In de finishing-wereld zijn de kaarten de afgelopen twee jaar opnieuw geschud, stelt CEO Michel Hunkeler vast bij de aftrap van de dertiende editie van de Innovationdays, eind februari in Luzern. In 2017, bijvoorbeeld, nam de Duitse vouwmachine-specialist GUK branchegenoot Bäuerle over. Müller Martini verbreedde begin 2018 het eigen portfolio met de boekbindactiviteiten van Kolbus. En Heidelberg lijfde vorig jaar de MBO Groep in om zich, onder andere, ook te kunnen richten op afwerkapparatuur voor digitaal drukwerk. Hunkeler houdt het liever, zegt de topman, op het 'met typisch Zwitserse neutraliteit' aangaan van partnerschappen, zoals het vlak voor aanvang van het evenement nog een nauwe samenwerking bekendmaakte met het eveneens Zwitserse Kern (zie ook het artikel over 'Afwerken en veredelen' elders in deze editie). Op die manier kan het bedrijf met vrijwel alle spelers in de industrie de snel veranderende hoogvolume-printmarkt bedienen.
...

In de finishing-wereld zijn de kaarten de afgelopen twee jaar opnieuw geschud, stelt CEO Michel Hunkeler vast bij de aftrap van de dertiende editie van de Innovationdays, eind februari in Luzern. In 2017, bijvoorbeeld, nam de Duitse vouwmachine-specialist GUK branchegenoot Bäuerle over. Müller Martini verbreedde begin 2018 het eigen portfolio met de boekbindactiviteiten van Kolbus. En Heidelberg lijfde vorig jaar de MBO Groep in om zich, onder andere, ook te kunnen richten op afwerkapparatuur voor digitaal drukwerk. Hunkeler houdt het liever, zegt de topman, op het 'met typisch Zwitserse neutraliteit' aangaan van partnerschappen, zoals het vlak voor aanvang van het evenement nog een nauwe samenwerking bekendmaakte met het eveneens Zwitserse Kern (zie ook het artikel over 'Afwerken en veredelen' elders in deze editie). Op die manier kan het bedrijf met vrijwel alle spelers in de industrie de snel veranderende hoogvolume-printmarkt bedienen.Die veranderingen ondervindt Hunkeler ook zelf. Het bedrijf toonde zich tevreden met de financiële resultaten over 2018, waar het ondanks nog altijd toenemende druk op de marges kans zag de omzet te laten stijgen. Ze ziet haar markt verschuiven, van krimp bij transactionele toepassingen (afschriften, rekeningen) naar groei in printing-on-demand van grafische toepassingen zoals boeken, brochures en tijdschriften. Om die groei te versnellen, heeft het familiebedrijf (met inmiddels de derde generatie Hunkeler aan het roer) vorig jaar met CIC Capital een externe investeerder aan boord gehaald die nu een derde van de aandelen bezit. En ook strategisch stuurde het bedrijf de koers bij: vorig jaar nam het de DocuTrim-activiteiten over van het Duitse Müller. Daarmee stapt Hunkeler ook in de afwerking van plano drukvellen, terwijl het de focus tot nu uitsluitend op rotatieve systemen richtte.Het tweejaarlijkse Innovation-days-evenement werd door de organisatie ditmaal in het teken van 'automatisering' gesteld: de koppeling van printstraten met allerlei randapparatuur aan de voor- en achterzijde vereist immers naadloze koppeling en aansturing - onderling, maar in toenemende mate ook met geavanceerde workflow-, MIS- en ERP-systemen, liefst nog toegankelijk via de cloud en te bedienen via een app. Het is zeker geen nieuw thema voor Hunkeler of de hoogvolume-print-branche: het onderwerp staat eigenlijk permanent op de agenda van de Innovationdays. Maar de aandacht ervoor lijkt dankzij alle '4.0'-ontwikkelingen groter dan ooit.Toch was de hoofdrol in Luzern opnieuw weggelegd voor de oprukkende inkjettechnologie. Dat Michel Hunkeler liet weten dat de groei in inkjet wat hem betreft wat is achtergebleven bij de verwachtingen (maar dat hij er overigens nog altijd positieve verwachtingen van heeft) leek onder de fabrikanten van inkjetpersen op de beursvloer weinig weerklank te vinden. Zo liet Screen desgevraagd weten sinds 2015 wereldwijd inmiddels 100 exemplaren van haar topmodel, de Truepress Jet520HD, te hebben geïnstalleerd en dat daarmee de eigen verwachtingen zijn overtroffen. Dat was ook het geval bij Ricoh, dat in vijf jaar tijd eveneens 100 exemplaren van de Pro VC60000 heeft geinstalleerd. Bij Canon werd wel erkend dat de verkoop van de ProStream 1000 - de inkjetpers die twee jaar geleden tijdens de Innovationdays zijn beursdebuut maakte - 'een langzame start' heeft gekend. Tot nu zijn er 12 van deze machines geplaatst, maar dat moeten er eind van dit jaar toch 35 tot 40 zijn.Christian Unterberger (bij Canon/Océ medeverantwoordelijk voor Production Printing Products) wijst er op dat, afgezien van het aantal plaatsingen, het printvolume op de geïnstalleerde machines wel degelijk stijgt. En dat is weer een gevolg van de verder verbeterde afdrukkwaliteit, waardoor meer markten en toepassingen binnen bereik komen. Dat is nog voornamelijk het geval voor producenten van transactionele documenten die hun traditionele markt zien krimpen en op zoek zijn naar ander mogelijkheden: "De beweging van de offset-wereld richting inkjet gaat, anders dan we verwachtten, zeer langzaam. Toch zijn er wel degelijk drukkerijen die de stap maken en een inkjetpers toevoegen om bijvoorbeeld de groeiende vraag naar kleinere oplages opvangen."Erwin Busselot, Business Innovations & Solutions Director bij Ricoh Europe, is optimistischer gestemd. Hij rekende in Luzern voor dat de doorbraak van inkjet zelfs eigenlijk al een feit is. Er wordt vaak gesteld dat digitaal printen nog maar zo'n 3 procent van al het drukwerk beslaat, maar als je kijkt naar de nu werkelijk relevante marktsegmenten (transactioneel, direct mail, en boeken) dan heeft 'inkjet' daar volgens Busselot al meer dan 20 procent van voorheen in offset gedrukte pagina's veroverd. En, als het aan de beloftes van de exposanten op de beursvloer van de Innovationdays ligt, is dat nog maar het begin.De Innovationdays hebben aan de twee beurshallen van de Messe Luzern genoeg om zo'n 100 exposanten plaats te bieden met hun hoogvolumeprinters, machines voor afwerking en veredeling en andere randapparatuur, maar bijvoorbeeld ook papier en software. Hal 2 vormt daarbij het toneel van zo'n 40 rotatieve productielijnen, die de hele dag in actie komen om verschillende technieken en applicaties te demonstreren. Inkjet is daarbij dominant aanwezig - zelfs bij Xerox, dat met drie inkjetsystemen (de Rialto 900 MP, de Brenva HD en de Trivor 2400) naar Luzern kwam, was nu geen toner meer te bekennen.Toch zijn er nog enkele uitzonderingen. Kinoca Minolta koos er bijvoorbeeld voor haar tonergebaseerde AccurioLabel 190 labelpers en AccurioPress C83hc te tonen (maar had wel ook printvoorbeelden van de KM-1 UV inkjetvellenpers bij de hand). En Xeikon, uiteraard, dat voor kwalitatief hoogwaardig handelsdrukwerk haar kaarten op droge toner blijft zetten. Sterker nog: na het gesneuvelde project rond vloeibare toner belooft het nu zelfs een volgende generatie droge tonertechnologie. De bestaande techniek wordt op alle onderdelen onder handen genomen om tot hogere kwaliteit, productiviteit en veelzijdigheid te komen. Op die manier wil Xeikon een alternatief voor inkjet in het vooruitzicht stellen, waar we ongetwijfeld tijdens Drupa 2020 meer van zullen zien.Ook Franse Nipson vaart een eigen koers: al sinds de jaren 1980 werkt het met magnetografie, een printtechnologie met magnetische toner. Die wordt met cold flash fusing op het substraat gefixeerd en dat maakt een breed scala aan te bedrukken materialen mogelijk, inclusief kunststof- en metaalfolies. De uitsluitend in zwart verkrijgbare toner is zeer geschikt voor beveiligingstoepassingen, want de kenmerkende magnetische lading laat zich eenvoudig detecteren en kan onder UV-licht zichtbaar worden. Maar de techniek laat ook hoge snelheden toe en dat demonstreerde Nipson hier met een prototype van de 'Magyspeed 300', die een topsnelheid van 300 meter per minuut haalt. Voor deze nieuwe machine, die eind dit jaar op de markt moet komen, ziet Nipson vooral ook mogelijkheden als geïntegreerde module voor het aanbrengen van variabele data en veiligheidskenmerken op offsetrotatiepersen, flexo-persen (die optie wordt op dit moment in de praktijk getest) of zelfs - waarom ook niet? -inkjetrotatiepersen.Blikvanger bij Ricoh was het officiële beursdebuut van de VC70000, de vorig jaar aangekondigde opvolger van de VC60000. Met deze nieuwe machine komt ze verder tegemoet aan de hoge eisen die grafische gebruikers aan hun inkjetpersen stellen. De combinatie van nieuwe inkten en een nieuwe drogerunit (die er van binnen uitziet als een soort slakkenhuis waar de papierbaan razendsnel doorheen wordt gevoerd langs verwarmde elementen en luchtstromen) maken hoge afdrukkwaliteit bij hoge snelheid mogelijk. En dat bovendien op standaard grafische papiersoorten, zonder nog de noodzaak van een primer of coating.Screen claimt soortgelijke mogelijkheden en resultaten op haar TruePress 520 HD. In 2015, toen ze de machine (die in de basis gelijk is aan de Ricoh VC60000) introduceerde, liet Screen de primer-unit al achterwege. Want in 2017 bracht ze nieuwe 'SC'-inkten uit: inkten die door hun chemische samenstelling op vrijwel elke papiersoort kunnen worden toegepast, al geeft Martijn van den Broek (Sales & Marketing bij Screen) toe dat ongestreken papiersoorten vooralsnog 'lastig' blijven: "Maar daar wordt aan gewerkt." Screen voegt daar nu nog een nieuwe drogertechniek aan toe: de speciale SC-inkten zijn gevoelig voor 'Near Infra Red'-straling, waardoor ze sneller drogen terwijl het papier veel minder hitte te verduren krijgt.Bij Canon stond naast de ProStream 1000 - door Christian Unterberger aangeduid als 'versie 1.3' vanwege de sinds 2017 doorgevoerde verbeteringen - ook de Océ VarioPrint i300 opgesteld. Die machine debuteerde in 2015 tijdens de Innovationday en leek toen, als inket-vellenpers, een vreemde eend in de bijt tussen alle rotatieve systemen. Dit jaar echter bood juist deze pers aan Hunkeler de gelegenheid om haar nieuw verworven DocuTrim-systeem te demonstreren door de drukvellen direct na het bedrukken inline te snijden en te perforeren.Ook bij HP liet Hunkeler een wereldpremière zien: de Pagewide Web Press T240 HD was aan voor- en achterzijde uitgerust met respectievelijk de nieuwe Roll Splicer RS8 en de Turret Rewinder TR8. Daarmee kan op volle productiesnelheid van 150 meter per minuut een 'vliegende rollenwissel' worden uitgevoerd. Doordat de pers op die manier non-stop kan blijft draaien, neemt de productiviteit van de machine met tot wel 30 procent toe.Sommige inkjet-namen ontbraken dit jaar op de beursvloer, zoals Fujifilm, Kodak en Domino. Tegelijkertijd was er ook een interessante Innovation-days-nieuwkomer: Riso. En in de wandelgangen was bijvoorbeeld ook Memjet aanwezig, dat in Luzern een uitstekende gelegenheid zag om met alle belangrijke partijen te kunnen praten over mogelijke implementatie van hun eigen inkjet-technologie in systemen van derden.Fujifilm zegt zich momenteel te richten op de net voor kerst aangekondigde Jet Press 750S inkjetvellenpers, maar in de toekomst ook weer naar de Innovationdays te komen met nieuwe ontwikkelingen op rotatief gebied. Mogelijk wordt daarmee gedoeld op de '11000 Inkjet Press' die Fuji Xerox in januari aankondigde voor introductie op de Japanse markt, nadat ze vorig jaar ook al even tijdens de IGAS-vakbeurs op de Fuji-film-stand te zien was.Tijdens de Innovationdays van 2017 toonde Kodak de eerste printresultaten van Ultrastream, de nieuwe generatie inkjetkoppen voor zeer hoge snelheden die toen voor lancering in 2019 op de planning stond. Kodak lijkt er nu mee op andere markten en toepassingen te willen mikken. Begin februari werd bekend dat de Italiaanse persenbouwer Uteco als eerste aan de slag gaat met de nieuwe koppen in een digitale pers voor flexibele verpakkingen. Die staat voor 2020 op de planning.Terwijl iedereen met inkjet naar steeds hogere snelheden en offsetkwaliteit streeft, ziet Riso juist kansen ontstaan aan de onderkant van de krimpende markt voor transactionele toepassingen. Met de demonstratie van de 'T1' conceptmachine speelt Riso in op de behoefte van deze printbedrijven aan een betaalbare oplossing met voldoende productiviteit en kwaliteit. Die heeft de fabrikant nu gebouwd in de vorm van een zeer compacte inkjetmachine, die slechts 8,5 vierkante meter vloeroppervlak nodig heeft. Dankzij speciale 'Quick Dry Ink', die op ongestreken papier hecht, is er geen droger-unit nodig heeft - en dat bespaart niet alleen ruimte maar ook flink op het energieverbruik. De T1 begint in april op twee locaties, in Frankrijk en het VK, aan zijn eerste bèta-tests, waarna voor de officiële lancering op Drupa 2020 wordt gemikt.Tussen alle doorontwikkelingen van de inkjettechnologie, viel vooral de mogelijkheid op nu kennelijk te kunnen drukken op vrijwel elke grafische papiersoort. Veelal komt dat door nieuwe inkt in combinatie met nieuwe droogtechnologie, zoals bij Xerox, Screen en Ricoh, of door inline voorbehandeling van het papier, zoals bij Canon met 'ColorGrip'. De behoefte aan speciale inkjetpapiersoorten lijkt daarmee te verdwijnen, terwijl de ontwikkeling ervan tien jaar geleden door veel inkjetfabrikanten nog als voorwaarde werd gezien om tot een doorbraak van inkjet in de grafische industrie te komen.Toch zag UPM het volume inkjetpapier sinds 2014 verdrievoudigen, al vormt het daarmee voor deze fabrikant nog altijd maar een klein percentage van het totale papiervolume dat ze produceert. Ook andere papierfabrikanten ter plekke, zoals Navigator en Crown Van Gelder (CVG), zeggen dat ze het volume aan inkjetpapier jaarlijks zien stijgen met dubbel-cijferige percentages. Bij het Nederlandse CVG werd vorig jaar zelfs nog 10 miljoen euro geïnvesteerd in een soft-kalander om ook een tweede papiermachine geschikt te maken voor de productie van speciaal inkjetpapier. Ad Sies (CVG) meent dat er naast de opkomst van speciale inkten-oplossingen zeker een groeimarkt blijft voor inkjetpapiersoorten: "Daarmee kun je altijd op topsnelheid drukken. En bovendien zijn besparingen op de inkt tot wel 30 procent mogelijk." Hij ziet dat het publishing-marktsegment nu de grootste toename vertoont en verwacht dat straks ook het grafische 'commercial print' gaat groeien in inkjet.Over twee jaar, als er alweer kan worden teruggekeken op een ongetwijfeld succesvolle inkjet-Drupa, zal tijdens de volgende Innovationdays blijken welke koers de markt daadwerkelijk kiest.