Papier, hout, staal, aluminium, kunststoffen, chips... In 2021 was er een ongezien tekort aan grondstoffen. Die tekorten speelden heel wat sectoren parten, onder andere de papier- en de grafische sector - en dat zowel in België als in heel Europa. Didier Van Caillie: "Die bedrijfstak wordt voluit getroffen en krijgt te maken met tekorten die van alle kanten komen. Het tekort aan elektronische onderdelen bijvoorbeeld treft ook de grafische keten. Elektronische componenten die in persen, controlesystemen of robots gebruikt worden, zijn 'standaard' onderdelen die ook in medische instrumenten gebruikt worden. En de bevoorrading van de medische industrie krijgt vandaag bij de leveranciers voorrang."
...

Papier, hout, staal, aluminium, kunststoffen, chips... In 2021 was er een ongezien tekort aan grondstoffen. Die tekorten speelden heel wat sectoren parten, onder andere de papier- en de grafische sector - en dat zowel in België als in heel Europa. Didier Van Caillie: "Die bedrijfstak wordt voluit getroffen en krijgt te maken met tekorten die van alle kanten komen. Het tekort aan elektronische onderdelen bijvoorbeeld treft ook de grafische keten. Elektronische componenten die in persen, controlesystemen of robots gebruikt worden, zijn 'standaard' onderdelen die ook in medische instrumenten gebruikt worden. En de bevoorrading van de medische industrie krijgt vandaag bij de leveranciers voorrang." De oorzaken van die tekorten? Over het algemeen de bevoorradings- en logistieke problemen als gevolg van een plotse en krachtige heropleving van de wereldeconomie en de productieonderbrekingen wegens het coronavirus. Toen de economie als gevolg van de gezondheidscrisis stilviel, stonden ook alle containers stil. Daardoor was het niet mogelijk om op logistiek niveau het tempo van de economische heropleving te volgen. Voor de drukkers vertaalden de bevoorradingsproblemen zich in langere leveringstijden dan gewoonlijk, zowel voor uitrustingen als voor papier. "Wanneer de bevoorradingslijnen uit evenwicht zijn, duurt het enorm lang om naar dat evenwicht terug te keren", zegt Van Caillie. "Zolang niet alle niveaus van de keten weer met een normaal geregeld tempo werken, lopen we het risico dat de bevoorrading vertraging oploopt. Het containerschip Ever Given, dat het Suezkanaal blokkeerde, was een van de elementen die mee de verlamming van het internationale maritieme vervoer heeft veroorzaakt. Voor weinig prioritaire bedrijfstakken betekende dat in alle bevoorradingsketens een vertraging van verschillende maanden. Dergelijke onvoorziene omstandigheden zijn bijzonder moeilijk te beheren omdat de planning van havenactiviteiten op een bijzonder sterk doorgedreven automatisering steunt. Men heeft de mens vervangen door programma's die niet geschikt zijn om het onvoorziene te beheren." Maar begin 2022 gaat het niet meer op om de blokkering van het Suezkanaal als verklaring aan te halen. Dat argument snijdt geen hout meer en is veeleer een excuus geworden. Didier Van Caillie: "Tijdens de covidcrisis hebben heel wat bedrijven gepoogd de situatie onder controle te krijgen door hun voorraden te gebruiken. En het ligt voor de hand dat bij veel bedrijven de voorraadniveaus nog onder de normale veiligheidsgrenzen liggen. Bovendien is er vandaag ook een vraag om die voorraden weer op te bouwen, en dat tot op een veiligheidsniveau waar er voordien geen sprake van was. Vandaag hebben we nog geen nieuw evenwicht gevonden tussen de bevoorradingsproblemen en de grotere vraag. En dat leidt onvermijdelijk tot inflatie." Op de vraag of we dit jaar een daling van het inflatiecijfer kunnen verwachten, antwoordt de professor: "Waarschijnlijk zal de inflatie tijdens de eerste maanden van 2022 versnellen. We moeten afwachten hoe de centrale banken zullen reageren om dat fenomeen een halt toe te roepen. Dat hangt ook af van geopolitieke factoren. Het blijft moeilijk om prognoses te maken die verder gaan dan de maand juli." De tekorten hebben ook tot economische speculatie geleid. Volgens Didier Van Caillie mondt instabiliteit uit in speculatie: "De economische wereld van vandaag is almaar meer verbonden met de financiële wereld die hoe langer hoe meer van onzekerheid en dus van speculatie leeft. Wat voor de hedendaagse financiers van belang is, is dat de zaken bewegen. Een stijging of daling is op zich niet belangrijk. De financiers verdienen immers altijd aan volatiliteit. Op een zekere manier komt de instabiliteit de zogenaamde speculatieve financiering dus goed uit." Professor Didier Van Caillie: "Ik heb het echt moeilijk om een prognose voor 2022 te maken. De prijsstijgingen zouden de vraag moeten doen dalen en de problemen met de tekorten zouden geleidelijk aan opgelost moeten worden. De situatie bij de bevoorradingslijnen verbetert wel, maar ik blijf ongerust. Je mag niet uit het oog verliezen dat er ook externe risico's zijn. En als die ooit werkelijkheid worden, moet je daarop voorbereid zijn. Terwijl voordien iedereen alleen aandacht voor de covidcrisis had, zien we nu een reeks van politieke of militaire spanningen de kop opsteken. Tussen Rusland en Oekraïne en dus de EU enerzijds, tussen Taiwan, China en de Verenigde Staten anderzijds. We zijn niet veilig voor een militair incident dat een catastrofale kettingreactie kan veroorzaken. We zien een aantal weinig bemoedigende risicofactoren die we nauwelijks kunnen controleren. Tegelijk duurt het te lang voor men lessen uit de gezondheidscrisis trekt en op politiek niveau systemen invoert om te anticiperen en doeltreffend te reageren. Ook structuren om de economie in goede banen te leiden, zijn er niet. We zitten nog altijd in de fase van het crisisbeheer en hebben het moeilijk om vooruit te zien." "Hoe korter en gediversifieerder de aanvoerlijnen, hoe beter. Ik heb het gevoel dat te veel bedrijven rouwen om competenties die ze in het verleden kwijt zijn geraakt en dat ze niet voldoende activiteiten weer zelf in eigen huis uitvoeren die ze voordien wel deden. Daardoor zijn ze verplicht zich elders te bevoorraden. En dat brengt een ander probleem aan het licht: het tekort aan mankracht en vakmanschap waardoor opnieuw een reeks van activiteiten op lokaal niveau verloren gaat. Vandaar de nood om opdrachten uit te besteden en de behoefte aan almaar meer leveranciers. Daardoor kan de bevoorradingsketen in het gedrang komen. Men zou de wil moeten terugvinden om kennis en knowhow lokaal door te geven, meer bepaald via het technisch onderwijs en via alternerend leren en werken. Het Duitse model is een mooi voorbeeld op dat vlak."