Nu de economie in de remmen gaat en kreunt onder hoge inflatie, peperdure energie en stijgende loonkosten, leek het ons interessant om de financiële gezondheid van de Belgische print en sign productiebedrijven op te meten. Dat bleek makkelijker gezegd dan gedaan. De veelzijdige viscom-sector zit verscholen in verschillende sectoren en Nacebel-codes waardoor het een zeer complexe oefening werd. Om het terrein af te bakenen, zijn we aan de slag gegaan met de ledenbedrijven van de sectorvereniging Fespa Belgium. Van een zeventigtal bedrijven vonden we in de database van Trends Business Information (TBI) cijfers terug. TBI verzamelt de bedrijfsinformatie aan de hand van de officieel gepubliceerde balansen, jaarrekeningen en jaarverslagen. Voor de analyse van de cijfers gingen we te rade bij Pascal Flisch, analist bij TBI. De leden van Fespa Belgium fungeren in deze analyse als steekproef voor de bredere print- en signsector in ons land.
...

Nu de economie in de remmen gaat en kreunt onder hoge inflatie, peperdure energie en stijgende loonkosten, leek het ons interessant om de financiële gezondheid van de Belgische print en sign productiebedrijven op te meten. Dat bleek makkelijker gezegd dan gedaan. De veelzijdige viscom-sector zit verscholen in verschillende sectoren en Nacebel-codes waardoor het een zeer complexe oefening werd. Om het terrein af te bakenen, zijn we aan de slag gegaan met de ledenbedrijven van de sectorvereniging Fespa Belgium. Van een zeventigtal bedrijven vonden we in de database van Trends Business Information (TBI) cijfers terug. TBI verzamelt de bedrijfsinformatie aan de hand van de officieel gepubliceerde balansen, jaarrekeningen en jaarverslagen. Voor de analyse van de cijfers gingen we te rade bij Pascal Flisch, analist bij TBI. De leden van Fespa Belgium fungeren in deze analyse als steekproef voor de bredere print- en signsector in ons land. Als we de onderzochte bedrijven globaal bekijken, dan valt de variatie in bedrijfsgrootte op. In de database vinden we voorbeelden van eenmanszaken tot multinationals terug. De meest gebruikte vennootschapsvorm is de BV of de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid. Ook een handvol zelfstandigen is lid van de federatie. De Belgische print- en signsector is een schoolvoorbeeld van een KMO-sector met kleine equipes. De weinige bedrijven die meer dan honderd werknemers tellen zijn de spreekwoordelijke uitzondering. Van de 70 onderzochte bedrijven zijn er 26 (of 37 procent) die meer dan vier werknemers (in voltijdse equivalenten) tellen. 25 bedrijven hebben tussen één en vier mensen in dienst en 19 firma's (27 procent) hebben niemand op de payroll. Alle Fespa Belgium-leden samen stellen zo'n 547 mensen in België tewerk, het gaat om gemiddeld zeven medewerkers per bedrijf. De tewerkstelling was de laatste jaren vrij stabiel. In 2018-'19 stelde de sector zo'n 520 mensen tewerk. In 2019-'20 ging het om 558 mensen. De meest recente cijfers dateren van 2020 en 2021 voor zover de jaarrekening reeds is neergelegd bij de Nationale Bank. Voor deze financiële doorlichting namen we de beschikbare cijfers van de Belgische vennootschappen (niet-geconsolideerd) onder de loep. Over omzetevoluties spreken we niet, want alsmaar minder vennootschappen rapporteren de omzetcijfers in hun openbare jaarrekeningen. Om de financiële gezondheid van de bedrijven na te gaan, kijken we in eerste instantie naar de solvabiliteit. Van de 61 bedrijven waarvan de balansen beschikbaar zijn, detecteert Pascal Flisch er drie met een negatieve solvabiliteit, dertien hebben een vrij zwakke solvabiliteit en 45 (of 74 procent) zijn gezond te noemen. Voor een goede, gezonde, solvabiliteit legt Flisch de lat op minimaal vijftien procent. Hij berekent de solvabiliteitsratio door het eigen vermogen te delen door het totale vermogen. "Als ze minimaal vijftien procent halen, betekent dit dat 85 procent van de financieringsmiddelen van de onderneming van derden komt. Om echt als kerngezond beschouwd te worden, moet je 25 procent halen. 37 bedrijven van de 61 halen die score", zegt Pascal Flisch. "Het gaat om 61 procent, dat is vergelijkbaar met de globale Belgische economie waar het om 63 procent van de bedrijven gaat. Dat is helemaal niet slecht aangezien het om kleinere ondernemingen gaat, die hebben het doorgaans moeilijker om een goede solvabiliteitsratio te halen. Dit is zeker geen zwakker sector", duidt Flisch. Ook niet vergeten dat een deel van de viscom-sector moeilijke jaren achter de rug heeft door de coronacrisis en de bijhorende lockdowns in 2020-'21. Vandaag maakt onze economie zich op voor een nieuwe schok, de energiecrisis. Volgens Voka-voorzitter Wouter De Geest kijken we een "snijdende recessie" in de ogen. "Een op drie ondernemingen geeft aan de productie te zullen verminderen of stopzetten door de peperdure energieprijzen", stelt Voka. Om de rendabiliteit van de Fespa Belgium-leden in te schatten, kijken we naar de operationele cashflow. "Dat is de capaciteit om toegevoegde waarde te creëren met de uitgevoerde activiteiten, ongeacht de manier waarop ze gefinancierd worden", legt Pascal Flisch uit. Acht bedrijven hebben een negatieve REBITDA. We nemen de recurrente operationele cashflow als ratio om de eenmalige, uitzonderlijke elementen uit te sluiten. Zestien ondernemingen realiseren tussen nul en 50.000 euro toegevoegde waarde in 2020-'21. "Dat is weinig want we hebben het hier toch over een kapitaalintensieve sector. Met de toegevoegde waarde moet je onder andere je kredieten terugbetalen", duidt Flisch. 37 bedrijven zijn in staat om meer dan 50.000 euro toegevoegde waarde te creëren, dat zijn de meest rendabele bedrijven van de onderzochte groep, goed voor 61 procent. Als we de rendabiliteitscijfers analyseren over de jaren heen, valt het corona-effect niet weg te gommen. In 2018-'19 boekte nog 68 procent van de onderzochte bedrijven een toegevoegde waarde van me er dan 50.000 euro. Dat percentage zakt naar 62 procent in 2019-'20 en naar 61 procent een jaar later. "Al hadden sommige bedrijven het ook reeds voor corona moeilijk", stelt Pascal Flisch vast. Een ander interessant cijfer dat we onder de loep nemen, is het investeringsniveau van de print- en signbedrijven. We kijken naar het bedrag van de netto-investeringen. Als je een nieuwe auto koopt van 50.000 euro en je verkoopt je oude wagen tweedehands voor 10.000 euro, dan heb je netto 40.000 euro geïnvesteerd. In 2020-'21 deden vijf bedrijven geen investeringen. Elf ondernemingen investeerden tot 10.000 euro. De grootste groep, 29 bedrijven of bijna de helft van de onderzochte ondernemingen, investeerde tussen 10.000 en 100.000 euro. Zestien bedrijven investeerden meer dan 100.000 euro en elf bedrijven minder dan 10.000 euro. Samen waren 61 Fespa Belgium-bedrijven goed voor 5,8 miljoen euro aan investeringen in 2020-'21. In 2019-'20 lag het totale investeringsbedrag op 9,8 miljoen euro. "Investeringen zijn uiteraard volatiel, maar het gaat hier toch om een daling van 41 procent", merkt Pascal Flisch op. Een laatste ratio die we samen met Trends Business Information berekenden, is de personeelskost in verhouding tot de toegevoegde waarde. Wanneer de uitkomst van deze breuk groter dan honderd procent is, dan hebben we het over bedrijven die onvoldoende marge creëren om hun personeel te betalen. Voor zes bedrijven is dat het geval in 2020-'21. Als we de 'gevarenzone' erbij nemen, bedrijven die meer dan 85 procent scoren, dan komen er nog eens vier bedrijven bij. Wat kunnen bedrijven nu doen om uit die gevarenzone weg te geraken? "Meer marge boeken of reorganiseren", luidt het antwoord van Pascal Flisch. Al is dat niet evident in deze turbulente tijden waar de marges sowieso onder druk komen te staan door de kostenexplosie op alle vlakken: grondstoffen, energie én loonkosten. Volgens een energiebevraging die de ondernemersorganisatie Unizo eind augustus voerde bij 1143 bedrijven, bleek dat slechts zeven procent van de ondernemers erin slaagt de stijgende kosten door te rekenen. "Maar liefst 24 procent is momenteel verlieslatend", klinkt het.