Het is een ontwikkeling die we in ook in andere sectoren zien: er wordt steeds meer geproduceerd door steeds minder bedrijven. De sign-branche bestaat voor een flink deel uit wederverkopers en bedrijven met eigen productiefaciliteiten besteden steeds vaker uit. De groeiende vraag naar een divers aanbod is voor het kleinere productiebedrijf simpelweg niet bij te benen. De druk op de leveranciers om het bestelproces te vereenvoudigen, de productiesnelheid te verhogen en processen te standaardiseren wordt daarmee opgevoerd. Zo volgt de grootformaatmarkt hetzelfde pad, dat door de commerciële drukkerijen eerder werd bewandeld.
...

Het is een ontwikkeling die we in ook in andere sectoren zien: er wordt steeds meer geproduceerd door steeds minder bedrijven. De sign-branche bestaat voor een flink deel uit wederverkopers en bedrijven met eigen productiefaciliteiten besteden steeds vaker uit. De groeiende vraag naar een divers aanbod is voor het kleinere productiebedrijf simpelweg niet bij te benen. De druk op de leveranciers om het bestelproces te vereenvoudigen, de productiesnelheid te verhogen en processen te standaardiseren wordt daarmee opgevoerd. Zo volgt de grootformaatmarkt hetzelfde pad, dat door de commerciële drukkerijen eerder werd bewandeld. Een volledig overzicht geven van alle deelnemers van Fespa is in deze voorbeschouwing ondoenlijk, daarom beperken we ons tot een paar aansprekende namen. In een jaar waarin zowel Fespa als Drupa op redelijk korte afstand van elkaar worden georganiseerd, is het bovendien interessant om te kijken hoe de verhoudingen in de markt liggen. Die verhoudingen zijn in sommige gevallen behoorlijk veranderd. Dat is bijvoorbeeld goed te zien aan de keuzes van Agfa. Het wereldberoemde merk, ooit een reus in de grafische sector, laat Drupa deze keer links liggen en zet al zijn kaarten in op Fespa. Tijdens Drupa 2016 (door de coronapandemie was er alleen een virtuele editie in 2021) was de deelname van Agfa nog spectaculair. De knalrode stand vol digitale grootformaat-toepassingen en demonstraties van workflow-software trok veel bezoekers uit verschillende marktsegmenten. Anno 2024 heeft het bedrijf afscheid genomen van zijn prepress-divisie - die onderdak vond bij ECO3 - en richt het zijn pijlen op de grootformaat-, verpakkings- en medische sector en de markt voor industriële toepassingen. ECO3 nam overigens ook Agfa's workflow-software Apogee en Arkitex onder zijn hoede en is straks aanwezig met een stand in Düsseldorf. Agfa's aanwezigheid in Amsterdam is daarom niet meer dan logisch. Kiezen is verliezen, zo luidt een gevleugelde uitspraak. Het lijkt erop dat Agfa minder geïnteresseerd is in instappers in de grootformaatmarkt. Op de beursvloer van Drupa lopen straks zonder twijfel genoeg commerciële drukkers rond die hun activiteiten willen uitbreiden met LFP-toepassingen, maar misschien is Agfa voor hen geen voor de hand liggende keus. De presentaties in Amsterdam staan deels in het teken van het partnerschap van Agfa en EFI. De twee bedrijven tekenden onlangs een samenwerkingsovereenkomst. Agfa integreert rol-naar-rol inkjetsystemen van EFI, dat op zijn beurt high end hybride inkjetsystemen van Agfa gaat verkopen. Naar verwachting hebben beide partijen enkele machines van elkaar onder eigen merknaam op de stand staan. Met de deal vergroten de twee elk hun toegang tot de markt, zo luidt de verwachting. In een interview met de zakenkrant De Tijd vertelde woordvoerster Viviane Dictus dat Agfa rekent op een positief resultaat van de Digital Print & Chemicals-divisie. In 2022 leverde die divisie nog 372 miljoen euro op. De samenwerking met EFI moet tot midden 2025 een omzet bijdragen tussen de 15 en 20 miljoen euro, daarna oplopend tot 30 á 40 miljoen per jaar. Om maar eens een machine te noemen die niet bedoeld is voor de beginnersmarkt: tijdens Fespa vraag Agfa aandacht voor de vernieuwde Anapurna H3200. De inkjetprinter, geschikt voor 3,2 meter brede media, maakte zijn debuut deze maand tijdens de vakbeurs C!Print in het Franse Lyon. Net als zijn voorgangers gebruikt de machine zes kleuren plus witte inkt en maakt hij gebruik van UV-LED-droging. Het verschil zit met name in de snelheid van de machine die kan oplopen tot 66 vierkante meter per uur. Een andere toevoeging is de mogelijkheid tot continu invoer van plaatmateriaal, waarbij de machine tot vier platen tegelijk kan bedrukken. Een producent die niet altijd kiest voor Fespa keert terug in Amsterdam. Ricoh presenteert voor het eerst een hybride printer die is gebaseerd op digitale technologie van het merk Flora. Tevens op de stand, demonstraties van het Ricoh Pro L5160e latexsysteem en de hybride Ricoh Pro TF6251 UV-printer, een roll-to-roll- en flatbedprinter in één, beide uitgerust met sneldrogende inkten. Ricoh richt zich met de machines op zowel de grafische als industriële sectoren. In de aankondiging naar Fespa zet Ricoh zichzelf ook nadrukkelijk neer als leverancier van oplossingen voor textielprint. Zo is er een Direct To Film (DTF)-inkt ontwikkeld, met 'poederschudder-technologie' die volgens Ricoh hoge snelheid en lage kosten combineert. De Direct to Garment-printer (DTG) is een Europese primeur voor het bedrukken van polyester stoffen voor (sport)kleding. Het wordt interessant om te zien of Ricoh zich tijdens Fespa presenteert als een serieuze speler in de grootformaat-markt. De rol op de grafische markt wordt tijdens Drupa ongetwijfeld breed uitgemeten. Tijdens de Sign & Print Expo in het Nederlandse Gorinchem vorig jaar was de stand van swissQprint een creatieve aanvulling. De machines produceerden reliëfprints en schilderij-achtige afdrukken die als blikvangers werden tentoongesteld. De fabrikant heeft sinds een paar jaar een verkooppunt in eigen beheer voor de Benelux en mag daarom niet ontbreken in Amsterdam. Op de stand is de Kudu te bewonderen, de meest recente flatbedprinter van swissQprint. De machine produceert tot 304 vierkante meter per uur. De machine drukt af in tien kleuren op een breedte tot 3,2 meter. Tevens op de stand: de Karibu. De machine print van de rol en swissQprint meldt als extra's de mogelijkheid om wit en vernis toe te voegen. Deze printer is geschikt om eerdergenoemde texturen en reliëfs te creëren en is tevens geschikt voor backlits. Voor alle machines geldt de mogelijkheid om neonkleuren af te drukken. Op de stand in Amsterdam wordt er een speciale hoek ingeruimd om de effecten van deze spetterende kleuren te tonen. Een Fespa-deelnemer die zeker niet gaat ontbreken op Drupa is Zünd. De Zwitserse fabrikant van digitale snijsystemen is in de sign-industrie inmiddels zo bekend, dat Zünd eerder als soort- dan als merknaam wordt gehanteerd. In de grafische industrie valt er voor het merk wellicht nog wat terrein te winnen en daarom is de deelname aan Drupa een prima idee. Zünd zet in op steeds verder gaande automatisering met de nieuwe Q-Line-serie, al komt Fespa voor die machine nog te vroeg. Een mooie ontwikkeling is de toevoeging van automatisering die ook op bestaande systemen kan worden toegepast. In Amsterdam zijn die innovaties te zien op de S3 L-1600 en G3 XL-1600. Het gaat om een automatische sorteeroplossing met behulp van robotisering en camera-inspectie aan de onderkant. Het sorteren met behulp van een robot past in de trend van selectieve distributie. Het afdrukken van combinatieorders is tegenwoordig eerder regel dan uitzondering. Vaak moeten verschillende producten voor dezelfde klant bij elkaar worden gevoegd en direct klaar worden gemaakt voor verzending. Tegelijkertijd blijft de vraag naar gepersonaliseerde producten toenemen. Het handmatig sorteren van dergelijke orders is tijdrovend en saai. Met de juiste gegevensinvoer neemt de robot dit werk uit handen. De productie kan bovendien doorgaan als de laatste ploeg naar huis is vertrokken. Nog meer handelingen worden bespaard door een camera die aan de onderkant van de snijtafel is bevestigd. Zodra het materiaal wordt ingevoerd, leest de camera het bedrukte deel en weet de machine waar er gesneden en gerild moet worden. Het materiaal omkeren is daarom niet meer nodig. Door de mogelijkheden van robots, sensoren en camera's steeds meer te benutten - in combinatie met software - sluiten de grafische en grootformaatbedrijven aan bij een ontwikkeling die in andere sectoren in de maakindustrie al veel langer aan de gang is. Vakbekwaam personeel is steeds lastiger te krijgen en daarbij moeten de kosten van arbeid verder omlaag om concurrerend te blijven. Tegelijkertijd verandert de groeiende orderstroom steeds meer in een aaneenschakeling van unieke opdrachten en steeds kleinere oplagen. Dankzij automatisering wordt het mogelijk om de klanten - ondanks de complexere opdrachten - te blijven ontzorgen en de kosten laag te houden. Maar er is meer te zien op het gebied van digitaal snijden. Het van oorsprong Noorse Kongsberg deelt de stand met dochterbedrijf MultiCam, waar onder meer demonstraties worden gegeven met de Kongsberg C24 met de High-Power Milling Unit (HPMU). Deze toevoeging maakt de hoge snelheid mogelijk, waar het bedrijf de nadruk op legt. De machine is geschikt voor het snijden en graveren van materialen als schuimrubber, PVC/PS, acrylaat, aluminum, composiet, MDF en hout. De C24 wordt aangestuurd met de softwaretoepassing iPC, waarmee de gebruiker meerdere workflows kan opzetten. Multicam toont de Apex3R CNC. Deze freesmachine wisselt automatisch van gereedschap en verwerkt net als Kongsberg C24 een veelheid aan materialen. Men zou het bijna vergeten, maar het belang van software in het grootformaat neemt toe. Toch is er slechts een handvol MIS-aanbieders te vinden op de beursvloer. Het Belgische Dataline is wederom vertegenwoordigd met Multipress. Bij de vorige editie van Fespa in Amsterdam nam de MIS-ontwikkelaar min of meer de rol van bedrijfsvoorlichter op zich. Sign-bedrijven doen er goed aan om zich niet uitsluitend te laten leiden door de vierkante meterprijs, was de boodschap. Een speciale Multipress-module voor de grootformaatmarkt maakt het mogelijk om eenvoudig een reële kostprijs te berekenen. Dat komt de transparantie binnen het bedrijf en de winstgevendheid ten goede. Op workflow-gebied is er al iets meer te zien, waaronder Caldera en het eerdergenoemde Agfa. Op het gebied van variabel data printing is er de stand van XMPie en er zijn wat aanbieders van design-software met CorelDRAW als bekende naam uit het verleden. Al met al geen overdadig aanbod. Voor toekomstige beursedities ligt er een uitdaging voor Fespa om de rol van software beter voor het voetlicht te brengen. Tussen alle automatisatie en beloftes van efficiencyslagen door blijft Fespa de beurs van de verscheidenheid. Bezoekers die op zoek gaan naar de perfecte oplossing voor het specifieke bedrijfsprobleem, lopen het risico door de bomen het bos niet meer te zien. Maar dat is tijdens Fespa nauwelijks een verrassing. De rode draad is telkens de inspiratie, mogelijkheden creëren om met het bedrijf onderscheidend te zijn. Het wordt interessant om te zien of het evenement in Amsterdam daar opnieuw in slaagt.