"De Belgische economie is het afgelopen jaar vrij stevig blijven groeien", stelde de Nationale Bank van België (NBB) eind 2023 tevreden vast in zijn Economische projecties, "en de groei lag duidelijk hoger dan het gemiddelde in het eurogebied." Ook de vooruitzichten zijn positief: "De jaargroei zou hierdoor uitkomen op 1,5 procent voor 2023 en wat matigen tot gemiddeld 1,3 procent over de komende jaren." Kortom: "De economische groei blijft robuust." Dat optimisme werd eind december nog eens onderschreven, toen de conjunctuurbarometer voor de tweede maand op rij steeg en daarmee de opleving van het ondernemersvertrouwen bevestigde.
...

"De Belgische economie is het afgelopen jaar vrij stevig blijven groeien", stelde de Nationale Bank van België (NBB) eind 2023 tevreden vast in zijn Economische projecties, "en de groei lag duidelijk hoger dan het gemiddelde in het eurogebied." Ook de vooruitzichten zijn positief: "De jaargroei zou hierdoor uitkomen op 1,5 procent voor 2023 en wat matigen tot gemiddeld 1,3 procent over de komende jaren." Kortom: "De economische groei blijft robuust." Dat optimisme werd eind december nog eens onderschreven, toen de conjunctuurbarometer voor de tweede maand op rij steeg en daarmee de opleving van het ondernemersvertrouwen bevestigde. De NBB rekent direct ook maar af met het inflatiespook: "De inflatie liep verder terug en dook zelfs onder nul in het najaar. De energieprijzen liggen nu natuurlijk heel wat lager dan een jaar eerder, maar ook de zogenoemde kerninflatie koelde af zoals verwacht. De totale inflatie zou in 2024 wel tijdelijk weer opveren door de technische impact van het aflopen van de energie-steunmaatregelen. In 2025 en 2026 blijft de inflatie duidelijk onder twee procent." Toch ijlt de inflatiepijn voorlopig nog wel even na, omdat de hoge inflatiecijfers van 2022 een forse loonkostenstijging in 2023 veroorzaakten - met ruim 7,5 procent. Die hogere kosten werden deels opgevangen in de winstmarges van bedrijven, stelt de NBB vast: "Net als in het verleden tijdens periodes van sterke loonstijgingen. De beschikbare statistieken wezen al op een duidelijke inkrimping van de historisch hoge marge-voet van de ondernemingen tot midden 2023. De komende kwartalen zou die verder zakken maar niettemin boven het langetermijngemiddelde blijven." Hoe pakken deze cijfers en verwachtingen van de NBB uit voor de grafische branche? De Centrale Raad voor het Bedrijfsleven (CRB) publiceerde het afgelopen najaar haar conjunctuuranalyse van de papier- en grafische sector. Daarin wordt een duidelijk onderscheid gemaakt tussen twee waardeketens in de branche, die zich op verschillende snelheden ontwikkelen. De CRB benoemt als eerste de waardeketen van de productie en de bedrukking van het kantoor- en grafisch papier. "Het betreft de producenten van grafisch papier en de drukkerijen en uitgeverijen van boeken, tijdschriften, kranten, reclamedrukwerk. Deze keten ondervindt concurrentie van digitale dragers en kampt met moeilijkheden om zijn positie te bestendigen." Deze keten is bovendien zeer conjunctuurgevoelig, stelt de CRB: "Hierdoor zal een conjunctuurverbetering snel positieve effecten sorteren op de prestaties van de subsector. Het blijft evenwel nodig om voorbij deze korte termijneffecten te kijken om zich een juist beeld te kunnen vormen over de structurele economische ontwikkeling van deze subsector." Als tweede subsector onderscheidt de CRB de waardeketen van de productie en bedrukking van het verpakkingspapier en - karton. "Deze keten profiteert van de online handel die een sterke doorbraak kent." De economische prestaties in de papiersector zijn onlosmakelijk verbonden met de economische ontwikkelingen in de pulpsector. In de eerste helft van 2023 viel de pulpproductie bij Belgische pulpbedrijven terug met 18,1 procent stelt de CRB vast. "Een solide vraag in combinatie met aanvoerproblemen en een houtschaarste, onder andere als gevolg van het Oekraïne-conflict, heeft tot een krapte op de pulpmarkt geleid. Vóór het conflict was Rusland een belangrijke houtleverancier voor België. In 2021 kwam een kwart van het geïmporteerde hout van buiten de EU uit Rusland. In 2022 viel de invoer terug met bijna 65 procent en in 2023 viel dit zelfs stil." Mede als gevolg van deze ontwikkelingen situeren de prijzen van pulp zich nog steeds boven het langetermijngemiddelde, aldus de CRB. De terugval in pulpproductie lijkt zich ook te vertalen naar een afkalving in de productie van zowel grafisch papier als verpakkingspapier en -karton. Bovendien, stelt de CRB, staat de waardeketen van de grafische sector onder druk als gevolg van een slinkende vraag. "Gedrukte advertenties en papieren kranten en tijdschriften lijden onder de concurrentie van digitale alternatieven. Dit doet de vraag naar grafisch papier verminderen." "De markt voor verpakkingspapier- en karton wordt gekenmerkt door een sterke vraag als gevolg van de versnelde uitrol van de e-commerce tijdens de covidcrisis en het stijgend aantal huis-aan-huisleveringen van online bestelde artikelen. De afzetmarkten voor verpakkingspapier zijn divers, wat de aanbieders meer onderhandelingsmacht geeft bij prijsafspraken." In de zomer van 2023 komt het conjunctuurniveau in de Belgische papiersector volgens de CRB gevaarlijk dicht bij het dieptepunt in 2020. "Niettemin genereren de papier- en kartonbedrijven in 2022 fors meer omzet. Rekening houdend met een gedaalde papierproductie en 'noodgedwongen' prijsstijgingen (als gevolg van de hogere inputprijzen) is de hogere omzet louter te wijten aan de doorrekening van de hogere productiekosten aan de papierafnemers." De Belgische papiersector verliest bovendien al in 2022 aan concurrentievermogen ten opzichte van het buitenland. "Dit is het resultaat van een sterk gestegen invoer die de exportstijging meer dan compenseert. Een toename van zowel de in- als uitvoer van papier wijst er daarenboven op dat een groot deel van de geïmporteerde goederen wordt geëxporteerd naar de omringende landen." Voor een analyse van de grafische sector kijkt de CRB onder andere naar de uitgeverijen. Daar bleef in 2022 de omzet stabiel na een omzetverhoging in 2021. Toch is er reden tot zorg: "De uitgeversmarkt is heel divers, alsook de gezondheidstoestand van de verschillende spelers op de markt. De grote uitgeversgroepen lijken de coronacrisis relatief goed te hebben verteerd, terwijl de lokale pers zich in een noodlijdende situatie bevindt. Het gemiddeld aantal private lokale nieuwsmedia per gemeente is gedaald, en verschillende mediaproducten werden noodgedwongen stopgezet." Bovendien: "De hoge papierprijzen spelen ook niet in de kaart van de uitgeverijen. In 2022 investeerden de uitgeverijen beduidend minder (-44,1%) en nam de export van kranten en tijdschriften met bijna 9 procent af." "Tijdens de covidcrisis heeft het online verkoopkanaal verder aan belang gewonnen wat de populariteit van online reclame doet pieken ten nadele van het offline gedrukt kanaal", schrijft de CRB. "Commerciële drukkers, die in belangrijke mate leven van gedrukte advertenties, verliezen jaar na jaar marktaandeel aan online advertenties." Toch blijkt de sector veerkrachtig: "Terwijl de omzet van de drukkerijen in 2021 onder druk stond, slagen de drukkerijen er in 2022 toch in een omzetgroei te realiseren. Ze trekken hun investeringen voorzichtig op en slagen er ook in om in 2022 meer advertentiemateriaal en commerciële catalogi te exporteren." Anno 2023 stond de grafische sector nog steeds sterk onder druk van het digitaal aanbod aan kranten, tijdschriften, boeken, brochures en reclamecatalogi, concludeert de CRB. "Deze structurele veranderingen maken het voor de grafische sector niet gemakkelijk om het hoofd boven water te houden. Hierdoor slaagt de sector er voorlopig niet in de werkgelegenheid te stabiliseren, laat staan te doen aantrekken." Toch ziet de CRB ook lichtpuntjes: "De conjunctuur van de grafische sector ontwikkelt zich begin 2023 evenwel positief en met de verkiezingen in aantocht op 9 juni 2024 (Europees, federaal en regionaal) en op 13 oktober 2024 (lokale en provinciale verkiezingen) zal dit de vraag naar verkiezingsdrukwerk kunnen aanwakkeren. Naast verkiezingsdrukwerk investeren politieke partijen evenwel steeds meer in hun aanwezigheid op het net en op sociale media. In het advertentiebudget van politieke partijen neemt digitaal aldus een steeds prominentere rol in ten nadele van de gedrukte advertenties." En er zijn dit jaar meer verkiezingen op komst. Naar alle waarschijnlijkheid gaat het Verenigd Koninkrijk in het late najaar naar de stembus. Het land worstelt nog altijd met de gevolgen (onder andere voor de internationale handel) van de Brexit en mogelijk verliest de heersende conservatieve regering het roer mede daarom aan de Labour-partij. Ook in de VS brengt de bevolking eind dit jaar, op 4 november, een stem uit op de nieuwe president - en op dit moment valt niet uit te sluiten dat Donald Trump die verkiezingen wint. Wat daar de mogelijke gevolgen van zijn, blijkt al even uit het verleden. Het had namelijk niet veel gescheeld, of per 1 januari van dit jaar waren opnieuw de in 2018 onder president Trump ingevoerde handelsheffingen op aluminium (10%) en staal (25%) van kracht geworden. Brancheorganisaties aan beide zijden van de Atlantische Oceaan, waaronder Intergraf, deden begin december een beroep op de regeringsleiders van de VS en de EU om van die hernieuwde heffingen af te zien. In 2022 werden de heffingen tijdelijk - tot 1 januari 2024 - ongedaan gemaakt. Omdat een akkoord in het handelsconflict in de aluminium- en staalindustrie uitbleef, leek een herintroductie van de maatregelen aanstaande. Daar dreigden ook andere sectoren, zoals de grafische industrie, de dupe van te worden, aldus Intergraf. Eind december kwamen de VS en de EU alsnog overeen om de heffingen nu in ieder geval tot 31 maart 2025 uit te stellen. De nieuwe president van de VS, die op 20 januari 2025 aantreedt, zal zich tegen die tijd opnieuw over een besluit moeten buigen. Volgens de NBB was de buitenlandse vraag in 2023 "heel zwak", maar vanaf het voorjaar zou die weer kunnen normaliseren. "De Belgische uitvoerders kunnen daar evenwel niet ten volle van profiteren. De zwakkere kostenconcurrentiekracht doet hen, meer dan gewoonlijk, marktaandeel verliezen. Hoewel de Belgische loonkosten de komende jaren minder sterk toenemen dan in de buurlanden, zou de opgebouwde loonkloof pas tegen 2026 zijn weggewerkt." Het zal in het kader van die loonkloof interessant zijn te volgen wat zich de komende maanden afspeelt in Nederland en Duitsland, waar de collectieve arbeidsoverkomsten in de grafische industrie binnenkort aflopen. In zowel Nederland als Duitsland zetten de vakbonden in op flinke loonsverhogingen om de hoge inflatie van de afgelopen jaren te corrigeren. Bij de noorderburen zouden de eisen kunnen oplopen tot 14 procent, stelde vakbond FNV daar eind vorig jaar. In de grafische sector werd een jaar geleden al geprobeerd om tot een afspraak over tussentijdse inflatiecompensatie te komen, maar de Nederlandse werkgevers wezen dat idee toen af. Volgens de vakbonden zal de rekening nu alsnog vereffend moeten worden. De Duitse vakbond Verdi heeft ondertussen een looneis van 12 procent voor de 110.000 werknemers in de grafische industrie op tafel gelegd. De huidige grafische cao in Duitsland loopt op 29 februari af. Verdi kondigt aan dat er een financiële inhaalslag moet worden gemaakt vanwege de sterk opgelopen kosten van levensonderhoud. Volgens werkgeversorganisatie BVDM gaat die looneis echter 'volledig voorbij aan de realiteit' in de sector. De BVDM wijst op de onzekere situatie in de branche: werkgevers zouden "onevenredig hoge loonkostenstijgingen" niet aan kunnen. Naar verwachting gaan de onderhandelingen op 11 maart van start. De BVDM benadrukt dat er dan tot eind maart nog sprake is van een verplichte 'vredestijd' - en dat er dus op zijn vroegst vanaf april eventuele stakingen zijn te verwachten. De sector ontkomt uiteraard ook niet aan de invloed van de EU - ongeacht de uitslag van de verkiezingen (van 6 tot en met 9 juni) voor het Europees Parlement. Een van de hete hangijzers is bijvoorbeeld de Packaging and Packaging Waste Regulation (PPWR) - de wetgeving die de hoeveelheid verpakkingen en verpakkingsafval moet reduceren. Eind november stemde het Europees Parlement in Brussel in met de voorgenomen PPWR. Zowel de papier- als de plasticindustrie hebben stevig gelobbyd om de regelgeving in hun voordeel bij te sturen. Om te voorkomen dat de stroom aan verpakkingsafval tegen 2030 met nog eens 40 procent groeit naar gemiddeld bijna 210 kilo per hoofd van de bevolking, moet er nieuwe Europese wetgeving komen. Reduce (verminderen) is daarbij het hoofddoel, gevolgd door Reuse (hergebruik) en Recycle - de '3 R-en', in die volgorde. En de PPWR wil 'overbodige verpakkingen' voorkomen, met bijvoorbeeld een verbod op misleidende verpakkingen met dubbele wanden of loze bodemruimtes. Ook het gebruik van eenmalig plastic wordt aan banden gelegd, en het hergebruik en hervullen van verpakkingen wordt gestimuleerd. En tenslotte moeten verpakkingen beter worden ingezameld voor recyclage. Belangenbehartigers vanuit de papierindustrie en de plastic-fabrikanten bestookten de Commissie met aanbevelingen en amendementen. Plastics Europe bepleitte een uitzondering op de hergebruik-doelstellingen voor sommige transportverpakkingen. Ook een verbod op eenmalig plastic voor bulkverpakkingen, zoals krimpfolie om waterflesjes bij elkaar te houden, stuit op verzet: dergelijke verpakkingen zijn 'essentieel' en vergemakkelijken het transport voor consumenten. Bovendien zijn ze goed te recycleren en worden ze al grotendeels gemaakt van gerecycleerd plastic - aldus Plastics Europe. Fefco drong er, namens de makers van golfkartonverpakkingen, op aan om 'Reuse' en 'Recycling' als 'complementair' en dus gelijkwaardig te beschouwen. De hergebruik-doelstellingen moeten bijvoorbeeld "wel realistisch" zijn, anders dreigt een doemscenario: "Hoge doelstellingen voor hergebruik leiden tot vervanging van papier en karton door plastic verpakkingen, die toch al moeilijk te recycleren zijn. Hierdoor ontstaat een monopolie voor plastic verpakkingen, waardoor de markt wordt overspoeld met miljarden tonnen aan niet-recyclebaar plastic en raakt de EU nog afhankelijker van fossiele grondstoffen." Voorstanders van plastic verpakkingen wijzen er dan weer op, al dan niet wetenschappelijk onderbouwd, dat bomen weliswaar een hernieuwbare grondstof vormen maar dat het maken van papier veel energie vergt en daardoor veel meer broeikasgassen veroorzaakt dan de productie van plastic. Waarop papierliefhebbers kunnen terugslaan met de hoge recyclagepercentages van papier en karton. En wat te denken van de plastic soep in de oceanen? De PPWR werd eind november 2023 aangenomen door het Europees Parlement, met 426 stemmen voor, 125 tegen en 74 onthoudingen. In Nederland reageerde de grafische brancheorganisatie KVGO alvast positief: "Immers, het parlement stemde in Straatsburg vóór het vrijstellen van papier- en kartonverpakkingen van de eerder voorgestelde verplichting tot hergebruik." Ook de recyclagedoelstelling van 75 procent tegen 2025 (85 procent tegen 2030) kan op instemming van het KVGO rekenen: "Dit levert geen problemen op omdat de sector op dit moment al een recyclingpercentage van 83 procent kent." Bij Plastics Europe overheerst de teleurstelling. 'Een gemiste kans om investeringen in circulaire plastic verpakkingen te stimuleren', klinkt het. Ook zou de wet onvoldoende 'materiaal-neutraal' zijn: "Sommige maatregelen, waaronder verbodsbepalingen en reductiedoelstellingen, hebben alleen betrekking op plastic verpakkingen." Maar misschien is de reactie van de Belgische politica Frédérique Ries (Renew) veelzeggender. Zij trad op als rapporteur bij de totstandkoming van PPWR en concludeert nu: "Helaas is de uitkomst voor de circulaire economie, en dan met name op het gebied van preventie, niet erg positief. Van de '3 R-en' heeft alleen Recycling ongeschonden de eindstreep gehaald. Het einde van de wegwerpverpakkingen is nog lang niet in zicht." Ook Recycling Netwerk Benelux noemt het bereikte resultaat 'weinig hoopgevend': "Wat we hebben gezien in het Europees Parlement kan alleen maar omschreven worden als extreem teleurstellend. Na ongekende lobby vanuit de industrie, blijken Europarlementariërs liever te kiezen voor het in stand houden van de wegwerpmaatschappij dan geloofwaardige hergebruik-oplossingen. Het besluit (...) laat zien dat het beschermen van financiële belangen blijkbaar zwaarder wegen dan het beschermen van onze planeet." De Europese Commissie, het Europees Parlement en de Europese Raad moeten zich nu nog gezamenlijk over het definitieve wetsvoorstel buigen, voordat de PPWR daadwerkelijk in werking zal treden. Inmiddels hebben in december meer dan honderd branche- en belangenorganisaties in en rond de verpakkingsindustrie (waaronder Fefco, Intergraf en Finat) gezamenlijk een dringende oproep gedaan aan de EU-lidstaten om de voorgestelde PPWR nog aan te passen: "De PPWR moet de principes van de interne markt volgen, in plaats van ze te ondermijnen. Er is dringend behoefte aan één Circulaire Economie in Europa". Volgens de ondertekenaars van de oproep bevat de PPWR nu bepalingen die lidstaten toestaat nieuwe nationale duurzaamheidseisen te stellen, waardoor bijvoorbeeld sommige verpakkingen of verpakte producten geweerd zouden kunnen worden uit individuele landen - met een dreigende fragmentatie van de Europese interne markt als gevolg. De grafische sector staat een drukke voorjaarsagenda te wachten, met bezoeken aan zowel FESPA Global Print Expo in Amsterdam (van 19 tot en met 22 maart) als Drupa (van 28 mei tot en met 7 juni in Düsseldorf). Fespa keert terug in de RAI in Amsterdam, waar het er in 2021 al eens zijn 'comeback' vierde na de covidperiode (al zorgden aanhoudende coronamaatregelen voor een relatief bescheiden opkomst). Dit jaar moeten zo'n 6 hallen, inclusief het gelijktijdige Europe Sign Expo, goed gevuld raken met het laatste nieuws op het gebied van (grootformaat) drukken en printen van onder andere signmaterialen en textiel. Er zijn prominente plekken ingetekend voor spelers als Mimaki, Brother, en Roland. Ook Agfa zet zijn kaarten nadrukkelijk op Fespa, en zal niet aanwezig zijn op Drupa. Na acht jaar - wegens de coronapandemie verviel de 2020-editie - is het dan eindelijk weer tijd voor Drupa. De beursorganisatie is er als vanouds in geslaagd om 18 hallen te vullen, al ontbreken er toch ook enkele namen, zoals Agfa, Xerox en Manroland Sheetfed. HP neemt opnieuw vrijwel de complete hal 17 in beslag en mag zich de grootste exposant noemen. In komende edities van Grafisch Nieuws houden we u graag op de hoogte van alle aankondigingen, primeurs en onthullingen. De Drupa-organisatoren zijn alvast goed geluimd. Volgens het Drupa Global Trends Report, dat in november 2023 verscheen, is de industrie namelijk "ondanks economische tegenwind" optimistisch gestemd over volgend jaar. En dat zijn dus "gunstige vooruitzichten voor Drupa 2024". Uit het onderzoek (met ruim 600 deelnemers) blijkt dat wereldwijd 32 procent meer drukkers en leveranciers de economische toestand van hun bedrijf als 'goed' omschrijven vergeleken met degenen die deze als 'slecht' rapporteerden. "Het lijkt erop dat commerciële drukkerijen en uitgeverijen de ergste gevolgen van de digitalisering hebben doorstaan en met meer vertrouwen vooruit beginnen te plannen", stellen de onderzoekers. Tijdens de coronacrisis liepen de investeringen terug, stelt het rapport, maar ze herstelden zich in 2022 enigszins en stegen daarna weer. Het aantal drukkerijen dat in 2023 meer investeerde dan het jaar ervoor lag 27 procent hoger dan het aantal drukkerijen dat juist minder investeerde. Voor 2024 verwacht Drupa dat er opnieuw meer geïnvesteerd zal worden. Als het om druktechnologie gaat, stond in 2023 'offset' bij de investeringsplannen bovenaan (29%), gevolgd door 'toner vellenprinters' (20%). De overgang naar digitaal printen gaat ondertussen langzaam: het aantal drukkerijen dat meer dan een kwart van de omzet uit digitaal drukwerk haalt, lag in 2014 op 26 procent wereldwijd - en in 2023 is dat aantal bescheiden gegroeid naar 29 procent. In diezelfde periode is het percentage drukkerijen dat over een web-to-print systeem beschikt onveranderd op 25 procent blijven staan. De door Drupa gesignaleerde investeringsbereidheid blijkt ook uit de Economische projecties van de NNB. Daarin staat: "De bedrijfsinvesteringen hebben sinds 2022 spectaculaire groeicijfers laten optekenen, ondanks de sterk gestegen kosten en de hogere rente. Deze investeringen zouden vooral gericht zijn op automatisering, digitalisering en de vergroening van de productielijnen. In de komende jaren zou de investeringsgroei wat matiger worden maar duidelijk positief blijven. Onder meer dankzij hoge cashreserves en interne financieringsmogelijkheden lijkt de hogere rente de bedrijfsinvesteringen niet al te veel af te remmen." En ook de CBR ziet een sleutelrol weggelegd voor "verstandige strategische investeringen". De Centrale Raad voor het Bedrijfsleven verwacht in de eerste helft van 2024 voor de Belgische grafische sector een extra stimulans voor de binnenlandse vraag naar aanleiding van de verkiezingen in juni en oktober 2024. Het had daar natuurlijk ook nog het Europees Kampioenschap voetbal aan toe kunnen voegen dat vanaf 14 juni in Duitsland plaatsvindt - en waarvoor ook de Rode Duivels zich wisten te plaatsen (eerste wedstrijd: 17 juni om 18 uur, tegen Slowakije). En ook de Olympische Spelen, van 26 juli tot en met 11 augustus in Parijs, zullen ongetwijfeld de vraag naar drukwerk verder stimuleren. De Raad ziet dan ook wel degelijk kansen voor de sector, ondanks de soms lastige uitdagingen: "Sinds de coronapandemie zijn online kanalen een versnelling hoger geschakeld en niet meer weg te denken uit het dagelijks leven. Enerzijds kwam dit voor de markt van het verpakkingspapier- en karton en de verpakkingsdrukkers als een geschenk, anderzijds werd de markt van reclamedrukwerk, papieren kranten en tijdschriften, boeken hard getroffen." "De structurele uitdaging zal erin bestaan om lezers en adverteerders meer dan ooit te overtuigen van de unieke leeservaring van print", besluit de CBR zijn analyse. "Print spreekt meer dan drie zintuigen aan wat de effectiviteit van de communicatie verhoogt tot 50-70%. Daarnaast heeft het de gave om de aandacht van de lezer langer vast te houden en biedt het de lezer de mogelijkheid om zich los te koppelen van de jachtige digitale wereld. Onderzoek door Imec wijst uit dat hoewel we nog nooit zo afhankelijk zijn geweest van smartphones en technologie, er tegelijk een digitale moeheid heerst in ons land. Dit klinkt als een bevestiging dat er voor print nog een toekomst is weggelegd."