De groei van het aantal kleine oplagen en de trend naar gepersonaliseerd drukwerk met variabele gegevens maken dat digitale printsystemen meer dan ooit een plaats verdienen in een offsetdrukkerij. De vraag is dan welke oplossing het best aansluit bij de activiteiten van de drukker, wat die ook zijn - boeken, direct marketing, grote volumes of verpakkingen. Verdient een systeem op basis van toner de voorkeur boven een inkjetsysteem? Of omgekeerd? Kiezen we voor een vellen- of een rotatiesysteem? Vaak is het niet zozeer de drukkwaliteit, maar het drukvolume dat de keuze voor de éne of andere technologie bepaalt. En door de opkomst van de inkjetdruk krijgt ook de kostprijs een rol in het debat.
...

De groei van het aantal kleine oplagen en de trend naar gepersonaliseerd drukwerk met variabele gegevens maken dat digitale printsystemen meer dan ooit een plaats verdienen in een offsetdrukkerij. De vraag is dan welke oplossing het best aansluit bij de activiteiten van de drukker, wat die ook zijn - boeken, direct marketing, grote volumes of verpakkingen. Verdient een systeem op basis van toner de voorkeur boven een inkjetsysteem? Of omgekeerd? Kiezen we voor een vellen- of een rotatiesysteem? Vaak is het niet zozeer de drukkwaliteit, maar het drukvolume dat de keuze voor de éne of andere technologie bepaalt. En door de opkomst van de inkjetdruk krijgt ook de kostprijs een rol in het debat.Op de markt zijn flink wat producenten actief die verscheidene uitrustingen voor uiteenlopende segmenten aanbieden. En daarbij verdedigt elke producent uiteraard zijn eigen printoplossing of -oplossingen. Heidelberg bijvoorbeeld inspireert zich op zijn offsetpersen om inkjetvellenpersen te bouwen, maar investeert net zo goed in de digitale druk op basis van toner. Ook grote namen uit de elektrofotografie, zoals Xerox en recent nog Xeikon (met de PX3000 voor de etikettendruk), zijn op de inkjet overgestapt. Daarnaast bieden tal van constructeurs zowel digitale vellen- als rotatiesystemen aan: Canon, Ricoh, Xerox, HP, Komori, enz. De segmentatie van de markt wordt almaar complexer en elke technologie speelt daarbij in op de behoeften van een heel specifiek marktsegment.Terwijl inkjet op dit moment de grootste technologische vooruitgang kan voorleggen, is de tonerdruk ondertussen al een volwassen technologie die het nu veeleer van verbeteringen of evoluties moet hebben. "De producenten brengen nog wel een nieuwe generatie van tonerpersen uit, met nieuwe functies of hogere snelheden, maar op het vlak van kwaliteit en snelheid heeft de tonertechnologie haar limieten bereikt," stelt Geert Van Acker, Digital Print & Prinect Sales Consultant van Heidelberg Benelux. Ondanks het offensief van de inkjet blijft de elektrografie echter wel een rol spelen bij handelsdrukwerk in kleine hoeveelheden en blijft die digitale techniek op het ogenblik nog altijd het meest toegepast.Kiezen tussen een printsysteem op basis van toner of van inkjet blijft in de eerste plaats een centenkwestie. Op de markt vind je al productiesystemen op basis van toner voor enkele tien- of honderdduizenden euro's, afhankelijk van de productiviteit en de functies. Voor een inkjetpers moet je echter al snel een miljoen neertellen. "Alles hangt ook af van het soort van toepassingen, van de oplage, van de inktdekking en van het papier. Voor handelsdrukwerk in formaten kleiner dan SRA3, zoals naamkaartjes en flyers, loont de investering in de inkjettechnologie in de meeste gevallen niet. Het bedrag dat je in een inkjetpers moet investeren, is een veelvoud van dat wat je voor een tonersysteem nodig hebt. Bovendien betaal je bij een inkjetpers ook nog eens meer voor de onderhoudskosten en de onderdelen. Anderzijds is toner dan weer duurder dan inkt voor inkjetsystemen. Wanneer we de TCO (total cost of ownership - totale exploitatiekosten) berekenen, tonen tonersystemen zich bij de meeste vormen van handelsdrukwerk rendabeler," meent Geert Van Acker. Frank Blomme, Commercial Excellence Leader Belgium Luxembourg van Xerox, onderstreept een ander aspect: "De variabele kosten van de inkjetdruk zijn lager dan die van de tonerdruk." Adriaan Dries, Business Marketer Production Printing van Ricoh België, treedt hem daarin bij: "De investering in een inkjetpers is inderdaad veel groter dan die in een tonerpers. Maar dat wordt over het algemeen gecompenseerd door de lagere kostprijs per pagina bij een inkjetpers, omdat de volumes groter zijn. Een rol daarbij speelt echter ook de hoeveelheid inkt die op een vel aangebracht wordt." Door de band echter kan men wel stellen dat de exploitatiekosten van een inkjetsysteem lager liggen dan die van een tonersysteem.Bij de digitale druk wordt de offsettechnologie als norm op kwaliteitsgebied gehanteerd. Gedurende lange tijd zagen de tonersystemen de kwaliteit als het domein waar zij het hoge woord voerden, maar nu laten ook de producenten van inkjetpersen verstaan dat ze op het vlak van kwaliteit niet meer moeten onderdoen. Sommige producenten, zoals Screen of Fujifilm, beweren zelfs dat de drukkwaliteit van inkjetpersen nu beter is dan die van offsetpersen. Xeikon en Xerox zijn daarentegen van mening dat de toner de inkjet nog altijd overtreft. "Het kleurengamma van toner is nog altijd ruimer dan dat van de CMYK-inkjettechnologie," bevestigt Frank Blomme. De resolutie van een tonersysteem bedraagt gewoonlijk 2400 x 2400 dpi, terwijl de norm bij inkjet 1200 x 1200 dpi is - bij vergelijkbare printsystemen. Danny Mertens, Corporate Communication Manager van Xeikon, wijst nog op een ander punt: "Toner bevat geen water. Wanneer je hoogwaardige boeken vervaardigt, betekent dit dat de illustraties scherper en helderder zullen zijn en dat je het bedrukte papier gemakkelijker en beter kunt afwerken (snijden en binden). Het water in inkjetinkten moet verdampen waardoor het papier gaat golven, uitrekken of inkrimpen zodat het kwetsbaarder is bij de afwerking." De nieuwste ontwikkelingen in de inkjettechnologie proberen dat probleem echter te verhelpen. Dat is meer bepaald het geval bij de inkjetrotatiepersen van Screen en Ricoh. In dat verband haalt Adriaan Dries de VC70000 als voorbeeld aan: "Ricoh heeft inkjetinkten ontwikkeld die weinig water bevatten, de zogenaamde inkten met een hoge dichtheid. Onze kracht schuilt ook in het nieuwe droogsysteem dat het water snel verdampt zodat de vervorming van het papier vermeden wordt. Het resultaat is dat er nauwelijks nog verschil is tussen drukwerk op basis van toner en dat op basis van inkjet." Sommige gebruikers verwijten de tonersystemen daarnaast nog dat de inkt sterker glanst dan bij offset. Daarop antwoordt Adriaan: "Dat kan storend zijn als offset- en tonerdruk gemengd worden. Maar de hedendaagse toners zijn samengesteld om een matter aspect te hebben."Een groot voordeel van de printsystemen op basis van toner is de flexibiliteit van de dragers. Normaal vervaardigen papierproducenten papieren met een specifieke voorbehandeling voor de inkjet. In het andere geval moet de drukker op het papier een primer aanbrengen, als hij al geen inkten gebruikt die aangepast zijn aan de klassieke offsetpapieren. Hoewel de nieuwste generatie van inkjetpersen de primer niet meer nodig heeft en tegelijk ook meer papiersoorten kan bedrukken, kunnen tonersystemen toch nog altijd een grotere verscheidenheid aan papieren verwerken. "Gestreken, niet-gestreken, gestructureerd, gesatineerd, glanzend, synthetisch - alle papieren kunnen," zegt Geert Van Acker. Tonersystemen kunnen ook papier met een hoger gramgewicht bedrukken dan inkjetsystemen van hetzelfde formaat. De Versafire is daar een voorbeeld van: tot 470 g/m2. En de iGen van Xerox kan met een extra optie zelfs 510 g/m2 aan. "Dat maakt het mogelijk om ook andere toepassingen aan te bieden, zoals verpakkingen," zegt Frank Blomme. Bij inkjetvellenpersen tot het A4-formaat ligt het gramgewicht maximaal tussen 210 en 300 g/m2, afhankelijk van de machine. Wat echter voor de droge toner opgaat, is niet per definitie waar voor vloeibare toners zoals die in de HP Indigo-persen gebruikt worden. In dat geval moet het papier wel een voorbehandeling ondergaan. Daarbij speelt ook het investeringsbudget nog een rol omdat de technologie van HP Indigo duurder is.In de digitale tonerdruk is een drukformaat van SRA3 (320 x 450 mm) de norm. De tonersystemen van de nieuwste generatie kunnen dankzij nieuwe ontwikkelingen en dankzij de bannermodus toch drukformaten met een lengte van ongeveer één meter aan. Daardoor kunnen bijvoorbeeld ook affiches gedrukt worden. Voor een echt B2-formaat of groter kun je echter alleen bij printers op basis van vloeibare toner of bij de veel duurdere inkjetprinters terecht.Sinds enkele jaren onderscheiden tonersystemen zich van inkjetsystemen door de mogelijkheid om speciale kleuren te drukken, zoals gemetalliseerde en fluorescerende toners. Zelfs onzichtbare toners voor veiligheidstoepassingen behoren tot de mogelijkheden. Verscheidene productiesystemen van Xerox, zowel bij instapsystemen als bij topmodellen, kunnen gemetalliseerde toners aanbrengen. Dankzij de speciale optionele toners (wit, transparant, gouden zilverkleur) is de Iridesse het schoolvoorbeeld van die aanpak (max. 6 kleuren in lijn). Volgens Frank Blomme kennen de gemetalliseerde inkten een groot succes. Het feit dat er sinds 2018, het jaar waarin de Iridesse in België op de markt kwam, 15 exemplaren van geïnstalleerd zijn, moet die bewering kracht bijzetten. De Iridesse is overigens het eerste printersysteem op basis van droge toner dat met tot zes printstations uitgerust kan worden. HP Indigo van zijn kant biedt zes- en zevenkleurensystemen aan met vloeibare toner. Die constructeur brengt ook verscheidene speciale, gemetalliseerde en neonkleuren op de markt. Met de HP Indigo Electroink Silver (een zilverkleurige inkt) kan bijvoorbeeld een onbeperkt aantal tinten gemetalliseerd worden door de twee kleuren op elkaar te drukken. Voor de Ricoh Pro C 7200 en de Versafire EV van Heidelberg zijn vijf speciale kleuren op de markt: wit, vernis, neongeel, neonroze en onzichtbaar rood (de kleur wordt onder UV-licht zichtbaar). Wetenswaard is dat de Versafire-systemen van Heidelberg op de technologie van Ricoh gebaseerd zijn. "Het verschil zit hem in het kleurbeheer, in de server voor de digitale druk en in de productiestroom. Bij ons maakt het systeem Prinect het mogelijk om de offset- en digitale opdrachten te centraliseren," zegt Geert Van Acker.Speciale toners vertegenwoordigen een meerwaarde: "De concurrentie op de markt voor handelsdrukwerk is erg groot. Die speciale toners geven de drukkers nieuwe commerciële mogelijkheden zodat ze hun winstmarge kunnen opkrikken dankzij een communicatie die de gebaande paden links laat liggen," stelt Frank Blomme. Volgens Adriaan Dries hebben neonkleuren het voordeel dat ze het kleurengamma uitbreiden en het mogelijk maken om moderne kleuren te drukken. "CMYK bijvoorbeeld volstaat niet om het oranje van ING te reproduceren, maar door ook neonroze te gebruiken kom je toch heel dicht in de buurt," zegt hij. Bij de inkjetsystemen is volgens Geert Van Acker "de mogelijkheid om tot drie bijkomende kleuren aan de CMYK-inkten toe te voegen, een troef. Daardoor wordt een ruimer kleurenspectrum mogelijk: tot meer dan 95% van de Pantone-kleuren. En dat is een voordeel in de verpakkingssector." Danny Mertens van zijn kant wijst op het recyclebare karakter van de inkten. "Drukwerk dat met toner vervaardigd is, kan volledig gerecycled worden zonder dat een intensief gebruik van chemische producten nodig is om de gerecyclede pulp te bleken. Met inkjet is dat niet altijd het geval." In de verpakkingssector is de toepassing van de inkjettechnologie, wanneer die op UV-inkten gebaseerd is, aan een reeks beperkingen onderhevig. Die inkten kunnen niet gebruikt worden voor dragers die in contact met levensmiddelen komen. Dergelijke inkten lenen zich dan wel weer om synthetische dragers te bedrukken.Het kantelpunt bij de keuze tussen toner en inkjet moeten we ongetwijfeld bij het drukvolume zoeken. We weten dat de kleurproductie met toners maximaal 150 pagina's per minuut (p/min) bedraagt, terwijl de inkjetpersen ook bij veel hogere druksnelheden een constante kwaliteit kunnen leveren.Een tussenpositie tussen de droge toner en de inkjet wordt ingenomen door de vloeibare toners die in de digitale printsystemen van HP Indigo gebruikt worden. De HP Indigo 7900 (SRA3+) is een alternatief voor de productiepersen op basis van droge toner. De producent beweert dat die pers de offsetkwaliteit evenaart dankzij het gebruik van een rubberdoek om de inkt op het papier over te brengen. De HP Indigo 7900 kan een snelheid van 160 p/min halen op een maximumformaat van 33x49 cm (120 p/min in vierkleurendruk). Door in lijn een primer aan te brengen, kan de pers een ruime waaier dragers bedrukken (tot 350 g/m2), waaronder ook synthetische en gemetalliseerde dragers en textiel. De basisconfiguratie van de pers telt vijf drukeenheden, maar er zijn tot zeven eenheden mogelijk om een ruimer kleurenspectrum te realiseren en om speciale kleuren, zoals fluoroze, aan te brengen. De resolutie: 2438 x 2438 dpi. Bij handelsdrukwerk op het B2-formaat kan de HP Indigo 12000 tot 4.600 vellen per uur bedrukken. Bovendien kan de pers ook gramgewichten tot 400 g/m2 aan zodat ook karton voor vouwdozen bedrukt kan worden.Uiteindelijk "is er geen slechte machine" - daar zijn leveranciers het over eens. "Wat belangrijk is, is dat je weet hoe je de machine moet aansturen. Een hoge automatiseringsgraad is essentieel bij kleine oplagen. De productie moet erg snel gaan. Wij maken dat mogelijk met de werkstroom Prinect Digital Front End," preciseert Geert Van Acker.Sinds enkele jaren is de vellendruk niet meer het uitsluitende speelterrein van de tonermachines. De inkjetvellenpersen combineren de economische voordelen van de inkjet met de soepelheid van een vellensysteem zodat gemakkelijk tussen opdrachten met telkens andere papiersoorten omgeschakeld kan worden. Die digitale vellenpersen worden aangeprezen als soepeler en beter aangepast aan uiteenlopende drukopdrachten dan de rotatiemachines. In vergelijking met tonermachines maken ze het mogelijk om de productiviteit op te voeren, om meer papierformaten te gebruiken en om de toepassingen uit te breiden. De vellenprinters komen tegemoet aan de vraag naar een hoge beeldkwaliteit en kunnen tegelijk middelgrote oplagen van enkele duizenden exemplaren aan. Bovendien tonen ze zich flexibeler op het vlak van de dragers dan de rotatiedruk.Canon (Océ VarioPrint iSerie), Xerox (Baltoro HD) en Riso (T2) bieden inkjetvellenpersen in het A4-formaat aan die een productie van ongeveer 300 pagina's per minuut hebben. De persen lenen zich in eerste instantie voor commerciële en transactionele toepassingen. Vellensystemen van het formaat B2 en B1 zijn productiever (3000 à 6500 vellen per uur) en aanvaarden hogere gramgewichten zodat verpakkingskarton bedrukt kan worden. De normale drukresolutie bedraagt 1200 x 1200 dpi (tegenover 600 x 600 dpi in het formaat A4 - uitgezonderd Riso met een resolutie van 300 dpi). Vandaag zijn de enige B1-inkjetpersen de Landa S10 (handelsdrukwerk) en S10P (verpakkingen), de Komori Impremia NS40 en de Heidelberg Primefire 106. Daarnaast werkt Koenig & Bauer nog aan de ontwikkeling van de VariJET 106, een B1-pers voor vouwdozen en golfkarton. Op de volgende Drupa komen we daar ongetwijfeld meer over te weten. We vermelden ook nog de nieuwe Fujifilm JetPress 750S, de Komori Impremia IS29 en de Jet KM-1 van Konica Minolta voor het B2-formaat. De meeste van die persen werken met pigmentinkten, wat een getrouwe beeldweergave biedt die dicht bij de offsetkwaliteit aansluit. De KM-1 en de Impremia IS29 werken met UV-inkten zodat ze een bredere waaier papieren, synthetische dragers, etiketten en andere speciale dragers kunnen bedrukken.De standaardisering van de dragers, de efficiëntie en de optimalisering van de exploitatiekosten: dat zijn de belangrijkste voordelen van digitale rotatiepersen voor grote volumes. De automatisering van de productie, dankzij de integratie van de afwerking in lijn, draagt bij tot het succes van de inkjetrotatiepersen. Dat maakt het mogelijk om de kosten en de productietijd terug te dringen. Op het ogenblik is het al mogelijk om producten zoals garenloos gebonden boeken, folders en brochures in lijn af te werken. De inkjetrotaVoor de productie van handelsdrukwertkiepers wordt vandaag niet meer alleen voor monochroom, transactioneel drukwerk en voor direct marketing ingezet, maar ook voor hoogwaardige toepassingen zoals boeken, kranten en tijdschriften. "Bij die inkjetpersen merken we een verschuiving naar toepassingen waarbij een hoge fotokwaliteit van belang is, zoals fotoboeken," zegt Adriaan Dries. De belangrijkste ontwikkelingen op het vlak van de inkjetrotatiepersen hebben te maken met de papiersoorten, de inkten en de droogsystemen. Met de bedoeling om op inkjetrotatiepersen gestreken offsetpapier te bedrukken zonder dat een voorbehandeling nodig is. Dat moet het mogelijk maken om de kosten terug te dringen omdat dragers die speciaal voor de inkjetdruk geoptimaliseerd zijn, heel wat duurder zijn. "Het kan om een prijsverschil tot 30% gaan," zegt Martijn van den Broek, Marketing Manager EMEA van Screen Europe. "Ook de overstap van een vellen- op een rotatiepers maakt extra besparingen mogelijk, omdat een rol goedkoper is dan vellen. Dat vertegenwoordigt nog eens een besparing van 10% op het standaard gestreken offsetpapier. Bovendien kan op een rotatiepers ook de uitvoer van onbedrukt papier vermeden worden. Het papier kan dus efficiënter en met minder afval gebruikt worden," voert hij aan.Voor de productie van handelsdrukwerk en documenten in kleine oplagen vinden we bij Xeikon tonerrotatiepersen als een alternatief voor inkjetrotatiepersen. De serie 9000 van Xeikon omvat de modellen 9600 en 9800: een maximumsnelheid van 14,5 m/min (260 p/min), een resolutie van 1200 dpi en geschikt voor uiteenlopende dragers zoals gestreken en niet-gestreken papier, karton, synthetische dragers en etiketten. Breedte van de rol: van 320 tot 508 mm. "Die machines werken bovendien prima samen met andere druktechnieken: naast een offsetpers voor grafisch drukwerk, een grootformaat inkjetrotatiepers voor decoratietoepassingen en POS-materiaal, of een inkjetpers voor grote volumes," zegt Danny Mertens.In het segment van de hoogwaardige inkjetrotatiedruk treffen we ook nog andere systemen aan: de Truepress 520 HD+ van Screen (150 m/min) en de Océ ProStream 2400 van Canon (160 m/min). In België beschikt de digitale drukker Silhouet (Maldegem) over een Truepress 520 HD, terwijl de digitale en offsetdrukker Snel (Luik) onlangs in een ProStream 1000 van Canon geïnvesteerd heeft. Beide bedrijven hebben zich gespecialiseerd in de productie van boeken. Een nieuwkomer in dit segment is de Ricoh Pro VC 70000 (150 m/min). Xerox van zijn kant biedt ook een oplossing aan met de kleurenpersen Trivor 2400 HD/2400HF. De HD (High Density-inkt, 168 m/min) is geschikt voor drukkers die geen gestreken offsetpapieren moeten bedrukken, terwijl de HF (High Fusion-inkt, 100 m/min) bedoeld is om die papieren te bedrukken zonder dat een voorbehandeling vereist is. Daarnaast zijn er ook nog de HP PageWide Web Press T 200/400 (een baanbreedte tot 1060 mm en een snelheid van 183 m/min voor de T400). De drukkerij Symeta (Sint-Pieters-Leeuw) van Colruyt die meer bepaald promotioneel en transactioneel drukwerk vervaardigt, alsook gerichte en gepersonaliseerde communicatie, is een internationale referentiegebruiker van die pers.Productiepersen op basis van toners zijn geschikt voor drukwerk in kleine oplagen en kleine formaten (max. SRA3) waarvoor een maximale productiesnelheid van 150 pagina's per minuut volstaat. De verscheidenheid van de dragers (gestreken en niet-gestreken papieren, offsetpapier, gestructureerd papier, synthetische dragers), de gramgewichten van meer dan 250 à 300 g/m2 en de speciale kleuren (gemetalliseerd, neon, vernis) spreken bij kleine formaten in het voordeel van de tonerprinters. Daarnaast wordt de keuze voor een bepaald tonersysteem bepaald door de functies die de drukker nodig heeft voor zijn productie. Volstaat vierkleurendruk of is er vraag naar drukwerk met toegevoegde waarde? Gemetalliseerde, neonof onzichtbare toners kunnen dan nuttig zijn. Bij tonerprinters maakt de bannermodus het ook mogelijk om het drukformaat te verlengen en dus om nieuwe toepassingen aan te snijden.De grotere volumes, het B2-formaat en de mogelijkheid om tot zeven kleuren in lijn te drukken, spreken dan weer in het voordeel van de inkjet. Bij de keuze tussen een inkjetvellen- en een inkjetrotatiepers moet je ook rekening houden met de papiervolumes en voorraden die beheerd moeten worden. Terwijl de ontwikkelingen op het vlak van de inkjetvellenpersen erop gericht zijn om het toepassingsgebied tot de verpakkingen te verruimen, wil de inkjetrotatie een plaats in de uitgeverswereld opeisen dankzij verbeteringen in de drukkwaliteit. De toekomstige evoluties binnen de inkjettechnologie zullen ernaar streven om het aanbod compatibele papieren uit te breiden, om de productiestroom te automatiseren en om de exploitatiekosten nog te verlagen. Bij de inkjetrotatie bestaat de uitdaging erin om de productiviteit te verhogen en tegelijk een maximaal kwaliteitsniveau te behouden, en om zo het volume drukwerk waarbij de visuele aantrekkingskracht belangrijk is, te verhogen.