Glopack staat voor 'Granting society with LOw environmental impact innovative PACKaging'. Veel meer uitleg behoeft dit onderzoek niet, tenzij misschien dat het zich specifiek op verpakkingen voor voedingswaren richt. An Vermeulen, directeur van Pack4Food, dat in het Glopack-project participeert: "De doelstelling is drieledig. We willen met reststromen uit de agro-voedingssector biodegradeerbare materialen ontwikkelen die 'thuis composteerbaar' zijn. Daarnaast beogen we materialen te ontwikkelen die de houdbaarheid van voedsel verlengen; dit door de actieve component aan de verpakking in plaats van de voeding toe te voegen. Verder wordt geëxperimenteerd met draadloze RFID-technologie in de etikettering om bederf op te sporen. Die moet eveneens thuis composteerbaar zijn."
...

Glopack staat voor 'Granting society with LOw environmental impact innovative PACKaging'. Veel meer uitleg behoeft dit onderzoek niet, tenzij misschien dat het zich specifiek op verpakkingen voor voedingswaren richt. An Vermeulen, directeur van Pack4Food, dat in het Glopack-project participeert: "De doelstelling is drieledig. We willen met reststromen uit de agro-voedingssector biodegradeerbare materialen ontwikkelen die 'thuis composteerbaar' zijn. Daarnaast beogen we materialen te ontwikkelen die de houdbaarheid van voedsel verlengen; dit door de actieve component aan de verpakking in plaats van de voeding toe te voegen. Verder wordt geëxperimenteerd met draadloze RFID-technologie in de etikettering om bederf op te sporen. Die moet eveneens thuis composteerbaar zijn." Het consortium werkt met een materiaal dat al eerder werd ontwikkeld, namelijk PHBV. Dit zijn biodegradeerbare kunststoffen die ontstaan door plantaardig afval te laten fermenteren door bacteriën. Op die manier vormen zich in hun cellen polymeren die een bepaald percentage aan valeraat hebben. Hedwige Verherbrugghen, projectmanager van Pack4Food: "Deze component laat toe om PHBV in thermoformeer-toepassingen aan te wenden bovenop de huidige spuitgiettoepassingen. Deze laatste zijn ook al daadwerkelijk op de markt. Denk maar aan bloempotten die mee in de aarde worden geplant. Want de bekomen bio-kunststof is volledig composteerbaar. Om deze producten te fabriceren, wordt voornamelijk materiaal uit China gebruikt. In Europa kan immers geen enkele fabrikant PHBV in voldoende grote hoeveelheden produceren." Logischerwijze is het verwerken van plantaardige reststromen uit Europa veel interessanter dan materiaal uit China aan te wenden. Daarom richt het onderzoek van Glopack zich op de reststromen van citrusvruchten en landbouwafval. Vermeulen: "Deze twee grondstoffen zijn een rechtstreekse nevenstroom, wat niet het geval is met de zuivere glucosestroop die nu wordt gebruikt voor de productie van commerciële PHBV. Omdat we de toepassingsmogelijkheden niet tot spuitgieten willen beperken en ook gethermoformeerde schaaltjes beogen, moet het valeraat-gehalte in het PHBV tot 20 procent worden verhoogd." Blijkbaar zien heel wat partijen brood in de onderzoeksopzet van Glopack. Niet minder dan dertien Europese bedrijven/non-profit organisaties (elektronicabedrijf, levensmiddelenproducenten, retailers, verpakkingsfabrikanten, ...) en drie kennisinstellingen participeren aan het project dat sinds juni 2018 loopt (tot november 2021). Ook België doet zijn duit in het zakje met de participatie van enerzijds Pack4Food en anderzijds Colruyt en La Vie est Belle (producent van vegetarische burgers). "Onze belangrijkste praktische taak situeert zich in een latere fase van het onderzoek, " vertelt Verherbrugghen. "Wij moeten immers helpen bij de implementatie van de gethermoforeerde schaaltjes in de industrie. En dat zal niet vlekkeloos verlopen, zeker als we het over thermoforming hebben, want injection moulding of spuitgieten lukt intussen wel aardig. Een belangrijke uitdaging ligt in het feit dat PHBV-schaaltjes brozer zijn dan traditionele kunststoffen. Hierdoor zijn ze niet altijd compatibel met de hoge snelheid van de productielijnen. Verder kijken we mee met de bedrijven of het mogelijk is om met de nieuwe schaaltjes eenzelfde houdbaarheid te garanderen." Zoals al eerder aangehaald, richt Glopack zich ook op een actieve componenten (zuurstof absorber en/of antimicrobiële component) in de verpakking en een volledige biodegradeerbare RFID-sensor. Vermeulen verduidelijkt: "Er wordt geëxperimenteerd met een zuurstof-absorber en sensoren die de CO2 in de verpakking meten. Op die manier zal de consument via zijn app kunnen nagaan of het levensmiddel nog niet bedorven is. Zo willen we voedselverspilling tegengaan. De huidige houdbaarheidsdata zijn immers niet aanpasbaar, waardoor heel wat levensmiddel in de vuilnisbak belanden terwijl ze eigenlijk nog perfect eetbaar zijn. Tevens wordt het volledige concept aan de consumenten voorgelegd. Hoe reageren de mensen? Hoe ervaren ze deze nieuwigheid? Gebruiken ze de technologie correct? Hoe wordt de beige kleur en transparante topfolie ervaren?" Een derde grote taak binnen Glopack is de ontwikkeling van een tool waarmee bedrijven op een objectieve manier specifieke materiaalkeuzes kunnen maken, afhankelijk van de vereiste noden voor het verpakkingsmateriaal (sealbaarheid, barrière-eigenschappen,... Voor sommige materialen kan zelfs de ecologische voetafdruk in de keuzemogelijkheden worden meegenomen. "Deze tool wordt door de Universiteit van Montpellier en het Ierse bedrijf Creme Global ontwikkeld," aldus Verherbrugghen. "Huidige kunststoffen worden vergeleken met alternatieve materialen in functie van de benodigde barrière-vereisten. Het mooie is dat de tool gebaseerd is op 'Life Cycle Assessment' (LCA), wat een veel objectiever beeld geeft. Daarom is het ook een interessant instrument om PHBV-schaaltjes op basis van maïskolven en citrusvruchten objectief te kwantificeren, vooral omdat dit materiaal thuis kan worden gecomposteerd." Nu het onderzoek al twee jaar loopt, wordt alsmaar duidelijker dat het ideeëngoed van het consortium wel degelijk naar de praktijk te vertalen valt. Maar we zijn er nog niet helemaal. "Een belangrijk obstakel is de beschikbaarheid van PHBV", vertelt Vermeulen. "Momenteel moeten we het doen met de output van twee pilootplants in Italië en Portugal. Om voldoende testmateriaal te hebben, gebruiken we tijdelijk in parallel ook materiaal dat in China wordt geproduceerd en voornamelijk glucose als grondstof heeft. Toch heeft Glopack al uitgewezen dat het wel degelijk mogelijk is om met reststromen van citrusvruchten en maïskolven kwalitatieve PHBV te maken. Opdat dit materiaal op grote schaal zou kunnen doorbreken, zullen we dus eerst en vooral investeerders moeten vinden die hun centen in productiefaciliteiten willen steken." Zelfs als alle technische obstakels worden overwonnen en er voldoende productiecapaciteit zou zijn, is de hamvraag of dit verpakkingsmateriaal economisch haalbaar én interessanter is dan pakweg gerecycleerde PET. "Het mooie van Glopack is dat het onderzoek de hele keten dekt, van grondstof tot consument", vertelt Vermeulen. "Hierdoor zullen we op het einde van de rit een objectief en relevant beeld van de haalbaarheid hebben, en dit op alle vlakken. In theorie is het alvast een erg duurzame oplossing en de eerste resultaten zijn veelbelovend. Toch mogen we niet te snel victoria kraaien. Er zijn immers nog andere factoren die bepalend zijn, zoals de consumentenacceptatie en de erg strikte Europese regelgeving inzake verpakkingsmaterialen die direct in contact komen met levensmiddelen. Toch zijn we optimistisch over de slaagkansen van dit project. In elk geval zou het een mooie stap vooruit zijn in ons streven naar een circulaire economie."