Zonder het vlak voor kerstmis bereikte akkoord tussen het Verenigd Koninkrijk en de EU zou de handel tussen beide partijen te maken hebben gekregen met allerlei invoerrechten en tarieven. Die blijven het bedrijfsleven dankzij het vrijhandelsverdrag nu bespaard. Dat wil niet zeggen dat er geen hinder is: nieuwe douaneformaliteiten, meer formulieren en (dubbele) controles daarop vergen extra handelingen, leiden tot tijdverlies en resulteren dus in additionele kosten. Ook deze 'zachte Brexit' heeft dus wel degelijk gevolgen. Zoals het VRT Nieuws het eind december samenvatte: "De handel wordt moeilijker en duurder."
...

Zonder het vlak voor kerstmis bereikte akkoord tussen het Verenigd Koninkrijk en de EU zou de handel tussen beide partijen te maken hebben gekregen met allerlei invoerrechten en tarieven. Die blijven het bedrijfsleven dankzij het vrijhandelsverdrag nu bespaard. Dat wil niet zeggen dat er geen hinder is: nieuwe douaneformaliteiten, meer formulieren en (dubbele) controles daarop vergen extra handelingen, leiden tot tijdverlies en resulteren dus in additionele kosten. Ook deze 'zachte Brexit' heeft dus wel degelijk gevolgen. Zoals het VRT Nieuws het eind december samenvatte: "De handel wordt moeilijker en duurder." Even terug naar 2016. Nadat de Britse bevolking op 23 juni per referendum besluit de Europese Unie te verlaten, steekt er direct heel wat politieke en economische onzekerheid op. Toch meent Febelgra op dat moment dat een 'eventuele Brexit' in eerste instantie geen grote implicaties zal hebben voor de grafische sector wat betreft de export. De toenmalig directeur-generaal van Febelgra, Philippe Van Ongevalle, stelt: "Op een totaal Belgisch zakencijfer in onze sector van 2,562 miljard euro bedraagt de export 977 miljoen euro of 36,5% van de totale omzet." De voornaamste exportpartners in 2015 van de Belgische grafische industrie zijn Frankrijk met 384,5 miljoen euro, gevolgd door Nederland met 285,75 miljoen euro en Duitsland met 56,8 miljoen euro. "Groot-Brittannië volgt daarna met 40,59 miljoen euro, goed voor 'slechts' 4,15% van onze totale export. Een vrij beperkt aandeel dat voor onze sector dus geen al te groot risico vormt. Al zijn er uiteraard enkele uitzonderingen bij bedrijven met Britse moeder- of dochterfirma's of andere samenwerkingsverbanden," aldus Van Ongevalle. Aan Britse zijde is er aanvankelijk ook optimisme in de grafische sector. Die behoort op dat moment met 8.400 bedrijven, 116.000 medewerkers en een omzet van bijna 13,8 miljard Engelse pond tot de vijf grootste drukwerkproducenten ter wereld. Weliswaar bleek uit een rondvraag door brancheorganisatie BPIF, voorafgaand aan het referendum, dat een meerderheid in de industrie liever in de EU bleef ("beter voor de business"), maar begin 2017 is er toch vertrouwen in een goede afloop van de Brexit. De door BPIF gepresenteerde 'Brexit Barometer' - met een schaalverdeling van -50 ('zeer onzeker') tot +50 ('vol vertrouwen') - laat een positief beeld zien, met een stand van +14. In de kwartalen die volgen zakt het vertrouwen echter in gestaag tempo. Eind 2017 toont de barometer een negatief saldo van -41. De onzekerheid groeit: eind 2018 heeft 'Brexit' zich in de top 3 van belangrijkste kopzorgen voor Britse grafische ondernemers genesteld (na 'prijsconcurrentie' en 'stijgende papierkosten'). Niemand durft bij de periodieke BPIF Brexit-enquête nog het vakje 'vol vertrouwen' aan te kruisen en de Barometer slaat daarmee door naar -75, het laagste niveau ooit. Drukkers maken zich vooral zorgen over de dreiging van stijgende kosten, importtarieven en krapte op de arbeidsmarkt. Ondertussen zegt 17% van de bedrijven al extra voorraad van bepaalde materialen aan te leggen en nog eens 25% is van plan dat te gaan doen. Begin 2020 lijkt er even een kentering te komen, als de barometerstand klimt naar -3. Maar naarmate de transitieperiode vordert (en bovendien de coronapandemie toeslaat), wordt het sentiment toch weer negatief: de Barometer eindigt 2020 op -66. Vooral het zeker stellen van de bevoorradingsketen baart de ondernemers zorgen. BPIF ontdekt toch ook enkele lichtpuntjes: gevraagd naar de kansen die de Brexit mogelijk biedt, luidt de voornaamste verwachting dat er meer vraag komt naar in eigen land geproduceerd drukwerk. Enerzijds is er nu meer steun voor lokaal ondernemerschap, en anderzijds wordt het vanwege de nieuwe (handels)grenzen voor Britse bedrijven duurder om drukwerk te bestellen op de Europese markt. Het vrijhandelsverdrag telt bijna 1.450 pagina's vol afspraken, toelichtingen, uitzonderingen en protocollen. VRT Nieuws concludeerde alvast: "Economische winst is er niet, alleen verlies." Ze zette daartoe eind december de cijfers op een rijtje: 43 procent van de Britse exportgoederen gaat naar de Europese Unie, terwijl 52 procent van de importgoederen afkomstig zijn uit de EU. Het zijn met name Duitse, Nederlandse en Belgische bedrijven die goederen verkopen aan het Verenigd Koninkrijk. De Belgische handel met het VK is vooral (85 procent) een Vlaamse aangelegenheid, aldus de VRT: in de eerste 9 maanden van 2020 was de uitvoer vanuit Vlaanderen naar het Verenigd Koninkrijk 16 miljard euro waard, tegenover een invoer van 8 miljard euro. Meer specifiek voor de grafische sector zien de Europese verhoudingen er wat anders uit. "Brexit zal een flinke impact hebben", stelt Beatrice Klose namens de Europese koepelorganisatie Intergraf. Vanuit de EU bezien betekent Brexit een groot verlies voor de grafische industrie, aldus Intergraf: de Britten zijn goed voor ongeveer 15% van de totale grafische omzet van de 28 EU-landen. "Meer dan 40 procent van al het Britse drukwerk is bestemd voor de Europese markt. En ruim een derde van al het drukwerk in de EU wordt van en naar het Verenigd Koninkrijk geëxporteerd." Het VK exporteert meer drukwerk dan het importeert, maar tegelijkertijd kan het niet zonder de import van papier uit het buitenland. Cijfermateriaal van Intergraf (over 2019) maakt duidelijk wie de belangrijkste grafische handelpartners van het VK zijn: naar Ierland wordt voor zo'n 275 miljoen euro aan drukwerk uitgevoerd (terwijl er van daar voor minder dan 50 miljoen euro wordt geïmporteerd). Ook Duitsland is goed voor een export van bijna 275 miljoen euro (en een import van zo'n 230 miljoen), gevolgd door Frankrijk met een export van zo'n 190 miljoen euro (en een import van bijna 80 miljoen). Alleen Nederland (plaats 4 op de ranglijst) en België (plaats 9) slagen erin bij hun zaken met het VK een overschot op de grafische handelsbalans te creëren: de Britten exporteren voor respectievelijk ruim 150 miljoen en zo'n 50 miljoen euro aan drukwerk naar Nederland en België, terwijl er voor zo'n 180 miljoen en bijna 60 miljoen wordt geïmporteerd. De impact van de Brexit en het handelsakkoord op al deze cijfers zal pas de komende tijd concreet worden. Het is daarom goed om naast de geruststellende woorden van Febelgra uit 2016 toch ook de analyse van een drietal wetenschappers aan de KU Leuven er nog eens bij te pakken. Eind 2017 publiceerden zij een beleidspaper waarin zij de gevolgen van zowel een optimistisch ('zachte') en een pessimistisch ('harde') Brexit-scenario. De bevindingen toonden aan dat Vlaanderen veruit het hardst getroffen wordt van de drie Belgische regio's. Binnen de Europese Unie behoort de Belgische economie eveneens tot de groep die relatief de zwaarste verliezen riskeert door Brexit. De studie kijkt, anders dan de meeste onderzoeken, niet enkel naar de rechtstreekse handel met het VK, maar telt ook de 'onrechtstreekse' export mee. Het gaat daarbij om Belgische producten en diensten die via een ander land alsnog in het VK terechtkomen, zoals bijvoorbeeld de export van Belgisch staal naar Duitsland voor Duitse auto's die naar het VK worden verkocht. De onderzoekers stellen dat voor België in zijn geheel, ongeveer 20% van de totale Brexit-impact via de onrechtstreekse kanalen gebeurt: "Dat wil zeggen dat 20% van de Belgische verliezen komen van de handel met het VK die ons land via derde landen voert." Op basis van het onderzoek lijken met name de Vlaamse voedingsindustrie en de textielsector het zwaarst getroffen te gaan worden door de Brexit. Nu het 'zachte' scenario zich voltrekt, komt dat op een verwacht verlies van zo'n 500 banen in beide sectoren. De voedingsindustrie zal zo'n 110 miljoen aan toegevoegde waarde verliezen, in de textiel beloopt dat zo'n 80 miljoen euro - in het 'harde' scenario zou dat respectievelijk bijna 700 miljoen en 450 miljoen euro zijn geworden. Voor de drukkerij-sector verwachtten de Leuvense onderzoekers in het huidige Brexit-scenario een verlies van zo'n 7 miljoen euro aan toegevoegde waarde en 46 verloren banen. Natuurlijk: bij een 'no deal' worst case scenario zouden ruim 29,5 miljoen euro aan toegevoegde waarde en bijna 200 banen verloren gaan - maar ook het 'zachte' scenario blijft dus niet zonder gevolgen voor de grafische industrie.