Wie door een kinesist wordt behandeld, heeft veel kans dat dit met een product van GymnaUniphy gebeurt. Het Belgische bedrijf uit Bilzen is immers een wereldspeler die bekend staat om zijn behandelbanken en hoogkwalitatieve medische toestellen (voor elektro-, shockwave- en cryotherapie, alsook elektrolyse, TECAR en diathermie, medische training, ...). De productie wordt in handen van partners gegeven en de verkoop gebeurt via een dealernetwerk in meer dan tachtig landen wereldwijd. "Onze focus ligt al meer dan vijftig jaar op de R&D, ontwikkeling, verkoop, logistiek en marketing van het productgamma", aldus procurement manager Edwin Sokolowski. "Ook het zoeken naar de juiste verpakkingsconcepten behoort tot ons takenpakket, hoewel we geen verpakkingsmanager in dienst hebben. Toch begint de nood aan een dergelijke expert zich te laten voelen. Enerzijds groeit de vraag naar ecologische materialen en verpakkingen die visueel aanspreken. Anderzijds lanceren de verpakkingsproducenten zoveel innovaties dat het alsmaar moeilijker wordt om het bos doorheen de bomen te zien. Daarbovenop evolueren ook de reglementeringen aan een razendsnel tempo."
...

Wie door een kinesist wordt behandeld, heeft veel kans dat dit met een product van GymnaUniphy gebeurt. Het Belgische bedrijf uit Bilzen is immers een wereldspeler die bekend staat om zijn behandelbanken en hoogkwalitatieve medische toestellen (voor elektro-, shockwave- en cryotherapie, alsook elektrolyse, TECAR en diathermie, medische training, ...). De productie wordt in handen van partners gegeven en de verkoop gebeurt via een dealernetwerk in meer dan tachtig landen wereldwijd. "Onze focus ligt al meer dan vijftig jaar op de R&D, ontwikkeling, verkoop, logistiek en marketing van het productgamma", aldus procurement manager Edwin Sokolowski. "Ook het zoeken naar de juiste verpakkingsconcepten behoort tot ons takenpakket, hoewel we geen verpakkingsmanager in dienst hebben. Toch begint de nood aan een dergelijke expert zich te laten voelen. Enerzijds groeit de vraag naar ecologische materialen en verpakkingen die visueel aanspreken. Anderzijds lanceren de verpakkingsproducenten zoveel innovaties dat het alsmaar moeilijker wordt om het bos doorheen de bomen te zien. Daarbovenop evolueren ook de reglementeringen aan een razendsnel tempo." Aline Linssen, technical purchase & sourcing, vervolgt: "Net als de meeste kmo's gaan we deze uitdagingen door partnerships met verpakkingsleveranciers en designbureaus op te zetten. We beseffen echter dat we hierdoor een relatief eenzijdige kijk op de mogelijkheden hebben. Het ontbreekt ons aan kennis en tijd om de verpakkingsmarkt zelf te onderzoeken. Natuurlijk kunnen we terecht bij onderzoekscentra, maar die zijn in België niet bepaald dik gezaaid. Ook onafhankelijke verpakkingsconsultants zijn quasi onvindbaar. Daarom zal het aanwerven van een verpakkingskundige een logische evolutie zijn, niet alleen voor GymnaUniphy, maar voor veel kmo's." Dat de nood aan een expert groot is, bewijst onder meer het EU-identificatiesysteem op basis van een Unique Device Identifier (UDI) dat sinds kort verplicht is. "Het betreft een unieke identificatie die zowel op het product als de verpakking moet staan", legt product & process improvement manager Marcel Doucé uit. "Bedoeling is de traceerbaarheid van medische hulpmiddelen te vergemakkelijken. Tevens moet de UDI ervoor zorgen dat de veiligheid van de toestellen wordt vergroot en een beter toezicht door de bevoegde autoriteiten toelaten. Het is evident dat deze verplichting ook een grote stap voorwaarts is in de strijd tegen vervalsingen. In een volgende fase moet dit identificatiesysteem eveneens het aankoop- en afvalverwijderingsbeleid, alsook het voorraadbeheer door gezondheidsinstellingen en andere marktspelers verbeteren. We verwachten dat de EU binnen enkele jaren via deze weg onze sector ook restricties zal opleggen in de toepassing van niet-recycleerbare materialen, inclusief verpakkingen. Want dankzij de code kan dat natuurlijk allemaal worden getraceerd en geverifieerd." Om aan de nieuwe reglementering te voldoen, moest GymnaUniphy zijn labels volledig veranderen. Dat was een behoorlijke klus waaraan meer dan een half jaar werd gewerkt. En dit is nog maar het begin, want de UDI is momenteel enkel van toepassing op de banken van deze onderneming. In de nabije toekomst (uiterlijk december 2022) zullen ook de klasse II-toestellen aan deze reglementering moeten voldoen. Het traject is dus een 'work in progress'. "De grote uitdaging ligt op het niveau van de software", vertelt Doucé. "Onze logistieke data worden immers automatisch naar de productiefaciliteit gestuurd. De hele string van de UDI-code moet in deze flow worden geïntegreerd om samen met de bestaande QR-code correct in de tracering en labelling te worden verwerkt." Sokolowski vervolgt: "Weliswaar heeft deze verplichting ons hele logistieke proces op een hoger niveau gebracht. Dat is natuurlijk wel een positief gegeven, ware het niet dat er nadelige financiële implicaties aan zijn verbonden. Door de hogere eisen die de Medical Device Regulation (MDR 2017/745) stelt aan traceerbaarheid, klinische evaluatie en post market surveillance, moesten we de mankracht in de kwaliteitsafdeling van één naar twee mensen optrekken." Doucé: "De eisen van de UDI-code zijn erg strikt en uitgebreid. De UDI-DI code moeten we als een unieke GS1-matrixcode bij een officiële instantie aankopen. Deze wordt dan via het ERP-systeem aan een productcode, serienummer en productiedatum gekoppeld. Om verkeerde identificatie van het hulpmiddel en/of dubbelzinnigheid in de traceerbaarheid te vermijden, moeten we in geval van wijziging aan de (handels)naam, de versie of het model van het toestel, een nieuwe UDI-DI aan het toestel toekennen. Omdat de UDI eveneens de 'toegangssleutel' tot de EUDAMED-databank vormt, moeten we als fabrikant bepaalde informatie ter beschikking stellen aan de verschillende schakels in de keten van de medische hulpmiddelen." De UDI-code is maar één van de vele verpakkingsuitdagingen waarmee GymnaUniphy zich de laatste tijd geconfronteerd ziet. "Ook in onze sector manifesteert de trend naar verduurzaming zich duidelijk", vertelt Linssen. "Hoewel we nog geen verpakkingsexpert in dienst hebben, slaagden we er toch in om grote stappen te zetten in het milieuvriendelijker maken van de verpakkingen. Zo werden heel wat kunststoffen vervangen door karton dat bovendien vaak uit recyclaat bestaat. We praten hier over om- en transportverpakkingen, maar eveneens over hulpmiddelen. Zo gebruiken we kartonnen kokers om paletten netjes op elkaar te stapelen. De polyethyleen schuimblokjes ter bescherming van de hoeken en poten van de behandelbanken werden eveneens door kartonnen alternatieven vervangen. De traditionele noppenfolie moest plaats ruimen voor luchtkussenfolies die voor 80 procent uit gerecycleerde polyethyleen bestaan. Daarnaast gebruiken we al geruime tijd opvulchips van gepofte maïs. Twee jaar geleden stapten we over van 'virgin' rekfolie naar een oplossing die 80 procent recyclaat bevat. En tenslotte vragen we onze transportfirma's om de paletten maximaal te recupereren zodat ze meerdere keren kunnen worden gebruikt." Toch valt er nog een lange weg af te leggen om alle verpakkingsmaterialen volledig te verduurzamen. "De meerprijs blijft toch wel een enorm grote barrière vormen", aldus Linssen. "We vinden het eigenlijk niet kunnen dat er extra centen moeten worden neergeteld om de ecologische voetafdruk te reduceren. Elke stap naar verduurzaming vraagt veel tijd en energie, zeker in termen van prijsonderhandelingen." Sokolowski pikt daarop in: "Vroeg of laat zal de toepassing van ecologische verpakkingen van overheidswege worden opgelegd. Het kan niet dat we financieel worden bestraft omdat we daar proactief op willen inspelen en onze maatschappelijke rol vervullen." Linssen opnieuw: "Een volledige verduurzaming is trouwens technisch niet altijd mogelijk. Zo bieden sommige ecologische alternatieven niet altijd eenzelfde bescherming als de traditionele verpakkingen. Hierbij denken we in de eerste plaats aan de beschermende schuimbuffers of wikkelfolie waarvoor we nog steeds geen volwaardige vervanging hebben gevonden." Een ander aandachtspunt dat zich alsmaar prominenter op de agenda zet, is de uitstraling van de verpakkingen. "Onze markt is niet puur B2B," aldus Sokolowski. "Zo worden onze producten uitgestald in de winkels van de distributeurs. Daarom hebben de verpakkingen - zeker van onze medische toestellen - ook een commerciële rol te vervullen. Bovendien neemt het belang van merkbekendheid en productimago toe. Daarom zijn we een vijftal jaar geleden gestart met de ontwikkeling van 'premium' verpakkingen voor bepaalde medische toestellen. Dit zijn boxen uit hard karton met een bekleding van foam, een magnetische flap en een design dat standing uitstraalt. Het concept is dermate goed aangeslagen dat we op relatief korte termijn alle duurdere producten 'premium' willen verpakken. Want waar verpakkingen tot enkele jaren geleden puur functioneel waren, zijn ze vandaag een belangrijke marketingtool geworden."