Toen ik als jonge dertiger in 2001 aan de slag ging als redacteur bij de B2B-uitgever Keesing Business Media Belgium in Vilvoorde, was Alain Vermeire al twintig jaar actief bij Grafisch Nieuws. Nu, twintig jaar later, ga ik in gesprek met de man die afscheid neemt na een bijzondere carrière van veertig jaar in de grafische branche. Vier decennia lang wees de pen van Alain de weg in deze boeiende sector. Klik uw gordel vast voor een turbulente rit door het verleden, heden en toekomst van de grafische industrie met de heer Vermeire aan het stuur.
...

Toen ik als jonge dertiger in 2001 aan de slag ging als redacteur bij de B2B-uitgever Keesing Business Media Belgium in Vilvoorde, was Alain Vermeire al twintig jaar actief bij Grafisch Nieuws. Nu, twintig jaar later, ga ik in gesprek met de man die afscheid neemt na een bijzondere carrière van veertig jaar in de grafische branche. Vier decennia lang wees de pen van Alain de weg in deze boeiende sector. Klik uw gordel vast voor een turbulente rit door het verleden, heden en toekomst van de grafische industrie met de heer Vermeire aan het stuur. Alain, hoe ben jij destijds in deze sector gerold? "De economie verkeerde in 1981 en de jaren ervoor in een zware recessie. Er waren veel werklozen en nauwelijks interessante werkaanbiedingen. Behalve dan die ene vacature. Op 24 augustus van dat jaar werd ik door Koen Goderis, voormalig hoofdredacteur van Grafisch Nieuws en directeur bij de Internationale Drukkerij en Uitgeverij Keesing, aangenomen als redacteur bij Grafisch Nieuws. Ik studeerde Publiciteit aan Sint-Lucas Brussel. In deze studierichting was er een ruime aandacht voor de grafische sector. Daarna volgden werkervaring in een foto- en opmaakstudio waar we verkoopcatalogi maakten, kleurselecties en drukproeven beoordeelden. De combinatie van deze verschillende competenties heeft me denk ik aan de job geholpen." Hoe zag de branche eruit in de jaren tachtig? Schets het klimaat eens. "Het productieproces was toen heel tijdrovend en nauwelijks geïntegreerd. Er waren veel bedrijven met aparte specialiteiten: fotozet- en opmaakbedrijven, fotogravures, drukkerijen, boekbinderijen. Die kwamen allemaal bij elkaar over de vloer om werk op te halen of te brengen. De sector was kapitaalintensief, de instapdrempel voor nieuwkomers was hoog. Drukwerk was een belangrijk reclamekanaal waardoor er goed geld werd verdiend door de grafische bedrijven. Die welstand kon je zien aan de grafische ondernemers. Er waren ook veel meer leveranciers. Fugrama '81, de 'Nationale vakbeurs voor klein grafisch materiaal' in het Alpheusdal in Berchem, telde 85 standhouders. Het was één groot feest. Met Grafisch Nieuws maakten we de catalogus: 124 pagina's dik. Eind jaren '80 en begin de jaren '90 veranderde de sector zoals we die lange tijd hadden gekend. Er brak met PostScript en DTP een nieuw tijdperk aan." Wat waren voor jou de grote mijlpalen doorheen al die jaren? "Je moet het grotere plaatje overschouwen en begrijpen om de mijlpalen te kunnen aanduiden. In 1984 had je de introductie van de Apple Macintosh en de eerste versie van Adobe PostScript. Het is de prille start van DTP en het zal leiden tot het einde van de fotozetsystemen. De persenfabrikant Komori demonstreerde op Drupa 1990 voor het eerst het volledig automatisch plaatwisselen op een vellenpers. Andere persfabrikanten stonden aanvankelijk sceptisch tegenover de technologie en deden er lacherig over. Ze werden gedwongen zich aan deze nieuwe realiteit aan te passen. Nog op de Drupa van 1990 presenteerde Müller Martini voor de eerste keer een selective binding systeem voor de productie van magazines en catalogi voor specifieke doelgroepen." In 1993 werd het gebruik van het internet door de Amerikaanse overheid opengesteld voor bedrijven en particulieren. "Die beslissing opent de deur voor op internet gebaseerde zakenmodellen in de grafische industrie zoals dat van Robert Keane met de internetdrukkerij Vistaprint in 1999. In november 1992 lanceerde Heidelberg een pers waarvoor er ogenschijnlijk geen markt was: de Heidelberg Speedmaster 102-8P. Met deze pers konden vier kleuren aan weerszijden van het vel in één doorgang worden gedrukt. De vellenpers is een mijlpaal in de geschiedenis van het industriële offsetdrukken. Ipex 1993 kende de geboorte van de eerste echte digitale kleurendrukpersen: die van Xeikon en Indigo met zijn Indigo E1000. De kwaliteit van de output van de persen was erbarmelijk." Hoezo? "De inkten van de Indigo-persen kon je toen uitvegen met een gom. We illustreerden dat in Grafisch Nieuws. Efi Arazi, die Scitex oprichtte en eind 1988 zijn aandelen ervan verkocht aan mediamagnaat en fraudeur Robert Maxwell, is met zijn in 1989 opgerichte bedrijf EFI erg belangrijk geweest voor de opkomst van het digitaal printen. Met zijn concept van 'Color Portability' voor de wereld van desktop publishing, maakte hij kwalitatieve digitale kleurenoutput op kleurencopiers mogelijk. Arazi stond aan de wieg van het kleurenmanagement in de grafische industrie. Digitaal printen zal de weg effenen voor het drukken van kleine oplagen en personalisatie. Drupa 1995 betekende de definitieve doorbraak voor de CTP-systemen. Hiermee kwam een einde aan het belichten van offsetplaten met filmmontages." Zo belanden we in het magische jaar 2000. "Drupa 2000 was de beste editie ooit met 413.500 bezoekers uit 171 landen. Het was de tijd van groot, groter, grootst. De gedrukte media waren groter dan ooit en zouden nog een hele tijd om ons heen zijn. Het kon toen niet op en er was zeer veel optimisme. Er was een uitbreiding van de keuze aan outputapparaten: van conventioneel tot digitaal. Het was de komst van computer to press, een hybride druktechnologie op basis van offsetmachines en met fabrikanten als Adast, Dainipon Screen, Heidelberg, Karat, Man Roland, Ryobi en Sakurai. Computer to press zal een stille dood sterven naarmate computer to plate breder toegepast wordt. De eerste iPhone-generatie werd aangekondigd in 2007 en de eerste iPad-generatie in 2010. Het tijdperk van multi-channel publishing staat hiermee in de steigers. Nog meer digitaal printen op Drupa 2008 en inkjetdrukken dat zijn neus aan het venster steekt. HP demonstreert er zijn T300 Color Inkjet Web Press voor hoog-volume inkjetproductie in kleur. De pers heeft een papierbaanbreedte van 762 mm en haalt snelheden tot 122 m/minuut. Een belangrijke trend op deze Drupa zijn de IT-oplossingen om de volledige grafische workflow te automatiseren en te controleren: van prepress tot postpress. JDF/JMF is een belangrijk thema. Benny Landa, de oprichter van Indigo die zijn bedrijf verkocht aan HP, kaapt Drupa 2012 met de voorstelling van de blitse Landa-persen. De machines maken gebruik van de nieuwe nanografische druktechnologie. De persen houden de belofte van het brede formaat van 70 x 100 cm en snelheden tot 6.500 vel per uur in." Door de coronapandemie was Drupa 2016 je laatste fysieke Drupa? "Op Drupa 2016 presenteerden fabrikanten de nieuwste versies van hun digitale inkjetvellenpersen. Op de beurs is niet langer Heidelberg maar HP de grootste individuele standhouder met drukpersen voor papier en karton. De fabrikant ziet groeiend potentieel in de verpakkingsmarkt. Ook andere fabrikanten zetten met digitale persen in op de digitale transformatie van de verpakkingsdruk. EFI lanceert daarvoor het Nozomi C18000-platform. Op de beursvloer zijn connectiviteit, automatisatie, standaardisatie, efficiëntie en topprestaties met het machinepark belangrijke thema's. Het belang van de software voor de automatisatie van printproductie- en bedrijfsprocessen kan niet meer worden onderschat. Data gaan online in de cloud, op het web, zijn toegankelijk via apps. "Everything that can go online, will go online", voorspelde Bernhard Schreier op GraphExpo 2011. Schreier is een voormalige ceo van Heidelberg en was president van Drupa 2012. Vandaag is ieder grafimediabedrijf een IT-bedrijf. Workflowautomatisering zou een belangrijk thema zijn geweest op de uitgestelde Drupa van 2021." Drupa was altijd de hoogmis van de sector, hoe belangrijk waren de Drupa-jaren voor de branche? "Drupa is de plaats waar nieuwe technologie wordt gelanceerd. Je wordt verleid om die premières te gaan bekijken. Bezoekers uit de hele wereld denken er net zo over. Fabrikanten tonen er hun nieuwigheden, doen aan imagebuilding en lokken bezoekers naar hun stand met entertainment en spektakel. De beurs is een groot techno-evenement met een grote dosis amusement. Drupa is een aangenaam kader voor het sluiten en bekendmaken van contracten en deals. Dat is altijd zo geweest. De goesting om te investeren werd aangewakkerd door het collectieve optimisme over de toekomst van de branche en nieuw gepresenteerde kansen. De marketingspecialisten van de fabrikanten halen op de Drupa's alles uit de kast om die opportuniteiten te verkopen. Daarom was een Drupa-jaar steeds een goed jaar, zowel op businessvlak als voor het delen en vergaren van kennis." Je schetste het reeds, op technologisch vlak is er heel veel veranderd doorheen de jaren. De digitalisering heeft de sector dooreengeschud. Heeft de industrie de impact van de digitalisering onderschat? "Wat is digitaliseren? Als je daarmee het slimmer inrichten van werkprocessen voor operationele uitmuntendheid of het ter beschikking stellen van cloud-diensten en web portals bedoelt, dan hebben de leidende Belgische bedrijven de trein niet gemist. Alvast niet in de B2B-omgeving. Digitalisering biedt ook nieuwe kansen. Het open internet dateert al van de eerste helft van de jaren negentig. Dat gegeven was voor iedereen hetzelfde. Je kan je er alleen maar over verbazen waarom er veel meer grote internetdrukkerijen in Duitsland en Nederland zijn dan in ons land. Het heeft volgens mij te maken met een gebrek aan nieuwsgierigheid, vernieuwingsdrang en het comfort van de status-quo bij ondernemers. Het is gemakkelijker om af te geven en te protesteren tegen veranderingen dan er zelf iets aan te doen. Een kortzichtige mentaliteit met een voorspelbare uitkomst. Die vaststelling geldt lang niet voor alle bedrijven. Ik ken genoeg Belgische bedrijfsleiders die het wel weten en zich afzijdig houden van dit soort van behoudsgezinde discussies." Jij hebt ontzettend veel mensen in de sector ontmoet en geïnterviewd, in binnen- en buitenland. Wie maakte het meeste indruk in al die jaren? "Vooral de ceo's van Israëlische fabrikanten. Het zijn geweldige storytellers die met inspirerende verhalen, cijfers en marktprognoses potentiële klanten een wortel voorhouden voor het kopen van hun technologie. Storytelling als strategisch wapen. Het vergt ongetwijfeld training om die kunst op een dergelijk hoog niveau te beoefenen. Benny Landa maakte in deze discipline veel indruk. Bernhard Schreier deed het op een heel andere manier. Schreier was gedurende 13 jaar ceo van Heidelberg. Hij was een goede communicator met inhoud, zakelijkheid en transparantie als handelsmerk." "Ik denk ook aan Guido Dumarey, die in 2002 als toenmalige topman van Punch International het zieltogende Xeikon overnam en er weer geld uittoverde. Een opmerkelijk figuur die met zijn directe en aparte stijl de internationale vakjournalisten snel wist in te pakken. Van hem is de bekende uitspraak: "Als je denkt dat je slaag gaat krijgen, sla dan als eerste." Guido Dumarey zou symbool kunnen staan voor het opschudden van de industrie door figuren van buitenaf. Disruptie in persoon. Er waren nog veel meer bijzondere ontmoetingen. Een algemene vaststelling is dat de ceo's van fabrikanten op grote beurzen en evenementen zelf aanwezig zijn en gemakkelijk kunnen benaderd worden door klanten en pers. Op beurzen als Drupa zijn ze meestal de hele tijd present. Ze staan er zelf op het podium om de waar aan de man te brengen." Het was niet allemaal rozengeur en maneschijn in de industrie. Hoe was het om over de crisisjaren te berichten met de vele faillissementen, het banenverlies, de cowboys die opdoken en de WCO-procedures misbruikten? "Het behoort tot de kerntaken van de onafhankelijke pers om daarover te berichten. Over het oneigenlijk gebruik van de wet op de continuïteit van ondernemingen (WCO) was gedurende lange tijd veel te doen. De wet dateert van begin 2009. We publiceerden het officiële standpunt van Febelgra in onze nieuwsbrief van maart 2014. Er is dus veel tijd en ergernis aan dat officiële standpunt voorafgegaan. Je kan niet alles op de WCO afschuiven. Er zijn distributeurs en fabrikanten die met hun leveringen jarenlang zwakke bedrijven aan het infuus hebben gehouden. Dat heeft eveneens marktverstorend gewerkt. Er was altijd wel een leverancier met grote honger die aan de voor- of achterdeur aanklopte. Leveranciers zullen in de periode na COVID-19 opnieuw keuzes moeten maken over welke klanten ze willen helpen en welke niet." Doen de stakeholders volgens jou voldoende om de transformatie van de sector te ondersteunen? "De sector is in de eerste plaats zelf verantwoordelijk voor zijn transformatie. De beste bedrijven zijn daar continu mee bezig. Transformatie dekt vele ladingen. De technologiefederatie Agoria heeft een mooi programma opgezet rond de 'Fabrieken van de Toekomst'. Het werd in 2017 op Get Smart in Printmedia Business, het evenement van Grafisch Nieuws, gepresenteerd. Bedrijven moeten in het programma zeven transformaties tot een fabriek van de toekomst doorlopen. Er hebben nog geen grafimediabedrijven deelgenomen aan dit programma. Een aantal van de grafische bedrijven die ik ken, scoren in een of meerdere van die transformaties goed. Op de eerste Get Smart in Printmedia Business in 2015 was Omar Mohout van Sirris een van de keynote sprekers. Hij hield een uiteenzetting over Growth Hacking of de kunst om een software- of webservicebedrijf - een grafisch e-businessplatform past hierin - te laten groeien met weinig tot geen marketingbudget. Hij adviseerde de aanwezigen in de zaal om zo snel mogelijk een boek over API's te lezen. Het was 2015. Je moet dan in de eerste plaats doorhebben van wat daar gezegd en bedoeld wordt. Je doet daar achteraf iets mee of niet. Met Grafisch Nieuws hebben we tien jaar lang de POD Awards ter promotie van het digitaal printen georganiseerd. De applicatie albumprinter.com, waarmee particulieren persoonlijke fotoalbums konden samenstellen van hun digitale foto's, was in 2004 één van de winnaars. De juryleden schreven in hun evaluatierapport dat 'de klanten voortaan zelf aan de knoppen zitten'. Albumprinter is nu Albelli. Het bedrijf zat een tijd bij Cimpress, de onderneming boven Vistaprint, en is sinds 2017 onderdeel van een Nederlandse private equity investeerder. Deze voorbeelden tonen aan dat er de hele tijd nieuwe zakenmodellen worden aangereikt, maar je zal de transformatie toch vooral zelf moeten realiseren. Tijdens de coronapandemie zijn er grafische bedrijven die vooruit hebben gedacht en in zaken en sectoren zijn gestapt die een 'boost' kregen in covidtijden. Dat heeft niets met de grootte van die firma's te maken, wel met ondernemerschap." De grafische vakbladen in Europa kregen ook klappen. Hoe trotseerden jullie bij Grafisch Nieuws en M&C de storm? "Door ons vooral te richten op de grafimediabedrijven in België en zeer goed bekend te zijn bij alle stakeholders. Bij het magazine horen gezichten. We hebben met de ploeg van Grafisch Nieuws altijd geprobeerd overal aanwezig te zijn. Op evenementen en beurzen in eigen land en het buitenland. Public relations is belangrijk, net als passie voor de branche. De grafimedia-industrie is een maakindustrie van mensen en machines. We kennen persoonlijk heel veel mensen uit de industrie in binnen- en buitenland. Het helpt om stormen te trotseren. Grafisch Nieuws en M&C zijn tevens de enige Belgische tijdschriften in hun respectievelijke branche. Met edities in het Nederlands en het Frans, zoals het hoort in ons land. Dat is een unique selling point. In andere landen waren er meer vakbladen die met elkaar concurreerden. De grote kuis is daar uiteindelijk ook gekomen, maar veel later dan bij ons." Vandaag zitten we nog volop in de coronacrisis. Hoe schat je de gevolgen in van deze toch tijdelijke crisis voor de grafische bedrijven? "Een opleving komt er weer aan. Zwakke grafische bedrijven gaan niet overleven. Dit biedt kansen voor meer consolidatie en het binnenhalen van klanten die op zoek moeten naar een betrouwbare partner. Grafimediabedrijven zullen klaar moeten zijn voor de herstart. E-business wordt belangrijker. Wanneer de economie weer op gang trekt, zal ook de commerciële drukindustrie groeien want firma's moeten nu eenmaal reclame maken voor hun activiteiten. En print behoudt een aantal unieke voordelen ten opzichte van andere media. Alleen blijft het commerciële printvolume onder druk staan. Het monopolie van de drukpers bestaat niet meer en de structurele daling van het commerciële drukwerkvolume is al een tijd aan de gang. De productie zal zich aan de vraag moeten aanpassen. Maar als je de wisselende economische voorspellingen van allerlei instanties voor de post-coronaperiode bekijkt, dan kan je niet anders dan concluderen dat er groei zit aan te komen. Het is enkel gissen hoe snel het herstel voor de grafische industrie zal verlopen. Rainer Hündsdorfer, ceo van Heidelberg, zei daarover het volgende tijdens de online Innovation Week van zijn bedrijf in oktober 2020: "De markt zou zich uiterlijk in 2024 volledig moeten hebben hersteld - we hopen dat het eerder zal zijn. Maar het herstel zal niet voor iedereen zijn. Er zal sprake zijn van consolidatie. Afhankelijk van het land zullen 10 tot 20 procent van de bedrijven failliet gaan. De zwakke bedrijven zullen niet overleven. Dit zal de noodzakelijke structurele veranderingen versnellen, dingen die hoe dan ook zouden zijn gebeurd." Hoe zie je de toekomst van de grafische industrie? "De marktomstandigheden zullen niet meer dezelfde zijn als in 2019. Na de pandemie gaan we het niet meer op dezelfde manier doen zoals voorheen. COVID-19 versnelt de omslag naar de digitale transformatie: thuiswerk, online tools om te vergaderen en samen te werken, digitale workflows, het organiseren van het werk op een efficiënte en effectieve manier op basis van MIS-software, enz. Succes zal afhankelijk zijn van machines en van software. Komori presenteerde al enkele decennia geleden zijn concept van de genetwerkte en geautomatiseerde drukkerij. Het was hierin een voorloper. Gerold Linzbach, voormalig ceo van Heidelberg, sprak in de aanloop naar Drupa 2016 over 'Lights-out fabricage' in de drukkerij. Fabrieken, drukkerijen, die 'lights-out manufacturing' toepassen zijn volledig geautomatiseerd en vereisen geen menselijke aanwezigheid in de productiehal. Het is de ultieme vorm van de grafische fabriek. De weg vooruit is in ieder geval meer automatisatie. Een algemene vaststelling kan zijn dat handelsdrukwerk onder druk staat. De nieuwe generatie van leidinggevenden die de marketingbudgetten beheren, zullen moeten overtuigd worden van de doeltreffendheid van print als optie. Print is echter veel ruimer dan enkel handelsdrukwerk: labels, verpakkingen, grootformaat, gedrukte mass customization producten, enz. Veel van de toekomstige successen zullen voorbehouden zijn aan bedrijven die veranderingen zien als opportuniteiten en niet als bedreigingen. Het is eigenlijk nooit anders geweest." Wat was voor jou het beste moment uit je carrière bij Grafisch Nieuws? En het dieptepunt? "Laten we beginnen met het dieptepunt. Dat was de eerste editie van de POD Awards in 1999 toen de cateringservice van Kinepolis in Antwerpen het buffet na de prijsuitreiking vergat te leveren en klaar te zetten. De aanblik was een lege receptieruimte. Ik ging door de grond van schaamte met enkele honderden mensen in mijn kielzog. Ik dacht toen maar aan één ding: "Ik spring in mijn wagen, rij naar Spanje en laat mij een aantal maanden niet meer zien." Bevriende bedrijfsleiders hebben me aan dit voorval nog jarenlang te pas en te onpas herinnerd." "De beste momenten zijn eveneens de POD Awards. We hebben ze tien jaar georganiseerd. De laatste vijf edities waren Benelux-evenementen in samenwerking met onze Nederlandse collega's van Graficus. De tweede editie van de POD Awards in 2000 was een absoluut hoogtepunt. Een Nederlandse collega omschrijft het als 'The Battle of Brussels'. We waren erin geslaagd om zowel Benny Landa, topman van Indigo, als Alfons Buts, ceo van Xeikon, op het podium uit te nodigen. Ik was enkele maanden hiervoor speciaal naar Israël gereisd om Landa te overtuigen de handschoen op te nemen. De vraag of hij misschien bang was voor een duel met Buts in Brussel, overtuigde een twijfelende Benny Landa. Beide voorvechters van de digitale druk zorgden de avond van de POD Awards achter de schermen voor de nodige spanning en trachtten elkaar te tackelen. Er moest regelmatig bemiddeld worden met de twee opponenten of hun gevolg. Het was een lastige maar onvergetelijke avond." "Ook aan de verschillende edities van de nationale beurs Fugrama bewaar ik zeer goede herinneringen. De beurs werd georganiseerd door Fugra, de vereniging van jonge leidinggevenden in de grafische industrie. Er was een enorme drive in de groep van Fugra-leden en er was veel kameraadschap en plezier. Op het hoogtepunt telde Fugrama 16.000 bezoekers. Het was één grote Belgische grafische kermis. Andere hoogtepunten waren de Drupa's en de Fespa's. Het zijn ontmoetingsplaatsen voor gepassioneerde professionals en gelijkgestemden. Grafisch Nieuws was in juli 1959 een van de vijf stichtende leden van Eurographic Press (EP), de vereniging van toonaangevende grafische vakbladen in Europa. De buitenlandse trips met mijn EP-collega's om bedrijven te gaan bekijken, hebben me enorm geïnspireerd en geplezierd. Ze verschaften me een blik op de wijde wereld." Je gaat straks met pensioen, wat ga je doen met die zeeën van tijd? "Op 1 juni ga ik officieel met pensioen en is er meer tijd om te sporten en met een lichte rugzak te backpacken in de wijde wereld. Aan tuinieren begin ik niet. Ik heb geen tuin en geen groene vingers." Slotvraag, heb je goede raad voor je opvolger? "Maak de magazines op jouw manier maar doe het met passie voor de branche."