In september verscheen het achtste Drupa Global Trends Report in een langlopende serie van onderzoeken die de beursorganisatie doet naar de omstandigheden in de grafische sector wereldwijd. Het laat zich raden dat bijvoorbeeld de economische verwachtingen voor de komende twaalf maanden begin dit jaar (de enquête werd in april en mei gehouden) nog wat positiever waren dan nu het geval is onder de omstandigheden en de dreiging van inflatie en recessie.
...

In september verscheen het achtste Drupa Global Trends Report in een langlopende serie van onderzoeken die de beursorganisatie doet naar de omstandigheden in de grafische sector wereldwijd. Het laat zich raden dat bijvoorbeeld de economische verwachtingen voor de komende twaalf maanden begin dit jaar (de enquête werd in april en mei gehouden) nog wat positiever waren dan nu het geval is onder de omstandigheden en de dreiging van inflatie en recessie. Toch biedt het rapport interessante informatie, zoals over de inzet van verschillende druktechnieken. Over het geheel genomen nam in het voorgaande jaar het drukvolume in vellenoffset met zo'n vijf procent af (maar in de verpakkingssector nam het juist met 18 procent toe). Het printvolume op tonergebaseerde vellenprinters nam in diezelfde periode toe met zo'n 18 procent (en in handelsdrukkerijen zelfs met ruim dertig procent). De groei in printvolume op rotatieve inkjetpersen kwam uit op zo'n acht procent. Gevraagd naar de intenties om in 2023 te investeren in druktechnologie, staat op de verlanglijstjes van handelsdrukkerijen - ondanks het afnemende volume - nog altijd vellenoffset op nummer één (met 30 procent voorkeur), gevolgd door tonergebaseerde vellenprinters (26 procent) en grootformaat inkjet op plek drie (25 procent). Bij drukkerijen in de uitgeversmarkt staan vellenoffsetpersen en tonerprinters op een gedeelde eerste plaats, met coldset rotatieoffset op de derde plek. Verpakkingsdrukkerijen kiezen het liefst voor een investering in flexo (39 procent) of vellenoffset (34 procent); de derde plaats wordt daar gedeeld door een mix van diepdruk, rotatieve inkjet en hybride persen. Vooruitkijkend naar de globale investeringsplannen voor de komende vijf jaar treedt toch een verdere verschuiving op. Dan staat namelijk 'digitale printtechnologie' duidelijk op de eerste plaats (met 62 procent) gevolgd door 'automatisatie' als goede tweede (52 procent). Op plek drie volgt 'conventionele druktechnologie' (32 procent). De vraag is dus niet óf drukkerijen digitaal gaan printen, maar vooral wanneer ze voor welke techniek moeten kiezen. Toner en inkjet delen veel voordelen (zie ook de kadertekst over POD bij dit artikel) en beschikken tegelijkertijd over onderscheidende eigenschappen. Tonergebaseerde systemen bieden bijvoorbeeld steeds vaker de mogelijkheid om naast CMYK voor full colour ook speciale toners te gebruiken voor het aanbrengen van steunkleuren en speciale effecten, terwijl die in inkjet vooralsnog niet voorhanden zijn. Ook kan er met toner op een ruim assortiment aan papieren substraten worden geprint, waar dat met inkjet soms op beperkingen stuit of extra inspanningen vergt. Inkjet kent dan weer weinig beperkingen als het om het drukformaat gaat - in tegenstelling tot de tonertechnologie. Ook qua snelheid blijft inkjet duidelijk op voorsprong, waardoor deze techniek zich ook uitstekend leent voor integratie met andere druktechnieken binnen hybride persen. Rotatieve inkjetsystemen wisselen dan wel weer minder snel van papiersoort, terwijl toner vellensystemen juist vaak meerdere soorten papier (bijvoorbeeld voor het binnenwerk en het omslag) binnen een order kunnen combineren. Met de opkomst van inkjet-vellenpersen dienen zich op dit gebied inmiddels nieuwe mogelijkheden aan. Daarnaast spelen uiteraard factoren als het energieverbruik, de uptime en productiviteit, de kwaliteit en consistentie, en de modulariteit van de verschillende systemen. Elke grafische ondernemer zal zeker ook zijn eigen rekensommen moeten maken om zaken als Total Cost of Ownership (TCO) en Overall Equipment Effectiveness (OEE) scherp op het netvlies te krijgen - binnen de context van het bestaande (en eventueel gewenste) klanten- en productportfolio. De keuze in inkjetsystemen groeit gestaag, mede dankzij de toetreding van nieuwe spelers op de markt. Toch blijven veel fabrikanten eveneens investeren in de doorontwikkeling van hun tonertechnologie. Xerox, Xeikon, Ricoh, Konica Minolta, Kodak, HP, FujiFilm en Canon - om er maar eens een aantal te noemen - zien duidelijk ruimte voor beide technologieën. De tonertechnologie lijkt wat betreft drukformaat en snelheid inmiddels (misschien) zijn grenzen te hebben bereikt. Dat geldt zeker niet voor de verbreding van de toepassingsmogelijkheden. Xerox heeft met zijn Iridesse bijvoorbeeld een zeskleuren-machine die behalve CMYK ook wit, transparant, fluorescerend roze, zilver en goud kan printen. Ricoh beschikt over machines met een vijfde kleurmodule, zodat er eveneens onder andere goud en zilver maar ook fluorescerend geel en roze kan worden gebruikt. Onder andere ook Kodak en HP Indigo (met zijn 'electroink' een eigen categorie binnen het tonerspectrum) bieden op dit gebied volop mogelijkheden, zoals reliëf-effecten - die met inkjet moeilijk kunnen worden geëvenaard. Canon waagt zich (nog) niet aan extra tonerkleuren op zijn full-colour systemen. Maar er vinden wel degelijk ook andere ontwikkelingen plaats: met de recente lancering van de Canon 'V1350'-machine kan straks - dankzij een nieuwe constructie - ook 500 grams karton worden bedrukt. Daardoor komen ook kleine verpakkingen en andere karton-toepassingen die een hoge drukkwaliteit vereisen binnen het bereik van deze digitale tonerpers. De onvermijdelijke opmars van inkjet werd misschien het best geïllustreerd toen Xeikon - waar, net als bij Xerox, toner toch tot het bedrijfs-DNA behoort - vier jaar geleden inkjet-persen aan het portfolio toevoegde. De verklaring was eenvoudig: sommige markten en toepassingen laten zich nu eenmaal beter bedienen met inkjet dan met toner. Die redenering gaat eigenlijk op voor alle inkjet-machines die tot nu op de markt verschenen. Aanvankelijk waren dat vaak rotatieve systemen die bij uitstek geschikt zijn voor hoge printvolumes in full colour tegen aanvaardbare kosten. Daar voegde Canon enkele jaren geleden al met succes de inkjet-vellenpers aan toe, waardoor voor bepaalde toepassingen een 'beste-van-twee-werelden'-oplossing werd gevonden. Dat voorbeeld wordt door anderen gevolgd: FujiFilm timmert al aan de weg met de 'Jet Press' net als KM met de 'AccurioJet', en Ricoh loopt zich nadrukkelijk warm voor de introductie van de 'Pro Z75' inkjet-vellenpers op B2-formaat. Het is, kortom, onwaarschijnlijk dat alleen toner of juist inkjet als 'winnaar' uit de bus komt. De technologieën complementeren vooral: elkaar én bestaande technieken. De veranderende marktomstandigheden maken telkens een weloverwogen keuze noodzakelijk. En steeds vaker zal digitaal printen daarbij efficiënter en effectiever blijken dan conventionele technieken.