Een verstoorde toeleveringsketen. Krapte op de arbeidsmarkt. Inflatie. Vier jaar geleden, in februari 2019 tijdens de laatste editie van het HID-evenement, zou dit een onwaarschijnlijke samenloop van omstandigheden zijn geweest. Toch zijn dit - naast de nog altijd dalende drukwerkvolumes - op dit moment de belangrijkste trends in de markt, aldus Hunkeler bij aanvang van het HID-evenement.
...

Een verstoorde toeleveringsketen. Krapte op de arbeidsmarkt. Inflatie. Vier jaar geleden, in februari 2019 tijdens de laatste editie van het HID-evenement, zou dit een onwaarschijnlijke samenloop van omstandigheden zijn geweest. Toch zijn dit - naast de nog altijd dalende drukwerkvolumes - op dit moment de belangrijkste trends in de markt, aldus Hunkeler bij aanvang van het HID-evenement. Het zijn trends die veel bedrijven en sectoren voor flinke uitdagingen stellen. De term 'perfect storm' valt in dit verband regelmatig, ook in de grafische sector. Tegelijkertijd ontstaan er kansen: Hunkeler zag de afgelopen jaren wel degelijk mogelijkheden om zowel de omzet, het resultaat en het marktaandeel te laten groeien. In 2019 toonde (toenmalig) ceo Michael Hunkeler zich nog lichtelijk teleurgesteld over de bij de verwachtingen achtergebleven groei van de inkjet-markt. Gevraagd naar de situatie in 2023 overheerst nu tevredenheid: inkjet bezorgt het bedrijf, zelfs bij gelijkblijvende groeipercentages, goede vooruitzichten. Directeur Stefan Hunkeler legt uit hoe de huidige trends en omstandigheden toch juist ook voor opportuniteiten zorgen: "De nood aan verregaande automatisering van productieprocessen neemt toe. Digitale printsystemen bieden een antwoord op die vraag. Bovendien spelen ze in op de alleen maar groeiende vraag naar on demand producties van geactualiseerde versies in exact de benodigde oplage op het juiste moment. Bedrijven willen geen kostbare voorraden aan drukwerk, die mogelijk ook nog eens overbodig blijken." En zo bevindt Hunkeler zich, samen met de ongeveer honderd HID-exposanten, dus precies op het lucratieve snijvlak van print, innovatie en veranderende markttrends. Het HID-evenement kent een eenvoudige succesformule. In de twee beurshallen treft de bezoeker nergens imposante standbouw, geen patserige podia of flitsende lichtshows, maar wel: complete printproductiestraten die een waaier aan toepassingen tonen, van boeken en posters tot manuals, mailings en papieren verpakkingen. Geregeld gaan de kappen van de machines open en wordt de technologie toegelicht. Er worden overal printsamples uitgedeeld. En dat wordt gewaardeerd: niet voor niets kwam er een recordaantal van zo'n 6.700 bezoekers uit honderd landen van over de hele wereld naar Luzern. Voor Hunkeler zelf én voor de overige exposanten is het HID-event dé gelegenheid om de nieuwste machines te laten zien. Niet mooiers immers dan een beurshal waar zich nagenoeg alle grote fabrikanten en leveranciers in de printmarkt verzamelen om zo'n 50 printproductiestraten in actie te laten komen. Vrijwel overal staat Hunkeler-apparatuur voor, achter of nabij de printers van de belangrijkste marktspelers, maar er is ook ruimte voor andere afwerkspecialisten zoals Müller Martini, Horizon, Kern en Meccanotecnica. Voor de bezoekers maakt deze setting ook meteen duidelijk wat de stand van zaken is: welke markten zijn in opkomst, welke innovaties zijn daadwerkelijk klaar voor de markt - en welke kant bewegen die markten zich op? De book-on-demand markt is voor Hunkeler belangrijk. Dat blijkt bijvoorbeeld wel uit het beursdebuut van de 'Starbook' bindstraat (in twee uitvoeringen; met velleninvoer of rotatieve invoer). En niet voor niets werd ook een 'Book Sorting Module' ontwikkeld, bedoeld om de vaak in 'oplage 1' geproduceerde boeken direct na de bindstraat te sorteren. Hunkeler voorziet in de boekenmarkt aanhoudende groei, omdat er veel drukwerk van offset naar digitaal printen verschuift. Een andere veelbelovende markt is die van het commerciële drukwerk, aldus Hunkeler: "We zien hier relatief grote groei. Omdat deze markt zo divers is met veel verschillende eindproducten, is er ook behoefte aan veel verschillende afwerkmogelijkheden." Dat gaat bovendien niet alleen om rotatieve apparatuur, maar ook om machines die planovellen verwerken. Dat is nu een nieuw segment voor Hunkeler, maar vanuit het verleden hebben de Zwitsers daar al wel ervaring mee (zie kadertekst). In 2019 presenteerden ze al de eerste versie van de DocuTrim om planovellen mee te snijden en (dynamisch) te perforeren. Daar voegden ze dit jaar een DocuTrim op B2+ formaat aan toe voor drukvellen tot een formaat van 53 x 75 cm - een machine die dus ook geschikt is voor bestaande (bijvoorbeeld HP Indigo en Fujifilm) en toekomstige (bijvoorbeeld Ricoh) digitale vellenpersen op dat formaat. Om direct maar met de uitzondering op het in Luzern alom tegenwoordige inkjet te beginnen: Xeikon toonde met de Sirius SX30000 aan nog altijd in zijn toner-technologie te geloven. Het maakte daarmee tevens de belofte van vier jaar geleden waar, toen het in Luzern verkondigde aan een nieuwe generatie tonermachines te werken. Die 'Sirius'-generatie had uiteraard op Drupa 2020 zijn beursdebuut moeten maken, maar deed dat nu feitelijk tijdens HID. Met de machine (saillant detail: als enige uitgerust met een eigen unwinder in plaats van een Hunkeler-exemplaar) wil Xeikon mikken op kwalitatief hoogwaardig full colour drukwerk. Met name in het boekensegment doet Xeikon goede zaken, vertelde Dimitri Van Gaever, market segment director bij Xeikon. Maar hij ziet bijvoorbeeld ook kansen ontstaan in behangpapier - een toepassing die je niet snel zal zien tijdens HID, maar die straks wel op FESPA zal worden gedemonstreerd. SCREEN behoort tot de vaste gasten tijdens het HID-evenement. Het toonde de Trupress Jet520HD+, voorzien van, naar keuze, een rewinder (voor rol-naar-rol producties) of een 'Roll to Stack' installatie voor losbladige stapel-uitleg. Bovendien sloeg SCREEN dit jaar een nieuwe richting in met de productie van papieren verpakkingen op de Truepress PAC520. In 2019 was Xerox nog met liefst drie inkjet-productiesystemen aanwezig, maar dat portfolio beperkt zich nu tot de Baltoro inkjetvellenpers op B3-formaat, gebaseerd op de iGen tonerpers ('Wat goed is, moet je niet opnieuw uitvinden', aldus Peter Veldhuysen van Xerox) en voorzien van eigen inkjetkoppen. Volgens Veldhuysen staan de inkjetontwikkelingen bij Xerox met deze Baltoro 'nog maar aan het begin' en kunnen we de komende tijd dus op meer nieuws rekenen. Canon stelde dat het in vier jaar tijd 'grote stappen' heeft gezet. Bewijs daarvoor vormde de wereldprimeur in Luzern van de nieuwe ProStream 3000 - de volgende generatie op het ProStream-platform, met een hogere snelheid (tot 133 meter per minuut) en een breder substratenportfolio (tot 300 grams). Volgens Canon zijn er in de afgelopen twee jaar al ruim 160 ProStream-torens geïnstalleerd. Bovendien werden ook meer dan 275 exemplaren van de VarioPrint iX-serie inkjet B3-vellenpersen verkocht - en ook die machine stond, voorzien van nieuwe productiviteit-bevorderende software, op de HID-beursvloer. Bij Ricoh was eveneens een volgende generatie te zien van de tijdens HID'19 gelanceerde VC70000 inkjetrotatiepers. De nieuwe e-versie ('enhanced') van deze machine werd nu getoond in een enkelzijde full colour uitvoering. Software en kunstmatige intelligentie zorgen voor meer efficiëntie en productiviteit. Op de stand kwam ook de V20100 in actie, met de zwart-wit productie van handleidingen. De langverwachte Z75 inkjetvellenpers van Ricoh was vooralsnog alleen virtueel aanwezig. Er is een compleet nieuwe fabriek gebouwd voor de productie van deze nieuwe machine en de daadwerkelijke introductie ervan vindt waarschijnlijk in het najaar plaats. Dé blikvanger van de beurs was niet te missen: direct bij binnenkomst in Hal 2 trok HP veel aandacht met Europese première van de PageWide Advantage 2200. HP bouwde de afgelopen jaren aan dit compleet nieuwe platform, waarbij de papierbaan (via keerstangen) nu tweemaal dezelfde print-unit passeert voor een dubbelzijdige bedrukking. Dankzij deze ingenieuze constructie is de machine modulair te voorzien (ook als upgrade na installatie) van een, twee of drie droogunits, afhankelijk van het marktsegment - en dus de papiersoorten en bijvoorbeeld de inktbezetting - waar de machine gaat worden ingezet. Door meer droog-units te plaatsen, kan de productiesnelheid (aan een top van 150 meter per minuut) gehandhaafd blijven en dat komt de productiviteit en capaciteit ten goede. Opvallend was ook de terugkeer van Kodak op de beursvloer, nadat de fabrikant in 2019 volledig verstek liet gaan. De in 2017 in Luzern aangekondigde Ultrastream inkjetkoppen hebben inmiddels geresulteerd in de Prosper Ultra 520 rotatiepers - nu voor het eerst te zien in Europa. "Een beest van een machine", aldus ceo Jim Continenza, "waarmee we het gevecht met offset aangaan". Volgens Continenza is het eenvoudig een kwestie van rekenen: "Het gaat niet om de prijs per pagina, het draait allemaal om snelheid." Die topsnelheid van 150 meter per minuut is mogelijk dankzij de UV-droging én de nieuw ontwikkelde inkten: "Het heeft ons jaren gekost om de inkt precies goed te krijgen. Ga maar na: de machine genereert 40 miljard druppels inkt per seconde - dat is knap ingewikkeld." Overigens blijft Kodak toch ook in de offsetmarkt geloven - desgevraagd stelde Continenza de 'last man standing' in offsetplaten te zullen zijn: "We investeren er zelfs nog in." Het was Marc Stephenson, productmanager van Fujifilm, opgevallen: duurzaamheid, klimaat en milieu waren geen grote thema's tijdens Hunkeler Innovationdays. "Tijdens een beurs als Interpack was het juist het hoofdonderwerp. In de verpakkingsindustrie is duurzaamheid voortdurend in het nieuws." In Luzern was er slechts een enkel bord achter in een stand en een slide in de presentatie op een beeldscherm aan gewijd. Fujifilm besteedde er op de eigen stand - in 2019 ontbrak Fujifilm en deze keer kwam ze zonder machines naar de HID - overigens ook nauwelijks aandacht aan. En dat terwijl de printerproducent al voor de lancering van de Jetpress bezig was met de recycleerbaarheid van de output van de digitale pers, aldus Stephenson. De belangrijkste uitdaging bij hergebruik van papier zit in de mate waarin de inkt uit het gedrukte product verwijderd kan worden. Dit is een cruciaal onderdeel van het recyclageproces. Pas als de inkt voldoende uit het papier is verwijderd, is het geschikt als basismateriaal voor gerecycleerd papier. Juist bij inkjet is dit een moeizaam proces. De belangrijkste instantie om te bepalen of drukwerk voldoende ontinkt kan worden is het Duitse Ingede, waar Fujifilm zijn producten laat testen. Stephenson: "Over het algemeen helpt een coating bij het ontinkten, maar ook als we geen coating gebruiken slagen we vaak voor de test. We hebben ook tonermachines die nog stammen uit de tijd dat we werkten met Fuji Xerox. Die materialen zijn veel beter te ontinkten dan inkjet." Vrijwel alle inkjetproducenten die aanwezig waren op de beursvloer werken met Ingede om een accredititatie te krijgen voor hun producten. Canon laat zijn materialen testen bij de Technische Universiteit Darmstadt, een partner van Ingede. Uit de testen van Ingede blijkt dat droge toner en offset over het algemeen beter geschikt zijn voor recyclage dan vloeibare toner en inkjet. Stephenson: "De tests en de methode om te ontinkten zijn in eerste instantie ontwikkeld voor offset. In de beginjaren, toen hergebruik van papier opkwam, was er nauwelijks digitaal drukwerk." Een rondje langs de standhouders in Luzern leerde dat vrijwel iedereen actief werkt aan betere resultaten, waarbij sommigen beloven dat ontinktbaarheid geen probleem is. Geen enkele standhouder kan echter beloven dat alle producten van een bepaalde machine geschikt zijn voor recyclage. De resultaten zijn afhankelijk van de gebruikte inkt, het substraat en de inktbezetting. In principe moet Ingede per toepassing testen uitvoeren en op basis daarvan een rapport samenstellen. Hoogvolume inkjet groeit, maar het aandeel in de totale markt blijft nog ver onder de tien procent. Toch kan een kleine hoeveelheid inkjetproducten voor problemen zorgen in het recyclageproces. Axel Fisher, woordvoerder van Ingede en ook aanwezig op de beursvloer in Luzern, sprak ooit van "de rode sok in de witte was." De uitspraak wordt vaak aangehaald om het probleem van inkjet duidelijk te maken. Stephenson: "Er is het voorbeeld van een papierfabriek met een hoog percentage Indigo-papierafval, die productie stop moest zetten vanwege schoonmaakwerkzaamheden. Verschillende printerproducenten, waaronder Indigo ontwikkelden een oplossing, maar Ingede vond die niet praktisch uitvoerbaar." Behalve het Indigo-voorbeeld bezorgde de nanotechnologie van Landa het digitale drukwerk een slechte naam in de recyclingindustrie. Landa stuurde testexemplaren naar Ingede die afweken van de werkelijke machine-output. De testexemplaren werden goedgekeurd, terwijl het drukwerk dat tijdens Drupa 2016 werd gepresenteerd ongeschikt was voor recyclage. Benny Landa gebruikte het logo van Ingede desondanks toch tijdens Drupa - zeer tot ongenoegen van Axel Fisher. De onzekerheid over de herbruikbaarheid van inkjetdrukwerk maakt het lastig voor de grote printerproducenten om reclame te maken met de duurzaamheid van hun producten. En dat terwijl digitaal drukwerk in het algemeen en inkjet in het bijzonder uitermate geschikt zijn voor het verkleinen van de afvalberg. Het drukwerk kan immers on demand worden geproduceerd in zeer kleine oplagen en zelfs als unieke producten. Vraag en aanbod kunnen er perfect mee op elkaar worden afgestemd. Dat maakt inkjet bovendien uiterst geschikt voor een trend als Industrie 4.0. Het belangrijkste duurzaamheidsargument van de grafische industrie was altijd het hoge percentage hergebruik van papier en karton. Vermindering van afval wordt zelden genoemd. Daarmee heeft de industrie zichzelf in de hoek geschilderd, want uitgerekend de techniek met het beste toekomstperspectief zorgt voor problemen met hergebruik. Tegelijkertijd maakt Ingede duidelijk dat de processen in de papierindustrie niet worden aangepast. Voor de inkjetfabrikanten en de inktproducenten zit er weinig anders op dan een passende oplossing te ontwikkelen. Het duurzaamheidsthema staat over een jaar tijdens Drupa 2024 nadrukkelijk wél in de schijnwerpers: 'Duurzaamheid in de print & verpakkingsindustrie', 'Circulaire economie', 'Efficiënt gebruik van materialen en energie' en 'Recycling' staan er bovenaan het rijtje van aangekondigde 'focus onderwerpen'. Ongetwijfeld zien we dat ook terug tijdens de Hunkeler Innovationdays van 2025.