Sinds Gutenberg zijn eerste drukpers bouwde, hebben technologische ontwikkelingen altijd een impact gehad op de manier waarop de grafische sector evolueerde: van de offset naar de digitale druk bijvoorbeeld, en van de fotogravure naar DTP. Vandaag zitten we volop in het tijdperk van 'Industrie 4.0'. En dat is niet zomaar een mooi klinkend en modieus concept: de vierde industriële revolutie is volop aan de gang en voor nieuwe ontwikkelingen doorbreken, gaan er geen decennia meer voorbij zoals in vroegere tijden. Vandaag volgen de technologische doorbraken elkaar snel op en die betekenen een enorme uitdaging voor elk bedrijf.
...

Sinds Gutenberg zijn eerste drukpers bouwde, hebben technologische ontwikkelingen altijd een impact gehad op de manier waarop de grafische sector evolueerde: van de offset naar de digitale druk bijvoorbeeld, en van de fotogravure naar DTP. Vandaag zitten we volop in het tijdperk van 'Industrie 4.0'. En dat is niet zomaar een mooi klinkend en modieus concept: de vierde industriële revolutie is volop aan de gang en voor nieuwe ontwikkelingen doorbreken, gaan er geen decennia meer voorbij zoals in vroegere tijden. Vandaag volgen de technologische doorbraken elkaar snel op en die betekenen een enorme uitdaging voor elk bedrijf. "De markt is veel vluchtiger, we moeten erg snel reageren in een context die voortdurend verandert", zei Roland Keppler, de CEO van Onlineprinters in het vorige nummer van Grafisch Nieuws. Dat is een gevolg van het feit dat we in een VUCA-omgeving beland zijn. Een wereld die door 'volatility, uncertainty, complexity and ambiguity' (volatiliteit, onzekerheid, complexiteit en ambiguïteit) beheerst wordt. Sommigen zullen tegenwerpen dat dit altijd al zo geweest is en dat wat echt verandert, de snelheid is waarmee alles verandert. De digitale transformatie heeft de wereld echt wel versneld. Bedrijven moeten almaar sneller beslissingen nemen in een context waarin geen zekerheden meer zijn. Traditionele tools zoals prognoses, planningen of strategieën hebben vandaag nauwelijks nog nut. De enige zekerheid die we nu hebben, is dat verandering en onzekerheid zullen blijven. Vandaar de behoefte aan een flexibele organisatie die zich aan die situatie kan aanpassen. En dat heeft onvermijdelijk invloed op de arbeidsmarkt. Zoals elke sector moet de grafische industrie zich aan de nieuwe digitale technologieën aanpassen. Wat meer is, in het 4.0-tijdperk moet de drukkerij ' smart' worden. Drukkerijen moeten kunnen omgaan met zaken zoals IoT (internet of things), cloud computing, big data, artificiële intelligentie, cyberveiligheid, robotica, intelligente productiemachines, automatisering, enzovoort. Het is de combinatie van al die technologieën die het werk in de drukkerij door elkaar schudt. In de drukkerij 4.0 communiceren productiesystemen en -processen met machines en personeel in en buiten het bedrijf. In de hele waardeketen wordt op een intelligente manier geproduceerd en zijn alle schakels onderling verbonden en gesynchroniseerd. In de drukkerij van morgen zijn niet langer papier of inkt de belangrijkste grondstoffen, maar wel gegevens of data. Data die machines met andere machines en met productieomgevingen verbinden, die productieomgevingen met beheersystemen en met systemen voor klantenrelaties connecteren. Elk nieuw proces levert gegevens op die geregistreerd worden door de sensoren op de machines (drukpersen, afwerkingsmachines, verzendapparatuur...). Die gegevens moeten niet alleen de productie zo efficiënt en rendabel mogelijk doen verlopen, maar moeten ook in real-time een overzicht geven van de behoeften op het vlak van preventief onderhoud. Wanneer drukkerijen die gegevens bijhouden, zullen ze net als andere productiebedrijven in staat zijn om hun beslissingen te optimaliseren. In dit tot het uiterste doorgedachte scenario blijft de symbiose van al die nieuwe, digitale technologieën niet zonder invloed op de werknemers en het werk. Er is uiteraard de automatisering, die al heel wat manueel werk overbodig maakt, maar daarnaast kunnen we ons ook inbeelden dat robots zware taken zullen overnemen. Uiteindelijk zal de fysieke belasting bij de arbeid in productieafdelingen verdwijnen en krijgt de werknemer meer tijd voor complexere en meer bevredigende opdrachten. Ook de administratieve functies veranderen terwijl IT-profielen in elke drukkerij dan weer onmisbaar zullen worden om de business draaiende te houden. De maakindustrie mag dan al hoe langer hoe meer in de richting van een Industrie 4.0 evolueren, de digitale transformatie verloopt echter niet bij alle organisaties even snel. De grafische sector is nog altijd vrij traditioneel in zijn manier van werken, hoewel er almaar meer bruikbare modellen de kop opsteken om de digitale transformatie door te voeren. De meest spraakmakende voorbeelden zien we bij de online drukkers die druk en e-commerce combineren. Dat is alvast het geval bij grote groepen die een internationaal netwerk met drukplatformen beheren, zoals Cimpress (Printdeal.be, Pixartprinting...) of nog UnitedPrint (Print24). Die platformen communiceren niet alleen met elkaar, maar ook met lokale onderaannemers om de productie en de levering van het bestelde drukwerk te garanderen. En daarbij staan altijd de juiste kwaliteitsvereisten, korte levertermijnen en lage prijzen voorop om de klant tevreden te stellen. In die bedrijven volstaat het niet om uitsluitend in hoogtechnologische machines en in de geautomatiseerde productie te investeren. IT- en CRM-experts (IT: informatietechnologie; CRM: customer relationship management) zijn even belangrijk. De CEO van Onlineprinters gaf begin dit jaar al aan dat hij vooral in IT zou investeren om de platformen nog sneller en flexibeler te maken. En dat terwijl hij vorig jaar nog hoofdzakelijk in nieuwe digitale printtechnieken had geïnvesteerd. Ook de directeur van United Print, Ali Jason Bazooband, wil meer in software-engineering en CRM investeren om de verkoopactiviteiten te versterken. Als e-commercebedrijven kunnen de online drukkers niet zonder hooggekwalificeerd personeel dat beslagen is in zoekmotoren, digitale marketing, communicatie en sociale media. "De verschillende platformen veranderen erg snel, bieden nieuwe functies of doen de prioriteiten veranderen. Haast elke maand zien we wel nieuwe sociale platformen verschijnen. Competent personeel moet dus altijd mee zijn en moet erg goed geïnformeerd zijn over de nieuwste ontwikkelingen", legt Roland Keppler uit. Op lokaal niveau hebben nog maar weinig drukkerijen dat stadium bereikt, hoewel het aantal drukkerijen toeneemt dat behalve in traditionele activiteiten ook in de digitale druk en web-to-print investeert. In Wallonië fungeert drukkerij Snel als voorbeeld van een geslaagde overgang naar Industrie 4.0. Het bedrijf produceert drukwerk met uiteenlopende technieken - offset, digitale druk, grootformaat. De standaardopdrachten worden via een web-to-print-platform verwerkt, terwijl complexe opdrachten individueel opgevolgd worden. De drukkerij werkt ook automatisch drukopdrachten op aanvraag af die van buitenlandse webshops komen. Dat alles lukt dankzij de API-connectoren (Application Programming Interface) van het bedrijf. Drukkerij Snel staat vandaag zover omdat het al sinds een vijftiental jaar een eigen IT-dienst heeft. Die telt nu twee mensen van wie er één twee jaar geleden aangeworven werd. "We merken dat we daar nu niet meer onderuit kunnen", zegt directeur Roland Soubras. Volgens hem draait alles rond data: "Om de productie te automatiseren, moeten alle gegevens die in een webshop gecodeerd worden, nog gerecupereerd worden om in ons ERP-systeem geïntegreerd te worden en naar de machines gestuurd. Dat proces is al grotendeels geautomatiseerd, maar we moeten de automatisering nog verder doordrijven. En daarvoor hebben we medewerkers nodig." Bij Snel gebeurt het ook dat werknemers met een traditioneel profiel doorschuiven naar een functie met meer digitale inhoud. Sommige beroepsactiviteiten verdwijnen, zoals het opstellen van offertes. "Wegens de automatisering van de processen en de online bestellingen moeten er minder offertes opgesteld worden. Er zijn nog wel mensen die het vak goed kennen om complexe prijsoffertes op te maken. Nieuwe medewerkers gaan echter naar de administratie of de digitale productie. Ook de logistiek wordt alsmaar belangrijker." De technologische evolutie lijkt bij Snel geen grote impact te hebben op het personeel en de productie. Het personeelsbestand - 70 werknemers: 45 arbeiders en 25 bedienden - is de voorbije jaren stabiel gebleven doordat het bedrijf anticipeerde op werknemers die met pensioen gingen. En dat is iets wat de meeste drukkerijen vandaag in het oog moeten houden omdat de sector door een omgekeerde leeftijdspiramide wordt gekenmerkt. "Sinds twee jaar wordt niet iedereen die uitstroomt noodzakelijk vervangen en zeker niet door iemand met hetzelfde profiel. Op die manier vermijden we grote ontslagrondes. Bij vervangingen geven we voorrang aan jonge mensen, zelfs zonder ervaring, omdat zij minder weerstand tegenover nieuwe technologieën hebben", zegt Roland Soubras. Ook bij AZ Print in Grâce-Hollogne, dat 35 medewerkers telt, denkt men vooruit: "Over vijf of tien jaar is de helft van ons huidige personeel met pensioen. Dat is een grote uitdaging. Niet iedereen zal vervangen worden, maar we zijn al wel met de aanwervingen begonnen. Zowel de drukvoorbereiding, de productie als de commerciële afdeling zullen mensen zien vertrekken", zegt directeur Christophe Jablonski. De profielen die AZ Print zoekt, zijn veeleer traditioneel. Net als de productie - hoewel die afdeling gloednieuw is, is ze in hoofdzaak gebaseerd op de offsettechnologie. In augustus 2020 installeerde AZ Print vier nieuwe Heidelberg Speedmaster XL75-persen. Toch heeft AZ Print sinds kort ook een digitaal printatelier om kleine volumes te verwerken. Jablonski: "De digitale afdeling zal ongetwijfeld groeien en zal met meer machines en afwerkapparatuur uitgebreid worden. We zullen ook een extra operator nodig hebben - dat worden er dan twee. We zijn niet op zoek naar digitale profielen, maar in de toekomst zullen we beslist iemand met een profiel van 'community manager' in huis halen." Net als bij Snel lijkt de behoefte aan administratief personeel ook bij AZ Print te verminderen door de automatisering van de processen. "We zijn erin geslaagd te groeien zonder het administratief personeel uit te breiden. Door de processen te automatiseren, hebben we geen tweede boekhouder moeten aannemen", vertelt Christophe Jablonski. "Al verschillende jaren stellen we vast dat klanten kleinere hoeveelheden drukwerk bestellen, maar wel vaker en dat ze hun drukwerk ook sneller geleverd willen hebben. Daarom wordt de digitale druk hoe langer hoe meer onmisbaar, ook voor Onlineprinters", zegt Roland Keppler. "Maar dat jobprofiel is nog vrij nieuw en op dat vlak is de arbeidsmarkt nog altijd dun bevolkt. We hebben dus het accent op de opleiding gelegd. We hebben bijvoorbeeld collega's opgeleid die aan een heroriëntering toe waren en die hun carrière als ingenieur mechanica of op nog een ander technologisch domein begonnen waren. Voor die mensen organiseren we opleidingen, zowel intern als in samenwerking met onze digitale drukpartners in Spanje en in Israël." Snel volgt eenzelfde aanpak, maar preciseert dat de stijging van het aantal kleine volumes niet beheerd kan worden door een grotere personeelscapaciteit. "We hebben vastgesteld dat tussen 2012 en 2020 het aantal jobs en klanten verdubbeld is. Het aantal bestellingen van kleine volumes - tussen tien en duizend exemplaren - daarentegen is met een factor negen gestegen. Om rendabel te zijn, is het dus nodig om die kleine jobs te automatiseren", vertrouwt Roland Soubras ons toe. In Nijvel is de drukkerij Delferrière, die vroeger een coldset rotatiepers van 28 pagina's had voor de productie van huis-aan-huisbladen, tot Adminor verveld. De nieuwe onderneming die in 2020 opgericht werd, is nu gespecialiseerd in het beheer van de gemeentelijke belastingen die op de huis-aan-huisbladen geheven worden. Een koerswijziging die verklaard wordt door het feit dat klanten zich almaar meer op de digitale communicatie richten. De gedaanteverwisseling van de drukkerij Delferrière was echter al een tiental jaar aan de gang, met investeringen in digitale vellen- en grootformaatprinters. Parallel daarmee werden binnen de groep Media One Center nieuwe ondernemingen opgericht die zich in de visuele communicatie specialiseerden. Bij Adminor blijven vandaag alleen nog de drukvoorbereiding en de administratie over. "We zijn vandaag voor honderd procent gespecialiseerd in huis-aan-huisbladen, met Adminor dat het aspect belastingen op zich neemt, en met Media Pub dat zich op de uitgeefaspecten toelegt. De druk, de distributie en soms ook de drukvoorbereiding worden nu aan derde partijen uitbesteed. We produceren niets meer", zegt directeur Pierre Delferrière. Deze totale ommekeer bij de drukkerij is het gevolg van de e-commerce en de digitale revolutie: "Je moet op de digitale trein springen. Als je er tevreden mee bent te doen wat je voordien deed, kom je er niet." De gedaanteverwisseling van drukkerij Delferrière bleef niet zonder gevolgen voor het personeel. Op drie jaar tijd is het aantal werknemers van veertig gedaald naar tien. Het personeel telt vandaag alleen nog commerciële medewerkers, informatici en mensen die actief zijn in de administratie en de drukvoorbereiding. Bij alle veranderingen is de opleiding een belangrijk element om in een bedrijf vooruit te gaan. De permanente vorming is immers een van de sleutels die het mogelijk maken om de concurrentiekracht in stand te houden en de werknemers ruimer inzetbaar te maken. Bovendien verplichten de Belgische arbeidswetten privébedrijven met meer dan twintig werknemers om gemiddeld vijf dagen (voltijds equivalent) opleiding te voorzien (4 dagen als het bedrijf minder dan 20 werknemers telt). Jongeren zijn bovendien bijzonder gevoelig voor het opleidingsaanbod van bedrijven. Sommige werkgevers zetten overigens hun opleidingsaanbod goed in de verf om talent aan te trekken. Binnen de grafische sector hebben de drukkerijen de gewoonte om hun operatoren en arbeiders binnenshuis te vormen omdat er niet voldoende mensen met het juiste technische profiel op de arbeidsmarkt te vinden zijn. Het schoentje wringt vooral op het vlak van de afwerking. Roland Soubras van Snel: "Er is nog altijd een tekort bij de conventionele processen, vooral bij de afwerking. Het is moeilijk om iemand te vinden om vouwmachines te bedienen of om boeken met een rechte, gelijmde rug af te werken. Om dat te verhelpen, rekruteren we op basis van een profiel, veeleer dan op basis van een functieomschrijving, en leiden we de persoon in kwestie op het terrein op." Interne opleiding is ook de weg die AZ Print en Adminor volgen. "Ons personeel wordt binnenshuis opgeleid in de administratieve software. Voor de drukvoorbereiding doen we ook een beroep op Cepegra", zegt Pierre Delferrière. Bij Cepegra (het kenniscentrum van Forem, de Waalse tegenhanger van de VDAB, voor de grafische sector) blijven de blikvangers in het aanbod grafische opleidingen 'conducteur offsetpers' (waarin ook een inleiding in de digitale druk vervat zit) en 'digitaal printen en stansen'. Die laatste opleiding mikt vooral op grafici die zich op grootformaatdruk, verpakkingen, POS-materiaal of interieurdecoratie willen toeleggen. Elk jaar volgt een vijftiental stagiairs de opleiding tot 'conducteur offsetpers'. Uit de laatste officiële cijfers (2019) blijkt dat iedereen van de cursisten een baan heeft gevonden. Sommigen kiezen zelfs resoluut voor digitale druk. Voor 2020 echter kan Thierry Herman, de directeur van Cepegra, al wel meegeven dat het percentage mensen dat een job gevonden heeft, wegens de coronacrisis tot 66 procent is gedaald. Het opleidingsaanbod van het kenniscentrum omvat naast offsetdruk ook nog 'motion design', 'graphic design', 'web design' en 'communication web'. De opleidingssector moet vandaag niet alleen rekening houden met de impact van de digitale transformatie, maar ook met die van de gezondheidscrisis. Hoewel de inhoud van de opleidingen bij Cepegra weinig of niet verandert, is de vorm ervan wel gewijzigd. In 2020 overheerste het afstandsonderwijs, behalve in de opleidingen tot drukker die niet zonder direct contact kunnen. Ook de 'blended learning' (een opleiding die contact- en afstandsonderwijs combineert) krijgt binnen Cepegra meer gewicht. "Dat was voordien al zo, maar nu leggen we meer het accent op 'leren leren', op zelfstudie, op projectmatig onderricht en op samenwerking", zegt Thierry Herman. In een onzekere en snel veranderende omgeving moeten zowel het bedrijf als de werknemer zich aan de nieuwe wereld aanpassen. Werknemers moeten zich mentaal en emotioneel flexibel tonen en moeten zich telkens weer kunnen engageren. Op zijn beurt moet de manager van morgen in troebel water kunnen navigeren en moet hij afstappen van het idee dat hij alles onder controle moet houden. Hij moet blijk geven van wendbaarheid, veerkracht, vermogen tot samenwerking en moet een ethische visie hebben. Ook de ontwikkeling van competenties en 'soft skills' wordt essentieel. Volgens specialisten in personeelsbeleid worden empathie, luisterbereidheid, creativiteit, relaties aanknopen, stressbeheer, aanpassingsvermogen, leren leren en pedagogische kennis essentiële competenties. Ondertussen zijn organisaties op zoek naar nieuwe arbeidsmodellen en testen ze nieuwe benaderingen uit op basis van samenwerking en autonomie: ondernemerschap binnen het bedrijf, gemeenschappelijke ontwikkeling, enzovoort. Kortom, om vooruit te blijven gaan, moet de werknemer van morgen op een verantwoordelijke en zelfstandige manier aan de slag. Al die eigenschappen - vooral samenwerking en zelfstandigheid - hebben werknemers al in de praktijk kunnen brengen toen het telewerk als gevolg van de coronavirus veralgemeend werd. Bovendien heeft de crisis de digitalisering nog eens versneld, zowel in ons privé- en beroepsleven als in de manier waarop we consumeren. Het telewerk zal niet alleen de omvang van bedrijfskantoren beperken, maar ook het aantal kaderleden of managers die zich daar ophouden. Dat proces was al bezig voor de pandemie toesloeg, maar verloopt vandaag alleen maar sneller. Volgens onze collega Xavier Beghin van Trends-Tendances leveren de herstructureringen die recent aangekondigd werden (Solvay, Michelin, Danone, L'Oréal...), het bewijs daarvan. In ' Le télétravail va-t-il tuer le salariat?' (Betekent telewerk het einde van de werknemer?) wijst de journalist op de evolutie om arbeid te 'dematerialiseren': "Vijf jaar geleden werd door de groeiende digitalisering van onze economie de eerste aanzet gegeven om arbeid te dematerialiseren. Parallel met die evolutie werd het 'bon ton' om een beroep te doen op onderaannemers, consultants en freelancers." Beghin is ervan overtuigd dat het telewerk ook na de pandemie nog sporen zal nalaten en dat men nog meer een beroep zal doen op externe dienstverleners of freelancers. Dat impliceert dat ook het leven op kantoor en de relaties tussen collega's of met het management herdacht moeten worden. Industrie 4.0, de digitale transformatie, de VUCA-wereld: het zijn concepten waar men best niet te snel overheen stapt. Ze zijn de uitingen van een nieuw paradigma dat vandaag al invloed uitoefent op organisaties, op managementtechnieken, op beroepen en op competenties. Geen enkele sector blijft gespaard en daarom moeten grafische bedrijven zich vandaag afvragen of hun organisatie nog de juiste mensen en het juiste bedrijfsmodel in huis heeft om morgen nog te bestaan. Onvermijdelijk kan die verandering niet zonder opleidingen. Wat we vandaag in de grafische sector zien, onderstreept al hoe belangrijk het is dat zelfs de modernste drukkerijen thuis moeten zijn in IT en digitale marketing, en dat ze naast hun traditionele deskundigheid ook beslagen moeten zijn in dataverwerking en automatisering. Ook bij de productie zullen de werknemers oog moeten hebben voor digitale technologieën en zullen ze blijk moeten geven van flexibiliteit en aanpassingsvermogen.