Wat direct opvalt: Drupa telt dit jaar een hal minder. Dat lijkt goed nieuws voor de beursbezoeker, maar toch is er meer vloeroppervlak te belopen: de oude Halle 1 en Halle 2 (samen goed voor bijna 11.500 vierkante meter) zijn gesloopt en vervangen door een nieuwe Halle 1 van ruim 12.000 vierkante meter. In die hal aan de zuidzijde van de Messe, vinden we als vanouds Heidelberg prominent aanwezig, vergezeld van haar Chinese partner (en nu ook aandeelhouder) Masterwork. Ook partijen als Polar-Mohr en Müller Martini hebben er opnieuw hun plek gevonden - en ze krijgen gezelschap van bijvoorbeeld Kolbus dat uit hal 16 vertrekt.
...

Wat direct opvalt: Drupa telt dit jaar een hal minder. Dat lijkt goed nieuws voor de beursbezoeker, maar toch is er meer vloeroppervlak te belopen: de oude Halle 1 en Halle 2 (samen goed voor bijna 11.500 vierkante meter) zijn gesloopt en vervangen door een nieuwe Halle 1 van ruim 12.000 vierkante meter. In die hal aan de zuidzijde van de Messe, vinden we als vanouds Heidelberg prominent aanwezig, vergezeld van haar Chinese partner (en nu ook aandeelhouder) Masterwork. Ook partijen als Polar-Mohr en Müller Martini hebben er opnieuw hun plek gevonden - en ze krijgen gezelschap van bijvoorbeeld Kolbus dat uit hal 16 vertrekt.Maar de werkelijk interessante veranderingen vinden plaats aan de andere kant van het beursterrein: in de noordelijke hallen 8a en 8b, samen even groot als de nieuwe hal 1. Die hallen werden in 2008 nieuw aan het Drupa-programma toegevoegd en vormden een verzamelplaats voor de spelers op het gebied van digitaal printen. Die partijen hadden zich bij eerdere Drupa-edities verspreid over verschillende hallen gepresenteerd, maar nu namen met Agfa, Canon, HP en Xeikon grotendeels bezit van hal 8a terwijl aan de overzijde in 8b Xerox, Fujifilm en Screen flink uitpakten. Deze nieuwe indeling betekende dat bezoekers de ontwikkelingen in digitale printtechnologie nu overzichtelijk gepresenteerd kregen. De aparte plek op het beursterrein leek echter ook de positionering in de industrie te markeren: bezoekers die per tram op het station bij Drupa arriveerden stonden, eenmaal bovenaan de trappen, daadwerkelijk voor de keuze: linksaf, het 'printen' verkennen, of toch maar liever rechtsaf, richting de vertrouwde wereld van conventioneel drukwerk?Vier jaar later blijkt al dat deze vrij rigide scheiding geen stand kon houden: de printtechnologie ontwikkelde zich nu eenmaal razendsnel en liet zich niet in een strakke plattegrond vangen. In 2012 nam bijvoorbeeld HP daarom bezit van de complete hal 17 - centraal op het beursterrein - om daar haar steeds verder uitdijende portfolio te kunnen tonen. De ruimte die ze in hal 8a achterliet werd moeiteloos gevuld: Ricoh stond klaar om de grafische industrie te veroveren en ook Océ nam nu zijn intrek in de 'digitale' hallen. Ook in hal 8b meldden zich nieuwe spelers: met name Konica Minolta maakte geen geheim van haar ambities in deze markt.En dan was er nog - niet te vergeten - Benny Landa, die vanuit hal 9 zowel de offsetwereld als de printwereld op zijn kop beloofde te gaan zetten met 'nanografie'.In 2016 lijkt er, op papier althans, toch sprake van een zekere vorm van ter plaatse trappelen: we treffen de meeste namen in weer dezelfde hallen, al verschilt soms de plek en grootte van de beursstand. Wel wordt op de vloer duidelijk dat er een technologische verandering op komst is: inkjet is niet langer een belofte maar wordt werkelijkheid - niet alleen in 8a en 8b, maar in vrijwel elke hal. Zelfs in hal 1 speelt het de hoofdrol als Heidelberg haar 'PrimeFire'-inkjetpers onthult. En uiteraard in hal 9, waar Landa de op inkjet gebaseerde nanografische druktechniek nu toch echt zo goed als klaar lijkt te hebben.De voorlopige plannen van Drupa 2020 maken duidelijk dat er dit jaar echt iets gaat veranderen. Opvallend is bijvoorbeeld dat Agfa na drie edities blijkt te vertrekken uit hal 8 en nu een plek heeft gekozen in hal 4. En ook Xeikon verlaat hal 8 om in hal 11 neer te strijken. Daarmee lijken deze spelers de markering langs technologische grenzen definitief te slechten en kan de opmars van digitaal printen in de grafische industrie zich nu op basis van markten en toepassingen definitief voortzetten.Agfa's keuze voor hal 4 is wellicht ingegeven door de aanwezigheid daar van haar Chinese offsetplatenpartner Lucky Huaguang. Maar er staan ook een aantal grote papierleveranciers, zoals Mondi, August Koehler en Gmund. En de stand bevindt zich direct naast het 'Drupa Touchpoint Textiles', waar het beursthema 'textiel en materialen' centraal staat. Agfa heeft zich echter ook verbonden aan het 'Touchpoint Packaging', waar ze met innovatieve merkbeveiligingstechniek belooft te komen.Xeikon lijkt met de nieuwe plek in hal 11 nadrukkelijker voor de label- en verpakkingsmarkt te kiezen. Er is sinds Drupa 2016 het nodige gebeurd bij het bedrijf. Die beurs stond nog vooral in het teken van de presentatie van het prototype van de 'Trillium One' met de in eigen huis ontwikkelde vloeibare tonertechnologie. Hoewel de machine zich ter plekke inderdaad leek te bewijzen, ziet de pas aangetreden nieuwe topman Benoit Chatelard (afkomstig van Ricoh) zich in oktober 2017 genoodzaakt de knoop door te hakken: de doorontwikkeling van Trillium gaat te lang duren en te veel kosten en wordt daarom gestaakt. Eerder dat jaar heeft Xeikon al bekend gemaakt dat het, naast haar droge tonertechnologie, ook in inkjet stapt: "De technologie is er nu klaar voor, en de markt is er klaar voor."Terwijl ze met UV-inkjet een alternatief biedt voor specifieke toepassingen op de labelmarkt, blijft Xeikon geloven in droge toner. Begin 2019 maakte ze tijdens de Hunkeler Innovation-days bekend aan een 'volgende generatie' te werken: onder het motto The Power of Dry Toner wordt de bestaande techniek op alle onderdelen onder handen genomen om tot hogere kwaliteit, productiviteit en veelzijdigheid te komen. Tijdens Xeikon Café in april 2019 kondigde Chatelard dan ook zelfs een verdubbeling van het standoppervlak aan: "Dat heeft niets te maken met een uitbreiding van de bar om meer mensen te kunnen ontvangen, maar met het simpele feit dat we het volledige aanbod van Xeikon zullen tonen."Xeikon is zeker niet de enige partij die nieuwe printtechnologie belooft. Neem bijvoorbeeld Xerox (wél weer in hal 8b te vinden), dat in februari 2019 tijdens een bijeenkomst met financiële analisten onthulde aan een 'digitale offset' druktechniek te werken, die niet op inkjet en evenmin op droge toner is gebaseerd. Sindsdien werd er echter weinig meer over vernomen en overschaduwden de definitieve scheiding van Fujifilm en de poging om HP over te nemen het Xerox-nieuws. Eerder al liep de op Drupa 2016 aangekondigde samenwerking met KBA in een hybride offset/inkjet-vellenpers stuk - de persenbouwer zette het project voort met Durst. De nieuw gevormde joint-venture 'Koenig & Bauer Durst' presenteert zich in hal 16 als specialist in digitale persen voor verpakkingen en zal in juni de eerste resultaten tonen.Ondertussen heeft Xerox met eigen inkjettechnologie overigens wel degelijk stappen gezet: die resulteerden vorig jaar in de lancering van de Baltoro inkjetvellenpers (en de sluiting van het in 2013 ingelijfde Impika inkjet R&D centrum in Frankrijk).Eveneens in hal 8b treffen we opnieuw Konica Minolta aan. Waarschijnlijk weten we eind deze maand iets meer over het beloofde 'nieuwe vlaggenschip' dat er getoond gaat worden: de fabrikant onthult deze machine alvast tijdens het aanstaande eigen Print Experience 2020-evenement. Eerder al vertelde MGI, de Franse inkjetpionier die voor een belangrijk deel in handen is van Konica Minolta, dat er ook een speciale versie van de Alpha-Jet-pers bij Konica Minolta op de stand zal staan. Opvallend is dat deze flatbed carrousel-achtige machine door MGI is uitgerust met inkjetkoppen van Memjet. Niet toevallig staat ook juist Memjet - dat met haar eigen inkjetkoppentechnologie de industrie zegt te gaan veranderen - met een grotere stand dan ooit nu voor het eerst in hal 8b.Natuurlijk zijn ook veel ogen gericht op hal 9, waar Landa nu dan toch echt - acht jaar na de eerste aankondiging - zijn nanografische persen gereed zal moeten hebben. Koen Vlieghe, Landa's regionale business manager voor de Benelux & Nordics regio, liet in oktober tijdens Het Congres van het VIGC doorschemeren dat er nog "wat kleine uitdagingen" op kwaliteitsgebied zijn, maar: "We zijn al een heel eind!". Hoopgevend is ook dat Landa's partner Komori eind 2019 een eerste beta-installatie bekendmaakte van de Impremia NS40 - de Komori-versie van Landa's nanografische vellenpers.Ook een andere Landa-ontwikkeling werpt bovendien vruchten af: het in 2016 getoonde 'nano-metallography'-concept voor het aanbrengen van folie-verede-ling werd in 2017 verkocht aan Altana (dat eerder al miljoenen investeerde in Landa's bedrijf). Het door Altana vervolgens opgerichte Actega Metal Print ontwikkelde de technologie verder tot wat nu de 'EcoLeaf'-technologie wordt genoemd. Actega Metal Print staat in juni direct naast Landa in hal 9 en belooft dat de technologie op Drupa 2020 klaar en verkrijgbaar zal zijn.