Voor de knelpuntberoepen drukker en drukafwerker is de war for talent nog niet gestreden. De grafimediasector vergrijst aan een hoge snelheid en dat zorgt voor een grote uitstroom van technisch talent in de komende jaren. Er wordt geschat dat de tewerkstelling in de sector verder zal krimpen met ongeveer vier procent tegen 2025, dus een groot deel van de uitstroom moet vervangen worden door nieuwe instromers. "Iedereen is al even op zoek naar de witte raven", zegt David Benoit, adviseur bij GRAFOC, het sector- en vormingsfonds voor de arbeiders uit de printmedia industrie (paritair comité 130) voor de Vlaamse Gemeenschap. "Bedrijven moeten beseffen dat in de komende vijf jaar ongeveer 35 procent van hun medewerkers zullen uitstromen. Dat is ontzettend veel kennis en ervaring die zal verdwijnen. Daar zijn geen wonderoplossingen voor. De schaarste is ook niet nieuw, al jarenlang zijn drukken en drukafwerking terecht knelpuntberoepen." De laatste jaren is de sense of urgency alleen maar toegenomen.
...

Voor de knelpuntberoepen drukker en drukafwerker is de war for talent nog niet gestreden. De grafimediasector vergrijst aan een hoge snelheid en dat zorgt voor een grote uitstroom van technisch talent in de komende jaren. Er wordt geschat dat de tewerkstelling in de sector verder zal krimpen met ongeveer vier procent tegen 2025, dus een groot deel van de uitstroom moet vervangen worden door nieuwe instromers. "Iedereen is al even op zoek naar de witte raven", zegt David Benoit, adviseur bij GRAFOC, het sector- en vormingsfonds voor de arbeiders uit de printmedia industrie (paritair comité 130) voor de Vlaamse Gemeenschap. "Bedrijven moeten beseffen dat in de komende vijf jaar ongeveer 35 procent van hun medewerkers zullen uitstromen. Dat is ontzettend veel kennis en ervaring die zal verdwijnen. Daar zijn geen wonderoplossingen voor. De schaarste is ook niet nieuw, al jarenlang zijn drukken en drukafwerking terecht knelpuntberoepen." De laatste jaren is de sense of urgency alleen maar toegenomen. Volgens de mensen van GRAFOC zullen er verschillende strategieën moeten worden ingezet om nieuw talent naar de printmediabedrijven te trekken. Dat gaat van werkzoekenden begeleiden en opleiden over samenwerken met scholen tot en met stages organiseren om mensen in de drukkerijen te krijgen. "We zetten in op verschillende zaken. Met het aantal leerlingen dat uit het grafisch onderwijs komt, zullen we het niet redden. De afgelopen dertig jaar heeft GRAFOC miljoenen geïnvesteerd in machines in scholen, dat kunnen we niet blijven doen. Het kost gewoon teveel. Daarom sturen we aan op duaal leren, het is een oplossing om leerlingen beter en efficiënter op te leiden. Al is het ook een complex verhaal, scholen en bedrijven moeten zich ook openstellen om deze vorm van werkplekleren te doen slagen", stelt Herman Staes, de coördinator van GRAFOC. Bij bedrijven is er soms koudwatervrees omdat ze geen zin hebben om mensen op te leiden die na verloop van tijd overstappen naar de concurrentie of uit het beroep verdwijnen. Praktijkleerkrachten krijgen mogelijks een nieuwe rol omdat hun leerlingen les volgen in de bedrijven. Maar het grootste obstakel zijn de weinige leerlingen die de opleidingen volgen. Jongeren warm maken voor de grafische beroepen blijft cruciaal, elke generatie opnieuw. De promotie-inspanningen mogen niet slabakken, nieuwe technologieën moeten worden aangewend. "De bedrijven die de stap zetten naar duaal leren, zijn er zeer tevreden over", zegt Herman Staes. "Het draait om communicatie." Ook Michel Van de Vyver, de gedelegeerd bestuurder van Bastin & Co in Wetteren, is voorstander van duaal leren. Bastin-Pack produceert in flexo bedrukte flexibele verpakkingen voor verschillende sectoren zoals de voeding, farmacie en cosmetica, een groeimarkt. Volgens cijfers van de sectorfederatie FTA Europe groeit de flexosector in Europa gemiddeld met zes procent. "Kijk eens goed rond als je een supermarkt binnenwandelt. Zeventig procent van al de primaire en secundaire verpakkingen die bedrukt zijn, zijn gemaakt met de flexotechniek", weet Wim Buyle, de ondervoorzitter van FTA Europe. Een flexodrukker bij Bastin moet een 8-kleurenpers bedienen, daar komt heel wat bij kijken. De machine bedienen betekent ook de clichés monteren, het drukwerk controleren, de machine omstellen van de ene job naar de andere, parameters instellen (inkt en druk van de cilinders), de inkten selecteren en doseren, het basisonderhoud van de pers uitvoeren, enzovoort. Ervaring is bij Bastin belangrijker dan het diploma van de kandidaat. "Het moeten mensen zijn die willen werken en geïnteresseerd zijn. We zoeken doorzetters, dat is belangrijk. Ik heb hier iemand die houtbewerking heeft gedaan en flexodrukker is geworden. Het kan. Elk drukwerk is een uitdaging, dat moet je graag doen, het is geen repetitief werk", vertelt Van de Vyver. Hij gelooft in duaal leren. Van de vijftien middelbare scholen in Vlaanderen waar een grafische opleiding kan gevolgd worden, bieden de Talentschool in Turnhout, VISO Mariakerke en de Athena Campus Heule de duale richting offset- of flexorotatie aan. Ook een werkzoekende kan via een traject van werkplekleren opgeleid worden tot flexodrukker. "Een assistent-drukker opleiden die kan doorgroeien naar drukker, dat moet je doen aan een machine. Flexopersen zijn geen kleine machines en scholen kunnen niet investeren in dergelijke persen. Laat geïnteresseerde leerlingen naar de bedrijven komen. Wij leiden sowieso onze mensen zelf op. Dat duurt verschillende jaren. We werken hier met zeer veel verschillende grondstoffen, er is weinig standaardisatie." Michel Van de Vyver vindt dat duaal leren voordelen biedt voor de bedrijven en voor de leerlingen. "De leerlingen komen met een nieuwe blik in de praktijk, ze treden in contact met ervaren werknemers op de werkvloer. Dit zorgt voor dynamiek in het bedrijf." Volgens Van de Vyver is duaal leren een goede methode om mensen op te leiden maar de interesse van de leerlingen voor drukken is getemperd. Vele jongeren wensen in hun opleiding eerder met een laptop te werken. De meer creatieve opleidingen zoals websites ontwerpen zitten in de lift terwijl de technische basis cruciaal is. "De grafische scholen moeten de interesse voor alle druktechnieken meer aanwakkeren. Dit kan in samenwerking met de drukkerijen in duaal leren", zegt Michel Van de Vyver. Uit de opleidingen 6 TSO (Technisch Secundair Onderwijs) printmedia, 6 BSO (Beroepssecundair Onderwijs) drukken en afwerken en 7 BSO meerkleurendruk en drukveredeling studeerden tussen 2015 en 2019 gemiddeld 39 leerlingen af. Slechts een derde van de leerlingen gaat effectief aan de slag in de richting waarvoor ze gestudeerd hebben. Vanuit de VDAB-opleidingen drukken en afwerken stroomden er tussen 2015 en 2019 jaarlijks gemiddeld dertig werkzoekenden uit naar tewerkstelling. De instroom is te beperkt om de massale uitstroom te compenseren. De scholen, de opleidingscentra, de VDAB, de sectoren en de bedrijven zullen volgens GRAFOC moeten blijven inzetten op strategieën om meer werkzoekenden en leerlingen in de opleidingen te krijgen. De instroom van nieuw talent is ook een voorname bekommernis van Steven Renders, de algemeen directeur van Roularta Printing in Roeselare. "Onze drukkers verouderen en we zien geen nieuwe generatie klaarstaan, dat is een probleem. Er zijn nauwelijks nog opleidingen om mensen het vak te leren en ze enthousiast te maken. Het is ook niet eenvoudig om mensen die er niet voor opgeleid zijn voor ons vak te enthousiasmeren. We pleiten voor een opleiding, maar hoeveel mensen zullen die volgen? De jonge generatie is digitaal gericht. Er zijn ook geen duizend banen beschikbaar in België." Uit een recente enquête (zie ook kader blz. 19) van de sectorfederaties Febelgra, Indufed en de sectorfondsen GRAFOC en PaperPackSkills (het sectorfonds van de papier- en kartonbewerkende industrie, paritair comité 136) bij bedrijven uit de grafische- en papier- en kartonbewerkende sectoren blijkt dat 48 procent van de deelnemende bedrijven verwachten om binnen het jaar nieuwe drukkers aan te werven, 73 procent heeft de intentie om nieuwe drukafwerkers te engageren. Aan de TSO-BSO-enquête namen 57 bedrijven deel, samen goed voor 4.500 werknemers. De deelnemende bedrijven verwachten binnen het jaar 61 nieuwe drukkers aan te werven en honderd nieuwe drukafwerkers. Binnen de twee tot vijf jaar gaat het om 152 nieuwe drukkers en 176 nieuwe drukafwerkers. "Wij zetten in op de mensen die al aan de slag zijn in de drukkerij. Zijn ze geïnteresseerd om opgeleid te worden tot conducteur-drukker of door te groeien naar hoofdconducteur? Ik denk dat we meer kans hebben om mensen te laten doorgroeien dan extern te moeten gaan zoeken. Het is veel moeilijker om mensen te overtuigen om voor een drukkerij te kiezen, het is een business die onder druk staat", geeft Renders toe. De vraag naar technische profielen is groot, veel sectoren zijn op zoek naar mensen die machines kunnen bedienen. De grafische sector gaat op dat vlak in concurrentie met grote sectoren zoals de voedingsindustrie, de chemie, de automotive. "Een machine bedienen wordt neutraal. Het product dat erop gemaakt wordt, is niet meer zo kritisch. Bij ons gaat het ook om kleuren regelen, dat is heel specifiek. Het gaat om interpretatie en fingerspitzengefühl. Je moet kleuren leren interpreteren en ervoor zorgen dat de klant exact krijgt wat hij verwacht", legt Steven Renders uit. "De gevraagde competenties zijn voor heel veel sectoren gelijklopend", bevestigt GRAFOC-coördinator Herman Staes. "Binnen tien jaar zullen er procesoperatoren opgeleid worden in scholen en nadien zullen ze de stiel leren via werkplekleren in een bedrijf. Maar dat is nog niet voor morgen."