Laat ons starten met een korte voorstelling van FedPack...
...

Laat ons starten met een korte voorstelling van FedPack... Sven De Vis: "We zijn de Belgische vereniging voor fabrikanten en invoerders van service-verpakkingen. Dit zijn verpakkingen en aanverwanten die pas bij de aankoop in het winkel- of horecapunt worden afgevuld en met de consument worden meegegeven. We spreken hier over bakjes en bekers, wegwerpbestek, dozen, tasjes... Ook de zogenaamde 'refill' valt onder deze categorie. Onze leden werken dan ook met de meest diverse materialen. Kunststoffen en papier/karton blijven het belangrijkst, alhoewel alternatieven - metaal, bamboe, hout, linnen... - een alsmaar groter aandeel innemen dankzij de veranderende wetgeving." Wat is het verschil tussen een service-verpakking en pakweg een potje met verse vleessla in de supermarkt? "Qua materiaal is er totaal geen verschil, maar wanneer de recipiënten in een productie- of verwerkingsruimte worden afgevuld om daarna in een toonbank te leggen, is het geen service-verpakking meer. Wordt een product verpakt waar de consument bij staat, dan is het dat wel. We zien dat dergelijke verpakkingen ook vaak meer bedrukking dragen en een afwijkende vorm hebben. Zeker de bakjes en bekers van afhaalrestaurants of draagtassen van winkels benadrukken op die manier de link met het verkooppunt en zijn zodoende directe marketingtools. Het grootste verschil ligt eigenlijk in de taxatie: de handelaars moeten een grotere bijdrage aan Fost Plus betalen en er zijn ook meer controles. Hiermee leggen we meteen de vinger op een zere wonde van de sector... Er is sprake van een 'grijze zone' waarvan nog ál te vaak gebruik wordt gemaakt en het concurrentievermogen van de Belgische producenten/invoerders aantast." Kan u zich nader verklaren? "Een service-verpakking wordt in principe in aanwezigheid van de klant afgevuld. De potjes smeersalades die de bakker als extraatje verkoopt, vallen dus niet onder deze noemer. Maar als hij een potje opent om er een broodje mee te smeren, dan is de wikkel rond dat broodje wel een service-verpakking. Potjes die in het atelier van de slager zijn aangevuld en geseald worden aangeboden, zijn dat dan weer niet. De grijze zone is dat de slager in principe een potje in zijn atelier kan gaan vullen als een klant 100 gram american préparé vraagt... Sowieso zijn de kleinhandelaars in dit verhaal benadeeld, want zowat alles wat in de grotere retail wordt aangeboden, valt onder de noemen industriële verpakking. Tenzij het warenhuis een aparte slagerij heeft natuurlijk. Het probleem wordt nog complexer als je weet dat de producent of invoerder van de service-verpakking de verpakkingsverantwoordelijke is. Althans in België, want in de rest van Europa is dat niet het geval. Het zijn dus deze bedrijven die aan Fost Plus moeten doorgeven hoeveel exemplaren ze aan wie hebben verkocht én de taksen - die de klanten betalen - dienen door te storten. De controles gebeuren dan ook niet bij de individuele winkels en restaurants, maar bij diegenen die de verpakkingen in de markt zetten. Nu zijn er natuurlijk winkeliers en horeca-uitbaters die weinig zin hebben om die taks te betalen en hun service-verpakkingen in pakweg Nederland gaan kopen. Of bepaalde 'creatieve' producenten/invoerders zetten constructies op met filialen in het buitenland. Het is duidelijk dat dit tot wantoestanden en vooral oneerlijke concurrentie leidt. Deze situatie is reëel en bij Fost Plus gekend, maar er valt weinig aan te doen. Vandaar ook het belang van FedPack: onze leden tekenen een charter dat ze de regelgeving wel correct naleven." Wellicht is dit niet de enige uitdaging? Wat met duurzaamheid? "Logischerwijze heeft de Single Use Plastics-richtlijn een enorme impact op onze sector. Service-verpakkingen zijn nu eenmaal quasi altijd eenmalig in gebruik. In eerste instantie worden de kunststoffen geviseerd, maar op dat vlak heeft de wetgever - weliswaar onbedoeld - een 'achterpoortje' gecreëerd. Door de kunststoffen verpakkingen 'dikker' te maken, vallen ze onder de categorie van multi-use types. Het is een nogal ridicule oplossing omdat de consument deze verpakkingen evenzeer in de vuilnisbak kiepert en er nu zelfs meer plastics dan ooit in de markt circuleren. Alleen... wettelijk gezien houdt het volledig steek. Voor veel van onze leden is dit momenteel zelfs de enige oplossing die economisch rendabel is." Wordt er dan niet massaal op andere materialen overgeschakeld? "Dat is een piste die veel moeilijker is dan algemeen wordt aangenomen. De machines van de producenten laten veelal niet toe om op andere materialen over te schakelen en investeren in een totaal nieuw productieapparaat is financieel niet haalbaar. Waar deze spelers op inzetten, is de ontwikkeling van 'single material' verpakkingen die gemakkelijk te recycleren vallen. Voor de invoerders is de situatie eenvoudiger, want zij kunnen gewoon bij andere producenten gaan aankloppen. Niettemin stoten zij dan weer op de problematiek van barrière-eigenschappen. Of nog erger: er worden oplossingen geïntroduceerd die veel moeilijker te recycleren vallen. Een mooi voorbeeld zijn de kartonnen bekers. Zeker bij warme dranken laten die snel vocht door. Om dat te verhinderen, worden ze van een coating voorzien. Alleen... op die manier krijg je een kunststof verpakking die met een laagje karton is verlijmd: een combinatie die je niet zomaar uit elkaar kan halen en dus niet of erg moeilijk te recycleren is. Wel scoren de overheden op die manier bij de publieke opinie: de beker wordt immers als 'duurzaam' beschouwd omdat er karton in zit. En zo zijn er voorbeelden te over van hoe ondoordacht de nieuwe regelgeving is." De Europese regelgeving beoogt toch ook maximale recyclage? "Multi-use verpakkingen is de prioritaire ambitie, maar dat valt in service-verpakkingen niet altijd te realiseren. Moet de consument voor een citytrip zijn hele koffer volstouwen met allerhande bekers en potjes? Dat is gewoon een absurde gedachte... Ook de piste om enkel nog standaard multi-use service-verpakkingen op de markt te brengen, biedt geen soelaas. Zoals in het begin al aangegeven, spelen ze een te belangrijke rol op marketingvlak. Daarbovenop komt nog het probleem van de verantwoordelijkheid inzake voedselhygiëne die bij de verkoper ligt. Wat gebeurt er als de consument zijn beker of potjes niet goed afwast en ziek wordt van wat hij/zij eet of drinkt? Of wanneer een slager een besmet bakje van een klant op zijn weegschaal zet en zodoende ook de verpakkingen van andere afnemers contamineert? Daarom dat Europa heel wat uitzonderingen in de directieve voorziet en voor dergelijke barrières een 'second best' oplossing voorstelt: recyclage. Helaas heeft de praktijk aangetoond dat dit eveneens tot problemen met oneerlijke concurrentie leidt." Wat moeten we ons daar dan bij voorstellen? "De Europese lidstaten moeten de Europese directieve in nationale wetten gieten, wat toelaat om protectionistische maatregelen te nemen. Zo heeft Frankrijk ervoor gekozen om op gerecycleerde service-verpakkingen eigen Triman logootjes te zetten. Deze verduidelijken onder meer hoe ze moeten worden gerecycleerd. Als elk land dat begint te doen, wordt het onmogelijk om te exporteren. Want dan is er voor elke verpakking een 'customizing' van de logootjes nodig in functie van het land van bestemming. Op zich hebben we niks tegen het gebruik van dergelijke logootjes, maar laat ons dat a.u.b. vanuit een uniform Europees kader doen. Een ander probleem is dat de kwaliteit van recyclaat afneemt naarmate het hergebruik. De praktijk toont aan dat de polymeren van een kunststof die zeven keer wordt gerecycleerd, helemaal niks meer van sterkte en barrière-eigenschappen hebben. Kortom, bij recyclage moet telkens 'virgin' materiaal worden toegevoegd om deze degradatie te vermijden. Toch streven sommige stemmen in Europa naar 100 procent recyclage... Ook dit is weer een verhaal van een wetgeving die absurd en onmogelijk te realiseren valt. Hopelijk houdt de nieuwe Europese PPWR-richtlijn die in de stijgers staat, daar toch enigszins rekening mee." En wat met biomaterialen? Vormen deze geen duurzame oplossing voor de service-verpakkingen? "Het is inderdaad waar dat we intussen al lang niet meer alleen afhankelijk zijn van oliederivaten om kunststoffen te maken. Suikerriet, aardappelzetmeel... blijken even goede grondstoffen om ofwel op chemische manier polyethyleen te fabriceren, ofwel om er composteerbare verpakkingen mee te maken. Helaas zijn er twee barrières die momenteel een algemene doorbraak tegenhouden. Enerzijds is het prijskaartje van dergelijke verpakkingen nog flink wat hoger dan de traditionele alternatieven. Anderzijds zouden vooral de composteerbare varianten apart moeten worden ingezameld en gerecycleerd omdat ze in dit proces niet compatibel zijn met de klassieke kunststoffen. Het gevolg is dat dergelijk composteerbaar materiaal door de federale overheid wordt gelijkgesteld met 'hinderlijk' restafval dat naar de verbrandingsoven gaat." Zijn de Europese en federale overheden dan helemaal verkeerd bezig? "Voor heel wat service-verpakkingen blijven eenmalige kunststoffen - weliswaar met een percentage recyclaat - nog steeds de allerbeste oplossing. En dit niet alleen omwille van de barrière-eigenschappen. Wanneer je het volledige plaatje bekijkt, scoren ze op duurzaamheidsvlak beter dan gelijk welk alternatief. Herbruikbare alternatieven vereisen meer materiaal, wat al niet zo interessant is voor het milieu. Bovendien zorgt dit voor een grotere impact op het energieverbruik en de CO2-uitstoot tijdens de fabricage. Daarnaast is er meer transport vereist, want vrachtwagens hebben maar een bepaalde laadcapaciteit. Willen de aanbieders geen problemen met de aansprakelijkheid inzake voedingshygiëne riskeren, dan zullen ze zelf voor de reiniging en decontaminatie moeten instaan. Dat zal in veel gevallen betekenen: veel ritten naar faciliteiten die zich in deze taak specialiseren én een toenemend gebruik van detergenten. Andere materialen hebben vaak een serieuze ecologische voetafdruk waar de publieke opinie weinig weet van heeft. Denk aan katoen voor draagtasjes dat niet alleen van de andere kant van de wereld moet worden ingevoerd, maar meestal ook nog in weinig ideale omstandigheden wordt geteeld. Veel mensen vergeten dat duurzaamheid meer is dan een ecologische voetafdruk: de sociale factor dient eveneens in rekening worden gebracht. Helaas kijken de publieke opinie en media veelal té beperkt naar de problematiek en spelen de overheden daarop in met eenzijdige en ondoordachte regels en wetten. Waarmee ik niet wil zeggen dat alles slecht is, integendeel. We moeten inderdaad de strijd tegen de klimaatopwarming leveren. En ook de producenten van service-verpakkingen ontsnappen niet aan deze dans. De wetgeving is een stok achter de deur om de R&D op deze problematiek toe te spitsen. Alleen vragen wij meer begrip voor de economische en praktische realiteit. Er is meer nuance nodig en aandacht voor de barrières die nieuwe regels met zich meebrengen voor de producenten en zelfs de consumenten. Gelukkig hebben we in België een dialoogcultuur en worden sectororganisaties als FedPack wel gehoord. Toch zou het nog heel wat beter kunnen..."