Als men ergens de polsslag van de papierindustrie kan voelen, dan is dat ongetwijfeld op het event 'Paper & Beyond', de jaarlijkse conferentie van Cepi (Confederation of European Paper Industries). De recentste editie vond eind november 2022 plaats in Brussel. Tijdens de debatten kwamen niet alleen de mogelijkheden en de uitdagingen van de Europese industrie aan bod in het licht van de ecologische transitie die de Europese Unie nastreeft, maar ook de mate waarin de industrie aan de economische groei kan bijdragen. Het evenement bracht industriëlen en Europese parlementsleden samen, evenwel met het formele verbod om over aspecten te debatteren die de concurrentie kunnen ondermijnen (prijzen, kosten, productie, marktinformatie, investeringen/desinvesteringen, enz.).
...

Als men ergens de polsslag van de papierindustrie kan voelen, dan is dat ongetwijfeld op het event 'Paper & Beyond', de jaarlijkse conferentie van Cepi (Confederation of European Paper Industries). De recentste editie vond eind november 2022 plaats in Brussel. Tijdens de debatten kwamen niet alleen de mogelijkheden en de uitdagingen van de Europese industrie aan bod in het licht van de ecologische transitie die de Europese Unie nastreeft, maar ook de mate waarin de industrie aan de economische groei kan bijdragen. Het evenement bracht industriëlen en Europese parlementsleden samen, evenwel met het formele verbod om over aspecten te debatteren die de concurrentie kunnen ondermijnen (prijzen, kosten, productie, marktinformatie, investeringen/desinvesteringen, enz.). Tijdens de twee conferentiedagen nam een panel van vijftig sprekers verschillende onderwerpen onder de loep: energiepotentieel, vooruitgang in recyclage, nieuwe Europese regelgevingen, ecodesign, innovaties, enzovoort. Achtergrond voor heel wat discussies was de Green Deal voor Europa die de beleidslijnen bundelt die de Europese Commissie voorstelt om in 2050 tot een klimaatneutraal Europa te komen. "De Green Deal verandert radicaal onze manier van consumeren, produceren en leven. De regelgeving zal de Europese economie, met inbegrip van de verpakkingssector, grondig veranderen", stelt Jori Ringman, de algemeen directeur van Cepi. Op de conferentie ging meer dan gewone aandacht naar een beleidsvoorstel van de Europese Commissie over de verpakkingen en het verpakkingsafval. "Dat wetsontwerp dwingt er ons toe om het verpakkingsconcept grondig te herzien, en legt de nadruk op het hergebruik", zegt Jori Ringman. Het gebruik van plastic en karton in onze economie geeft overigens aanleiding tot een woelig debat in de hoogste beleidskringen dat zelfs op sociale media weerklank krijgt. Onlangs nog sloeg het Belgische Europarlementslid Frédérique Ries (MR) de nagel op de kop toen ze het volgende op LinkedIn en Twitter plaatste: "40 procent van het plastic en 50 procent van het papier in Europa worden als verpakking gebruikt, en meer dan een derde ervan wordt weggegooid zodra de producten uitgepakt zijn! Grondstoffen sparen, ontwerpen verbeteren, afval verzamelen en recycleren, emissies terugdringen... op al die vlakken kunnen we beter doen. Aan de eenmalige kunststof verpakkingen komt al een eind en daarom moeten we vandaag de hele verpakkingssector op weg naar een kringloopeconomie zetten." Uiteraard zag Firmin François, voormalig algemeen directeur van Cobelpa, zich verplicht om daarop te reageren: "Het kan nuttig zijn om eraan te herinneren dat de papier- en kartonsector al sinds lang de kampioen van de recyclage en de kringloopeconomie is". Tijdens het evenement wees Ringman ook nog op het volgende: "Men mag niet vergeten dat de belangrijkste rol van de verpakking erin bestaat, te beschermen". Voor de Europese industrie mogen die beleidsopties dan al een kopzorg betekenen, maar daarnaast zijn er ook andere Europese richtlijnen betreffende het eco-ontwerp en de hernieuwbare energie waar de sector voordeel uit kan putten. 'Biologisch afbreekbaar', 'koolstofneutraal', 'bio', '100% natuurlijk', 'gerecycleerd', 'herbruikbaar', 'hernieuwbaar'... Al die beweringen worden dagelijks stuk voor stuk met commerciële doeleinden gebezigd. Die praktijk wordt nu echter op Europees of nationaal niveau geregeld. Als de milieubeweringen fout, misleidend of niet te controleren zijn, spreken we van greenwashing. In december 2019 heeft de Europese Commissie een aanbeveling goedgekeurd over het gebruik van methodes om de ecologische voetafdruk vast te stellen. Dit om bedrijven te helpen om hun milieuprestaties te berekenen en om milieuvriendelijkere producten te vervaardigen. Om greenwashing te bestrijden en om de consumenten, bedrijven en investeerders te helpen om voor het milieu verantwoorde beslissingen te nemen, moeten de milieuclaims gestaafd worden volgens de PEF-methode (PEF: Product Environmental Footprint of ecologische voetafdruk). Voor organisaties bestaat er een variant: de OEF-methode (OEF: Organisation Environmental Footprint). Die methode steunt op de levenscyclus van het product om de milieu-impact ervan te berekenen. Daarmee wil men de milieubeweringen in heel de Europese Unie betrouwbaar, vergelijkbaar en controleerbaar maken om een groene consumptie in de hand te werken. Op basis van de PEF-methode heeft Cepi 'PEF-categorieregels' (PEFCR) opgesteld voor drie types van papierproducten: verpakkingen, grafisch papier en tissuepapier. Het geheel van de regels - die voor de hele Europese markt gelden - beschrijft hoe de ecologische voetafdruk van een specifieke productgroep berekend moet worden. De PEFCR kunnen dus door de papierproducenten gebruikt worden om de ecologische voetafdruk van hun papieren producten te berekenen. Cepi ziet in die politiek een concurrentievoordeel voor de papierindustrie. De organisatie wijst er bijvoorbeeld op dat de transformatie van papier, als verpakkingsmateriaal, minder broeikasgassen uitstoot dan die van kunststof: van 0,12 tot 0,30 kg CO2-eq./kg voor papier tegenover 0,36 tot 0,57 voor kunststoffen. Dat alles zet ertoe aan om een product op een duurzame manier te ontwerpen en om zich bij elk project de juiste vragen te stellen - Welk materiaal verdient de voorkeur? Hoe gemakkelijk kan het gerecycleerd worden? Is het hernieuwbaar? Herbruikbaar? "We zien de mentaliteit van de consument veranderen. De industrie voert grote veranderingen door en is op zoek naar groene producten. De spelers moeten zich daarop goed voorbereiden", zegt Outi Marin, directeur duurzaamheid bij Smurfit Kappa. Het aanbrengen van milieubeweringen op de etiketten van consumptiegoederen moet dus bedachtzaam gebeuren. "We moeten de consument duidelijke, transparante en begrijpelijke informatie geven om hem te helpen een verantwoorde keuze te maken." Het eco-ontwerp is dus de aangewezen weg om de kringloopeconomie in Europa te bevorderen en om duurzame en niet-toxische producten en materialen te vervaardigen. In maart 2022 heeft de Europese Commissie overigens een wetsvoorstel ingediend betreffende de vereisten voor het eco-ontwerp van duurzame producten. Het Italiaanse Europarlementslid Alessandra Moretti (S&D-groep), een spreekster op de Cepi-conferentie, was erg duidelijk op dat punt: het eco-ontwerp wordt in Europa verplicht terwijl specifieke productgroepen zelfs een 'digitaal productpaspoort' krijgen. Dat moet de bedrijven en consumenten informeren over de prestaties, de traceerbaarheid, de schadelijke chemische ingrediënten, de producent, enzovoort. Bedoeling is om de reparatie of recyclage van producten te vereenvoudigen en om zorgwekkende substanties in heel de bevoorradingsketen gemakkelijker te kunnen opvolgen. De Europese richtlijn met betrekking tot het eco-ontwerp valt bij de papierindustrie in goede aarde. "Het is een baanbrekend voorstel. Voor het eerst in de Europese wetgeving wordt er een speelveld in het leven geroepen dat in ons voordeel speelt. Tot nu toe sloegen de aanbevelingen uitsluitend op het afgewerkte product, ongeacht of het productieproces daarvan zuiver of vervuilend was. Voor het eerst houdt men nu rekening met zowel het product als met de volledige levenscyclus. Het is in die optiek dat de Europese producenten in de sector een voordeel zullen hebben. De aanbevelingen zullen immers identiek zijn voor alle sectoren", benadrukt Jori Ringman. De papierbedrijven zitten op hun beurt niet stil en zijn via het platform '4evergreen' actief op dat vlak. 4evergreen, dat in 2019 door Cepi opgericht werd, is de industriële alliantie voor verpakkingen op basis van vezels. Dat samenwerkingsverband wil een algemene aanpak uitwerken om de duurzaamheid en het circulaire karakter binnen de levenscyclus van verpakkingen op basis van vezels te optimaliseren. In de alliantie werken grote namen uit de verpakkingssector samen, zoals Nestlé, Danone, Mars, Stora Enso, Smurfit Kappa, Sappi, Metsä Board, UPM, Tetra Pak, enzovoort. 4evergreen stelt zich tot doel om het algemene recyclageniveau van de verpakkingen in papier/karton tegen 2030 tot 90 procent te verhogen (momenteel ligt het Europese gemiddelde op ongeveer 85%). Er zijn twee verschillende doelstellingen: een recyclagegraad van 85 procent voor huishoudelijke verpakkingen en van 90 procent voor verpakkingen uit de industrie en de handel. Om die doelstelling te bereiken, werken meer dan 132 experts, die het geheel van de waardeketen voor verpakkingen op basis van vezels vertegenwoordigen, richtlijnen en aanbevelingen uit om de sector te helpen bij de productie van duurzame verpakkingen. De alliantie heeft ook onderzocht welke verpakkingen het slechtst scoren op het vlak van recyclage en dat zijn naast de verpakkingen voor meeneemgerechten ook de huishoudelijke verpakkingen. Net als de Europese Commissie schuift 4evergreen het eco-ontwerp naar voren als middel om verpakkingen beter in een kringloopcircuit op te nemen. "Het ontwerp is de eerste stap in de creatie van een verpakking en het begin van de volledige levenscyclus van een verpakking op basis van vezels. Maar tegelijk is het onze eerste kans om het circulaire karakter ervan te bevorderen", klinkt het. Daarbij moeten er grondstoffen bespaard worden terwijl er tegelijk voor gezorgd moet worden dat een zo groot mogelijk materiaalvolume in het kringloopcircuit behouden blijft om de doelstelling op het vlak van de recyclage te halen. Daarom moedigt de alliantie ontwerpers aan om verpakkingen te creëren met het oog op de kringloopeconomie, zowel in Europa als in de rest van de wereld. De richtlijn 'Circularity by Design' van 4evergreen bevat aanbevelingen voor de keuze van materialen, onderdelen en procedés die zich voor een doeltreffende recyclage lenen. 4evergreen roept de politiek ook op om de ophaalstromen en het sorteren van verpakkingen op basis van vezels beter te harmoniseren. Er werden overigens aanbevelingen gepubliceerd om het ophalen en sorteren nog efficiënter te maken. De eerste richtlijnen waren opgesteld met de capaciteit van een standaardfabriek voor ogen. Maar de geactualiseerde aanbevelingen die in de loop van dit jaar gepubliceerd zullen worden, houden ook rekening met de capaciteit van gespecialiseerde vestigingen voor recyclage of ontinkting. 4evergreen werkt momenteel drie grote testprojecten af die het mogelijk moeten maken om de doelstellingen op het vlak van recyclage te halen. De resultaten daarvan worden weldra voorgesteld. Het gaat om het sorteren van verpakkingen met vezelmateriaal dat als een barrière fungeert, om de nieuwe recyclagetechnologieën en om de impact daarvan op de recycleerbaarheid. Onlangs heeft 4evergreen een betaversie van zijn instrument om de recycleerbaarheid van de verpakkingen in papier/karton te beoordelen, gepubliceerd. Dat rekeninstrument geeft een overzicht van de kwaliteit van de materialen die in het product gebruikt zijn, en van de doeltreffendheid van het recyclageproces daarvoor - met een score tussen -100 en +100. De score is gebaseerd op het gemak waarmee het product in een standaardfabriek gerecycleerd kan worden. Een negatieve score betekent dat het product minder goed te recycleren is, maar dat het nog altijd compatibel kan zijn met de recyclagetechnieken in een gespecialiseerde fabriek of in een vestiging om het product te ontinkten. Het Excel-bestand van het rekeninstrument alsook de verschillende gidsen kunnen van op de site van 4evergreen gedownload worden. Binnen de krijtlijnen van de Green Deal wil de Europese Commissie een kringloopeconomie bevorderen die minder afval voortbrengt en tegelijk beter recycleert. Daarbij heeft het beleid meer bepaald het verpakkingsafval voor ogen, of dat nu uit kunststof, papier of nog metaal bestaat. Volgens de Europese Commissie zou de hoeveelheid verpakkingsafval, als er niets gebeurt, tegen 2030 nog met 19 procent toenemen. Het is echter de doelstelling om de groeiende berg verpakkingsafval tegen 2040 met 15 procent per inwoner te verminderen - de papieren wegwerpverpakkingen inbegrepen. Met het oog daarop zullen tegen 2030 niet-recycleerbare verpakkingen verboden worden. Hieronder een overzicht van wat de nieuwe regelgeving betreffende de verpakkingen en het verpakkingsafval die op 30 november laatstleden door de Europese Commissie gepubliceerd werd, voorschrijft. Er wordt een strikt kader gedefinieerd voor het ontwerp van de verpakkingen die in Europa gebruikt worden, waarbij de preventie, het hergebruik en de recyclage als de te volgen weg aanbevolen wordt. Om het verpakkingsafval te verminderen, worden twee strategieën ontvouwd: het aantal verpakkingen op de markt verminderen door verpakkingen voor eenmalig gebruik te elimineren of ze door herbruikbare verpakkingen te vervangen. Bij de verpakkingen in het vizier van de Commissie: de wegwerpbekertjes en -borden die in de horeca gebruikt worden, de eenmalige verpakkingen voor voedingswaren en dranken. Ook de verpakkingen voor fruit en groenten, de secundaire verpakkingen voor drankblikjes, de flessen en flacons douchegel of shampoo in de hotels staan op de zwarte lijst. In de sector van de meeneemdranken en -maaltijden moeten de bedrijven een bepaald percentage herbruikbare en navulbare verpakkingen halen. De sector van de e-commerce zal zijn verpakkingen moeten normaliseren en zal de colli's niet extra mogen inpakken: zo mag de lege ruimte niet meer dan 40 procent van het vervoerde pakket uitmaken. Ten slotte voorziet de Europese Commissie ook bij het ontwerp van verpakkingen een aantal verplichte criteria die tegen 2030 de recycleerbaarheid van de verpakkingen moeten garanderen. De verpakkingen in kunststof zullen een minimum hoeveelheid gerecycleerd materiaal moeten bevatten en dat percentage zal in 2040 nog verhoogd worden. De Commissie stelt de lidstaten ook voor om een systeem van statiegeld voor plastic flessen en aluminium blikjes in te voeren. Er bestaat een uitzondering voor de landen die op een andere manier een ophaal- en recyclagepercentage van 90 procent halen (bijv. de PMD-zak in België). Volgens de Europese Commissie maken de maatregelen het mogelijk om de uitstoot van broeikasgassen door verpakkingen tot 43 miljoen ton te beperken, tegenover 66 miljoen ton als de wetgeving niet aangepast zou worden. Het Europese milieubeleid schuift ambitieuze doelstellingen naar voren, maar die staan onder druk door het lobbywerk van bepaalde groepen die direct getroffen worden, waaronder de verpakkingssector en de papier- en kartonindustrie. De Packaging Value Chain heeft overigens al gereageerd met de verklaring dat ze niet overtuigd is dat herbruikbare verpakkingen de beste oplossing voor het klimaat en het milieu zijn. De European Paper Packaging Alliance (EPPA) en Cepi zijn van mening dat de nieuwe regelgeving betreffende het verpakkingsafval niet voldoende door wetenschappelijke bewijzen ondersteund wordt. Volgens die federaties zou de impact van de volledige levenscyclus van alle verpakkingsproducten onderzocht moeten worden. "De wetenschappelijke bewijzen tonen aan dat recycleerbare en hernieuwbare verpakkingen voor eenmalig gebruik op basis van papier - bij meeneemgerechten en in de fastfoodrestaurants - een kleinere impact op het milieu hebben dan herbruikbare systemen", beweert Matti Rantanen, algemeen directeur van EPPA. "De doelstellingen die in het nieuwe wetsvoorstel naar voren geschoven worden, zouden zich moeten concentreren op de markten waar de prestaties van de kringloopeconomie verbeterd moeten worden, terwijl de beslissing om voor recycleerbare of herbruikbare verpakkingen te opteren, gebaseerd moet worden op onafhankelijke, wetenschappelijke bewijzen van hun respectieve milieuvoordelen", stelt Cepi. De recyclagebedrijven maken zich ook zorgen omdat ze van mening zijn dat hun activiteiten onder de preventie en het hergebruik gaan lijden. "Onze sector heeft tientallen jaren in recyclage geïnvesteerd. In Europa zijn we pioniers in de technologie voor papierrecyclage. Al onze activa die miljarden euro's vertegenwoordigen, kunnen van de éne dag op de andere verdwijnen omdat de recyclagefabrieken niet aan de recyclage van herbruikbare verpakkingen aangepast zijn", legt Jori Ringman uit. "Het zijn dus onzekere dagen voor de recyclagesector. We zouden een systeem voor hergebruik moeten bouwen dat nog niet bestaat. Daarom maken we ons zorgen." Ook Intergraf geeft bij monde van secretaris-generaal Beatrice Klose zijn visie op de nieuwe regelgeving: "Deze regelgeving heeft verregaande implicaties en is een belangrijke stap vooruit in de inspanningen van de EU om een duurzamere verpakkingsindustrie in het leven te roepen. Dat zal een significante impact op de druk- en de verpakkingssector hebben die nieuwe en innovatieve middelen zal moeten zoeken om de afvalhoeveelheid te verminderen en de recyclagegraad te verhogen." De papierindustrie verbruikt veel energie, maar ze is tegelijk een van de best presterende sectoren op energievlak in Europa. Volgens Cepi is 62 procent van de thermische energie die de papierindustrie in Europa gebruikt, afkomstig van hernieuwbare bronnen (wind, zon, waterkracht en biomassa). En het is net op die groene energievormen dat de Europese papierindustrie zich steunt om zo snel mogelijk alle koolstof te bannen. Volgens het Europese Milieuagentschap heeft de papierindustrie een beperkte impact met slechts 0,8 procent van de totale uitstoot van broeikasgassen in Europa. "Sinds 2005 hebben we onze CO2-uitstoot al met 44 procent verminderd. Ook ons verbruik is verminderd. Maar er is nog werk aan de winkel", zegt Jori Ringman. Europa heeft zich tot doel gesteld om zijn uitstoot van broeikasgassen tegen 2030 met 55 procent terug te dringen (in vergelijking met 1990). Volgens Ringman zal die doelstelling moeilijk te halen zijn wegens de prijsstijging van de grondstoffen en wegens de energiecrisis. "Zullen we over genoeg hernieuwbare energie beschikken? In de loop van de volgende jaren leggen we de focus op energie-efficiëntie. We hopen dat het aanbod van zuivere, hernieuwbare energie zal toenemen. Dat zal de vraag naar gas verminderen. Er bestaan technieken om het energieverbruik te verminderen, zoals de warmtepomp. Die technologie was nog niet rijp. Nu wel, maar het moet betaalbaar blijven", zegt de topman van Cepi. Een ander probleem is de beschikbaarheid van de middelen: "Er zullen heel wat nieuwe technologieën nodig zijn om aan de Europese vraag tegemoet te komen." Thomas Davreux, algemeen directeur van Cobelpa, wijst erop dat heel wat energieprojecten in België in die richting gaan: "De Belgische fabrieken hebben de ambitie om op het vlak van energie volledig onafhankelijk te zijn, zoals Stora Enso en Burgo Ardennes dat in de loop van de twee volgende jaren volledig onafhankelijk wil worden. Stora Enso heeft windmolens gebouwd, terwijl Burgo Ardennes voor zonnepanelen gekozen heeft. Elke fabriek in België neemt initiatieven in die zin, zo is er een project om gas te produceren met organisch afval." Door zijn houtafval te verbranden, staat Burgo-Ardennes bijvoorbeeld al in voor 80 procent van zijn stroomverbruik. Om zijn afhankelijkheid van fossiele energie nog sterker te verminderen, heeft de papiermaker aangekondigd bijna 18.000 zonnepanelen te zullen installeren. En er liggen nog andere projecten klaar, onder andere een nieuwe verbrandingsketel op biomassa. Volgens Jori Ringman speelt de Europese papierindustrie een centrale rol in de transitie naar een koolstofneutrale economie. "Elektriciteit en warmte uitsluitend met hernieuwbare bronnen opwekken, is een van de projecten in ontwikkeling. Net als de voorbereiding op het gebruik van groene waterstof." Binnen de kringloopeconomie valoriseert de Europese papierindustrie al drie types van afval en resten uit haar waardeketen om hernieuwbare energie op te wekken: namelijk de resten en het afval van de houtverwerking voor biomassa; de verbranding van industriële residu's (CSR) zoals kunststof folie tijdens het recyclageproces; en de productie van biogas met residu's van de papier- en kartonproductie. De nieuwe Europese richtlijnen wekken in de sector een gevoel van onzekerheid en onrust op, maar houden ook kansen in voor de toekomst van het papier en karton. "We weten niet hoe we de periode tot 2050 zullen overleven, maar we staan achter de ideeën van de Green Deal", zegt Jori Ringman. Hij herinnert overigens nog eens aan de troeven van de sector: "We zijn een bijzonder veerkrachtige bron van nieuwe oplossingen om de samenleving te helpen bij de overstap van fossiele producten en oplossingen naar duurzame, hernieuwbare en recycleerbare alternatieven".