Zo makkelijk als 'mentalist' Gili - hij sloot Het Congres af - hebben de meeste ondernemers het niet: moeiteloos achterhalen welke onzichtbare kaart iemand in gedachte heeft genomen ('Schoppen boer!') of welke naam iemand op een papiertje heeft geschreven ('Chuck Berry!'), of precies weten onder welk bekertje zich een scherpe stalen pin bevindt zodat je alle andere bekertjes veilig kunt platslaan. Klanten en markten laten zich in de praktijk nu eenmaal een stuk moeilijker doorgronden. Maar Het Congres maakte ook duidelijk dat met visie, kennis, durf en een flinke dosis innovatie wel degelijk succes valt te behalen. Het evenement wil 'bedrijven helpen de veranderingen bij te benen', verklaarde presentatrice Francesca Vanthielen bij aanvang, en VIGC-directeur Jos Steutelings sloot daar, mede namens de 50 congrespartners, bij aan: "We willen informeren en inspireren."
...

Zo makkelijk als 'mentalist' Gili - hij sloot Het Congres af - hebben de meeste ondernemers het niet: moeiteloos achterhalen welke onzichtbare kaart iemand in gedachte heeft genomen ('Schoppen boer!') of welke naam iemand op een papiertje heeft geschreven ('Chuck Berry!'), of precies weten onder welk bekertje zich een scherpe stalen pin bevindt zodat je alle andere bekertjes veilig kunt platslaan. Klanten en markten laten zich in de praktijk nu eenmaal een stuk moeilijker doorgronden. Maar Het Congres maakte ook duidelijk dat met visie, kennis, durf en een flinke dosis innovatie wel degelijk succes valt te behalen. Het evenement wil 'bedrijven helpen de veranderingen bij te benen', verklaarde presentatrice Francesca Vanthielen bij aanvang, en VIGC-directeur Jos Steutelings sloot daar, mede namens de 50 congrespartners, bij aan: "We willen informeren en inspireren."Wie nog dacht dat het 'Internet of things' (IoT) toekomstmuziek is, werd door Peter Kouwen direct uit de droom geholpen: "IoT is nú bezig." Als 'practice leader Benelux' bij IBM op het gebied van IoT & Industry 4.0 ziet Kouwen in de praktijk hoe deze technologie businessmodellen verandert en nieuwe modellen mogelijk maakt: "Artificial Intelligence (AI) is een beest dat gevoerd moet worden met data om waarde te kunnen creëren." Hij noemde als voorbeeld BMW dat op afstand auto's kan uitlezen: "Daarmee kunnen ze niet alleen hun product verbeteren en doorontwikkelen. Ze kunnen die data ook inzetten voor nieuwe business, bijvoorbeeld door ze te delen met verzekeraars die vervolgens gebruikers een korting op hun premie kunnen bieden." Of kijk naar liftenfabrikant Kone, dat dankzij sensoren in haar 1 miljoen liften wereldwijd over data beschikt die haar helpen aan preventief onderhoud te doen. Daarmee verandert het 'onderhoudscontract'-gebaseerde businessmodel naar een 'instandhoudingscontract', stelde Kouwen: het draait dan niet meer om de installatie van liften, maar om het leveren van een dienst - 'lift as a service'.Nog een weer een stap verder gaat het ontstaan van 'digital twins' in een virtuele wereld naast de werkelijkheid. Een digitale evenknie stelt bedrijven in staat modellen op grootschalig niveau te testen, legde Kouwen uit. Rotterdam test op deze manier in een virtuele, digitale haven hoe het de vaart kan optimaliseren voor autonoom varende schepen ("Die gaan er in de komende tien jaar komen"), zonder te moeten experimenteren in de eigenlijke haven: "De 'grootste haven' moet de 'slimste haven' worden."Hij riep de bezoekers van Het Congres op toch vooral een visie te ontwikkelen: "Wat betekent dit voor mijn businessmodel? Wat zijn de mogelijkheden om anders en meer data-gedreven te gaan werken?" Alleen dan kun je er voor gaan zorgen dat je de juiste kennis en expertise in huis haalt, door mensen op te leiden, andere mensen aan te nemen en partners te zoeken om mee samen te werken: "Begin klein, maar zorg dat je snel kunt opschalen."Paul Adriaans herhaalde dat devies later op de middag nogmaals: "Start klein, eindig groots." Hij bracht het zelf, als Executive Vice President van RPI Europe, al in de praktijk bij de Nederlandse vestiging van het Amerikaanse RPI. Adriaans kwam van buiten de grafische industrie toen hij bij RPI Europe begon en zag daardoor direct parallellen met andere sectoren: "Het is eigenlijk overal hetzelfde. Iedereen zegt: wat gaat het snel. En: wat gaat het slecht." Maar hij ziet ook nog een andere overeenkomst: "Werken met mensen is leuk. Ik wil de goede mensen op de goede plek zien te krijgen."Het bedrijf kiest voor specialisatie in gepersonaliseerd drukwerk en richt daar de volledige werkstroom uiterst efficiënt op in: "Als een product in de flow past, gaat alles goed. Maar moet het uit de flow, dan wordt het moeilijk." Adriaans noemt RPI dan ook geen grafisch bedrijf: "Grafische mensen worden daar heel nerveus van. Maar we zijn een proces-bedrijf, een flow-bedrijf." Wie de video van het bedrijf ziet, begrijpt direct wat hij daarmee bedoelt: "Maar we zijn onderweg toch ook in bijna elke valkuil gestapt die je maar kunt bedenken."Volgens Adriaans is het van cruciaal belang voorop te blijven lopen en de gebaande paden durven te verlaten: "Innovatie is een optelsom van idee, risico en wil. Je moet participeren, steeds deelnemen aan het gesprek. Want anders wordt je onderwerp van het gesprek. 'Groot pakt klein' is verleden tijd: nu geldt 'de snellen pakken de tragen'. Op die manier hebben wij onze positie kunnen handhaven tussen alle grote partijen." Met de bezoekers van Het Congres deelde hij nog een gouden regel, ontleend aan voetballegende Johan Cruijff: "Voetbal is simpel. Maar simpel voetballen is moeilijk."Voor innovatie is ook kennis nodig. Olga Munroe geeft leiding aan het Britse Retail Institute en doet aan de Beckett University in Leeds academisch onderzoek naar de toekomst van verpakkingen. Ze baseert zich daarbij op onderzoek naar zowel de marktontwikkelingen als het gedrag van consumenten. "Consumenten worden bij aankoopbeslissingen gedreven door interne en externe factoren. Interne factoren zoals persoonlijke voorkeur en beoogd gebruiksdoel zijn moeilijk te beïnvloeden, maar externe factoren zoals de verpakking juist wel. Dat noemen we 'sensory marketing' - je verleidt de consument het product op te pakken en aan te raken, want als hij of zij langer dan 3 seconden naar een product kijkt neemt de aankoopneiging sterk toe."'Sensory marketing' is echter niet zo eenvoudig als het misschien lijkt: er komt nogal wat kijken bij het voorspelbaar verleiden van consumenten die niet altijd rationele beslissingen nemen. Volgens de onderzoekers is de uitstraling van een verpakking belangrijk, zoals bleek uit een test met een serie identieke artikelen die in twee verschillend vormgegeven magazines werd gebruikt: de kwalitatief hoogwaardig uitgevoerde versie wordt door de consument meer vertrouwd (al is de inhoud feitelijk hetzelfde). Maar zeker ook de geur en bijvoorbeeld het geluid spelen een rol: niet alleen het kraken van de chips van Dorito's, maar ook de klank van die merknaam telt mee. Ook de makers van de verpakking voor Twining's kruidenthee maakten met succes gebruik van deze kennis en zorgden voor een 'klik' als de kartonnen doos weer wordt gesloten.De tactiliteit van verpakkingen zorgt voor een 'haptische ervaring': "Vrouwen winkelen graag met hun handen", aldus Munroe. Zo'n haptische ervaring kan zich ook tegen je product keren: "Een fles van bioplastic die veel lawaai maakt, slecht aanvoelt en steeds omvalt gaat het niet lang maken."Los van de marktontwikkelingen en klantentrends verandert natuurlijk ook het grafische vak zelf. Een interessant voorbeeld van innovatie op dat vlak vormt de nanografische druktechniek van Landa. Koen Vlieghe kwam, als regionale business manager voor de Benelux & Nordics regio, de laatste ontwikkelingen bij Landa toelichten. Die spelen zich overigens niet alleen in de grafische industrie af: Landa gebruikt nanotechnologie - "Als materiaaldeeltjes kleiner worden dan 100 mu, dan krijgen ze bijzondere eigenschappen" - ook om pigmenten voor de auto-industrie te fabriceren en zelfs om diamanten onder laboratoriumomstandigheden te laten groeien.In 2016 presenteerde Benny Landa zijn nanografische drukpersen tijdens Drupa voor het eerst aan de wereld. Het geduld van de industrie werd sindsdien behoorlijk op de proef gesteld, maar volgens Vlieghe begint Landa nu toch echt op stoom te komen. Ondanks nog "wat kleine uitdagingen" op kwaliteitsgebied ("We zijn al een heel eind!"), zijn er inmiddels wereldwijd zeven machines geïnstalleerd en daar komen er voor het eind van dit jaar nog eens vier bij. En dat moeten er daarna snel meer gaan worden: "Digitaal printen neemt nu nog maar zo'n 3 procent van het drukwerkvolume. Landa wil digitaal printen echt mainstream maken. Drukwerkvolumes van zowel digitale als conventionele persen zullen zich gaan verplaatsen naar Landa-persen."Tussen de sprekers op het podium van Het Congres door wist Francesca Vanthielen met een serie 'speeddates' de visionaire vergezichten te vertalen naar de dagelijkse praktijk. In de korte interviews vertelde Diane Deneyer bijvoorbeeld hoe ze met haar bedrijf Majime met NFC-technologie nieuwe markten verovert: "Je moet je ogen niet sluiten voor nieuwe technologie, maar ze juist omarmen. Wij willen geen 'volger' zijn, maar juist een 'trekker'. We staan nu aan het begin, dit gaat alleen nog maar uitbreiden en doorbreken." Op diezelfde manier zag ook Michel Brull van Picanova kansen ontstaan in 3D-technologie. Het bedrijf ontwikkelde een snelle en betaalbare manier om 3D-scans te maken. Die worden nu nog vooral gebruikt om 3D geprinte items te vervaardigen, maar Brull ziet met name sterke toekomstmogelijkheden in virtuele omgevingen: "Met een 3D bodyscan kun je ook online maatkleding bestellen. Of je kunt er een goedgelijkende avatar mee creëren om mee te gamen of virtuele experiences te ondergaan."In een laatste gesprek, met Maureen Coeck en Bart Wyns van Ernst & Young, hielp Vanthielen ook de laatste twijfelaars over nog een mogelijke hindernis heen: innoveren kost geld, maar "daar zijn subsidies voor". Het op de juiste wijze aanvragen ervan is aan vele regels gebonden ("Dien je dossier in vóór je met je project start en hou er rekening mee dat het drie of vier maanden kan duren voor de beslissing valt"), maar het kan zeer de moeite waard zijn: de subsidies kunnen oplopen van 20 tot 70 procent van de investeringen.