geeft zoals nu bij de SUP (Single Use Plastics) Directive het geval is. Dat zorgt voor een gelijk speelveld in Europa. Het is ook goed dat de PPWR materiaaloverstijgend is en niet alleen betrekking heeft op kunststofverpakkingen." Er wordt in dit verband ook gerefereerd aan de Essentiële Eisen? Verhagen: "De Essentiële Eisen komen uit de PPWD van 1994. En dat laat zich samenvatten in drie belangrijke punten: Ten eerste moet je niet meer verpakkingsmateriaal gebruiken dan nodig is. Verder moet het product veilig zijn, denk aan de REACH-wetgeving. Ten derde moet de milieubelasting van een verpakking zo laag mogelijk zijn. Denk hierbij aan herbruikbaarheid, recycleerbaarheid, of de inzet van recyclaat. Die inzet van recyclaat is heel interessant: daarmee maken we van afval grondstof, reduceren we de CO2-voet-afdruk en is er minder fossiele grondstof nodig. Je ziet dat overheden en bedrijven hier al op anticiperen. Zo is er in verschillende Europese landen, waaronder Groot-Brittannië en Spanje al een plastic taks die focust op de inzet van recyclaat. En ook retailers zoals Tesco of Ahold stellen eisen aan de verpakkingen en bepaalt welke verpakkingen er bij haar in het schap komen. Dan is de retailer de aanjager en indirect de consument. Dus niet wetgeving door de overheid." Hoe ziet het tijdschema er precies uit voor de invoering van de SUP-richtlijn in België?Ragaert: "De SUP is eind 2021 in België van kracht geworden per Koninklijk Besluit. Dat betekende in eerste instantie dat er bepaalde eenmalige plastic producten verboden werden, zoals plastic rietjes, wattenstaafjes, borden, bestek en kopjes. Daarbij is het wel lastig uit te leggen dat deze regeling niet geldt voor papieren bekers met een kunststof coating als barrière. Want die zijn niet recycleerbaar. Je ziet nu ook al meer en meer frisdrankflessen met tethered caps die per juli 2024 verplicht worden. Bovendien moet verpakkingsmateriaal tegen 2025 voor 25 procent uit recyclaat bestaan. Verder zie je markeringen op bepaalde verpakkingen, zoals op verpakkingen van vochtige doekjes. De boodschap van deze markeringen is dat deze doekjes niet in het toilet gegooid mogen worden. Er is in België een tweede Koninklijk Besluit in de maak, maar daar is nog niet zo veel van bekend. Waarschijnlijk wacht men eerst af, welke effecten de invoering van de PPWR heeft." Ragaert legt nader uit: "In België dient een financiële bijdrage aan Fost Plus betaald te worden met het oog op de recycleerbaarheid van consumentenverpakkingen; dit is het groene punt tarief. Hoe beter de recycleerbaarheid, hoe lager deze bijdrage. Maar dat staat los van een- of meermalig bruikbare verpakkingen. Zo ver zijn we in België nog niet. Wel dient er voor evenementen als festivals met herbruikbare bekers gewerkt te worden." Verhagen: "Ook in Nederland is de maatregel gefaseerd ingevoerd. Het begon in 2021 met markeringsvoorschriften en een verbod op bepaalde artikelen. Sinds begin dit jaar is de uitgebreide producentenverantwoordelijk verder doorgevoerd met een andere definitie voor producent/importeur en een heffing op SUP verpakkingen. Sinds 1 juli is een heffing op eenmalige verpakkingen voor on-the-go en koffiebekers, inclusief papieren koffiebekers met een plastic coating. En vanaf januari zijn er strengere richtlijnen voor consumptie ter plaatse. En de richtlijnen voor inzet recyclaat, dop aan de fles, vistuig, rookwaren, hygiëne-producten komen nog. De fasering maakt het lastig om het overzicht te hebben. Maar ook de naleving voor de inspectie is lastig en het politieke draagvlak staat nu weer ter discussie. De basis is echter duidelijk: minder afval in het milieu. Maar het vreemde is dat een aantal producten die per definitie gemaakt zijn om in de natuur te belanden niet in de wetgeving zijn meegenomen. Het gaat dan bijvoorbeeld om confetti, feestballonnen en vuurwerk. Het lijkt daarbij wel of de eisen aan hoogwaardige recyclage voor kunststof verpakkingen hoger liggen dan voor andere materialen. Als je van aluminium blikjes als afvalproduct een fietsenrek maakt, is dat een voorbeeld van hoogwaardige recyclage. Als je een Maxi-Cosi maakt van kunststof verpakkingsafval is het dat niet." Hoe staat het met plastic verpakkingen van monomateriaal?Ragaert: "De toepassing is niet altijd evident. Want bij voedselverpakkingen gaat het om betrouwbaarheid van de verpakking en houdbaarheid van het product. We hebben wereldwijd te maken met 30 procent voedselverlies, door de hele keten heen. We hebben nu eenmaal barrières voor die houdbaarheid nodig tegen inwerking van zuurstof of waterdamp en eventueel licht. Daarvoor heb je in sommige gevallen toch een bepaald barrièremateriaal nodig. Doordat het dan geen monomateriaal meer is, kan mechanische recyclage in het gedrang komen. Verschillende 'design-for-recycling'-guidelines laten wel nog aanwezigheid van een bepaald percentage van barrière toe, zoals bijvoorbeeld 5 procent EVOH in een PE-structuur. Het is de vraag of dat percentage altijd gehandhaafd zal blijven of dat het op een gegeven moment omlaag gaat. Daarnaast kun je naar een AlOx- of SiOx-coating (silicium oxide) overstappen. En voor een aantal andere barrièrematerialen (bijvoorbeeld polyamide) kan chemische recyclage een optie bieden, aangezien dit steeds meer gangbaar wordt. Bijvoorbeeld in de vorm van pyrolyse." Verhagen: "Bij de OPACKGROUP maken we barrièreverpakkingen uit monomateriaal. Die doen we door middel van een nieuwe techniek. Door het verstrekken van PE wordt de barrière hoger, en krijg je een stevigere en heldere verpakking. Door die verschillende structuren in het laminaat creëer je ook een barrière, soms met EVOH. Waar je voorheen bijvoorbeeld polyamide moest toevoegen voor de doorprikweerstand, is dat nu niet meer nodig." Zijn er producten waarvoor monomateriaal niet geschikt is? Ragaert: "Voor sommige, vooral lang houdbare producten is het heel lastig om verpakkingen van monomateriaal te gebruiken. Bijvoorbeeld melkpoeder, aangezien deze heel snel gaat oxideren en zeer gevoelig is aan waterdamp. Daarvoor heb je dan toch blik of een aluminiumlaminaat of een andere hoge barrièreverpakking nodig." Even een zijstapje: hoe beoordelen jullie de vraag naar hersluitbaarheid?Verhagen: "Hersluitbaarheid lijkt soms meer een marketingtool dan dat het echt een functie heeft. Wat dat betreft doet een zippack-zakje het nog het best. Maar wat voor zin heeft een hersluitbaar plakzegel voor een inhoud van 100 gram. Want in de tijd dat er product in zit, bederft het niet. Dus dat is niet functioneel. Bovendien is zo'n plakzegel vaak ook slecht of niet te zien. Dus wordt hij ook niet gebruikt. En als je kijkt naar de Essentiële Eisen dan levert een hersluitingsmechanisme extra materiaal op. In het kader van de PPWR zal hersluitbaarheid ook aan steeds meer eisen moeten voldoen. Zo moet het hersluitingsmechanisme van hetzelfde materiaal zijn. En het moet economisch haalbaar zijn. Dan kun je voor de houdbaarheid beter kiezen voor kleinere porties om voedselbederf of -verspilling tegen te gaan: twee zakjes chips van 100 of 200 gram nemen in plaats van een hersluitbare verpakking van 300 gram." Ragaert sluit daarbij aan: "In een studie van Fost Plus en Ovam, weliswaar uit 2015, is onder andere onderzoek gedaan op verschillende portiegroottes voor versneden kookham. Daarin werden verpakkingen van 200 gram en 100 gram met elkaar vergeleken. Daaruit bleek vanuit milieu-impact dat het al zinvol was om te kiezen voor twee verpakkingen van 100 gram, als er 1/3 van een sneetje kookham uit een 200-gram verpakking overbleef. Voor roomkaas bleek dat al bij een mespuntje van het product. En als je bij een verpakking met beschermende atmosfeer deze de eerste keer opendoet, ben jij het gas kwijt en heeft de hersluitbare verpakking op dat vlak weinig effect meer." Verhagen opnieuw: "De kleine cupjes voor bijvoorbeeld jam in een restaurant staan ook onder druk. Wat is echter het alternatief: een dispenser? Er moet een goede afweging gemaakt worden tussen materiaalgebruik, voedselverspilling en schoonmaakkosten." Kunnen alle kunststof voedselverpakkingen meer gerecycleerd worden?Verhagen: "Organische producen geven niet zoveel vervuiling. Maar wat te denken van residuen in cementzakken. Of de lijmresten die achterblijven? Of medicijnen? Die laatste verpakkingen krijgen in Nederland in de nieuwe tariefdifferentiatie van het afval- fonds dan ook geen korting Ook komen er met nieuwe eisen steeds meer vragen of we recyclaat uit PE of PP kunnen inzetten in voedselverpakkingen. Dat kan nu nog niet. Welke decontaminatie-stap moet er zijn om af te komen van allergenen? En hoe zit het met koosjer of halal? Om dat soort vragen te beantwoorden hebben wij een nieuw onderzoekstraject gestart, in samenwerking met TNO." Ragaert: "Het is voor recyclage wel een must dat een verpakking grondig gereinigd kan worden. Dat kan door bijvoorbeeld oppervlaktebehandeling van het verpakkingsmateriaal, waardoor het product eenvoudig uit de verpakking komt. Of bij stand-up pouches kan je de verpakking goed legen door deze op te rollen. Voor wat betreft een aantal producten zal de PPWR voorschrijven dat ze verplicht worden composteerbaar te zijn. Dat geldt bijvoorbeeld voor koffiecapsules en theezakjes. Composteerbaarheid is daar een meerwaarde, door de combinatie van materiaal en voedingsproduct. Al kunnen bijvoorbeeld koffiecapsules ook gerecycleerd worden. Zo mogen ze vanaf 1 januari 2023 in België in de blauwe PMD-zak worden gesmeten." Zijn we er als we al het verpakkingsafval technisch kunnen recycleren en het recyclaat toepassen in nieuwe verpakkingen? Ragaert: "Nee, want waar we het nog niet over hebben gehad, is dat er naast allerlei wetgevingen gelinkt aan de duurzaamheid van het verpakkingsmateriaal ook wetgevingen zijn rond voedselveiligheid van food-contact materialen. Om de steeds toenemende eisen rond duurzaamheid en voedselveiligheid te combineren zijn er heel wat uitdagingen, Bijvoorbeeld hoe kan je in de toekomst gerecycleerd PE of PP gaan toepassen in voedselverpakkingen? En een tweede punt is of er wel voldoende recyclaat is om aan de toekomstige wettelijke eisen te voldoen." Verhagen beaamt dat: "Er zijn nu plannen voor grootschalige investeringen voor chemische recyclage: In totaal al voor 1 miljoen ton aan capaciteit in Nederland: Dit is twee keer zoveel als er nu al door het Afvalfonds wordt ingezameld. Naast verpakking, zullen we dus ook andere kunststof toepassingen moeten inzamelen en recyclen. Daarnaast is er nog voldoende ruimte voor verpakkingsreductie. Want ik zie nog behoorlijk veel verpakkingsmateriaal als ik door de supermarkt loop. Denk aan gehakt: Dat ging van een bak naar een zak met wel 70 procent materiaalreductie. Zo zie je dat we door ketensamenwerking en innovatie succesvolle duurzame oplossingen in de markt kunnen zetten. Ik heb hoop op een duurzame toekomst."