Sinds de pandemie horen we veel praten over de wereld na het coronavirus. Die nieuwe wereld waar sommigen sterk naar uitkijken, voedt de hoop op een breuklijn, op een nieuwe start. Dat gaat samen met niet alleen een economische, maar ook een ecologische en maatschappelijke herleving om uit de crisis te komen waarin covid-19 de wereld gestort heeft. Het concept van de duurzame ontwikkeling was al voor de gezondheidscrisis goed gekend, en heeft sindsdien alleen maar aan kracht gewonnen. Binnen het nieuwe Groene Pact van de Europese Unie die tegen 2050 een koolstofvrije maatschappij wil realiseren, hebben de bedrijven er alle belang bij om aan de duurzame ontwikkeling mee te werken. En als de Europese milieupolitiek de bedrijfsleiders niet overtuigt (verder gaan we nader in op de maatregelen), zou de opkomst van een duurzaam financieringsconcept hen toch over de streep moeten trekken. Voor bedrijven is het meer dan ooit tijd om na te denken over hun maatschappelijke verantwoordelijkheid willen ze niet terzijde geschoven worden.
...

Sinds de pandemie horen we veel praten over de wereld na het coronavirus. Die nieuwe wereld waar sommigen sterk naar uitkijken, voedt de hoop op een breuklijn, op een nieuwe start. Dat gaat samen met niet alleen een economische, maar ook een ecologische en maatschappelijke herleving om uit de crisis te komen waarin covid-19 de wereld gestort heeft. Het concept van de duurzame ontwikkeling was al voor de gezondheidscrisis goed gekend, en heeft sindsdien alleen maar aan kracht gewonnen. Binnen het nieuwe Groene Pact van de Europese Unie die tegen 2050 een koolstofvrije maatschappij wil realiseren, hebben de bedrijven er alle belang bij om aan de duurzame ontwikkeling mee te werken. En als de Europese milieupolitiek de bedrijfsleiders niet overtuigt (verder gaan we nader in op de maatregelen), zou de opkomst van een duurzaam financieringsconcept hen toch over de streep moeten trekken. Voor bedrijven is het meer dan ooit tijd om na te denken over hun maatschappelijke verantwoordelijkheid willen ze niet terzijde geschoven worden. Terwijl de politieke wereld overleg pleegt om de ecologische transitie op gang te trekken en tegelijk de economie te doen draaien, kunnen de bedrijven hun rol al spelen. "De bedrijven zijn geen deel van het probleem, ze maken deel uit van de oplossing," zei Elisabetta Bottazzoli tijdens haar presentatie. Elisabetta is consultant op het vlak van duurzame ontwikkeling en circulaire economie. Al sinds verscheidene jaren werkt ze mee aan rapporten over duurzame ontwikkeling. Daarvoor hanteert ze de methodologie van de GRI-normen (Global Reporting Initiative). Die meten de milieuprestaties van zowel de bedrijfssite zelf als van de bevoorradingsketen. De GRI-normen hanteren een reeks van referentie-indicatoren die het mogelijk maken om de vooruitgang die bedrijven op het vlak van de duurzame ontwikkeling boeken, te meten. Met die bundel richtlijnen kan men verslag uitbrengen over de prestaties van een bedrijf op economisch, maatschappelijk en ecologisch niveau. De GRI-richtlijnen worden vandaag in grote mate door bedrijven toegepast om hun rapporten over duurzame ontwikkeling op te stellen. "Over duurzaamheid spreken, impliceert veranderen van standpunt," gaat Elisabetta Bottazzoli meteen van start. "Het huidige productie- en consumptiemodel leidt tot almaar meer crisissen en dwingt ons ertoe om keuzes te maken," gaat ze voort. In het Brundtland-rapport vinden we de bekendste definitie van het duurzaamheidsconcept: "Duurzame ontwikkeling betekent een ontwikkeling die tegemoetkomt aan de noden van het heden, zonder de mogelijkheden van toekomstige generaties om in hun behoeften te voorzien in het gedrang te brengen". Deze definitie is overgenomen uit de officiële publicatie ' Our common future', die in 1987 door de 'World Commission on Environment and Development' (WCED - Wereldcommissie Milieu en Ontwikkeling) van de VN opgesteld werd. Waar staan we vandaag? Op 25 september 2020 blijven er officieel nog 10 jaar om de Agenda 2030 van de Verenigde Naties te realiseren. De Agenda 2030 verwijst naar de 17 Duurzame Ontwikkelingsdoelen (SDG's) en hun 169 deeldoelen die in 2015 door de Verenigde Naties zijn goedgekeurd. Tegen 2030 moeten alle leden van de VN die SDG's gerealiseerd hebben. Ze houden rekening met de economische, maatschappelijke en ecologische dimensies van de duurzame ontwikkeling en willen tegelijk de armoede uit de wereld helpen. "Om die ambitieuze doelstellingen te bereiken, moeten we samenwerken. De creativiteit, de kennis, de technologie en de financiële middelen van de hele samenleving zullen nodig zijn om die doelen in alle situaties te bereiken," lezen we op de website van het Ontwikkelingsprogramma van de Verenigde Naties (www.undp.org). De SDG's mogen dan al voor de nationale regeringen bedoeld zijn, toch wordt ook de privésector opgeroepen om zich te engageren. "De Agenda 2030 betekent een echte verandering. Voor ondernemers en industriëlen is het een gedroomde gelegenheid om duidelijk te maken dat ze integraal deel uitmaken van de verandering. En verandering betekent niet krimpen en evenmin afzien van een bepaald welzijnsniveau, maar wel oplossingen vinden om de middelen voor de toekomstige generaties te garanderen en te vrijwaren," zegt Elisabetta. De bedrijven worden dus uitgenodigd om te investeren en te innoveren om nieuwe oplossingen aan te reiken voor de problemen die bij de realisatie van de duurzame ontwikkeling komen kijken, en om de maatschappelijke, gezondheids- en ecologische normen te respecteren die helpen om die SDG's te bereiken. Heel wat bedrijven uit uiteenlopende sectoren hebben al strategieën in die zin uitgewerkt en hebben grondige veranderingen doorgevoerd. De circulaire economie wordt beschouwd als het beste economische model om tot een duurzame ontwikkeling te komen. Dat model heeft aan bekendheid gewonnen dankzij de Ellen MacArthur Foundation die zich sinds 2010 tot doel stelt om de transitie naar de circulaire economie te versnellen. Volgens de Foundation is de circulaire economie een regeneratief model waarbij er geen afval gecreëerd wordt en de negatieve milieu-impact tot een minimum beperkt wordt. De Ellen MacArthur Foundation werkt samen met de bedrijfswereld om circulaire initiatieven te ontwikkelen, én om de strategieën uit te tekenen waarmee die initiatieven ingevoerd kunnen worden. Danone, DS Smith, Google, H & M, Philips, SC Johnson, Solvay en Unilever zijn enkele van de invloedrijke bedrijven die tot de partners van de Foundation behoren. In maart 2020 heeft de Europese Commissie een nieuw actieplan voor de circulaire economie aangenomen. Dat plan is een van de basiselementen van het Europese Groene Pact, de bekende Green Deal. Met dat pact wil de Europese Commissie tegen 2050 van de Europese Unie het eerste klimaatneutrale continent maken. In de papiersector hebben talrijke inspanningen al positieve resultaten opgeleverd. Een van de vele voorbeelden: Europa haalt een recordcijfer van 74% voor de papierrecyclage. "Het Europese actieplan voor de circulaire economie moet ons in staat stellen om de economische crisis die de pandemie veroorzaakt heeft, te overwinnen. De nieuwe agenda voor de duurzame groei en ontwikkeling in Europa steunt op het circulaire karakter van de productie- en consumptiesystemen. Via zes maatregelen maakt die agenda een essentieel deel uit van de Europese industriële strategie," legt Elisabetta uit. Het actieplan voor de circulaire economie binnen het kader van de industriële strategie van de EU voorziet maatregelen die de volgende punten mogelijk moeten maken: - Duurzame producten moeten in de EU de norm worden. - De consument moet de mogelijkheid hebben om te kiezen. - De aandacht moet in de eerste plaats gaan naar die sectoren die de meeste grondstoffen verbruiken en waar het potentieel om aan de circulaire economie bij te dragen, hoog is. De bedoelde sectoren zijn: elektronisch materiaal en ICT, batterijen en voertuigen, verpakking, kunststoffen, textiel, bouw en gebouwen, voedingsmiddelen. - Maken dat er minder afval ontstaat en ervoor zorgen dat dit afval in secundaire grondstoffen omgezet wordt. - De circulaire aanpak voor mensen, regio's en steden mogelijk maken. Elisabetta Bottazzoli: "De bedrijven moeten rekening houden met de verwachtingen van de consument. Voor de consument zijn de verwachtingen op het vlak van de duurzame ontwikkeling en de maatschappelijke impact even belangrijk als de kwaliteit van het product. Uit onderzoek blijkt meer dan ooit dat de reputatie van het bedrijf op het vlak van de duurzame ontwikkeling en de maatschappelijke verantwoordelijkheid hoe langer hoe meer een beslissende factor wordt om op de markt een plaats in te nemen." Doelstelling 12 van de SDG's houdt in dat er duurzame consumptie- en productiewijzen moeten komen. Die doelstelling moedigt meer bepaald het efficiënte gebruik van grondstoffen en energie aan en streeft ernaar om duurzame infrastructuren te creëren. De duurzame consumptie en productie dragen ertoe bij om de toekomstige economische, ecologische en maatschappelijke kosten te verminderen, om de economische concurrentiekracht te vergroten en om de armoede terug te dringen. Zoals Elisabetta Bottazzoli onderstreept vergt een duurzame productie een concreet en volgehouden engagement. In haar ogen zijn 10 aspecten daarbij van belang: 1. Producten/diensten en productieprocessen zo ontwerpen dat de maatschappelijke en ecologische impact tijdens de levenscyclus tot een minimum beperkt of zelfs helemaal geëlimineerd wordt (grondstoffen winnen en verwerken, fabricatie, transport, distributie, enz.). 2. Bij het uitwerken van bedrijfsstrategieën moet bijzondere aandacht naar de duurzaamheid gaan waarbij tegelijk met de betrokken partijen rekening gehouden wordt. 3. De overgang naar een circulaire economie bevorderen, eventueel door het bedrijfsmodel te herdenken. 4. De strategische visie op het bevoorradingssysteem verstevigen, zowel in een nationale als internationale context. 5. De voorkeur geven aan innovatieve productieprocedés die de ecologische en maatschappelijke impact beperken. 6. Verantwoorde bevoorradingsmethodes toepassen, leveranciers op basis van hun ecologische en maatschappelijke prestaties selecteren en die prestaties volgen. Een aankoopbeleid invoeren waarvan de ecologische, maatschappelijke en economische impact tijdens de hele levenscyclus zo positief mogelijk is en de negatieve impact zoveel mogelijk beperkt blijft. 7. Een klimaat van samenwerking en participatie met alle betrokken partijen aanmoedigen door ze te sensibiliseren en te engageren voor een nieuw, duurzaam productiemodel. 8. De klant alle informatie over het juiste gebruik van de producten/diensten geven, op een duidelijke en transparante manier, en een aangepaste dienst na verkoop garanderen. 9. Het ontwijken van belastingen vermijden en een principe van fiscale gelijkheid en verantwoordelijkheid hanteren in de regio's waar de bedrijven actief zijn. 10. En het belangrijkste punt in de ogen van Elisabetta: op een duidelijke en transparante manier verslag uitbrengen over alle activiteiten aan alle betrokkenen, door duurzaamheidsrapporten op te stellen en daarbij de nadruk te leggen op de aspecten die de betrokken partijen als 'belangrijk' gedefinieerd hebben. Dat is de duurzame rapportering. De rapportering of het verslag over de duurzame ontwikkeling is een document waarin een bedrijf over zijn maatschappelijke, ecologische en economische prestaties verslag uitbrengt. Elisabetta Bottazzoli onderstreept het belang van het duurzaamheidsrapport: "Een van de plichten van een duurzaam bedrijf bestaat erin om op een duidelijke en transparante manier te communiceren. Veel bedrijven beschikken over het certificaat ISO 14001, maar slechts weinig bedrijven stellen een duurzaamheidsrapport op. De inspanningen om de milieu-impact tot een minimum te beperken worden niet voldoende belicht. En als ze niet via een doeltreffend en transparant instrument belicht worden, betekent dit dat die inspanningen voor de betrokkenen niet bestaan. Zonder een duurzaamheidsrapport kunnen drukkerijen zich dan ook niet positioneren in een segment dat veel aandacht krijgt, namelijk de duurzame ontwikkeling." Om een duurzaamheidsrapport op te stellen, moet het bedrijf altijd rekening houden met vier pijlers: de producten en de strategieën; de productiemethoden en -processen; de aanvoerketens; en de maatschappelijke verantwoordelijkheid van het bedrijf. Er bestaan verschillende instrumenten om verslag over de milieu-inspanningen van een onderneming uit te brengen. De meest courante zijn de GRI- en SASB-normen. Die twee systemen zijn ontwikkeld om aan verschillende doelstellingen voor verschillende doelgroepen tegemoet te komen. Volgens de milieuconsultant CO2Logic gebruikt de meerderheid van de bedrijven die informatie over de duurzaamheid vrijgeven, het GRI-systeem. De normen zijn ontwikkeld om een ruime waaier van wereldwijde betrokkenen, van de burgerlijke maatschappij tot de investeerders, te informeren. Het SASB-systeem - Sustainability Accounting Standards Board - daarentegen biedt normen voor de financiële rapporten. De SASB-normen identificeren de belangrijke duurzaamheidsfactoren die een impact op de financiële prestaties kunnen hebben. Daaronder ook de ESG-criteria (ESG: Environmental, Social and Governance). Op het vlak van de financiële duurzaamheid stellen de SASB-regels investeerders in staat om hun investeringen te oriënteren. Volgens CO2Logic zijn de GRI- en de SASB-normen twee krachtige instrumenten om de noodzakelijke transitie naar de duurzaamheid met succes te beheren en in te voeren, en om de transparantie en duurzaamheidsprestaties te verbeteren. "Om verslag over de milieu-inspanningen uit te brengen, is het belangrijk om een systeem te gebruiken dat internationaal erkend is. Dat maakt het mogelijk om vergelijkingen te maken en vermijdt cirkelredeneringen," zegt Elisabetta. De rapportering wordt zo een geloofwaardige communicatievorm die vertrouwen opwekt en die het mogelijk maakt om tegemoet te komen aan de verwachtingen van de betrokkenen die de activiteiten van een bedrijf volgen. De rapportering versterkt niet alleen de reputatie van een bedrijf, maar ook zijn marktpositie en waarde. Een bedrijf dat zijn duurzaamheidsrapport opstelt, haalt daar voordelen uit. Zowel op intern (motivatie van de medewerkers, duidelijke strategie, opsporen van zwakke en sterke punten, enz.) als extern vlak (concurrentievoordeel, engagement van de betrokken partijen, reputatie, enz.). Voor Elisabetta kunnen de inspanningen die genomen worden om de vervuiling door de productieprocessen te verminderen, leiden tot een situatie waarbij zowel het milieu als de economie baat bij hebben. Istat, de Italiaanse statistische dienst, kwam overigens in een onderzoek tot het besluit dat de arbeidsproductiviteit toenam naarmate de duurzaamheidsgraad van een bedrijf hoger is (gemeten in toegevoegde waarde per werknemer). Nog volgens Istat gaan goede milieuprestaties samen met een verbeterde concurrentiepositie. En als je weet dat grote organisaties en ondernemingen van hun leveranciers en onderaannemers eisen dat ze zich aan de maatschappelijke en ecologische regels houden, ligt het voor de hand dat bedrijven belangrijke opdrachten aan hun neus zien voorbij gaan als ze niet via een rapport hun duurzaamheid kunnen aantonen. Binnen de huidige gezondheids- en milieucrisis wordt de duurzame financiering als een sleutel gezien om de economische groei te versnellen. De groene financiering is volop in expansie - hoewel het systeem nog in zijn kinderschoenen staat - en maakt het mogelijk om groene en inclusieve groeimodellen te financieren waarbij zowel voor de investeerders als voor de gemeenschap waarde gecreëerd wordt. "Duurzame investeringen zitten in de lift," onderstreept Elisabetta. De groene financiering heeft als doel de energietransitie te bevorderen en de klimaatopwarming tegen te gaan. Daarbij is het van het grootste belang om de ESG-criteria te integreren. De synergie tussen instellingen, bedrijven en financiële operatoren speelt een centrale rol om een radicale verandering in de economische modellen teweeg te brengen. Om die doelstelling te bereiken, haalt Elisabetta Bottazzoli vier belangrijke richtlijnen aan: 1. Investeringen in hernieuwbare energie, duurzame mobiliteit en energie-efficiëntie aanmoedigen. 2. De nadruk leggen op partnerships tussen overheid en privé, en op investeringen die een echte impact hebben. Dat laatste betekent dat men in bedrijven, organisaties en fondsen investeert om tegelijk een positieve maatschappelijke en ecologische impact te creëren en een financieel rendement te halen. 3. Digitale innovaties die met het milieuaspect rekening houden, aanmoedigen. 4. Samenwerkingsvormen en vertrouwen tussen de duurzame financiering en de reële economie tot stand brengen. "Dat is de sleutel om op lange termijn de productie, de werkgelegenheid en het verbruik te ondersteunen". Elisabetta onderstreept het belang van de twee laatste punten: "De duurzame financiering kan bij de bedrijven een rol spelen bij de digitale innovatie en de technologische modernisering wanneer die in het teken van het milieu staan. De zoektocht naar een grotere doeltreffendheid mag niet alleen in een economische waarde tot uiting komen, maar moet ook bijdragen tot het terugdringen van de externe, negatieve milieu-impact. De digitalisering en de technologie moeten het ook mogelijk maken om duurzame en circulaire milieuresultaten te boeken, ook al zijn dat secundaire effecten. Via een transparant duurzaamheidsrapport kan de onderneming heel wat winsten boeken en 'sexy' worden in de ogen van wie duurzaam wil investeren. Hoe langer hoe meer kijken die potentiële investeerders niet alleen naar beursgenoteerde bedrijven, maar ook naar bedrijven die in een reële economische situatie aan de slag zijn." De transitie naar de duurzame ontwikkeling loopt parallel met het concept van de 'Industry 4.0' of de vierde industriële revolutie. In dat toekomstige industriële systeem zijn de productiesystemen onderling via het 'internet of things' (IoT) verbonden. "De instrumenten die in de strategieën van Industry 4.0 opgenomen zijn, hebben direct gunstige gevolgen op het vlak van de duurzaamheid en de circulaire economie," zegt Elisabetta Bottazzoli. Ze stelt bijvoorbeeld voor om Industry 4.0 aan de verbetering van de klantendiensten, de zoektocht naar interne doeltreffendheid en de invoering van de circulaire en ecologische duurzaamheid te koppelen. "Op het vlak van de concurrentie kunnen drie specifieke domeinen het verschil maken: de invoering van een systeem om productie- en procesgegevens te verzamelen en te verwerken (big data/cloud); de additieve productie; en het IoT of nog intelligente producten (RFID, sensoren). De invoering van die instrumenten verbetert de capaciteit om het gebruik van de grondstoffen in de productie te meten en te controleren, om de bevoorradingsketen en zelfs de consumptie te traceren. Bovendien leidt dat nog eens tot een daling van de grondstoffen of de energie die verbruikt worden," legt Elisabetta uit. En ze besluit: "De duurzaamheid kan een bron van kansen en een grotere sensibilisatie worden, zeker als we rekening houden met een toekomst die almaar onzekerder wordt en met onvoorspelbare uitdagingen, zoals die van het coronavirus."