In 2017 bedroeg de totale papierproductie in Europa 92,2 miljoen ton. Daarbij wordt een onderscheid gemaakt tussen krantenpapier en grafisch en schrijfpapier (36,2%), verpakkingspapier en -karton (51,3%) en hygiënisch papier (8,1%). De productie van krantenpapier en grafisch en schrijfpapier is goed voor 33,3 miljoen ton, waarvan 12% gestreken papier en 15,6% niet-gestreken. Dat zijn de cijfers die de CEPI, de Confederatie van de Europese Papierindustrie, in haar milieurapport 2018 vermeldt.
...

In 2017 bedroeg de totale papierproductie in Europa 92,2 miljoen ton. Daarbij wordt een onderscheid gemaakt tussen krantenpapier en grafisch en schrijfpapier (36,2%), verpakkingspapier en -karton (51,3%) en hygiënisch papier (8,1%). De productie van krantenpapier en grafisch en schrijfpapier is goed voor 33,3 miljoen ton, waarvan 12% gestreken papier en 15,6% niet-gestreken. Dat zijn de cijfers die de CEPI, de Confederatie van de Europese Papierindustrie, in haar milieurapport 2018 vermeldt.In de hele wereld wordt jaarlijks ongeveer 400 miljoen ton papier verbruikt. Daarbij vormen Azië (190 miljoen ton), Europa (92 miljoen) en Noord-Amerika (76 miljoen) de kopgroep. Deze cijfers komen dan weer van de FAO (Food and Agriculture Organization - Voedsel- en Landbouworganisatie) van de Verenigde Naties die de toestand van de bossen analyseert. Heel wat milieuorganisaties ijveren er voor om het papierverbruik te verminderen om de bossen te beschermen. Niet onlogisch wanneer men weet dat in regio's zoals Zuid-Amerika, Afrika en Oceanië bossen gekapt worden om papier te maken (de papierproductie in Europa is op dat vlak een uitzondering). Elk jaar verdwijnen er miljoenen hectare bos waardoor de ontbossing als de tweede belangrijkste oorzaak van de klimaatverandering gezien wordt, na het gebruik van fossiele brandstoffen. Volgens PEFC is de ontbossing verantwoordelijk voor 18% van de CO2-uitstoot (energie voor 24%, transport en landbouw voor 14%). De groei van de landbouw en de veeteelt zijn de belangrijkste redenen om bossen te kappen. "Vorig jaar werd een bosareaal ter grootte van vijf keer België gekapt," raamt Samuel Oldenhove, secretaris-generaal van PEFC.In Europa daarentegen neemt het bosareaal elk jaar wel toe. Tussen 2005 en 2015 groeiden de Europese bossen met meer dan 44.000 km2 aan, dat is een oppervlakte groter dan Zwitserland. Volgens de CEPI is het bosareaal nu 30% groter dan in 1950. Die Europese verwezenlijking is te danken aan een duurzaam beheer van de bossen. De bosbouw is immers aan een strikte wetgeving onderhevig. De eerste boscertificaties werden overigens vanaf 1993 toegekend, meer bepaald om de ontbossing tegen te gaan. FSC voerde als eerste een certificatiesysteem in, nadien - in 1999 - kwam PEFC erbij. Vandaag geven de twee labels blijk van dezelfde ambitie: het duurzame beheer van bossen bevorderen. En dat betekent een milieuvriendelijk, sociaal verantwoord en economisch leefbaar beheer.Van het wereldwijde bosoppervlak dat volgens de FAO ongeveer 4 miljard hectare bedraagt (ongeveer 30% van het landoppervlak), heeft meer dan 196 miljoen hectare het FSC-certificaat - 25.815 ha daarvan ligt in België. Het PEFC-certificaat is toegekend aan 307 miljoen ha in de wereld - goed voor meer dan 60% van de gecertificeerde bossen - en aan 301.000 ha in België. Op het Europese continent heeft 45% van de bossen het PEFC-certificaat en bijna 22% het FSC-certificaat - u moet echter wel weten dat sommige bossen de twee certificaten hebben.In zijn rapport over de toestand van de papierindustrie in 2018 schetst het 'Environmental Paper Network' (EPN) enkele klimaatdoelstellingen. Namelijk: het gebruik van gerecyclede vezels en van vezels uit een duurzame bron maximaliseren, de uitstoot van broeikasgassen verminderen en een niet-vervuilende productie garanderen.De Europese papierindustrie levert grote inspanningen voor een duurzame productie. De belangrijkste grondstoffen waar de papierproductie een impact op heeft, zijn hout, energie, CO2, water en afval. Om tot een CO2-neutrale productie te komen, heeft de papiersector een route-plan tot 2050 opgesteld. De bedoeling is om tegen 2050 de CO2-afdruk met 80% te verminderen. Sinds 1990 is de CO2-uitstoot al met 43% per geproduceerde ton verminderd, stipt de CEPI aan. En 59% van de productie en het energieverbruik zijn van biomassa afkomstig. Om tot een ecologisch verantwoorde economie met een beperkte CO2-uitstoot te komen, wil de Europese papierindustrie haar investeringen in uitrustingen met meer dan 40% verhogen. De grondstof, meer bepaald de cellulosevezels waarmee papier vervaardigd wordt, is afkomstig van duurzaam beheerde bossen. 90,4 % van de bossen die de Europese papierindustrie in handen heeft en beheert, zijn gecertificeerde bossen, aldus de CEPI. De papierproducenten spannen zich bovendien in om bij voorkeur bijproducten van het bos en de zagerijen (kapafval van bosbestanden die uitgedund worden, resten uit zagerijen, enz.) te valoriseren. Ook al toont Greenpeace zich sceptisch: "Kapafval vertegenwoordigt misschien 50% van het gebruikte hout. De papierproductie is zo groot dat die bron niet voldoende is. Er worden bossen gekapt, alleen maar om papier te vervaardigen. En de aanplantingen om de bossen te vernieuwen, bemoeilijken op hun beurt het behoud van de biodiversiteit. In Zweden en Finland bijvoorbeeld worden geen inheemse boomsoorten meer aangeplant. Dat verandert het hele ecosysteem en vernietigt habitats," zegt Jeroen Verhoeven, campagneleider bij Greenpeace.Papier recyclen is een andere manier om het gebruik van grondstoffen te optimaliseren. In 2017 recyclede de Europese industrie 72,3% van het totale papierverbruik en tegen 2020 wil de sector dat cijfer tot 74% verhogen. Daarbij mag men niet uit het oog verliezen dat 20% van het papier in Europa niet gerecycled kan worden - niet al het papier kan immers gerecupereerd worden, zoals hygiënisch en huishoudpapier (zakdoeken, behangselpapier, enz.). Vezels kunnen 2 tot 5 keer gerecycled worden - afhankelijk van de kwaliteit van het papier dat vervaardigd moet worden, zelfs 7 keer. En zodra het recyclageproces de vezels te zeer aangetast heeft, dienen ze als brandstof. De ecologische impact van de productie van gerecycled papier is minder hoog dan de productie van papier met nieuwe vezels: er is immers minder hout, minder water en minder energie voor nodig. Volgens EPN bespaart een ton gerecycled papier in vergelijking met een ton papier met nieuwe vezels 26 bomen. Ook Arjowiggins Graphic heeft zich aan het rekenen gezet: "Oud papier recyclen maakt het mogelijk om het verbranden of storten van papier uit te stellen. In het eerste geval komt er CO2 vrij, in het tweede geval methaan, een broeikasgas dat 25 keer schadelijker is dan CO2. De productie van gerecycled papier vergt, in verhouding tot de productie van papier met nieuwe vezels, tot 2,5 keer minder energie en water en stoot tot 38% minder CO2 uit."Als drukker moet je vandaag aan je klanten papieren kunnen aanbieden die op milieuvlak goed scoren. "Hoe langer hoe meer bedrijven krijgen oog voor het milieu en willen hun steentje bijdragen. Als distributeur merken we dat de vraag naar milieuvriendelijk papier toeneemt," vertelt Ron Blesgraaf, marketmanager print bij Antalis. Bij de federale overheid en de gemeenten steunt men op een omzendbrief waarin aangespoord worden om duurzame goederen, ook papier, aan te kopen. In eerste instantie geeft men dan de voorkeur aan gerecycled grafisch papier, waarvan er een ruim aanbod is. En er zijn zelfs gerecyclede papieren waarvan de witheid best kan concurreren met die van papier op basis van nieuw vezels. Maar wie toch grafisch papier op basis van nieuwe vezels wil, kan dankzij de milieulabels ook een verantwoorde keuze maken. Naast PEFC en FSC - die net zo goed gerecycled papier als papier op basis van nieuwe vezels certificeren - zijn er nog de bekende milieulabels. Die hebben meestal een goede naam en garanderen op hun beurt dat het papier een beperkte milieu-impact heeft en van een duurzame bron afkomstig is. Het meest gebruikte label is het Europese Ecolabel. Dat eist dat 70% van de vezels van een duurzaam beheerd, gecertificeerd bos komt, dat het papier zelf vrij is van een reeks van chemische producten en dat bij de productie ervan het energieverbruik beperkt blijft. Het Duitse milieulabel 'Der Blaue Engel' bepaalt dat het papier voor 100% met oud papier vervaardigd moet zijn en dat bepaalde gevaarlijke stoffen uit het productieproces geweerd moeten worden. Het Scandinavische milieulabel 'Nordic Swan' garandeert dat de milieu-impact van de producten die het label dragen, beperkt blijft.Op het internet ten slotte vind je ook nog software die het mogelijk maakt om de milieu-impact van grafisch papier te analyseren. Voorbeelden daarvan zijn het systeem van Arjowiggins en Antalis, de toepassing 'Check Your Paper' van het WWF (de gegevensbank daarvan is echter vrij beperkt) of nog de Paper Calculator van EPN.