Lenor Unstopables en Lenor geurparels, twee P&G-producten om de was lekkerder te laten ruiken, hebben de primeur als het gaat om kunststof verpakkingen met een digitaal watermerk. Dit watermerk zorgt ervoor dat, na gebruik, in de sorteerinstallatie perfect het soort kunststof wordt herkend waaruit de verpakking is gemaakt. Met als consequentie dat ze perfect van andere soorten kunststof kunnen worden onderscheiden, gesorteerd en gerecycleerd om zo de circulaire economie verder vorm te geven. De verschijning in het supermarktschap van verpakkingen met een digitaal watermerk volgt uit de driejarige pilot HolyGrail; een onderzoeksproject dat in 2016 werd gestart onder leiding van Gian De Belder, manager circulaire economie en duurzame verpakkingen bij P&G. Bij dit project maar liefst 29 toonaangevende fabrikanten, retailers, verpakkingsproducenten en afvalsorteerders aan. Het geheel werd mede gefinancierd door de Ellen MacArthur Foundation, die zich mondiaal inzet voor een circulaire economie.
...

Lenor Unstopables en Lenor geurparels, twee P&G-producten om de was lekkerder te laten ruiken, hebben de primeur als het gaat om kunststof verpakkingen met een digitaal watermerk. Dit watermerk zorgt ervoor dat, na gebruik, in de sorteerinstallatie perfect het soort kunststof wordt herkend waaruit de verpakking is gemaakt. Met als consequentie dat ze perfect van andere soorten kunststof kunnen worden onderscheiden, gesorteerd en gerecycleerd om zo de circulaire economie verder vorm te geven. De verschijning in het supermarktschap van verpakkingen met een digitaal watermerk volgt uit de driejarige pilot HolyGrail; een onderzoeksproject dat in 2016 werd gestart onder leiding van Gian De Belder, manager circulaire economie en duurzame verpakkingen bij P&G. Bij dit project maar liefst 29 toonaangevende fabrikanten, retailers, verpakkingsproducenten en afvalsorteerders aan. Het geheel werd mede gefinancierd door de Ellen MacArthur Foundation, die zich mondiaal inzet voor een circulaire economie.Digitale watermerken en chemische 'verklikkers' spelen de hoofdrol spelen in HolyGrail. De digitale watermerken zijn verwerkt in het etiket of in het verpakkingsmateriaal zelf. Met behulp van camera's en verlichting kunnen verschillende verpakkingsmaterialen van elkaar gescheiden worden in sorteerinstallaties. Op deze manier kunnen bijvoorbeeld food en non-food verpakkingen van elkaar worden gescheiden, evenals monomaterialen van laminaten. Maar ook kunnen zwarte schaaltjes (voor bijvoorbeeld vleeswaren of kaasplakjes) worden herkend door de sorteerinstallaties waar dat voorheen nog niet het geval was. Met het recycleren en hergebruik van al het plastic verpakkingsafval als uiteindelijke doel.De HolyGrail pilot werd uitgevoerd in het kader van de New Plastics Economy Pioneering Projects van de Ellen MacArthur Foundation. "Het project leidde tot de conclusie dat het taggen van verpakkingen een drastische impact kan hebben op nauwkeuriger sorteren en hoogwaardige recycling van plastic", was de conclusie van de tevreden stichting na afloop van de pilot. "Verbeterde sortering kan zowel de kwaliteit als de hoeveelheid gerecycled materiaal op de markt verbeteren, wat zou betekenen dat meer kunststoffen teruggaan naar de markt en waarde opleveren in plaats van verspilling te worden."In de eindrapportage van het HolyGrail-project stelde de Ellen MacArthur foundation in 2019 verder dat er nog veel werk moest worden verricht om de pilot te promoveren tot dagelijkse praktijk op industriële schaal. "De robuustheid van de technologieën en het werkelijke potentieel voor waardebepaling moeten nog nader worden bepaald. Verder moeten belanghebbenden overeenstemming bereiken over een gemeenschappelijk identificatieschema om codes te kunnen implementeren als basis voor het sorteren op schaal. Met als optie een koppeling naar GS1 als datastandaard. Een andere vraag is die naar het data-eigendom en hoe de aanzienlijke investeringen in recyclingfaciliteiten gefinancierd moeten worden. Project HolyGrail toont aan dat de kennis die nodig is voor een verbeterde sortering al aanwezig is en dat nu de engineering- en ontwikkelingsaspecten moeten worden aangepakt."Daarom achtte de Ellen MacArthur Foundation het van belang dat de bevindingen industriebreed onder de aandacht zouden worden gebracht. "Alleen op die manier kunnen die invoering van digitale watermerken en chemische traceringstechnologie voor plastic verpakkingen voldoende draagvlak krijgen." Dat laatste is prima gelukt. Zo won het HolyGrail-project in september twee prestigieuze Sustainability Awards.Over hoe aan de andere voorwaarden is voldaan, zullen in de komende tijd ongetwijfeld nadere mededelingen volgen vanuit P&G.Recent zagen meer initiatieven om verpakkingsafval op te waarderen tot hernieuwde grondstoffen het levenslicht. Het Nederlandse Excess Materials Exchange (EME) pakt het herwaarderen van verpakkingsafval net iets anders aan.EME startte onlangs een uitwisselingsplatform voor gebruikte materialen en nieuwe toepassingen en doopte dat als 'datingsite' om het een speelse touch te geven. De basis daarvoor is een grondstoffenpaspoort dat gedurende de hele levenscyclus - van ontwerp- tot en met afvalfase - met het materiaal meereist. Dankzij de data in dat paspoort kunnen ook gebruikte verpakkingen worden gekoppeld aan het meest efficiënte hergebruik. Dat ook dit initiatief bijdraagt aan een circulaire economie, blijkt wel uit de erkenning door de Ellen MacArthur foundation.EME constateerde bij haar start dat in Nederland 2,12 miljard ton afval wordt gedumpt en dat 99 procent van alle producten binnen zes maanden afval zijn. Die start was eerst lokaal in de stad Amsterdam en is nadien uitgebreid over heel Nederland. Inmiddels heeft EME ook nadrukkelijk België als potentieel afzetgebied in het vizier. "We gooien steeds meer producten weg en de waarde ervan blijft nu nog grotendeels onbenut. Daar brengen wij verandering in. Wij geven afval waarde", aldus mede-oprichtster Maayke Damen.Op het EME-platform hebben bedrijven de mogelijkheid tegen een vergoeding al hun (rest-)materialen te kopen en verkopen, waarbij EME vraag en aanbod op die manier matcht dat zij de hoogste hergebruikswaarde oplevert. Dat levert winst op voor zowel de portemonnee als het milieu, is de achterliggende gedachte.Het genoemde grondstoffenpaspoort biedt een gestandaardiseerd overzicht van de verschillende componenten waaruit een product bestaat, de karakteristieken ervan en wanneer ze aan het product zijn toegevoegd. Deze gegevens worden in de verschillende 'levensfases' van een verpakking in een database aan het grondstoffenpaspoort toegevoegd, zodat dit tot en met de afvalfase met het product 'meereist'. Partijen die dit grondstoffenpaspoort voeden zijn onder meer ontwerpers, producenten, gebruikers en recycleerders. Dit paspoort moet vervolgens een contextonafhankelijke en sectoroverschrijdende koppeling mogelijk maken tussen de materialen en eventuele nieuwe toepassingen. Daarna wordt een financiële waardering van de match tussen het ingezamelde materiaal en eventueel meerdere toepassingen berekend evenals de sociale en de milieu-impact van de match. Uiteindelijk moet daar de best mogelijke combinatie uitkomen.Dankzij de blockchain-technologie kunnen uiteenlopende data van de materialen snel en op grote schaal geïnterpreteerd worden. Zo blijkt bijvoorbeeld dat je van gerecycled PET heel goed schoenen kunt maken en dat dat méér oplevert dan wanneer je dit materiaal in meubels of tapijt verwerkt. De ideale match van houten verpakkingsafval blijkt er een met houten vloeren te zijn. Dat levert meer op dan verwerking in nieuwe, houten brilmonturen of in sneakers.In voorafgaande brede pilot - samen met grote bedrijven, waaronder de Nationale Spoorwegen - onderzocht EME de financiële- en milieuwaarde van achttien materialen, van koffiedrab tot spoorstaven. Van de totale potentiële waarde van alle materialen bij elkaar (? 118 miljoen) werd ? 64 miljoen gerealiseerd doordat materialen een andere bestemming kregen. Daarnaast werd ? 5,4 miljoen euro aan afvalverwerking en ? 54 miljoen euro aan milieu-kosten bespaard. Dat laatste zijn kosten die gemoeid zijn met het voorkomen van milieubelasting door het product. Deze bestaat onder meer uit de milieuvervuiling zelf, maar ook uitputting van grondstoffenvoorraad voor de productie, transport en inzameling en recyclage van het product.Maar uiteraard moeten alle diensten die EME verleent, ook betaald worden. Bedrijven die hun verpakkingsafval te gelde willen maken, kunnen voor ? 2.600 een grondstoffenpaspoort krijgen, per materiaalstroom. Willen ze deze dan ook gekoppeld zien aan een nieuwe toepassing, dan komt ze dat op voor ? 9.500 per materiaalstroom.