Een wetgeving in het voordeel van een groene financiering

"Duurzaam ondernemen is geen keuze meer". Dat kopte de krant L'Echo in december 2019 bij de analyse van Koen De Leus, Chief Economist bij BNP Paribas Fortis. Het klimaat en een groene heropleving van de economie na de pandemie zijn overigens de grote prioriteiten in de agenda van de Europese Unie. De situatie van het klimaat eist dringend actie en daarbij legt de EU zich een enorme verplichting op: in 2050 het eerste klimaatneutrale continent zijn. Met het oog daarop wordt op Europees niveau een groen financieringssystem ingevoerd om groene investeringen aan te moedigen en 'greenwashing' te voorkomen. Tegen die achtergrond roept de Europese Investeringsbank (EIB) zich zelfs uit tot de Europese klimaatbank.
...

"Duurzaam ondernemen is geen keuze meer". Dat kopte de krant L'Echo in december 2019 bij de analyse van Koen De Leus, Chief Economist bij BNP Paribas Fortis. Het klimaat en een groene heropleving van de economie na de pandemie zijn overigens de grote prioriteiten in de agenda van de Europese Unie. De situatie van het klimaat eist dringend actie en daarbij legt de EU zich een enorme verplichting op: in 2050 het eerste klimaatneutrale continent zijn. Met het oog daarop wordt op Europees niveau een groen financieringssystem ingevoerd om groene investeringen aan te moedigen en 'greenwashing' te voorkomen. Tegen die achtergrond roept de Europese Investeringsbank (EIB) zich zelfs uit tot de Europese klimaatbank. 'Nul uitstoot'. Dat is het uiteindelijke doel en daar moeten alle sectoren naar toe. Men kan dus ingrijpende veranderingen verwachten. Volgens Koen De Leus "zullen er winnaars zijn, maar ook verliezers. En dat is iets wat talrijke Belgische KMO's nog altijd niet begrepen lijken te hebben." Hij wijst erop dat twee zaken aan de basis kunnen liggen voor de financiële risico's die uit de klimaatverandering voortvloeien: de fysische risico's - schade aan gebouwen en infrastructuur als gevolg van een natuurramp bijvoorbeeld - en de risico's van de transitie. Die laatsten zijn het gevolg van wijzigingen in de klimaatwetgeving, van het gebruik van bepaalde technologieën of van de perceptie die de markt heeft bij de transitie naar die nieuwe economie. "De bedrijven die zich niet aan de veranderingen aanpassen, lopen het risico dat hun activa in waarde dalen. Door dat transitierisico te blijven ontkennen, groeit alleen maar de kans op een ' Minsky-moment' waarbij de plotse correctie van heel wat activa tot een neerwaartse economische spiraal en een diepe crisis leidt," analyseert Koen De Leus. Met zijn aanpak van de milieuproblemen kan het papierbedrijf UPM als een voorbeeld voor de sector gelden. In 2020 werkte UPM een raamwerk voor groene financiering uit en gaf het bedrijf zijn eerste 'Green bond' (groene obligatie) uit ter waarde van 750 miljoen euro. Met dat systeem kunnen projecten gefinancierd worden die gunstig zijn voor het milieu, die het grondstoffenbeheer en de energie-efficiëntie verbeteren of die innovatieve en klimaatvriendelijke producten promoten. Dat een milieustrategie belangrijk is, blijkt uit een recent onderzoek van 'Save on Energy' naar de bekommernissen van duurzame investeerders in België. Bij de milieuproblemen waarvoor de bedrijven meer aandacht zouden moeten hebben, kijken de duurzame investeerders in de eerste plaats naar de klimaatverandering (64%), de plasticvervuiling (59%) en de luchtvervuiling (52%). Om tegen 2030 de 17 duurzame ontwikkelingsdoelen van de VN te realiseren, maakt het economische beleid van de verschillende overheden gebruik van zowel de 'wortel' als de 'stok'. Groene kredieten moeten de bedrijven stimuleren om deel uit te maken van de oplossing. "De bedrijven die een duurzame ontwikkelingsstrategie uitwerken en zo tot de oplossing bijdragen, zullen het goed doen. Bedrijven die zich niet aanpassen, zijn daarentegen gedoemd om te verdwijnen. Uiteindelijk hebben de bedrijven geen keuze. Als er geen planeet is, is er ook geen activiteit," besluit Koen De Leus. Naast de veranderende wetgeving en de nieuwe technologieën vormt de groeiende sociale druk een ander element waar de bedrijven rekening mee moeten houden. Dat de waarden veranderen, creëert echter ook nieuwe mogelijkheden, getuige het groeiende aantal fairtrade producten. Daarnaast tonen heel wat studies aan dat de hedendaagse consument meer vertrouwen stelt in bedrijven die op een duurzame manier te werk gaan. En dat laatste aspect bepaalt mee zijn aankoopbeslissing en zijn loyauteit ten opzichte van het merk of het product. Het CDP (Carbone Disclosure Project) is een onafhankelijke organisatie zonder winstoogmerk die elk jaar een internationaal onderzoek uitvoert om de impact van de bedrijven op de klimaatverandering te beoordelen. Slechts 3% van de 5800 bedrijven in de wereld die het CDP beoordeeld heeft, eist een leidersplaats op in de strijd tegen de klimaatopwarming. Daarbij kijkt het CDP naar drie aspecten: de strijd tegen de klimaatverandering, het bosbeheer en de waterveiligheid. De bedrijven krijgen een waardering van A tot D voor de doeltreffendheid van hun duurzaamheidsmaatregelen, terwijl de bedrijven die onvoldoende informatie leveren een 'F' als score krijgen. Investeerders gebruiken de analyses van het CDP om over duurzame investeringen te beslissen. "De bedrijven op de A-lijst staan vooraan op het vlak van de duurzame ontwikkeling, ze pakken de milieurisico's aan en ze bereiden zich voor om het ook in de economie van morgen goed te doen," verklaarde Paul Simpson, voorzitter en algemeen directeur van het CDP. Bij de spelers uit de grafische industrie die op de A-lijst staan, vinden we Europese papierfabrikanten, persenbouwers en verpakkingsspecialisten. HP, Mondi en UPM horen bij het kransje van 10 bedrijven met een driedubbele A voor de drie onderzochte aspecten. Metsä Board, Canon en Epson hebben een dubbele A (strijd tegen klimaatverandering en waterveiligheid), terwijl Tetra Pak met een dubbele A voor het klimaat en het bosbeheer mag uitpakken. Metsä Board heeft o.a. de ambitieuze doelstelling om zijn fabrieken in 2030 volledig zonder fossiele brandstoffen te exploiteren. Konica Minolta, Navigator en de Zweedse papiermaker BillerudKorsnas (verpakkingen) ten slotte hebben een A voor klimaat gekregen. De Portugese papierproducent Navigator streeft ernaar om in 2035 volledig koolstofneutraal te zijn. Laetitia Reynaud van Intergraf schetst in enkele punten de impact van de Europese Green Deal op de industriële sectoren, waaronder de grafische industrie: - Ambitieuzere klimaatdoelstellingen: voor de sector is het goed om de energieprestatie van de drukkerijen nog te blijven verbeteren. - Strengere maatregelen op het vlak van de industriële emissies: deze maatregelen zouden minder impact op de sector moeten hebben omdat de grootste installaties - die meer dan 200 ton solvent per jaar verbruiken - al onder de Richtlijn betreffende de industriële emissies vallen en omdat de milieuvergunningen voor gebruikers van solvent aan de BREF-voorschriften voldoen (BREF: BAT Reference / BAT: Best Available Techniques). In dat verband wil Intergraf een gids uitbrengen voor de heatsetdrukkerijen die aan de BREF onderworpen zijn. - Het bosbeheer en de wereldwijde strijd tegen de ontbossing maken deel uit van de Green Deal: Intergraf pleit er al verscheidene jaren voor dat drukwerk ook onder de reglementen voor hout zou vallen. Zo kan gegarandeerd worden dat drukwerk dat in Europa ingevoerd wordt, aan dezelfde milieubepalingen (wat de herkomst van het papier betreft) onderworpen is als het drukwerk dat in Europa vervaardigd wordt. Dat dit aspect in de Green Deal opgenomen wordt, houdt een kans in dat de vraag van Intergraf gehoord zou worden. - Plastic en de opvolging van de Richtlijn over plastic voor eenmalig gebruik: de sector van de verpakkingsdruk krijgt hier hoe dan ook mee te maken. De Commissie overweegt om het gebruik van plastics van biologische oorsprong, biologisch afbreekbare plastics, composteerbare plastics enz. in de hand te werken. Er zijn echter technische beperkingen waardoor drukkers niet op elk type van plastic kunnen drukken. - Een nieuw beleid op het vlak van de producten en de duurzaamheid en recyclebaarheid van de producten bevorderen: de ambities van de Europese Commissie op dit vlak zijn nog niet helemaal duidelijk, maar de bedrijven zal om een grotere transparantie over de milieu-impact van hun producten gevraagd worden. Daarvoor moet het nieuwe Europese PEF-systeem (Product Environmental Footprint) of een gelijkwaardig systeem om de levenscyclus te analyseren, gebruikt worden. De Commissie wil ook de greenwashing bestrijden en in die context het gebruik van milieulabels, en meer bepaald het Europese milieulabel, aanmoedigen. In december 2020 heeft de Europese Commissie nieuwe criteria goedgekeurd voor het Europese Ecolabel voor bedrukt papier, briefpapier en papieren zakken. Het nieuwe Ecolabel slaat nu op een ruimer gamma producten: papierwaren, verpakkingspapieren en cadeauverpakkingen in papier. Verpakkingen, etiketten en materialen die in contact met voedingsmiddelen komen, vallen daar niet onder. Het Europese Ecolabel wordt toegekend aan producten die op een duurzame manier ontwikkeld werden en die aan 10 strikte en voor zowel het product (substraat, recyclebaarheid) als de productie (emissies, afval, energie) heel specifieke milieunormen voldoen. Intergraf, dat aan het beoordelingsproces heeft meegewerkt, heeft erover gewaakt dat drukkers het label voor een gamma producten kunnen verkrijgen, veeleer dan voor één uniek product. Enige toelichting: het Europese milieulabel wordt gewoonlijk toegekend aan een product waarvan de specificaties niet telkens veranderen. Omdat gedrukte producten door de klanten ontworpen worden, zal de productie echter van geval tot geval verschillen. Het nieuwe Ecolabel erkent nu het specifieke karakter van drukwerk en geeft de bedrijven de mogelijkheid om een aanvraag voor een productlijn in te dienen. "Het nieuwe Europese Ecolabel voor drukwerk stelt de Europese drukkers in staat om de milieuprestaties van hun producten en processen aan te tonen," zegt Beatrice Klose, secretaris-generaal van Intergraf. De Europese vereniging van de grafische industrie heeft een gids gepubliceerd om de drukkerijen te helpen die het Ecolabel van de EU willen verwerven. De drukkerijen kunnen de gids van Intergraf voor het Ecolabel voor gedrukt papier via Febelgra (je moet lid zijn) aanvragen. Het nieuwe Ecolabel van de EU is sinds 26 januari 2021 van toepassing en de criteria zijn geldig tot 31 december 2028. De grootste bekommernis bij verpakkingen is de recycling en het hergebruik van plastics in nieuwe producten. Er lopen verschillende Europese projecten om de verpakkingssector groener te maken, bijvoorbeeld de ' Circular Plastics Alliance', ' 4evergreen' of nog ' HolyGrail 2.0'. De Circular Plastics Alliance stelt zich tot doel om tegen 2025 een Europese markt voor gerecycled plastic te creëren die goed zou zijn voor 10 miljoen ton. De alliantie bestrijkt alle waardenketens van de plastics en omvat meer dan 245 organisaties die zowel de industrie als de universiteiten en de overheden vertegenwoordigen. Nieuwe spelers kunnen tot de alliantie toetreden door de verklaring ervan te ondertekenen. Onlangs heeft Siegwerk zich bij de Europese alliantie aangesloten om zijn expertise te delen en zo de recycling van verpakkingen te verbeteren. De internationale leverancier van drukinkten zegt bereid te zijn om de kringloopeconomie van plastics te ondersteunen door verpakkingsoplossingen te ontwikkelen die de invoering van een kringloopeconomie vereenvoudigen. "Een van de methodes bestaat erin de strategie ' Design- 4Recycling' toe te passen en de lus voor het plasticafval te sluiten door bijvoorbeeld de recyclage van monoplastic verpakkingen mogelijk te maken. Daarvoor moeten innoverende oplossingen voor de inkt en de bekleding gevonden worden, alsook oplossingen om materialen te scheiden en te ontinkten," zegt Alina Marm, hoofd van het centrum voor kringloopeconomie van Siegwerk. "De enige manier waarop we concrete resultaten kunnen boeken, bestaat erin samen te werken." 4evergreen is een alliantie die meerdere sectoren overkoepelt en die het circulaire karakter van verpakkingen op basis van vezels wil perfectioneren om tot een klimaatneutrale en duurzame samenleving bij te dragen. De alliantie werd eind december door Cepi in het leven geroepen, de Europese vereniging van de papierindustrie. 4evergreen werd opgericht als een forum om de leden die bij de waardenketen van de verpakkingen op basis van vezels (producenten, verwerkers, merkeigenaars, leveranciers, sorteerbedrijven, ...) betrokken zijn, bij het initiatief te doen aansluiten. De alliantie 4evergreen, die nog hoopt te groeien, telt al een dertigtal leden, zowel papier- en verpakkingsproducenten als merken zoals Nestlé, Danone en Mars. HolyGrail is een project dat in 2017 door de AIM (Association des Industries de Marque / European Brands Association) opgericht werd om de transitie naar een kringloopeconomie voor plastics te versnellen. Hoe? Door het recyclagegehalte van de plastic verpakkingen te verhogen dankzij efficiëntere sorteertechnieken en een hoge kwaliteit van de materialen. In 2020 werd de tweede fase van het project, HolyGrail 2.0, opgestart om het bereik van het initiatief te verruimen en er ook andere waardenketens bij te betrekken. De partners van het project onderzoeken of het haalbaar is om verpakkingen van etiketten met een digitaal filigraan te voorzien waarin een code over de volledige verpakking verwerkt is. Met die aanpak kunnen verpakkingen in de huidige recyclingsystemen automatisch gedetecteerd en gesorteerd worden. De Flint Group heeft zich met haar kennis van verpakkingsinkten onlangs bij het project aangesloten. Ook Verstraete IML, de Belgische specialist van de in-mould-etiketten is bij het project betrokken.