Wereldwijd gezien neemt de West Europese markt voor bedrukte verpakkingen zo'n 20 procent voor zijn rekening. Binnen Europa zijn de verschillen volgens het recent verschenen Intergraf Packaging Market Report van onderzoeksbureau Smithers groot: het westelijke deel van Europa is goed voor 89 procent, en Oost-Europa voor slechts 11 procent. Daar komt de komende vijf jaar wel verandering in: voor de markt in Oost Europa wordt een jaarlijkse groei van 3,8 procent voorzien, terwijl West Europa op 1,5 procent blijft steken (ter vergelijking: de wereldwijde markt voor bedrukte verpakkingen zal tot 2027 naar verwachting met jaarlijks 3,2 procent groeien). Binnen Europa vormen Duitsland, Frankrijk en Italië de top-3 op het gebied van bedrukte verpakkingen - en daar komt ook de komende vijf jaar naar het zich laat aanzien geen verandering in.
...

Wereldwijd gezien neemt de West Europese markt voor bedrukte verpakkingen zo'n 20 procent voor zijn rekening. Binnen Europa zijn de verschillen volgens het recent verschenen Intergraf Packaging Market Report van onderzoeksbureau Smithers groot: het westelijke deel van Europa is goed voor 89 procent, en Oost-Europa voor slechts 11 procent. Daar komt de komende vijf jaar wel verandering in: voor de markt in Oost Europa wordt een jaarlijkse groei van 3,8 procent voorzien, terwijl West Europa op 1,5 procent blijft steken (ter vergelijking: de wereldwijde markt voor bedrukte verpakkingen zal tot 2027 naar verwachting met jaarlijks 3,2 procent groeien). Binnen Europa vormen Duitsland, Frankrijk en Italië de top-3 op het gebied van bedrukte verpakkingen - en daar komt ook de komende vijf jaar naar het zich laat aanzien geen verandering in. Van alle verpakkingen in Europa is zo'n 63 procent bedrukt, maar dat percentage varieert per marktsegment. Volgens Smithers scoren met name verpakkingen van golfkarton en vouwkarton bovengemiddeld: daar wordt respectievelijk 86,1 procent en 91 procent van een bedrukking voorzien. Die markt van bedrukte verpakkingen (van papier, folie, metaal en (golf)karton, maar uitgezonderd labels) was in 2022 naar schatting van Smithers goed voor zo'n 77,4 miljard euro. Naar verwachting groeit dat bedrag de komende tijd met jaarlijks 1,8 procent naar 84,6 miljard euro in 2027. Het golfkarton-segment is en blijft met ruim een derde (34,5%) de grootste verpakkingsmarkt. Het Intergraf-rapport van Smithers noemt een aantal trends die de groei van de verpakkingsmarkt aanjagen - en tegelijkertijd vaak ook zorgen voor verschuivingen en doorontwikkeling. Allereerst neemt wereldwijd in bijna alle landen de bevolking toe, en een steeds groter deel van die bevolking woont in verstedelijkte gebieden. Bovendien groeit in met name het zuidelijke halfrond van de wereld het besteedbaar inkomen. Deze demografische veranderingen en het veranderende consumentengedrag zorgen voor een toenemende vraag naar verpakte producten. Tel daar de sinds 2020 ongekende groei van e-commerce bij op, met als gevolg een eveneens snel toenemende behoefte aan verzendverpakkingen voor al deze online bestellingen. Smithers schat dat de wereldwijde markt voor e-commerce verpakkingen in 2022 bijna 60 miljard euro waard was, na een jaarlijkse groei sinds 2017 van gemiddeld 20 procent. Hoewel e-commerce zich de komende jaren volgens Smithers nog wel zal blijven ontwikkelen, vlakt de groei in deze verpakkingsmarkt tot 2027 enigszins af naar gemiddeld zo'n 9,8 procent. Dan is er nog de enorm gestegen aandacht voor duurzaamheid, bij zowel consumenten als overheden. De veranderende wensen en eisen die de eindklanten stellen en de toenemende wet- en regelgeving dwingen tot innovatie in de verpakkingsindustrie (zie ook het artikel in GN 5-2023). De vraag naar duurzamere verpakkingen zorgt voor een verschuiving van plastic naar papier en karton. Dat is met name ook goed nieuws voor de producenten en verwerkers van vouwkarton, stelt Smithers in een rapport dat begin mei verscheen. In dit marktsegment zal in 2023 zo'n 56,8 miljoen ton karton worden verwerkt; dat was in 2019 nog 47,8 miljoen ton, en naar verwachting zal het in 2028 zo'n 77,3 miljoen ton zijn. Ongeveer de helft van het totale vouwkarton-volume is bestemd voor verpakkingen van voedingsmiddelen en dranken, de andere helft voor allerlei andere markten (zoals cosmetica en medicijnen). Alle optimistische groeiverwachtingen van de Smithers-marktanalisten ten spijt, ziet Robbert Amse (commercieel directeur Wifac) dat er op dit moment toch sprake is van een zekere stabilisatie in de verpakkingsmarkt: "De volumes lopen terug". Het is niet helemaal duidelijk wat hiervan de oorzaak is: "Aanvankelijk werd gedacht dat er eigen magazijnvoorraden aan karton en verpakkingen werden opgemaakt. Maar de trend houdt nu zo lang aan, dat er meer aan de hand lijkt. Drukkerijen zijn niet zozeer klanten kwijtgeraakt, maar de bestelde oplages dalen. Dat wordt misschien mede door de inflatie veroorzaakt. Ook speelt mee dat veel marketingbudgetten al eerder zijn vastgesteld, terwijl de prijzen zijn gestegen - en dan zie je bijvoorbeeld in de display-markt dat er dus minder exemplaren kunnen worden besteld." De momenteel afnemende vraag in de markt dwingt ook toeleveranciers al tot maatregelen. De Finse papiergigant Metsä bijvoorbeeld maakte in mei bekend van plan te zijn bij de karton-divisie Metsä Board de productiecapaciteit de rest van het jaar af te schalen. Voor 1.100 medewerkers bij zeven papierfabrieken zal een tijdelijke werkeloosheidsregeling worden opgetuigd. Ook bij de pulp- en papierfabrieken van het eveneens Finse UPM worden soortgelijke maatregelen voorbereid. Ondanks de huidige marktomstandigheden ziet Robbert Amse dat er wel degelijk sprake is van investeringsbereidheid bij de verpakkingsdrukkerijen. "We hebben de afgelopen jaren toch zeker vijf of zes grootformaat Koenig & Bauer offsetpersen in de Benelux verkocht. Die drukkerijen zijn juist op zoek naar nog meer efficiëntie en productiviteit om goed op de trends in te kunnen spelen. Die persen zijn voorzien van allerlei automatisatie en beschikken over inline procescontrole. Het gaat meestal om verhoogde persen, zodat er met hogere stapels gewerkt kan worden. Ook de papierlogistiek rondom in de pers is vergaand geautomatiseerd." "We hebben bovendien meerdere machines met zeven torens geïnstalleerd, omdat je met de toevoeging van oranje, groen en violet aan CMYK zo'n 95 procent van de Pantone-kleuren kunt drukken - en dat scheelt dus veel tijd en kosten voor het wisselen van steunkleuren op de pers." Daarnaast ziet Amse belangstelling voor UV-inkten, "vooral in verband met het bedrukken van PE-materialen. En ook voor voedselverpakkingen zijn low migration UV-inkten beschikbaar." Wifac heeft naast de offsetpersen sinds kort een nieuw alternatief beschikbaar voor producenten van vouwkartonnen verpakkingen: de VariJet 106 van Koenig & Bauer Durst. Deze hybride pers op B1-formaat, die al op Drupa 2016 werd aangekondigd, combineert volgens de fabrikant het beste van twee werelden, namelijk offset en inkjet, legt Amse uit. De nieuwe machine beschikt over het vertrouwde inlegsysteem van Koenig & Bauer, waarna de eerste analoge drukunit van de machine elk drukvel van een pre-coating voorziet om een telkens gelijkwaardige bedrukking te garanderen. Het hart van de machine wordt gevormd door de inkjet-unit, waar Fuji Dimatix Samba inkjetkoppen het substraat in maximaal zeven kleuren (CMYK plus oranje, groen en violet) bedrukken met watergebaseerde en voedselveilige inkt. Na de droogunit volgt dan een druktoren die het bedrukte vel van een vernis voorziet om de krasvastheid nog te vergroten. Inmiddels zijn er twee bèta-installaties van de VariJet 106 in Frankrijk en Polen, vertelt Amse (die er vanuit gaat dat de pers ook op Drupa'24 te zien zal zijn): "De ene drukkerij werkt voor de farmaceutische markt, waar je veel variaties en wissels hebt met vaak kleine oplages die ook just-in-time geleverd moeten worden. De andere partij is gespecialiseerd in gepersonaliseerde verpakkingen en actiegerichte verpakkingen. Het zijn dus twee zeer verschillende toepassingen, en het zal interessant zijn om te zien hoe die businesscases zich ontwikkelen." Ook in de Benelux ziet Amse zeker kansen voor de VariJet 106 - begin juni organiseerde Wifac een bijeenkomst rond de machine in het Nederlandse Eindhoven voor zo'n 20 bedrijven. "Iedereen ziet dat inkjet rijp is voor deze markt. Maar het is geen vervanging van bijvoorbeeld offset; inkjet voegt vooral iets toe aan je mogelijkheden. Het is daarbij wel heel belangrijk dat je goed naar de businesscase kijkt en weet welke markt je gaat bedienen. Je redt het niet met alleen het produceren van orders met kleine oplage." Het zal interessant worden om te zien hoe de markt reageert op de VariJet 106 van Koenig & Bauer, nadat eerder Heidelberg al een poging waagde om een B1-inkjetpers voor de vouwkarton-markt te bouwen. Deze PrimeFire 106, die in samenwerking met Fujifilm werd ontwikkeld, werd op Drupa 2016 geïntroduceerd. Daarna werden wereldwijd tien exemplaren van de PrimeFire 106 geïnstalleerd. In 2020 werd de machine daarom alweer uit het portfolio geschrapt door toenmalig ceo Rainer Hündsdorfer: "Deze markt heeft zich veel langzamer ontwikkeld dan verwacht vanwege de moeilijke industrie en marktomstandigheden." Om diezelfde reden werd direct ook de productie van de grootformaat offsetpersen, zoals de Speedmaster XL 162, gestaakt. Daarmee leek Heidelberg dit verpakkingsmarktsegment te verlaten, al bleef de persenbouwer tegelijkertijd het strategische belang van deze markt benadrukken. En anno 2023 wordt duidelijk wat de plannen zijn: in mei onthulde Heidelberg tijdens de Interpack-vakbeurs in Düsseldorf een flexorotatiepers voor vouwkarton te hebben gebouwd. Deze 'Boardmaster' gedoopte machine, die vouwkarton tot 800 grams verwerkt op een baanbreedte tussen de 850 en 1.650 mm en een topsnelheid van 800 meter per minuut haalt, wordt gepresenteerd als "een aantrekkelijk alternatief voor VLF offsetvellenpersen". Volgens Heidelberg vertoont de markt voor verpakkingen van vouwkarton goede groeiperspectieven en flexo is er met een marktaandeel van 15 procent de meest toegepaste druktechniek. Ervaring met flexo heeft Heidelberg al wel met de 'Intro'- en 'ICS'-persen via dochteronderneming Gallus. Er zou inmiddels een eerste Boardmaster-pers in de VS zijn geïnstalleerd. De machine was tijdens Interpack alleen virtueel aanwezig en ook op Drupa zal de enorme rotatiepers waarschijnlijk ontbreken - mogelijk vinden dan demonstraties plaats in de Heidelberg-fabrieken. Flexo kreeg van Heidelberg de voorkeur vanwege de dominantie van die druktechniek in de vouwkartonmarkt. Volgens Smithers is dat in de totale verpakkingsindustrie nog sterker het geval. Van alle verschillende druktechnieken die worden gebruikt voor de productie van bedrukte verpakkingen is flexo nog altijd het meest toegepast (56,8%), gevolgd door offset (27,1%) en diepdruk (12,7%). Tegen 2027 dalen die marktaandelen allemaal licht naar respectievelijk 55,8 procent, 26,4 procent en 12 procent, omdat digitale druktechnieken (en met name inkjet) oprukken van een marktaandeel van 2,9 procent in 2022 naar 5,4 procent in 2027. Dankzij die jaarlijkse groei van ruim 15 procent is de Europese markt voor digitaal gedrukte verpakkingen in 2027 goed voor 3,5 miljard euro. De keuze van Koenig & Bauer Durst voor een inkjetpers in deze groeimarkt valt dus ook goed te verklaren. Het digitaal bedrukken van verpakkingen nam in 2020 flink toe na het uitbreken van de coronapandemie, stelt het rapport Smithers, omdat er snel mee kon worden ingespeeld op de veranderde marktomstandigheden. De ook nu nog altijd aanhoudende vraag naar kleinere oplages is een van de factoren die de opkomst van digitale druktechnieken in de verpakkingsmarkt stimuleren. Naar verwachting zal in 2027 de dan bereikte schaalgrootte er bovendien voor zorgen dat het prijsverschil tussen digitale en conventionele persen afneemt, waardoor de drempel om in digitale technologie te investeren lager wordt. Ondertussen neemt bij alle spelers in de keten de kennis over de mogelijkheden van digitale druktechnieken toe, zoals variabele bedrukking. Smithers schrijft: "Verpakkingen vormen een directe kostenpost voor merkeigenaren en retailers. Door promotionele uitingen en advertenties toe te voegen aan de bedrukking, veranderen verpakkingen in een mogelijke additionele inkomstenbron." De verschuiving van plastic verpakkingen naar kartonnen alternatieven vindt ook plaats in de voedingsmiddelenindustrie. Juist in dit segment worden hoge eisen gesteld aan zowel de substraten als de bedrukking ervan: uiteraard mogen het karton of de inkten de smaak en geur van de voedingsmiddelen niet veranderen - of voor gezondheidsrisico's zorgen. Omdat specifieke Europese wetgeving op dit gebied vooralsnog ontbreekt, hebben de papiersector en de inktindustrie zelf strikte regels opgesteld in de vorm van 'Good Manufacturing Practice' (GMP) documenten. De papier- en kartonindustrie hanteert de in 2010 door brancheorganisatie Cepi opgestelde 'Good Manufacturing Practice' en de uit 2011 stammende 'Food Contact Guidelines' van de ECMA (European Carton Makers Association) als leidraad voor papier en karton dat in contact komt met voedingsmiddelen. Van beide documenten verscheen recentelijk een nieuwe herziene versie. Ze beschrijven alle stappen in het productieproces van papier en karton, het gebruik van grondstoffen en materialen, en de testmethoden waarmee kan worden aangetoond dat aan alle voorwaarden is voldaan. In de inktindustrie stelde de Europese branchevereniging EuPIA de 'Good Manufacturing Practice' op voor drukinkten op voedselverpakkingen. Daarin is een belangrijke rol weggelegd voor 'low migration' inkten. Met gecontroleerde productie en verantwoord gebruik van deze speciaal geformuleerde inkten wordt voorkomen dat zich componenten uit de inkt kunnen verplaatsen naar het voedingsmiddel. Dergelijke ongewenste 'migratie' kan zich voordoen als de inkt rechtstreeks in contact komt met het voedingsmiddel, maar sommige componenten kunnen ook van de buitenzijde van de verpakking door het materiaal heen naar binnen trekken. Ook bestaat nog het risico dat bepaalde elementen zich in een stapel of op een rol via de achterzijde van het substraat uiteindelijk naar het voedingsmiddel verplaatsen. Behalve de EuPIA-richtlijnen bestaat er ook nog andere strenge regelgeving op dit gebied. In Zwitserland zijn sinds 2010 strenge regels van kracht op het gebied van inkten voor voedselverpakkingen. In deze 'Swiss Ordinance' is een lange lijst met meer dan 5.300 substanties opgenomen (op basis van hun chemische samenstelling) - en deze lijst wordt regelmatig herzien en bijgewerkt. Deze Zwitserse voorschriften worden wereldwijd vaak als richtlijn gebruikt, bijvoorbeeld ook door grote voedingsmiddelenproducenten zoals Nestlé, dat er haar eigen eisenpakket richting toeleveranciers mede op baseerde. Ook de in de verpakkingsmarkt oprukkende digitale druktechnieken krijgen uiteraard met de specifieke eisen in deze sector te maken - niet alleen als het gaat om migratie-eigenschappen en voedselveiligheid, maar bijvoorbeeld ook krasbestendigheid en lichtechtheid. Lode Deprez (vice-president Technology Digital bij Xeikon) schreef in 2021 een whitepaper waarin hij de eigenschappen van toner- en UV-inkjet-technologie (beiden vertegenwoordigd in het Xeikon-portfolio) vergelijkt bij toepassing op verpakkingen. Toner versmelt tijdens het drukproces tot een polyesterlaag op het substraat. De moleculen in zo'n laagje Xeikon-toner zijn relatief groot en liggen vast: het risico op migratie van componenten is daarom verwaarloosbaar, schrijft Deprez. Dat ligt anders bij UV-inkjet, waar hij spreekt over 'migration-optimised' inkten in plaats van 'low-migration': "Die term wekt de indruk dat deze inkten altijd voldoen aan de regels voor voedselverpakkingen, terwijl dat niet automatisch het geval is." Volgens Deprez moet dat telkens per applicatie worden vastgesteld en gecontroleerd. Het gevaar schuilt in de monomeren (zoals acrylaten) en foto-initiators, die in de UV-inkten aanwezig zijn. Onder UV-licht gaan deze componenten een reactie met elkaar aan waardoor de inktlaag uithardt. Als dat echter niet volledig gebeurt, kunnen componenten eventueel alsnog migreren. Dat is bovendien mede afhankelijk van de barrière-eigenschappen van het bedrukte substraat, en bijvoorbeeld ook van hoelang een verpakking op voorraad blijft en onder welke (temperatuur)omstandigheden. Het gebruik van low-migration UV-inkten voor voedselverpakkingen stelt dus zeer hoge eisen aan de productie en verwerking doorheen de volledige keten. Gevraagd naar de actuele stand van zaken laat Deprez weten: "Ik vermoed dat de meeste fabrikanten van UV inkjet inkten al hun kostbare R&D-energie het laatste jaar hebben moeten steken in het herformuleren van bestaande inkten. Dit wegens het voortdurend strenger worden van de regelgeving, waarbij meer en meer monomeren en foto-initiators op de zwarte lijst terecht komen. En het is mijns inziens nog niet gedaan."