Eerst maar eens wat cijfers van GOC, het kennisinstituut voor de creatieve sector. De grafische industrie in Nederland krimpt. In omvang: tussen 2010 en 2019 - het laatste 'normale' jaar voor de coronapandemie - liep het aantal bedrijven met een kwart terug. En in omzet: in diezelfde periode ging zo'n 30 procent omzet verloren, al leek er in 2016 even sprake van een kleine opleving. De branche telt nog zo'n duizend kleine (2 tot 9 medewerkers) en ongeveer 300 middelgrote (tussen de 10 en 100 medewerkers) ondernemingen. Dan zijn er zo'n 15 grote bedrijven met meer dan 100 werknemers, en zo'n 1.500 eenmanszaken. Ruim twee derde (68,5 procent) van de bedrijven is een drukkerij (hoofdactiviteit); bijna 18 procent richt zich op grafische afwerking en nog eens bijna 14 procent is gespecialiseerd in prepress/premedia-dienstverlening.
...

Eerst maar eens wat cijfers van GOC, het kennisinstituut voor de creatieve sector. De grafische industrie in Nederland krimpt. In omvang: tussen 2010 en 2019 - het laatste 'normale' jaar voor de coronapandemie - liep het aantal bedrijven met een kwart terug. En in omzet: in diezelfde periode ging zo'n 30 procent omzet verloren, al leek er in 2016 even sprake van een kleine opleving. De branche telt nog zo'n duizend kleine (2 tot 9 medewerkers) en ongeveer 300 middelgrote (tussen de 10 en 100 medewerkers) ondernemingen. Dan zijn er zo'n 15 grote bedrijven met meer dan 100 werknemers, en zo'n 1.500 eenmanszaken. Ruim twee derde (68,5 procent) van de bedrijven is een drukkerij (hoofdactiviteit); bijna 18 procent richt zich op grafische afwerking en nog eens bijna 14 procent is gespecialiseerd in prepress/premedia-dienstverlening. In totaal werken er ongeveer 18.000 mensen in de sector; dat waren er in 2010 nog zo'n 28.000. Samen zijn zij goed voor een omzet van ruim 3,2 miljard euro (2019). Die omzet wordt in toenemende mate in het buitenland, en dan met name de EU, behaald: de omzet van drukwerk voor de binnenlandse markt in Nederland vertoont al tien jaar een dalende tendens, terwijl de export juist groeit. De export overtreft bovendien de import van drukwerk: er is sprake van een positieve handelsbalans. Met name boeken vormen hierin een belangrijke productcategorie: in 2019 werd er door Nederland voor ruim 430 miljoen euro aan boeken geïmporteerd (goed voor bijna 44 procent van alle import), terwijl er voor bijna 600 miljoen euro werd geëxporteerd (ruim 36 procent van alle export). Ook reclamedrukwerk gaat vaak de grens over, met een invoer ter waarde van 120 miljoen euro (12 procent van het geheel) en een uitvoer van 182 miljoen euro (ruim 11 procent). België staat bovenaan de lijst van landen waar grafisch Nederland mee handelt. De import vanuit België is met ruim 220 miljoen euro goed voor zo'n 22 procent van het totaal. Andersom gaat er voor 590 miljoen euro (een aandeel van 36,5 procent) aan Nederlands drukwerk naar België. Ook Duitsland (286 miljoen euro export) en Frankrijk (170 miljoen euro export) behoren tot de grote afzetmarkten. Zoals opgemerkt geven bovenstaande cijfers een beeld van de Nederlandse sector anno 2019. De coronapandemie moest toen nog uitbreken. Die trof uiteraard ook de grafische industrie in Nederland hard - zoals dat in omringende landen ook gebeurde. De Nederlandse overheid tuigde in korte tijd een miljardenpakket aan steunmaatregelen en belastinguitstel op voor het bedrijfsleven. Die ondersteuning, zoals de Noodmaatregel Overbrugging Werkgelegenheid (afgekort tot NOW), was bedoeld om ondernemingen, ook tijdens lockdown-situaties, op de been te houden en vooral ook de werkgelegenheid te beschermen. Bedrijven die een omzetverlies van meer dan 20 procent vreesden, konden op een voorschot in de loonkosten rekenen om de schade te beperken - op voorwaarde dat de loonsom gelijk bleef. Zeker 70 procent van de leden van de grafische brancheorganisatie KVGO deed er aan het begin van de crisis een beroep op. De maatregelen lijken effect te hebben gehad: in de grafische sector - en ook in de meeste andere bedrijfstakken - bleef bijvoorbeeld het aantal faillissemenen historisch laag. En bij de definitieve vaststelling van de eerste NOW-steunronde (op basis van de daadwerkelijke omzetverliezen aan het begin van de corona-crisis) constateerde uitkeringsinstantie UWV eind juni: "Voor veel werkgevers is het omzetverlies uiteindelijk (gelukkig) lager uitgevallen". Dat betekent natuurlijk niet dat er geen (grote) verliezen zijn geleden, maar toch vaak minder dan gevreesd. Het resulteert er wel in dat ruim 70 procent van de Nederlandse bedrijven nu met een gedeeltelijke of soms volledige terugvordering te maken krijgt. Ondanks de ongewisse tijden was er ook ruimte voor hernieuwd optimisme. Verschillende drukkerijen kozen ervoor om te investeren in de toekomst. In het centraal in Nederland gelegen Amersfoort (nabij Utrecht) bouwde bijvoorbeeld boekenspecialist Wilco in 2021 een enorme nieuwe productiehal - en bestelde er liefst acht nieuwe Heidelberg Speedmaster XL 106-persen. Dat Wilco daarmee ook direct haar capaciteit uit de vestiging van Meppel, in het oosten van het land, naar Amersfoort haalde, bood aan tijdschriftenspecialist Veldhuis Media de kans om naar dat vrijgekomen drukkerijpand te verhuizen. Veldhuis greep dat moment aan om de capaciteit eveneens flink uit te breiden, met nog eens drie nieuwe Komori-persen. Veldhuis-directeur Oscar Jager stelde eind 2021 dan ook: "In totaal komt bij ons het aantal druktorens op het formaat 70×100 op 37. Daarmee behoren wij tot de grootste Komori-huizen binnen Europa." Voor zover er al sprake was van een opleving na de coronapandemie, kreeg de grafische industrie in 2022 al snel te maken met nieuwe uitdagingen. Ernstige papiertekorten dreven de prijzen flink op - net als de levertijden - en de energieprijzen worden almaar hoger. Waar de Nederlandse overheid bij de corona-uitbraak relatief snel handelde en ondersteuning bood aan ondernemers, laat de regering van premier Rutte nu op zich wachten. Brecht Grieten, directeur van brancheorganisatie KVGO, steekt zijn ergernis daarover bepaald niet onder stoelen of banken: "De Nederlandse regering handelt te laat en biedt nog te weinig perspectief. Er wordt wel gesproken over een maatregelenpakket dat in november klaar moet zijn, maar dat had er natuurlijk veel eerder moeten zijn." (Lees het interview met hem op blz. 18) De huidige situatie in grafisch Nederland laat zich nog moeilijk in cijfers vangen. Terwijl de economie groeit, zitten veel grafische bedrijven om (gekwalificeerd) personeel te springen - dat er nauwelijks is en ook niet snel valt te vinden. De branche vergrijst en het grafisch vakonderwijs in Nederland leidt vooral vormgevers en dtp-ers op (in het leerjaar 2019-2020 respectievelijk ruim 10.000 en 1.100 studenten), maar nauwelijks drukkers (in totaal kozen slechts 10 studenten voor de richting 'print'). Tegelijkertijd loopt de inflatie snel op: in september zelfs tot 17,1 procent. Het begrip perfect storm wordt steeds vaker gebruikt voor de onzekere situatie waarin de branche zich bevindt. We vroegen twee kenners van de Nederlandse grafische markt naar hun ervaringen. Robbert Amse is commercieel directeur press & packaging van het Nederlandse grafisch handelshuis Wifac, dat onder andere de persen van Koenig & Bauer in het brede portfolio heeft. Die persen staan zowel bij handelsdrukkerijen als verpakkingsspecialisten. Amse merkt dat deze sectoren verschillend reageren op de huidige omstandigheden: "Onder commerciële drukkerijen heerst veel onzekerheid over de ontwikkelingen in de markt, zoals de lange levertijden en stijgende kosten van substraten. Het papiertekort is weliswaar afgenomen zodat de voorraden weer naar een normaal niveau gaan, maar de prijsstijgingen zetten vanwege de energiecrisis nog altijd door. En de drukkerijen hebben zelf ook te maken met exploderende energiekosten. Die zijn, zeker bij langlopende prijsafspraken met klanten over bijvoorbeeld periodieken, lastig door te berekenen." "Bij de meeste verpakkingsdrukkerijen is de sfeer anders: daar blijft het volume goed op peil of groeit het zelfs. Toch merk je ook daar dat men zich afvraagt 'wanneer komt de klap?' - zeker als het consumentenvertrouwen verder blijft afnemen. Overigens pakte dat in de coronacrisis uiteindelijk heel anders uit: na een eerste dip, trok de vraag in deze markt heel snel weer aan." Anton Brussen is commercial manager Paper & Print bij Igepa Nederland. De papiergroothandel beleefde een turbulent jaar, dat begon met de langdurige staking bij papierfabrikant UPM. Dat zorgde voor papiertekorten en stijgende prijzen. Inmiddels heeft Igepa Nederland zijn voorraden weer kunnen aanvullen en zijn de magazijnen gevuld. Brussen zag vervolgens pas in september de vraag naar papier en karton weer toenemen, nadat de altijd wat rustiger zomerperiode langer leek te duren dan in andere jaren. "Mogelijk hebben drukkerijen eerst hun aangelegde voorraden opgebruikt en maakt iedereen zich nu op voor de laatste drukke maanden van het jaar." Ondertussen zet de prijsstijging van papier en karton zich voort, nu onder druk van vooral de energieprijzen. Brussen: "Ook de balans tussen vraag en aanbod staat onder druk. Ik verwacht dat we nu met de papier- en kartonprijzen het plafond gaan raken. Er komt een moment, dan accepteert de markt het niet meer. Drukkerijen krijgen het niet meer verkocht aan hun klanten. Folders worden dunner, oplages kleiner of het drukwerk verdwijnt helemaal - en komt het dan ooit nog terug? Maar papierfabrieken kunnen, vanwege de hoge energieprijzen, momenteel ook geen kant op en zullen dan bijvoorbeeld machines gaan stilzetten. Met opnieuw alle gevolgen van dien." De papiergroothandel merkt de gevolgen van deze ontwikkelingen. Brussen: "Drukkerijen hebben bovendien niet alleen met hoge papierprijzen te maken. Ze zijn zelf ook veel meer kwijt aan energiekosten, de personeelskosten gaan omhoog, ze moeten coronasteun terugbetalen. Kortom, hun liquiditeit komt in gevaar. Dan gaan ze andere keuzes maken en zetten ze liever even geen papiervoorraad in eigen huis. Dat zien wij natuurlijk terug in de volumes die wij leveren." Een zorg die volgens Robbert Amse nu onder zowel commerciële als verpakkingsdrukkerijen leeft, is ook de oneerlijke concurrentie: "Dat geldt vooral voor bedrijven in het oosten van Nederland en de internationaal opererende ondernemingen. Zij zien dat andere landen, waaronder Duitsland en Frankrijk, compensatieregelingen voor het bedrijfsleven optuigen, terwijl daar in Nederland vooralsnog geen sprake van lijkt te zijn. Daardoor ontstaat een ongelijke competitie, met het risico dat er drukvolume naar het buitenland verdwijnt." De marktomstandigheden hebben ook effect op handelshuis Wifac: "We zien dat investeringen op de lange baan worden geschoven - vooral door commerciële drukkerijen, en ook wel in de labelsector. In de verpakkingsbranche blijft de situatie daarentegen vrij stabiel. En zeker in die branche doet Koenig & Bauer het erg goed: de orderintake bij de fabriek is boven verwachting hoog. Dat zorgt overigens ook wel weer voor nieuwe uitdagingen: door aanhoudende problemen in de supply chain zijn sommige onderdelen niet leverbaar waardoor we soms minder snel kunnen uitleveren dan wij en onze klanten zouden willen." Wifac levert, behalve persen, ook materialen zoals inkt en platen aan zijn klanten. "Die materialen vormen voor ons altijd een goede graadmeter om te zien wat de ontwikkeling in de markt is. En afgelopen zomer bleek dat het opvallend goed bleef doorlopen. Ondanks alle onzekerheid werd er dus gewoon volop geproduceerd." Een andere beweging in de markt is die van integratie. Amse: "Bedrijven halen meer onderdelen van het proces naar zich toe. Drukkerijen gaan dus bijvoorbeeld zelf afwerken, en verpakkingsdrukkerijen investeren in eigen vouw-plakmachines. Ze worden daarmee onafhankelijker van derden en houden zowel het volume als de toegevoegde waarde in eigen huis. Procesintegratie betekent bovendien dat er ook meer geautomatiseerd en gestandaardiseerd kan worden: dat scheelt in kosten en lost vooral ook een deel van het personeelsgebrek op." Brussen sluit daar op aan. Ook de papierwereld is de afgelopen jaren sterk veranderd en dat proces gaat voort. Hij noemt als voorbeelden de verkoop van drie papierfabrieken door Sappi, omdat zij de focus verleggen en wellicht meer sturen op rendement. Ook de ontwikkeling waarbij de eigenaar van de Lidl-supermarkten in Duitsland een papierfabriek van Stora Enso overnam, is veelzeggend: "Je ziet dat Lidl zijn materiaalaanvoer zeker wil stellen in deze onzekere tijden. Ik denk dat we dit soort integraties vaker gaan zien, ook binnen de grafische industrie: iedereen probeert nu zoveel mogelijk zijn risico's te beperken en haar grondstoffen veilig te stellen" Als materialenleverancier ziet Wifac zich genoodzaakt de prijzen van bijvoorbeeld platen met enige regelmaat te verhogen. "Toen dat eind 2020, vanwege de coronacrisis, begon, kregen we veel boze reacties en was het eigenlijk onbespreekbaar. Nu zien we dat die prijsstijgingen wel worden geaccepteerd: we zitten in een heel andere situatie en iedereen heeft ermee te maken, over de volle breedte. Bovendien hebben drukkerijen hun overeenkomsten ook aangepast aan de omstandigheden en mogelijke prijsstijgingen beter ingebouwd." Toch blijft de situatie precair: "Je ziet nu dat opdrachtgevers andere keuzes gaan maken. Ze hebben immers een bepaald vastgesteld budget. Ze passen vanwege de hogere prijzen de omvang van hun magazines of brochures aan, of de frequentie gaat omlaag. Dat heeft dus gevolgen voor het drukvolume, en dat zou uiteindelijk natuurlijk funest zijn voor de sector."Vooruit kijken naar 2023 is momenteel niet eenvoudig, weet Brussen: 'Er zijn nogal wat onzekerheden. Wat als de situatie Rusland/Oekraïne uitmondt in een kernoorlog? Wat als het een strenge winter wordt en de gascrisis toeslaat? Wat als de inflatie hoog blijft en de consument minder uit kan geven? Het zijn vragen waar niemand nu antwoord op kan geven." Toch heeft hij vertrouwen in de veerkracht van de markt en de rol die Igepa daarin kan blijven spelen: "We zien in alle segmenten die wij bedienen - de grafische markt, de verpakkingssector en de signmarkt - een goede omzetontwikkeling en voldoende dynamiek om positief te blijven. Onze belangrijkste taak is een betrouwbare partner te blijven voor onze klanten, door ervoor te zorgen dat de voorraden op peil zijn en de goederenstroom op gang blijft. Zodat de drukkerijen, packaging- en signbedrijven ongestoord kunnen blijven produceren - ondanks alle andere onzekerheden." Wifac kijkt met vertrouwen naar de toekomst, stelt Amse: "We voorzien een verdere consolidatie in de zowel de commerciële als de verpakkingsmarkt, waarbij grafische bedrijven - ook over de grenzen heen - hun krachten gaan bundelen door samenwerkingen en samenvoegingen. Dat betekent ook dat die partijen groter worden en dat Wifac ze op meer vlakken kan ondersteunen."