Er zijn waarschijnlijk maar weinig mensen die zo enthousiast kunnen worden over rillen, stanzen en vouwen als Trish Witkowski. Elke week zet zij een nieuwe video online waarin ze weer een nieuw staaltje drukwerk in haar handen heeft - of beter gezegd: een mooi voorbeeld van creatief vouwwerk - en ze gaat ons uitleggen hoe dat gemaakt is. Die filmpjes zien er allemaal vrijwel identiek uit: Trish zit aan een rond, grijs tafeltje met pal achter zich een witte wand. Naast haar staat zo'n typische onverwoestbare groene kantoorplant. Steevast heeft ze een t-shirt aan, telkens in een andere kleur en met een nieuwe flauw-grappige tekst erop. Het geluid is meestal niet al te goed en dat is best lastig, want Trish praat nogal snel. Ze lijkt altijd haast te hebben: ze gunt zichzelf eigenlijk maar een minuutje tijd voor wat ze ons wil laten zien. De videoserie, met inmiddels bijna 8.000 abonnees, heet dan ook de "60-second Super-cool Fold of the Week" - maar die minuut blijkt toch altijd net te kort voor haar enthousiasme.
...

Er zijn waarschijnlijk maar weinig mensen die zo enthousiast kunnen worden over rillen, stanzen en vouwen als Trish Witkowski. Elke week zet zij een nieuwe video online waarin ze weer een nieuw staaltje drukwerk in haar handen heeft - of beter gezegd: een mooi voorbeeld van creatief vouwwerk - en ze gaat ons uitleggen hoe dat gemaakt is. Die filmpjes zien er allemaal vrijwel identiek uit: Trish zit aan een rond, grijs tafeltje met pal achter zich een witte wand. Naast haar staat zo'n typische onverwoestbare groene kantoorplant. Steevast heeft ze een t-shirt aan, telkens in een andere kleur en met een nieuwe flauw-grappige tekst erop. Het geluid is meestal niet al te goed en dat is best lastig, want Trish praat nogal snel. Ze lijkt altijd haast te hebben: ze gunt zichzelf eigenlijk maar een minuutje tijd voor wat ze ons wil laten zien. De videoserie, met inmiddels bijna 8.000 abonnees, heet dan ook de "60-second Super-cool Fold of the Week" - maar die minuut blijkt toch altijd net te kort voor haar enthousiasme.Half maart stond de teller op video nummer 468. Dat betekent dat ze dit dus al zo'n tien jaar doet: de allereerste aflevering uit de serie is op 11 juni 2009 op YouTube geplaatst - en is daar nog steeds te zien. Een grijs tafeltje, een Kentia palm en Trish in t-shirt (met de tekst ' Fold that thought') die een folder laat zien - een slag uit het midden gevouwen en dan haaks daarop nog eens drie slagen parallel, zodat er vervolgens een drie slagen zigzag gevouwen folder bij kan worden ingestoken.Witkowski is ontwerper en afgestudeerd graficus. Ze is bedenker van gespecialiseerde software voor vouw-templates, geeft workshops en presentaties en treedt op als adviseur bij creatieve direct mail campagnes. Bovendien is ze grondlegger van het online platform foldfactory. com, waar je allerlei vouwmethodes krijgt uitgelegd, templates voor stansvormen kunt downloaden en proefmodellen kunt aanvragen.Witkowski sluit haar eerste video in 2009 af met: " Remember: think finishing at the beginning." Door afwerking niet langer slechts als sluitstuk van het grafische productieproces te beschouwen maar het al tijdens het creatieproces en in de productieplanning als integraal onderdeel te zien, kunnen de uitgebreide mogelijkheden veel beter worden benut. Zoals de onderzoeksbureau Smithers Pira in haar onderzoek naar de afwerkmarkt (2018) stelt: "Vrijwel elk stuk drukwerk moet worden afgewerkt om er een daadwerkelijk verkoopbaar product van te maken." En dan kun je die afwerking dus ook maar beter vanaf het begin serieus nemen.Inline en nearline nabewerkingssystemen - tegenwoordig bijvoorbeeld vaak uitgerust met computergestuurde servo-motoren die volautomatische voorinstellingen mogelijk maken - laten zeer snelle verwerking toe, daarbij nog geholpen door flinke vooruitgang op het gebied van automatisering en digitalisering - 'Industrie 4.0' omvat zeer zeker ook de finale stappen van het grafische product. Dat stelt ook Smithers Pira vast in haar rapport ' The evolution of the print finishing market': "Post-press apparatuur omarmt in toenemende mate digitale technologie om aan te blijven sluiten op de wereldwijd snel veranderende drukwerkmarkt."Die veranderingen in de grafische industrie worden ook zichtbaar als er naar de cijfers van de post-press wereld wordt gekeken. Smithers Pira schat de wereldwijde markt voor nieuwe afwerkapparatuur in 2018 op zo'n 4,3 miljard euro: "Dit is een kleine daling ten opzichte van de 4,5 miljard euro in 2013 - een gevolg van de algeheel dalende vraag naar drukwerk." Toch verwachten de analisten dat de markt zich de komende vijf jaar enigszins zal herstellen en in 2023 zo'n 4,32 miljard euro groot zal zijn.Tegelijkertijd zal er een grote verschuiving optreden in de aard van de nieuwe apparatuur die wordt aangeschaft. De vraag naar machines in een aantal traditionele marktsegmenten zal blijven afnemen. Van couverteer-systemen bijvoorbeeld, gebruikt voor het razendsnel vullen van grote hoeveelheden enveloppen voor mailings of andere postzendingen, wordt de grootse krimp verwacht: tussen 2013 en 2023 daalt het aantal nieuw installaties met bijna 40 procent. Over diezelfde periode zal ook de verkoop van apparatuur voor de nabewerking van traditioneel handelsdrukwerk met ruim 22 procent terugvallen.Die negatieve trend wordt tot op zekere hoogte opgevangen, verwachten de Pira-onderzoekers, door de groeiende vraag naar apparatuur om digitaal drukwerk mee af te werken nu de grenzen tussen digitale en conventionele persen vervaagd: "Veel van de gevestigde fabrikanten ontwikkelen machines die geschikt zijn voor het kleinere formaat en de kleinere oplages van in toner- en vooral ook inkjet-vervaardigd drukwerk." Daarnaast voorspellen ze een toename in afwerksystemen voor verpakkingen en labels: "Dit marktsegment wordt ook steeds belangrijker voor de grafische industrie in zijn geheel. Deze systemen namen in 2018 met een totale waarde van bijna 1,8 miljard euro al het grootste aandeel voor hun rekening. En dat aandeel zal alleen nog maar toenemen, tot bijna 46 procent van de totale markt voor afwerkapparatuur."Er worden nieuwe eisen gesteld aan moderne afwerksystemen. Het Pira-rapport beschrijft hoe nog maar een paar jaar geleden de binderij-afdeling van een doorsnee drukkerij per dag hooguit een paar grote orders te verwerken kreeg, in oplages die met pallets tegelijk naar binnen werden gereden. Die situatie is inmiddels volkomen veranderd: onder invloed van onder andere de opkomst van web-to-printsystemen met online bestellingen en een grotere variëteit aan drukopdrachten, moeten er nu eerder 10 of 20 veel kleinere en vaak digitaal gedrukte orders worden afgewerkt. "Deze verschuiving zal alleen nog maar sterker worden." Het is volgens Pira dan ook noodzaak dat fabrikanten en leveranciers er voor zorgen dat het potentieel van digitale printsystemen ook áchter die machines optimaal kan worden benut. Dat daar al hard aan wordt gewerkt, was bijvoorbeeld goed zichtbaar tijdens de Hunkeler Innovationdays, die eind februari plaatsvonden.Hunkeler is gespecialiseerd in randapparatuur voor hoogvolume-printsystemen. Elke twee jaar organiseert het bedrijf in Luzern de 'Innovationdays' om haar nieuwste systemen te tonen. Dat doet ze in samenwerking met vrijwel alle grote spelers op de printwereld, die de gelegenheid graag benutten ook hun laatste modellen in actie te laten komen ( zie ook het artikel over de Innovationdays 2019, elders in deze editie). CEO Michel Hunkeler stelde bij aanvang van het vierdaagse evenement vast dat - in lijn met de bevindingen van Smithers Pira - het landschap in de post-press wereld inderdaad aan het veranderen is. In 2017 werd Bäuerle overgenomen door vouwmachinespecialist GUK, de boekbindactiviteiten van Kolbus gingen begin 2018 naar Müller Martini, en Heidelberg lijfde de MBO Groep in zodat het ook afwerkapparatuur voor digitaal drukwerk op de markt kan gaan brengen. Zelf maakte Hunkeler vlak voor de Innovationdays nog een nauwe samenwerking bekend met het eveneens Zwitserse Kern. De gedeeltelijk overlappende productportfolio's worden op elkaar afgestemd. De beide bedrijven onderzoeken de mogelijkheid om bepaalde modules van elkaar te betrekken. Kern zal zich bovendien voortaan concentreren op onder andere inserting-apparatuur en logistieke systemen. Ze staakt de eigen ontwikkeling en productie van unwinders en rol-naar-vellenstapel systemen en laat dat voortaan aan Hunkeler over. Hunkeler belooft geen eigen inserting-apparatuur aan te gaan bieden.Het motto van de Innovationdays was dit jaar 'Success with automation'. Volgens directeur Stefan Hunkeler is het bedrijf al meer dan twintig jaar op het digitale pad, vanaf het moment dat digitale druktechnieken in opmars kwamen. En Hunkeler beperkt zich ook niet tot machines, het ontwikkelt ook software en bijvoorbeeld kwaliteitsbewakingssystemen. "Dat schept de mogelijkheid om in de toekomst ook op nieuwe markten actief te worden", vertelde hij in de beurskrant. "Automatisering is al heel lang een thema voor ons. We automatiseren alles op plekken waar het zin heeft en voordeel oplevert. Daarmee ontstaat een efficiënte en gecontroleerde productiestroom, die onze klanten in staat stelt beter te concurreren." De doorontwikkeling van de inkjettechologie zorgt ervoor dat de printsystemen steeds sneller worden en bijvoorbeeld ook steeds meer papiersoorten aankunnen, waardoor een grote variëteit aan drukwerk kan worden gemaakt. De dalende oplages in de offsetwereld zullen de transitie richting inkjet, waar nu ook vellenpersen in opkomst zijn, alleen nog maar versterken, denkt Hunkeler: "Daar moet de afwerkapparatuur goed op inspelen."Op de beursvloer van de Innovationdays werd met zo'n 40 productiestraten getoond waar zo'n geïntegreerde aanpak in de praktijk toe leidt. Ter plekke geproduceerde rollen drukwerk werden - soms direct achter de inkjetpers, maar vaak ook elders op de stand - verwerkt tot gecouverteerde direct mail (bij bijvoorbeeld Bograma) en transactionele poststukken (bij BlueCrest en Böwe Systec), medicijnbijsluiters (bij GUK), ansichtkaarten (HP), brochures (door onder andere IBIS) en complete boekwerken (Horizon, Meccanotecnica). In die laatste categorie vormde de demonstratie van Müller Martini onder de vlag 'Finishing 4.0' een staalkaart van de mogelijkheden die er nu zijn om gelijmde maar ook genaaide boeken in kleine oplagen - of zelfs een enkel exemplaar - volledig geautomatiseerd af te werken. Snij- en perforatiesystemen, vouwmachines, naai- en lijmapparatuur: alle productinstellingen worden digitaal beheerd en tijdens de productie op basis van barcodes dynamisch aangepast aan bijvoorbeeld het formaat en de omvang van het boek.Ingolf Fritzsche, verantwoordelijk voor Business Development Digital Solutions bij Müller Martini, antwoordde onlangs in Deutscher Drucker op de vraag voor welke bedrijven de 'Boekbinderij 4.0'-ontwikkelingen bestemd zijn: "Voor elke onderneming die de komende jaren in de markt wil overleven, is dit de enige weg. Alle anderen, die niet over de visie beschikken om tijdig in te stappen, zullen het heel moeilijk krijgen nog kostendekkend te kunnen produceren."Ondanks de indrukwekkende demonstraties tijdens de Innovationdays en ook alle aandacht voor 'Industrie 4.0' binnen en buiten de industrie, valt er onder afwerkbedrijven nog veel vooruitgang te behalen. Dat bleek uit de rondvraag die onze collega's van het Duitse vakblad hielden onder een aantal leveranciers. Michael Neugart, die leiding geeft aan Heidelberg Postpress, schetste het ideaalbeeld van de 4.0-situatie waarin alle machines met elkaar 'praten' en mensen een steeds kleinere rol spelen: de complete werkstroom in de binderij, van materiaal tot eindproduct, is dan digitaal geintegreerd. "Kijken we naar de dagelijkse realiteit, dan moeten we vaststellen dat we zover duidelijk nog niet zijn, ongeacht of we het over een binderijafdeling bij een drukkerij hebben of over zelfstandige boekbinderijen. Er wordt vooral nog over nagedacht. Maar het is nu een goed moment om je doelen te bepalen en daar je workflow en automatiseren op af te stemmen." Ook Hans Gut (Hunkeler) denkt dat de grafische industrie nog maar aan het begin staat op dit gebied: "Maar de ontwikkeling gaat razendsnel."Als oorzaak voor het vooralsnog uitblijven van de 4.0-doorbraak onder afwerkers noemt Neugart het feit dat de huidige technologie nog maar zelden een complete data-technische integratie ondersteunen. "Machines zijn vaak helemaal niet in staat om de gevraagde informatie daadwerkelijk te leveren. Aan de andere kant kunnen veel workflow-systemen de grote hoeveelheid afwerkingsmogelijkheden en de daarmee gepaard gaande veelzijdigheid niet aan. De standaardisering van de processen - en ook van de eindproducten - zal hier een sleutelrol gaan spelen."Ronald Redmann (Product Manager bij Müller Martini) stelt in het artikel in Deutscher Drucker dat er in de markt voor de on demand productie van boeken in een 'oplage 1' wel degelijk al 'boekbinderij 4.0'-bedrijven bestaan. Hij voorziet dat het met name voor zelfstandige binderijen en afwerkbedrijven moeilijk zal zijn procesautomatisering te implementeren: "Dat komt vooral omdat deze bedrijven slechts een schakel - en helaas meestal ook de allerlaatste - in de keten zijn. Ze hebben het maar te doen met wat - en wanneer - de drukker ze aanlevert. Pogingen tot processturing zijn daardoor vrijwel niet mogelijk en kunnen eigenlijk alleen maar succesvol zijn als je jouw werkprocessen met die van je toeleveranciers (in dit geval drukkerijen) kunt koppelen, en opdrachten op tijd worden aangeleverd."Zoals afwerking er voor zorgt dat een stuk drukwerk tot een daadwerkelijk verkoopbaar product transformeert, zo zorgt veredeling ervoor dat datzelfde product nog van toegevoegde waarde wordt voorzien. Drukwerk wordt er effectiever en aantrekkelijker van, het krijgt eigenschappen die elektronische media moeten ontberen, en het wordt beter en hoger gewaardeerd. Het al eerder genoemde rapport van Smithers Pira signaleert dan ook een belangrijke trend, waarbij steeds meer drukkerijen op zoek gaan naar mogelijkheden om speciale effecten aan hun drukwerk toe te voegen die het fysieke en tactiele karakter ervan versterken. Ook hier zorgen digitale technieken voor nieuwe veredelingstoepassingen die voor extra impact zorgen.Al in 2017 publiceerde Infotrends de resultaten van een onderzoek de kansen van wat zij 'CMYK+': drukwerk dat aan full colour nog iets extra's toevoegt. Dat kan gaan om een transparante vernis (all-over, of juist plaatselijk), Pantone kleuren, metallic inkten, fluorescerende kleuren of bijvoorbeeld wit. Infotrends schat dat zo'n 30 procent van alle in offset gedrukte pagina's van zo'n 'extra' zijn voorzien. Van alle digitaal gedrukte full colour pagina's is dat echter slechts 3 procent. Dat biedt dus enorme groeikansen, concludeert het rapport ' Beyond CMYK: The Use of Special Effects in Digital Printing', want uit het onderzoek blijkt dat drukwerkinkopers zeker bereid zijn ook extra te betalen voor die toevoegingen. Ze hebben vooral belangstelling voor het toepassen van name wit, fluorescerende kleuren en (spot)glansvernis. Zo zeer zelfs, dat ze daar aanzienlijk meer voor over hebben dan voor alleen full colour afdrukken, namelijk liefst 24 tot 89 procent meer - en dat percentage is zelfs hoger dan wat de grafische bedrijven in het onderzoek er voor denken te kunnen vragen. De onderzoekers menen daarom dat de markt voor toepassingen van 'vijfde kleur-effecten' de komende jaren met gemiddeld 14 procent zal groeien.Het is Kodak dat al vroeg de kansen van een vijfde printkleur onderkent: als ze in 2000 op Drupa, samen met partner Heidelberg, de Nexpress onthult is er onder de kap reeds ruimte voor een extra printstation. Nadat Kodak in 2004 alleen verder gaat met de doorontwikkeling van de machine, volgen al snel nieuwe mogelijkheden: speciale toners voor een groter kleurbereik en voor speciale effecten zoals vernis, reliëf ('Dimensional') en goud. En vorig jaar werd zelfs nog een geheel vernieuwd Nexpress-platform op de markt gebracht onder de naam Nexfinity. Behalve een volgende kwaliteitsslag heeft de machine nog meer in petto: de gebruiker kan de kleurvolgorde van alle vijf drukunits onderling wisselen. Zo kan bijvoorbeeld wit als eerste kleur worden gedrukt, gevolgd door goud en daarna nog CMY.Ricoh beschikt sinds enkele jaren over een printer-serie met een vijfde kleurstation. Op de Pro C7200X-serie ('Graphic Arts Edition') behoren transparante glansvernis, fluorescerend gele, neonroze en witte toner tot de mogelijkheden, maar bijvoorbeeld ook een onzichtbare rode toner, geschikt voor beveiligingstoepassingen.Ook HP Indigo is zeer bedreven in het toevoegen van extra kleuren, inclusief huisstijlkleuren, fluorescerende inkten en metallic, aan het palet en zelfs reliëfeffecten door een grote inktlaagdikte op te bouwen en op het papier over te brengen. Vorig jaar haakte ook Xerox aan door met een zeskleuren printsysteem te komen, de 'Iridesse'. Deze machine maakt het mogelijk om twee extra tonerstations toe te voegen - een voor en een na de standaard CMYK-stations - die gebruikt kunnen worden voor witte, zilver, goud of transparante toner. Daarmee valt een breed scala aan metallic-effecten te bereiken.Naast het visuele spektakel dat inmiddels dus op de verschillende printsystemen kan worden gerealiseerd, is er digitaal nog veel meer mogelijk op veredelingsgebied: folie, lak, 3D-effecten en bijvoorbeeld lasersnijden, kunnen conventionele technieken evenaren - of zelfs nog overtreffen omdat er ook met volledig variabele teksten en beelden kan worden gewerkt. Bovendien maakt de digitale techniek de hoogwaardige toepassingen al bij zeer kleine oplages mogelijk.Inline veredelingstechnieken, zoals bijvoorbeeld door de Grafische Groep Matthys met haar op een 70 x 100 offsetvellenpers geïntegreerde koudfolie-unit, zijn op digitale persen voor commercieel drukwerk nog niet gangbaar (in de labelindustrie is die ontwikkeling verder gevorderd). Het effect ervan is evenwel goed te bereiken met speciale apparatuur, zoals die van Kurz. De Duitse leverancier van conventionele hotfoil- en koudfolie-installaties maakt ook 'digital metal' mogelijk. Daarbij wordt folie overgedragen op het digitale drukbeeld: de toner dient dus eigenlijk als ontvanger van de folie. Vervolgens kan het foliebeeld nog weer worden bedrukt (digitaal of in offset). Omdat het digitale drukbeeld volledig variabel kan zijn, is het ook mogelijk om bijvoorbeeld een nummering of de adresgegevens van glanzende folie-effecten te voorzien. Ook Landa liet tijdens Drupa 2016 een prototype zien van een machine waarop 'metallography' werd gebruikt voor folie-effecten. Waar traditioneel de metaalfolie vanaf een rol wordt overgedragen op het drukbeeld (en alle niet-gebruikte metaalfolie daarna weer wordt opgerold en onbruikbaar wordt), past de Landa-techniek metaalfoliedeeltjes in 'nano'-poedervorm toe - ongeveer zoals dat in vroeger tijden wel op een bronzeer-machine werd gedaan. In 2017 werd de techniek aan het Duitse Altana verkocht, dat het potentieel ervan verder wil ontwikkelen.Een goed voorbeeld van 'variabele veredeling' was in februari te zien op het omslag van Grafisch Nieuws, met daarop in goud telkens een unieke 'collectors ID'. Die werd aangebracht met de JETvarnish-technologie van MGI, dochterbedrijf van Konica Minolta. Op dat omslag gebeurde nog veel meer: elk exemplaar combineerde statisch en variabel beeldmateriaal (waarmee ook de speciale AR-app werd geactiveerd om een video in augmented reality te starten) en de cover was bovendien voorzien van folie-effecten, driedimensionale spotvernis en textuurelementen.De JetVarnish 3D van MGI brengt met inkjetkoppen UV-lak aan in verschillende laagdiktes (tot maximaal 100 mu). De machine scant elk voorbedrukt vel, herkent het drukbeeld via de database en brengt dan de gewenste lakvorm aan. Afhankelijk van de lakvorm gebeurt dat bij een snelheid van 1.000 tot 1.500 vel per uur. In de tweede unit kan de aangebrachte lak ook als lijmvorm dienen, waar dan folie op wordt aangebracht.Sinds 2012 hebben met name Scodix en Highcon naam gemaakt als pioniers met afwerken veredelingsapparatuur die zich speciaal richten op de trend naar alsmaar meer opdrachten in steeds kleinere oplages. Highcon legt zich toe op machines die rillen en snijden. Voor het rillen worden geen traditionele ril/stansvormen gebruikt, maar worden voor elke opdracht met behulp van een onder UV uithardende polymeer de gewenste rillijnen op een folie aangebracht. Voor elk opdracht, hoe klein ook, kan op die manier snel een nieuwe vorm worden gecreëerd. De module daarna gebruikt lasers om de gewenste vorm uit te snijden: dat kan gaan om bijvoorbeeld doosjes, maar er kunnen ook complexe laserstans-patronen worden aangebracht.Scodix specialiseert in het bieden van een combinatie van folie-effecten, lakken, spotvernis en 3D-toepassingen op een breed scala aan substraten, die bovendien steeds ook geïndividualiseerd kunnen worden. Bijzonder is bijvoorbeeld ook de unieke glitter-inkjet techniek, die plaatselijk kan worden aangebracht. Het bedrijf, dat in 2010 op Ipex voor het eerst van zich liet horen, zegt inmiddels 400 machines wereldwijd te hebben geïnstalleerd.Tot slot nog even terug naar Trish Witkowski. Ze was afgelopen maand weer goed op dreef, met bijvoorbeeld in aflevering 468 een self-mailer. Het is een uitnodiging, tweezijdig gedrukt in twee kleuren, rood en blauw. Vooral dankzij de vorm valt de kaart toch op: het blijkt bij opening een zigzag-gevouwen folder met omslag, die uitklapt tot een zes-pagina lange banner, inclusief in vorm gestanste wimpelstaart. Als toegift zijn enkele vouwen nog voorzien van contra-gevouwen pop-outs waardoor die onderdelen extra in het oog springen. " It's a wonder-fold life", staat er dit keer op het t-shirt van Trish.